Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde de Sovjet-Unie tankjagers. Tankjagers zoals SU-85 en SU-100 kennen de meeste militair historici en amateur-historici. Veel minder bekend is dat de Sovjet-Unie zeldzame prototypes fabriceerde. De SU-122P (СУ-122П) is daar een voorbeeld van. Van die tankjager is slechts één exemplaar gebouwd door de Oeral Machinebouw Fabriek NKTP.
Op 22 juni 1941 viel de Duitse Wehrmacht de Sovjet-Unie binnen. Geschokt waren Duitse troepen toen ze zagen dat Duitse tanks zoals Panzerkampfwagen I en IV niet goed in staat waren om de nieuwste Sovjettanks uit te schakelen. De T-34 en de zware KV series waren zo goed gepantserd dat zij alleen betrouwbaar met het 88mm geschut vernietigd konden worden. Gedurende een relatief lange periode had de Sovjet-Unie sterkere tanks dan Hitler-Duitsland. Zo waren de Duitse Panzerkampfwagen I, II, III, IV en Panzerkampfwagen 35(t) en 38(t), niet of nauwelijks in staat de T-34 uit te schakelen. Het schuine pantser van T-34 was innovatief en zorgde ervoor dat granaten afketsten. T-34 kon alle Duitse tanks tot lange afstand vernietigen met het 76.2mm kanon.
Van de T-34 werd geleerd: pantser en bewapening moesten prioriteit krijgen bij Duitse tankconstructie. In 1942 verscheen de eerste zware Duitse tank aan het front. De zesde tank in de gestandaardiseerde series: de Panzerkampfwagen VI Tiger. De Tiger combineerde extra dikke bepantsering met extreem krachtige bewapening. In 1942 was het de sterkste tank ter wereld. De Tiger zaaide dood en verderf aan het oostfront. In Leningrad werd de tank voor het eerst ingezet, maar was geen groot succes. Duitse troepen wisten aanvankelijk niet goed hoe de Tiger te gebruiken. Daar kwam snel verandering in en verhalen zoals die van Wittmann en Carius zijn tegenwoordig legendarisch.
Bestaande Sovjettanks zoals de T-34 en de zware KV konden weinig tot niets beginnen tegen de Tiger. Beide Sovjet-modellen hadden een 76.2mm kanon dat maximaal ongeveer 70 tot 80 mm staal doorboorde: vaak niet genoeg om het Tiger-pantser te penetreren. Het 88mm geschut van Tiger kon beide tanks al tot twee of drie kilometer uitschakelen. De rollen waren nu omgekeerd. De Sovjet-Unie werkte wanhopig aan een oplossing om de Tiger met een eigen tankmodel uit te schakelen. Al snel kwamen ingenieurs tot de conclusie dat het 76.2mm kanon (L-10, F-32, F-34 en ZiS-5) niet krachtig genoeg was (ook met speciale wolfraam munitie niet) om de Tiger en andere toekomstige Duitse tanks uit te kunnen schakelen. Net als de Duitsers besloten Sovjet-ingenieurs een luchtdoelgeschut te gebruiken in een antitankrol. Het ging om het 85mm kanon. In de vorm van 85mm D-5T werd een nieuwe, verbeterde T-34 gebouwd. Dat was de T-34-85. Het verbeterde T-34-85 model was in staat de Tiger uit te schakelen, maar was zelf relatief kwetsbaar voor het 88mm geschut. De Sovjet-Unie concludeerde dat krachtigere kanonnen vereist waren. De 100mm en 122mm kanonnen waren geschikt als antitankwapens.
Tankjagers waren een effectief middel om functioneel om te gaan met grondstoffen. Tanks vereisen vaak meer grondstoffen en zijn complexer om te bouwen. In feite kunnen tankjagers gebruikt worden als tijdelijke oplossingen alvorens nieuwe en zwaardere tankmodellen het slagveld betreden. Op het onderstel van T-34-85 werd een 100mm geschut, 100mm D-10S, gemonteerd. Dat voertuig – de SU-100 – werd pas laat in de oorlog gebruikt (1944). Het voertuig moest de op de T-34-85 gebaseerde tankjager SU-85, een tankjager met een 85mm D-5S kanon, vervangen. Het SU-100 voertuig was redelijk goed gepantserd (75mm staal frontaal, 45mm staal zijkant en achterkant) en snel (40-45 km/u).
Omdat de T-34 romp geschikt was om om te bouwen tot tankjager besloot de Sovjet legerleiding dat de romp van T-34-85 een 122mm kanon kon dragen. Het 122mm kanon is het grootste kaliber kanon gebouwd in een Sovjet-tank tijdens de oorlog, afgezien van de 152mm houwitser. De 122 mm M1931/37 (A-19) (Russisch:122-мм корпусная пушка обр. 1931/1937 гг. (А-19) was een Russisch veldkanon. Dat kanon werd gemodificeerd en als 'D-25' in tanks en tankjagers gebruikt.
