De HMS Hermes was Groot-Brittannië's eerste, speciaal voor dat doel, gebouwde vliegdekschip. Het ontwerp werd gebaseerd op een kruiserontwerp van rond 1917. Het schip was hierdoor een relatief klein vliegdekschip en aanvankelijk ontworpen om land- en watervliegtuigen mee te voeren. Hoewel op stapel gezet tijdens de Eerste Wereldoorlog, kwam het pas in 1924 in dienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het schip ingezet in de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Indische Oceaan, waarbij het op 9 april 1942 verloren ging.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
In
dienst: |
Einde: |
Sir W. G.
Armstrong-Whitworth
and Company, Walker |
15 januari 1918 | 11 september 1919 |
19 februari 1924 |
9 april 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
Gegevens: |
|
19 februari 1924 |
november 1924 |
HMS
Hermes (95), Atlantic Fleet |
||
22 november 1924 |
juni 1925 |
HMS Hermes
(95),
Mediterranean Fleet |
||
10 augustus 1925 |
mei 1937 |
HMS Hermes
(95),
China Station |
||
16 juli 1938 |
augustus 1939 |
HMS Hermes
(95),
Trainingship Reserve Fleet |
||
23 augustus 1939 |
januari 1942 |
HMS Hermes
(95),
Home Fleet |
||
14 februari 1942 |
9 april 1942 |
HMS
Hermes (95), Eastern Fleet |
Het vliegdekschip HMS Hermes was het eerste schip dat werd ontworpen en gebouwd als een vliegdekschip. Het schip werd besteld juli 1917 en werd tijdens de bouw diverse malen aangepast op basis van ervaringen opgedaan met de eerder in dienst genomen HMS Argus (1917) en HMS Eagle (94). De romp werd gebaseerd op het ontwerp van de Hawkins-klasse kruisers. De kiel werd op 15 januari 1918 gelegd bij Armstrong Whitworth en bijna twee jaar later, op 11 september 1919 werd het te water gelaten. Het duurde echter nog ruim vijf jaar alvorens de HMS Hermes operationeel werd. Dit was vooral te danken aan de nodige aanpassingen die, op basis van de ervaringen uit de Eerste Wereldoorlog, werden gepleegd. Het vliegdekschip was het tweede schip dat de naam HMS Hermes droeg.[1][2]
In april 1917 presenteerde Sir Eustace d'Eyncourt, op dat moment Director of Naval Construction (DNC) een aangepast ontwerp op basis van een ontwerp uit 1916 voor een vliegtuigmoederschip. Het ontwerp ontving een laag achterschip met een onder water te zetten gedeelte voor het in water laten en binnen halen van watervliegtuigen. Het ontwerp had echter ook een vliegdek gekregen voor vliegtuigen met wielen. Hoewel het ontwerp nog regelmatig werd aangepast, bleef de basis behouden. De hangar had benedendeks een uitgang naar het achterdek, alwaar, met behulp van kranen, drijvervliegtuigen in en uit konden worden geladen. Het schip had een lengte van ruim 182 meter en een standaard waterverplaatsing van 10.850 lt. De 40.000 hp installatie kon het schip een snelheid geven van 25 knopen (46 km/u). De bewapening zou aanvankelijk bestaan uit 152 mm geschut maar bestond uiteindelijk uit zes stuks 140 mm/50 kaliber BL Mark I geschut, twee 102 mm/45 kaliber QF Mark V geschut en twee vierloops 12,7 mm luchtafweer. Bij de bouw was uitgegaan van 20 vliegtuigen.[3][4]
Ondanks dat het schip op 11 september 1919 te water werd gelaten, moest het vanwege de sluiting van de scheepswerf eind 1919 verplaatst worden. Het schip werd naar Devonport gesleept waar het aan de marinewerf werd afgebouwd. Vanaf februari 1924 kon het schip aan haar proefvaarten beginnen en op 19 februari 1924 werd HMS Hermes officieel in dienst gesteld. Korte tijd later werd het schip aan de Atlantic Fleet toegevoegd. In juli 1924 werd het schip korte tijd in onderhoud genomen, waarna het werd ingedeeld bij de Mediterranean Fleet.Vanaf 22 november 1924 opereerde het schip in de Middellandse Zee met aan boord No. 403 Flight met Fairey Flycatcher jachtvliegtuigen en No. 441 Flight met Fairey IIID verkenners. Vanaf 27 maart 1925 werd het schip in onderhoud genomen in Malta om vervolgens naar Portsmouth de varen waar het op 29 mei 1925 aankwam.[5][6]
