De Duitse tanker m.s. Altmark werd wereldberoemd door de overval op de Altmark op 16 februari 1940 door HMS Cossack (F03). Het incident overtuigde Adolf Hitler ervan dat de Geallieerden de neutraliteit van Noorwegen niet zouden respecteren en dat Noorwegen zelf niet in staat was haar eigen neutraliteit te verdedigen. Het zou hem sterken in het besluit om Noorwegen binnen te vallen middels Operatie Weser, Weserübung. De Altmark zelf werd in 1940 omgedoopt tot Uckermark en ging op 30 november 1942 verloren.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Howaldtswerke, Kiel |
15 juni 1936 |
13 november 1937 |
14 augustus 1939 |
6 augustus 1940 (m.s. Uckermark) |
Bouwnummer : |
||||
Indeling: |
Data: |
Naam: |
||
14 augustus 1939 |
6 augustus 1940 |
m.s. Altmark (1937) |
||
6 augustus 1940 |
30 november 1942 |
m.s. Uckermark (1940) |
De m.s. Altmark was het derde schip uit de Dithmarschen-klasse, een groep van vijf koopvaardijschepen die speciaal in opdracht van de Kriegsmarine waren gebouwd om te kunnen dienen als bevoorradingsschepen. De m.s. Altmark werd op 14 augustus 1939, een goede maand voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in dienst genomen. Gedurende korte periode opereerde de Altmark als bevoorradingsschip voor de schepen van de Kriegsmarine die ingezet werden tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, was m.s. Altmark toegewezen als bevoorradingsschip aan de zware kruiser Admiral Graf Spee. Als één van de taken voor Altmark, was het schip belast met het overnemen van zeelieden van door de Admiral Graf Spee tot zinken gebrachte schepen. Na het zinken van de Admiral Graf Spee, trachtte de Altmark terug te keren naar Duitsland en verschuilde zich in Noorse territoriale wateren. Hier werd het schip geënterd door marinemensen van de Britse torpedobootjager HMS Cossack (F03), waarbij de Geallieerde zeelieden werden bevrijd. Hoewel het de intentie was van de Britten om de Altmark op sleeptouw mee te voeren naar Groot-Brittannië, was het schip tijdens het voorval aan de grond gelopen. Hierdoor zagen de Britten af van dit plan en lieten de Altmark liggen. De Duitsers borgen het schip en namen het na reparatie weer in dienst als m.s. Uckermark.[1]
Naam: | m.s. Altmark |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Howaldtswerke, Kiel |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Tanker / Dithmarschen-klasse |
Waterverplaatsing: |
20.858 BRT |
Lengte: |
178,23 meter |
Breedte: |
22,00 meter |
Diepgang: |
9,30 meter |
Aandrijving: |
4 x MAN 9 cyl diesel Vermogen: 22.000 |
Snelheid: |
21,1 knopen |
Bereik: |
12.500 km bij 15 knopen |
Bewapening: |
3 x 15 cm L/48 C36 2 x 3,7 cm Flak 4 x 2 cm Flak 8 x machinegeweren |
Bemanning |
94 - 208 |
Kapitän (Kapitein) Heinrich Dau |
? |
? |
Na de overval op de Altmark door HMS Cossack (F03), lieten de britten de Altmark achter in een Noors fjord. Het schip werd later geborgen door de Duitsers en na reparatie weer in dienst genomen als m.s. Uckermark (1940).
Op 6 augustus 1940 werd het schip omgedoopt tot m.s. Uckermark. Als m.s. Uckermark werd het schip ingedeeld bij het smaldeel van de slagschepen Scharnhorst en Gneisenau, tot het op 9 september 1942 naar Japan vertrok als bevoorradingsschip voor de hulpkruiser Michel. In de Indische Oceaan zou de Uckermark vanuit Yokahama opereren als bevoorradingsschip voor de hulpkruiser Thor. Op 30 november 1942 bevond de Uckermark zich in Yokahama, gelegen naast de Thor en het Australische passagierschip Nankin, dat door de Thor was opgebracht. Op het moment dat de bemanning aan het eten was, vond er een grote explosie plaats, waardoor zowel de Uckermark als de Thor en de Nankin zonken. De explosie zou ontstaan zijn door reparatiewerkzaamheden nabij de voorraadtanks. Uckermark had juist hiervoor 5000 ton gasolie afgeleverd en een vonk ontstaan bij de werkzaamheden zou de restanten van deze gasolie hebben doen ontbranden.[2]
Naam: | m.s. Uckermark |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Howaldtswerke, Kiel |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Tanker / Dithmarschen-klasse |
Waterverplaatsing: |
20.858 BRT |
Lengte: |
178,25 meter |
Breedte: |
22,00 meter |
Diepgang: |
9,30 meter |
Aandrijving: |
4 x MAN 9 cyl diesel Vermogen: 22.000 shp |
Snelheid: |
21,1 knopen |
Bereik: |
12.500 km (15 knopen) |
Bewapening: |
3 x 15 cm L/48 C36 2 x 3,7 cm Flak 4 x 2 cm Flak 8 x machinegeweren |
Bemanning |
94 - 208 |