In de lente van 1944 werd de bestaande SU-100 als basis genomen bij de constructie van een experimenteel 122mm voertuig. Al in 1943 werd door Uralmash en GABTU besloten over te gaan op constructie van een 122mm kanon in een tankonderstel. De SU-122P leek qua vormgeving exact op de SU-100, maar verschilde in lengte van het kanon en de kenmerkende mondingsrem. De SU-122P had hetzelfde onderstel als SU-100 en een bepantsering van 75mm frontaal staal, 45mm staal aan de zijkant en 45mm staal aan de achterkant. De voorkant van het voertuig was schuin aflopend: daardoor nam de staaldikte aan de voorkant toe en konden granaten sneller afketsen. De voorkant was door die schuine hoek gelijk aan 100 tot 119mm verticaal staal. Het voertuig had geen koepel, gebruikelijk in tankjagers, en moest draaien om doelen in het vizier te krijgen. De SU-122P had een V-2-34 dieselmotor, hetzelfde type als in T-34, die 450 tot 500 pk leverde en bereikte een snelheid van 40 tot 57 km/u.
Het voertuig kreeg een 122mm D-25S kanon (gemodificeerd 122mm A-19 kanon) als bewapening. Dat kanon werd ook in Sovjet zware tanks, als 122mm D-25T in Jozef Stalin 2, en tankjagers, als 122mm D-25S in ISU-122, geïnstalleerd. Vergeleken met Duitse tanks zoals de Tiger I had het wapen een veel groter kaliber (88mm versus 122mm). Het 122mm kanon schoot 25 kilogram wegende granaten en had een maximale depressie van twee graden. De SU-122P maakte net als de Jozef Stalin tank gebruik van verschillende munitiesoorten. De BR-471 was een 25 kilogram wegende 122mm ‘APHE’ granaat die 795 meter per seconde aflegde. De OF-471 was een 25 kilogram wegende ‘HE’ (brisant of explosieve) granaat die 800 meter per seconde aflegde. Vergeleken met de standaard ‘APCBC’ Panzergranate 39 van de Duitse Panzerkampfwagen VI Tiger, was de 122mm granaat zwaarder en sneller (10kg versus 25kg en 773m/s versus 795 tot 800m/s). Granaten in de SU-122P bestonden uit twee delen: een huls met kruitlading en een pantser doorborende kop. Daardoor was de vuursnelheid van het voertuig gering, nog afgezien van het gewicht van de granaten wat laden bemoeilijkte. De BR-471 penetreerde maximaal ongeveer 200 mm staal en 125 mm staal tot op een afstand van twee kilometer. Een speciaal type munitie ‘APCBC’ BR-471B was later beschikbaar, maar werd niet in grote aantallen ingezet.
In september 1944 was het prototype SU-122P klaar. Het voertuig werd getest, reed 238 kilometer en legde de test succesvol af. Ondanks de krachtige bewapening werd het voertuig niet in massaproductie genomen. Duidelijk was dat het penetratievermogen van het 122mm D-25S kanon geringer was dan dat van 100mm D-10S (SU-100). De munitievoorraad in de SU-122P was beperkt: slechts 26 granaten konden meegevoerd worden. De vuursnelheid van het voertuig was laag: slechts drie tot vier schoten per minuut konden afgevuurd worden. Daarnaast zorgde het kanon ervoor dat het onderstel overbelast werd. De grote terugslag en de vibraties hadden een negatief effect op rupsbanden en interne componenten. Het interieur van de tankjager was erg krap, zelfs naar Sovjet-maatstaven. Munitie lag dicht opeengepakt en de vierkoppige bemanning, bestaande uit commandant, schutter, lader, bestuurder, kon bij problemen niet snel uit het voertuig komen. Ook was laden van het kanon moeilijk vanwege het krappe interieur.
Massaproductie van het voertuig kwam dus niet op gang. Ook omdat er succesvolle zware tanks waren ontworpen, de JS-2 oftewel Jozef Stalin, die het 122mm wel konden dragen. Het onderstel van die tank was geschikt om de terugslag van het 122mm kanon op te vangen. Daarnaast was het interieur van JS ruimer dan het gevechtscompartiment van SU-122P.
Model: | SU-122P | |
Gewicht: | Plusminus 32 ton | |
Bemanning: | 4 man | |
Motor: | V-2-34 V12 diesel van 450-500pk | |
Snelheid: | Maximaal 40 tot 57 km/u | |
Bereik: | Ongeveer 320 km | |
Afmetingen: | Lengte: ? (SU-100: 9.45 meter), hoogte: 2.25 meter, breedte: 3 meter | |
Bewapening: | 1 x 122mm (12,2 cm) D-25S kanon | |
Munitie: | 122mm D-25S (26 granaten) | |
Bepantsering: | Voorkant - 75mm, zijkant - 45mm, achterkant - 45mm |