Voor de bevoorrading van buitengaats varende schepen van de Kriegsmarine, maakte Duitsland gebruik van diverse bevoorradingsschepen, zogenaamde "Troßschiffe". Vanaf de jaren 1930 werden bemanningen van koopvaardijschepen voor dit doel opgeleid. Hoewel formeel gebouwd als koopvaardijschepen, werd de Dithmarschen-klasse speciaal gebouwd met als doelstelling de bevoorrading van schepen van de Kriegsmarine.
Naam: |
Gegevens: |
m.s. Dithmarschen (1937) |
6 juni 1936: kiellegging[1] 12 juni 1937: tewatergelaten[2] 20 juli 1938: in dienst genomen[3] 2 mei 1946: USS Dithmarschen (IX-301) 1 oktober 1946: USS Conecuh (AO-110) 3 april 1956: uit dienst genomen 1 juni 1960: gesloopt |
m.s. Westerwald (1937) |
1936: kiellegging[4] 5 oktober 1937: tewatergelaten[5] 16 januari 1939: in dienst genomen[6] december 1939 m.s. Nordmark (1939)[7] 1945: RFA Northmark 1947: HMS Bulawayo (A121)[8] oktober 1955: gesloopt[9] |
m.s. Altmark (1937) |
15 juni 1936: kiellegging[10] 13 november 1937: tewatergelaten[11] 14 november 1938: in dienst genomen[12] 6 augustus 1940: m.s. Uckermark (1940) 30 november 1942: gezonken[13] |
m.s. Franken (1939) |
1937: kiellegging 8 juni 1939: tewatergelaten[14] 17 maart 1943: in dienst genomen[15] 8 april 1945: gezonken[16] |
m.s. Ermland (1939) |
17 februari 1937: kiellegging[17] 1939: tewatergelaten[18] 2 september 1940: in dienst genomen[19] 23 september 1943: gezonken[20] |
m.s. Havelland (1940) |
?: kiellegging 1940: tewatergelaten[21] niet afgebouwd[22] |
De Dithmarschen-klasse was een groep van zes bevoorradingsschepen die werden ontworpen en gebouwd in opdracht van de Kriegsmarine[23]. Formeel werden de schepen gebouwd als tankers, maar ze werden zodanig ingericht dat ze brandstof, munitie, voorraden en reserve materialen konden meevoeren. Daarnaast waren de schepen uitgerust met sleepmaterialen om in problemen geraakte Kriegsmarine schepen te kunnen slepen[24].
Aan lading konden de schepen 7.933 ton brandstof, 972 ton munitie, 790 ton voorraden en 100 ton reservematerialen meevoeren. Aanvankelijk bestond het pan de schepen ook uit te voeren als hulpkruiser. Dit plan werd echter geschrapt om te voorkomen dat de schepen bij de uitvoering van deze taak beschadigd zouden raken.
Vijf schepen vaarden de gehele Tweede Wereldoorlog in dienst van de Kriegsmarine. De m.s. Dithmarschen (1937) werd op 9 mei 1945 door Britse troepen in beslag genomen en als m.s. Southmark (1945) in de vaart genomen. In 1946 werd het schip overgenomen door de U.S. Navy en als USS Dithmarschen (IX-301) in gebruik genomen. Op 1 oktober 1946 werd het schip hernoemd tot USS Conecuh (AOR-110) en in april 1956 uit de vaart genomen. De m.s. Nordmark (1937) werd aan het eind van de oorlog door Britse troepen in beslag genomen en hernoemd tot m.s. Northmark (1945). In 1947 werd het als HMS Bulawayo[25] in dienst genomen bij de Royal Navy en in oktober 1955 uit de vaart genomen. De m.s. Altmark (1937) werd op 6 augustus 1940 hernoemd tot m.s. Uckermark (1940) en ging op 30 november 1942 bij een explosie verloren. De m.s. Franken (1939) zonk op 8 april 1945[26] nadat het door een bom was geraakt. De m.s. Ermland (1939) ging op 23 september 1943 in Nantes verloren bij een bomaanval. De restanten werden op 11 augustus 1944 als blokkadeschip gebruikt in de haven van Nantes. Een zesde schip, de m.s. Havelland (1940) werd nooit afgebouwd.
Klasse: | Dithmarschen-klasse |
|
Aantal in klasse: |
5 |
|
Land: |
Duitsland |
|
Type: |
Tanker |
|
Waterverplaatsing: |
20.858 BRT |
|
Lengte: |
178,25 meter |
|
Breedte: |
22 meter[27] |
|
Diepgang: |
9,30 meter |
|
Aandrijving: |
4 x MAN 9 cyl diesel 2x Wagner Turbine[28] Vermogen: 22.000 pk |
|
Snelheid: |
21,1 knopen |
|
Bereik: |
12.500 km (bij 15 knopen)[29] |
|
Bewapening: |
3 x 15 cm L/48 C36 2 x 3,7 cm Flak 4 x 2 cm Flak[30] 8 x machinegeweren |
|
Bemanning: |
94 - 208 |