In juni 1925 vertrok HMS Hermes naar het Verre Oosten met aan boord wederom No. 403 Flight en No. 441 Flight om zich bij China Station te voegen. Vanaf 10 augustus 1925 verbleef het schip hier met thuishaven Hong Kong. Tussen april en juni 1926 verbleef het schip in de Middellandse Zee om te Malta te worden onderhouden. Het schip ontving nu No. 440 Flight en No. 442 Flight met Fairey III toestellen. Na enige oefenvaarten in de Middellandse Zee, keerde het op 11 oktober 1926 terug in Hong Kong. Op 26 oktober 1927 kwam het schip voor onderhoud aan in Groot-Brittannië om te Chatham in onderhoud te gaan. Hierbij werd een stuk 102 mm geschut verwijderd en twee stuks enkelloops 40 mm pom-pom luchtafweer geplaatst. Op 21 januari 1928 vertrok het schip weer naar het Verre Oosten. Een volgende onderhoudsbeurt werd in januari 1929 toegepast in Hong Kong, welke tot in april voortduurde.[7][8][9]
Met de stijgende dreiging tussen Japan en China, werd HMS Hermes met enige regelmaat richting China gezonden. Op 7 augustus 1930 vertrok het terug naar Groot-Brittannië om in onderhoud te gaan. In Chatham vond een revisie plaats, waarna het weer vertrok naar China Station. Aan boord bevonden zich No. 403 Flight en No. 440 Flight. De tocht ving op 12 november aan en op 2 januari 1931 werd Hong Kong bereikt. HMS Hermes bleef in het Verre Oosten tot juni 1933, waarna het naar Groot-Brittannië werd terug gehaald. Op 22 juli kwam het schip in Sheerness aan om uiteindelijk naar de Devonport Dockyard te worden gebracht voor een complete renovatie. Nadat het op 1 november 1934 weer gereed was, vertrok de HMS Hermes naar het Verre Oosten alwaar het werd ingedeeld bij China Station. Op 17 maart 1937 vertrok HMS Hermes uit Singapore met bestemming Plymouth, waar het op 3 mei aankwam. Vanaf eind mei werd het schip toegedeeld aan de Reserve Fleet en op 16 juli 1938 werd het overgebracht naar Devonport om als opleidingsschip te dienen.[10][11]
Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werd de HMS Hermes weer operationeel in dienst gesteld. Vanaf 3 september 1939 diende het schip bij de Britse Home Fleet in een smaldeel samen met de HMS Courageous (50). Hierbij werd de Hermes uitgerust met twaalf Fairey Swordfish torpedobommenwerpers. Toen deze laatste op 17 september 1939 door een torpedo tot zinken werd gebracht, spoedde de HMS Hermes naar de haven. Doordat ook de HMS Glorious verloren ging, was de HMS Hermes voor korte tijd het enige vliegdekschip in de Britse thuiswateren.[12]
Vanaf oktober 1939 opereerde het schip, samen met de HMS Neptune (20) en het Franse slagschip Strasbourg (1938) in West-Indische wateren, om een maand later samen met de Franse kruisers Foch (1931) en Dupleix (1932) in de wateren rond Dakar te patrouilleren. Het schip had een groot aantal tekortkomingen. Het was slecht beschermd tegen luchtaanvallen, was relatief langzaam en had, vanwege de grote opbouw, problemen met de stabiliteit waarbij het de neiging had over te hellen naar één kant. De HMS Hermes werd daarom onbruikbaar geacht voor de strijd in Europa en zou naar het Verre Oosten worden gestuurd. De HMS Hermes kreeg als thuisbasis Ceylon. Tijdelijk werd het schip echter eerst gestationeerd in Brest om de Fransen te ondersteunen in hun strijd tegen de Duitsers. Vervolgens ging de HMS Hermes naar Dakar. Bij de wapenstilstand tussen Duitsland en Vichy-Frankrijk, werd het schip haastig buitengaats gebracht om de Franse Vichy-vloot in de gaten te houden. In deze rol werden haar Swordfish torpedovliegtuigen op 8 juli 1940 er op uit gestuurd om het Franse slagschip Richelieu aan te vallen. Hierbij trof één torpedo doel.[13]
