TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    De Gato-klasse onderzeeboten zouden de eerste massaal geproduceerde onderzeeboot klasse voor de U.S. Navy worden. Voortbordurend op de voorgangers zou dit het standaard type worden dat nog zou worden voortgezet in twee vervolgklassen. Van de 77 geproduceerde schepen in de Gato-klasse, gingen 20 schepen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren en werden er uiteindelijk zes voor het nageslacht bewaard


    USS Gato, Mare Island, 6 augustus 1943 Bron: USN photo 5736-43

    Schepen in deze klasse

    Naam:
    Gegevens:
    USS Gato (SS-212)
    5 oktober 1940: kiellegging
    21 augustus 1941: tewaterlating
    31 december 1941: indienststelling
    16 maart 1946: uit dienst genomen
    1 maart 1960: geschrapt uit Naval Register
    25 juli 1960: verkocht voor sloop
    USS Greenling (SS-213)
    12 november 1940: kiellegging
    20 september 1941: tewaterlating
    21 januari 1942: indienststelling
    16 oktober 1946: uit dienst genomen
    1 maart 1960: geschrapt uit Naval Register
    21 juni 1960: verkocht voor sloop
    USS Grouper (SS-214)
    28 december 1940: kielleging
    27 oktober 1941: tewaterlating
    12 februari 1942: indienststelling
    2 januari 1951: USS Grouper (SSK-214)
    17 mei 1958: USS Grouper (AGSS-214)
    2 december 1968: uit dienst genomen
    2 december 1968: geschrapt uit Naval Register
    11 augustus 1970: verkocht voor sloop
    USS Growler (SS-215)
    10 februari 1941: kiellegging
    22 november 1941: tewaterlating
    20 maart 1942: indienststelling
    8 november 1944: gezonken
    USS Grunion (SS-216)
    1 maart 1941: kiellegging
    22 december 1941: tewaterlating
    11 april 1942: indienststelling
    ca. 30 juli 1942: gezonken
    2 november 1942: geschrapt uit Naval Register
    USS Guardfish (SS-217)
    1 april 1941: kiellegging
    20 januari 1942: tewaterlating
    8 mei 1942: indienststelling
    25 mei 1946: uit dienst genomen
    1 juni 1960: geschrapt uit Naval Register
    10 oktober 1961: gezonken als doelschip
    USS Albacore (SS-218)
    21 april 1941: kiellegging
    17 februari 1942: tewaterlating
    1 juni 1942: indienststelling
    7 november 1944: gezonken door mijn (waarschijnlijk)
    USS Amberjack (SS-219)
    15 maart 1941: kiellegging
    6 maart 1942: tewaterlating
    19 juni 1942: indienststelling
    16 februari 1943: gezonken
    USS Barb (SS-220)
    7 juni 1941: kiellegging
    2 april 1942: tewaterlating
    8 juli 1942: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    3 december 1951: indienststelling
    5 februari 1954: uit dienst genomen
    13 december 1954: Enrico Tazzoli (S 511) (Italiaanse Marine)
    28 april 1959: geschrapt uit Naval Register (USS Barb)
    15 oktober 1972: geschrapt uit Naval Register  (Enrico Tazzoli)
    1972: verkocht voor sloop
    USS Blackfish (SS-221)
    1 juli 1941: kiellegging
    18 april 1942: tewaterlating
    22 juli 1942: indienststelling
    11 mei 1946: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    4 mei 1959: verkocht voor sloop
    USS Bluefish (SS-222)
    5 juni 1942: kiellegging
    21 februari 1943: tewaterlating
    24 mei 1943: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    7 janari 1952: indienststelling
    20 november 1953: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    8 juni 1960: verkocht voor sloop
    USS Bonefish (SS-223)
    25 juni 1942: kiellegging
    7 maart 1943: tewaterlating
    31 mei 1943: indienststelling
    18 juni 1945: gezonken
    USS Cod (SS-224)
    21 juli 1942: kiellegging
    21 maart 1943: tewaterlating
    21 juni 1943: indienststelling
    22 juni 1946: uit dienst genomen
    1951; indienststelling
    21 juni 1954: uit dienst genomen
    1959: indienststelling
    1 december 1962: USS Cod (AGSS-224)
    30 juni 1971: USS Cod (IXSS-224)
    15 december 1971: geschrapt uit Naval Register
    1 mei 1976: museumschip
    USS Cero (SS-225)

