HMS Hardy was de flottieljeleider uit de H-klasse (II) torpedobootjagers van de Royal Navy. Als flottieljeleider was het schip iets groter dan haar klassegenoten en had het een stuk extra 120 mm hoofdgeschut. Het schip nam deel aan diverse operaties tot het tijdens de Eerste Slag bij Narvik op 10 april 1940 verloren ging.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Cammell Laird and Company, Birkenhead |
30 mei 1935 |
7 april 1936 |
11 december 1936 |
10 april 1940 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
Gegevens: |
|
11 december 1936 |
oktober 1939 |
2nd Destroyer
Flotilla (flottieljeleider), Mediterranean Fleet |
||
oktober 1939 |
februari 1940 |
Force K, Home Fleet |
||
februari 1940 |
10 april 1940 |
2nd Destroyer
Flotilla (flottieljeleider), Home Fleet |
HMS Hardy werd op 12 december 1934 besteld als flottieljeleider binnen de H-klasse (II). Als flottieljeleider was het schip groter dan haar zusterschepen en kreeg een extra stuk 120 mm geschut, geplaatst tussen de beide schoorstenen. Een toevoeging die in deze periode bij de Royal Navy gewoon was om bij iedere klasse uit te voeren bij één van de schepen. Met een lengte van 102 meter en een standaard waterverplaatsing van 1.478 ton konden de twee Parsons stoomgeneratoren een snelheid opbrengen van 36 knopen (67 km/u). Het breik van het schip was 10.240 km bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u). Door het grotere formaat kon het schip 175 bemanningsleden bevatten. De hoofdbewapening bestond uit vijf stuks enkele 120 mm / 45 kaliber Mark IX geschut. Voor luchtafweer waren twee stuks vierling Mark I opstellingen met 12,7 mm Vickers Mark III machinegeweren toegevoegd. Twee batterijen met elk vier 533 mm torpedolanceerbuizen, twee dieptebommenwerpers en een rail met dieptebommen (20 stuks) complementeerden de bewapening. Het aantal dieptebommen werd vlak na aanvang van de Tweede Wereldoorlog uitgebreid tot 35.[1][2]
Het schip werd op 11 december 1936 afgeleverd en toegevoegd aan de 2nd Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet. Ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog nam HMS Hardy deel aan de vloot van het Non-Intervention Committee. Na haar deelname aan deze operatie, werd de torpedobootjager tussen 2 juni 1939 en 29 juli 1939 in onderhoud genomen te Devonport. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, was HMS Hardy gestationeerd in Malta, maar werd in oktober overgebracht naar Freetown in Sierra Leone, waar het werd toegevoegd aan Force K. In deze hoedanigheid nam het schip deel aan de slag bij Rio de la Plata, de jacht op de Admiral Graf Spee.[3][4]
Na deze operatie keerde HMS Hardy terug naar Home Fleet en werd het op 9 maart 1940 het vlaggenschip van de 2nd Destroyer Flotilla. In deze hoedanigheid trad HMS Hardy met haar flottielje op als escorte voor de mijnen leggende torpedobootjagers tijdens Operatie Wilfred, de mijnenlegoperatie op 8 april 1940 bij de Noorse kust. Toen op 9 april 1940 Duitsland Operatie Weser (Weserübung) lanceerde, werd het schip met een eskader naar Narvik gezonden om de Duitse vloot aldaar aan te vallen.[5][6]
De Britten stoomden op 10 april de fjorden bij Narvik binnen en raakten slaags met de aldaar liggende Duitse torpedobootjagers tijdens wat bekend zou worden als de eerste slag bij Narvik. HMS Hardy wist met een torpedo de Duitse torpedobootjager Z 21 Wilhelm Heidkamp onherstelbaar te beschadigen. Bij de strijd die hierna ontspon, werd HMS Hardy ernstig beschadigd en liet men het schip aan de grond lopen. Later raakte het schip door de opkomende vloed los, dreef naar dieper water, waar het kapseisde en in half gezonken toestand achterbleef.[7]
Naam: | HMS Hardy |
Callsign/Registratie: |
H87 |
Bouwer: |
Cammell Laird and Company,
Birkenhead |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / H-klasse (II) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.455 BRT Maximaal: 2.053 BRT |
Lengte: |
102,70 meter |
Breedte: |
10,40 meter |
Diepgang: |
3,89 meter |
Aandrijving |
3 x Parsons Stoomturbines 3 x Admiralty 3-drum Boilers Vermogen: 38.000 pk 2 schachten |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
10.240 km (bij 15 knopen) |
Bewapening: |
5x 1, QF 120-mm Mk. IX L/45
geschut 2x 4, 12,7 mm machinegeweren 2x 4, 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen 60 mijnen |
Bemanning |
175 |
Captain Denis William Boyd (Kapitein ter Zee) | 7 oktober 1936 |
Captain Ralph Kerr (Kapitein ter Zee) | 25 februari 1938 |
Captain Bernard Armitage
Warburton-Lee (Kapitein ter Zee) |
28 juli 1939 - 10 april 1940
(omgekomen) |