In 1929 en 1930 liepen op de scheepswerf van John Cockerill te Hoboken, Antwerpen, vier veerboten van stapel die gebouwd waren voor de Regie voor Maritiem Transport (RMT). De vier schepen kregen de namen Prince Albert, Prince Leopold, Prinses Astrid (Princesse Astrid) en Prinses Joséphine Charlotte (Princesse Joséphine Charlotte). De schepen kwamen in de loop van 1930 in dienst op de veerdienst Oostende-Dover. Alle vier de schepen vertrokken na de Belgische capitulatie in mei 1940 naar Engeland en werden overgedragen aan de Royal Navy. De schepen werden omgebouwd tot Infantry Landing Ship Small (LSI (S)). Na de Tweede Wereldoorlog keerden drie terug als veerboot op de lijn Oostende-Dover.
De vier
schepen uit deze groep: |
||
Naam: |
Naam
Wo2: |
Gegevens: |
s.s. Prinses Astrid | HMS Princess Astrid (LSI(S)-4226) |
20 juli 1929: tewaterlating 26 mei 1940: Britse War Ministry 26 mei 1941: HMS Princess Astrid (LSI(S)-4226) februari 1946: Prinses Astrid 21 juni 1949: gezonken door zeemijn[1] |
s.s. Prince
Leopold |
HMS Prince Leopold (LSI(S)-4251) |
29 november 1929: tewaterlating 18 mei 1940: Britse War Ministry 18 juni 1940: Hospitaalschip 6 maart 1941: HMS Prince Leopold (LSI(S)-4251) 29 juli 1944: gezonken door zacoustische torpedo van U 621[2] |
s.s. Prince
Charles |
HMS Prince Charles (LSI(S)-4120) |
12 maart 1930: tewaterlating 18 mei 1940: Britse War Ministry april 1942: HMS Prince Charles (LSI(S)-4120) 15 juni 1946: Prince Charles 19 maart 1953: beschadigd na aanvaring met Llantrisant 1960: Verschroot |
s.s. Prinses
Joséphine Charlotte |
HMS Princess Joséphine Charlotte (LSI(S)-4238) |
28 juni 1930: tewaterlating 18 mei 1940: Britse War Ministry 16 mei 1941: HMS Princess Joséphine Charlotte (LSI(S)-4238) 1 oktober 1945: Prinses Joséphine Charlotte 1950: Verschroot |
De tot dat moment voor de veerdienst Oostende-Dover in gebruik zijnde turbineschepen raakten eind jaren 1920 verouderd. Besloten werd tot de bouw van een reeks van vier nieuwe schepen. De vier schepen werden gebouwd volgens een nieuw concept waarbij snelheid ondergeschikt werd gemaakt aan comfort. De schepen waren groter en comfortabeler dan hun voorgangers.[3]
De vier schepen, Prinses Astrid, Prince Leopold, Prince Charles en Prinses Joséphine Charlotte werden eind Jaren 1920 gebouwd en liepen in 1929 en 1930 van stapel. De schepen deden in de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog naar volle tevredenheid dienst voor de Regie voor Maritiem Transport (RMT) tussen Oostende en Dover.
Ten tijde van de Belgische capitulatie in 1940 vertrokken de vier schepen naar Engeland, waar ze voor diverse doeleinden werden ingezet namens de Britse Admiralty en de Royal Navy. In september 1940 werd besloten de schepen om te bouwen tot Landing Ship Infantry Small (LSI (S)).[4] Hiertoe werd de hoofdmast verwijderd en het promenadedek getript. Davits werden hierop gemonteerd om de landingsboten te kunnen ophijsen en neerlaten. Voor de eigen verdediging werden twee stuks 7,62 cm luchtafweergeschut, 2 stuks 40 mm luchtafweergeschut en zes stuks 20 mm luchtafweergeschut geplaatst. Als zodanig namen de schepen deel aan verscheidene landingsoperaties van de Geallieerden[5].
Na de oorlog werden de schepen in 1946 teruggegeven aan de Belgische staat, die ze wederom liet ombouwen tot veerboot voor de dienst tussen Oostende en Dover. Alleen de Prince Leopold overleefde de oorlog niet, het schip werd getorpedeerd.[6] De overige drie schepen dienden tot data tussen 1946 en 1953. De Prinses Astrid ging in 1949 verloren toen het schip op een mijn liep.[7] De Prince Charles zou nog tot 1960 in de vaart blijven.[8]
Klasse: | Princess Astrid-klasse |
Aantal in klasse: |
4 |
Land: |
Groot |
Type: |
Groot-Brittannië |
Waterverplaatsing: |
2.960 ton normaal 3.250 ton maximaal |
Lengte: |
109,60 meter |
Breedte: |
14,48 meter |
Diepgang: |
? meter |
Aandrijving: |
6 Boilers 2 propellers Stoomturbines |
Snelheid: |
23,5 knopen (43,52 km/h) |
Bereik: |
? km (bij ? knopen) |
Bewapening: |
2x1 7,62 cm kaliber luchtafweer
geschut 2x1 40 mm luchtafweergeschut 6x1 20 mm luchtafweergeschut |
Bemanning: |
207 (als LSI) |
Lading: |
8 LCA's/LCS(M)'s of LCP(L)'s 250 militairen |