In augustus 1940 kwam het schip in aanvaring met de gewapende koopvaardijkruiser HMS Corfu en moest het drie maanden in reparatie. De rest van 1940 wordt doorgebracht als beschermer van diverse konvooien, waarna de HMS Hermes in februari 1941 naar de Indische Oceaan werd gestuurd ter versterking van Force T. Tijdens konvooidienst richting Zuid-Afrika kwam de HMS Hermes in aanvaring met een ander schip en moest het voor reparaties een Zuid-Afrikaanse haven binnenlopen. Het volgende operatiegebied was de Perzische Golf, waarbij manschappen van de HMS Hermes in april 1941 betrokken waren bij de Britse invasie van Irak. Bij een renovatie in oktober 1941 ontving de Hermes aanvullend een vierloops 40 mm/39 kaliber pom-pom en vijf enkelloops 20 mm/70 kaliber Oerlikon luchtafweergeschut.[14]
Halverwege 1942 was de HMS Hermes betrokken bij konvooidiensten in het Verre Oosten. Tijdens een tocht van Trincomalee naar de Malediven werd het konvooi aangevallen door Aichi D3A1 duikbommenwerpers van de Japanse vliegdekschepen Shokaku (1941), Hiryu (1939) en Zuikaku (1941). Bij deze aanval op 6 april 1942 werden de torpedobootjager HMAS Vampire (D68), het korvet HMS Hollyhock (K64), twee tankers en de HMS Hermes tot zinken gebracht. HMS Hermes werd door naar schatting 40 bommen van 250 kg geraakt en zonk binnen 10 minuten waarbij 302 bemanningsleden om het leven kwamen.[15]
Naam: | HMS Hermes |
Callsign/Registratie: |
95 |
Bouwer: |
Armstrong Whitworth, Walker |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Vliegdekschip / geen
(Hermes-klasse) |
Waterverplaatsing: |
10.850 lt (11.020 t)
standaard 13.700 lt (13.900 t) (maximaal) |
Lengte: |
182,90 meter |
Breedte: |
21,40 meter |
Diepgang: |
7,10 meter |
Vliegdek: |
173,70 meter |
Aandrijving |
6 Yarrow boilers 2 schachten 2 sets geschakelde Parsons stoomturbines 40.000 shp (30.000 kW) |
Snelheid: |
25 knopen (46 km/u) |
Bereik: |
10.400 km (bij 10 knopen) |
Bepantsering: |
romp: 76 mm dek: 25 mm |
Bewapening: |
6x1 140 mm BL Mark I
geschut 3x1 102 mm QF Mark V luchtafweer 20 vliegtuigen |
Bemanning |
566 (scheepsbemanning) |
Captain
Arthur Stopford
(Kapitein ter Zee) |
20 februari 1923 |
Captain
Cecil Ponsonby Talbot
(Kapitein ter Zee) |
15 juli 1925 |
Captain Ralph Elliot
(Kapitein
ter Zee) |
17 augustus 1926 |
Captain Geoffrey Hopwood
(Kapitein ter Zee) |
2 december 1927 |
Captain James Douglas
Campbell
(Kapitein ter Zee) |
17 januari 1929 - 2
oktober 1930 |
Captain Edmond J. G.
MacKinnon
(Kapitein ter Zee) |
3 oktober 1930 |
Commander Francis R. Baxter (Kapitein Luitenant ter Zee) | 27 december 1931 |
Captain William B.
Mackenzie
(Kapitein ter Zee) |
8 februari 1932 |
Captain George Fraser
(Kapitein
ter Zee) |
15 augustus 1934 |
Commander Charles Thorburn Addis (Kapitein Luitenant ter Zee) | 12 juni 1937 - 30 augustus
1937 |
Lieutenant Commander Arthur G. Skipwith (Luitenant ter Zee) | 31 augustus 1937 |
Commander Lancelot V. Donne (Kapitein Luitenant ter Zee) | 7 oktober 1937 - 26
januari 1938 |
Captain Fitzroy Evelyn
Patrick
Hutton (Kapitein ter Zee) |
23 augustus 1939 |
Captain Richard Francis
John
Onslow (Kapitein ter Zee) |
7 mei 1940 - 9 april 1942
(omgekomen) |
No. 403 Flight |
Fairey Flycatcher |
No. 441 Flight |
Fairey IIID |
No. 440 Flight |
Fairey IIID , Fairey IIIF |
No. 442 Flight |
Fairey IIID |
No. 824 Squadron |
Fairey Seal |
No. 803 Squadron |
Hawker Osprey |
No. 814 Squadron |
Fairey Swordfish |