Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden verschillende landen antitankwapens zoals antitankkanonnen. De Duitse Wehrmacht en de Waffen-SS gebruikten antitankkanonnen (Panzerabwehrkanone) om tanks en andere gepantserde doelen te vernietigen. Bekend is dat de 3.7 cm Pak 35/36 (3.7 cm PaK 36), 5 cm PaK 38 en 7.5 cm PaK 40 ingezet werden. Minder bekend is dat in kleinere aantallen geproduceerde antitankkanonnen getest werden. De '3.7-cm-Tankabwehrkanone L/50 in Rundumfeuerlafette' is daar een voorbeeld van. Tijdens de oorlogsjaren (1939-1945) bleek dat de meeste 3.7 cm antitankkanonnen niet in staat waren goed gepantserde vijandelijke tanks op lange afstand uit te schakelen. De niet ingezette en experimentele 3.7-cm-Tankabwehrkanone L/50 in Rundumfeuerlafette vormde op die regel geen uitzondering.
In een brief van 12 december 1929 komt naar voren dat de wapenafdeling van het Duitse leger (Heereswaffenamt, Waffenprüfwesen IV) een '3.7-cm-Tankabwehrkanone (K) in Rundumfeuerlafette' wilde laten produceren die als aanvulling zou dienen naast de 3.7 cm Pak 35/36. De Duitse fabrikant Rheinmetall ontwierp de 3.7-cm-Tankabwehrkanone L/50 met een gewicht van 320 kilogram. Het kanon zou als bewapening voor rupsvoertuigen dienen en had een 3 tot 4.5mm dik gepantserd schild om de schutters tegen kogels en kleine granaatsplinters te beschermen. Een ander ontwerp van de fabrikant Krupp uit Essen had een looplengte van L/64 (2.46 meter) en kon granaten met grotere mondingssnelheden afvuren. Beide kanonnen waren eigenlijk testversies (prototypes) om ervaring op te doen met antitankkanonnen. Een ander, afgeleid testkanon was de 3.7-cm-Tankabwehrkanone (T) die ook een looplengte van L/64 (2.46 meter) had. Dat kanon was bedoeld als bewapening van gepantserde (tank)koepels in bunkers en andere vestingwerken. Zowel het ontwerp van de 3.7-cm-Tankabwehrkanone L/50 van Rheinmetall, als het ontwerp van Krupp waren uitgerust met de 'ZF' (Zielfernrohr) richtoptiek.
Het ontwerp van Rheinmetall schoot 0.645 kilogram zware pantsergranaten met lichtspoor af (3.7-cm-Panzergranate, 800m/s) die op een afstand van zevenhonderd meter onder een inslaghoek van zestig graden 39 mm staal doorboorden. Ook konden brisantgranaten afgevuurd worden (0.665 kilogram wegende 3.7-cm-Sprenggranate). Het ontwerp van Krupp schoot 0.685 zware pantsergranaten af (3.7-cm-Panzergranate, 885m/s) die op een afstand van een kilometer onder een inslaghoek van zestig graden 23 mm staal doorboorden. Het kanon kon ook brisantmunitie afvuren (0.615 kilogram wegende 3.7-cm-Sprenggranate). Duidelijk werd dat het penetratievermogen van beide 3.7 cm kanonnen onvoldoende was om, in de toekomst goed gepantserde doelen zoals tanks, uit te schakelen. Zelfs het langer maken van de loop (L/70) zou weinig effect hebben om op grote afstand dik staal te doorboren.
Net zoals de in grote aantallen geproduceerde 3.7 cm Pak 35/36 (3.7 cm PaK 36) was de 3.7-cm-Tankabwehrkanone L/50 in Rundumfeuerlafette niet krachtig genoeg om op grote afstand dik staal te doorboren. Het onvermogen om met de bestaande 3.7 cm PaK 36 antitankkanonnen dik staal te doorboren in 1940 en 1941 had grote consequenties voor de Wehrmacht. De 3.7 cm pantsergranaten konden de dikke bepantsering van goed gepantserde Franse tanks en Sovjet T-34 en KV tanks vaak niet doorboren. Zelfs de introductie van 3.7 cm wolfraammunitie zorgde er niet voor dat die tanks op grote afstand aan de voorkant vernietigd konden worden.
Kaliber: | 37mm |
Lengte: | onbekend |
Lengte loop: | 1.85 meter (L/50) |
Gewicht: | plusminus 320 kilogram |
Elevatie: | -8 en +25 graden |
Draaiing: | 60° |
Mondingssnelheid: | 800m/s (3.7-cm-Panzergranate) |
Max. effectief bereik: | maximaal 7.6 kilometer (met pantsergranaten) |
Schoten per minuut: | maximaal 25 |
Productie: | onbekend |