    24 augustus 1942: kiellegging
    4 april 1943: tewaterlating
    4 juli 1943: indienststelling
    8 juni 1946: uit dienst genomen
    4 februari 1952: indienststelling
    23 december 1953: uit dienst genomen
    30 juni 1967: geschrapt uit Naval Register
    oktober 1970: verkocht voor sloop
    USS Corvina (SS-226) 21 september 1942: kiellegging
    9 mei 1943: tewaterlating
    6 augustus 1943; indienststelling
    16 november 1943: gezonken
    USS Darter (SS-227)
    20 oktober 1942: kiellegging
    6 juni 1943: tewaterlating
    7 september 1943: indienststelling
    24 oktober 1943: gestrand achtergelaten
    USS Drum (SS-228)
    11 september 1940: kiellegging
    12 mei 1941: tewaterlating
    1 november 1941: indienststelling
    16 februari 1946: uit dienst genomen
    30 juni 1968: geschrapt uit Naval Register
    4 juli 1969: museumschip
    USS Flying Fish (SS-229)
    6 december 1940: kiellegging
    9 juli 1941: tewaterlating
    10 december 1941: indienststelling
    29 november 1950: USS Flying Fish (AGSS-229)
    28 mei 1954: uit dienst genomen
    1 augustus 1958: geschrapt uit Naval Register
    1 mei 1959: verkocht voor sloop
    USS Finback (SS-230)

    5 februari 1941: kiellegging
    25 augustus 1941: tewaterlating
    31 januari 1942: indienststelling
    21 april 1950: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    15 juli 1959: verkocht voor schroot
    USS Haddock (SS-231)
    31 maart 1941: kiellegging
    20 oktober 1941: tewaterlating
    14 maart 1942: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    1 juni 1960: geschrapt uit Naval Register
    23 augustus 1960: verkocht voor sloop
    USS Halibut (SS-232)
    16 mei 1941: kiellegging
    3 december 1941: tewaterlating
    10 april 1942: indienststelling
    18 juli 1945: uit dienst genomen
    8 mei 1946: geschrapt uit Naval Register
    9 december 1946: verkocht voor sloop
    USS Herring (SS-233)
    14 juli 1941: kiellegging
    5 januari 1942: tewaterlating
    4 mei 1942: indienststelling
    1 juni 1944: gezonken
    USS Kingfish (SS-234)
    29 augustus 1941: kiellegging
    2 maart 1942: tewaterlating
    20 mei 1942: indienststelling
    9 maart 1946: uit dienst genomen
    1 maart 1960: geschrapt uit Naval Register
    6 oktober 1960: verkocht voor sloop
    USS Shad (SS-235)
    24 oktober 1941: kiellegging
    15 april 1942: tewaterlating
    12 juni 1942: indienststelling
    1947: uit dienst genomen
    1 april 1960: geschrapt uit Naval Register
    11 juli 1960: verkocht voor sloop
    USS Silversides (SS-236)
    4 november 1940: kiellegging
    25 augustus 1941: tewaterlating
    15 december 1941: indienststelling
    17 april 1946: uit dienst genomen
    15 oktober 1946: indienststelling
    6 november 1962: USS Silversides (AGSS-236)
    30 juni 1969: geschrapt uit Naval Register
    1987: museumschip
    USS Trigger (SS-237)
    1 februari 1941: kiellegging
    22 oktober 1941: tewaterlating
    31 januari 1942: indienststelling
    28 maart 1945: gezonken
    11 juli 1945: geschrapt uit Naval Register
    USS Wahoo (SS-238)
    28 juni 1941: kiellegging
    14 februari 1942: tewaterlating
    15 mei 1942: indienststelling
    11 oktober 1943: gezonken
    6 december 1943; geschrapt uit Naval Register
    USS Whale (SS-239)
    28 juni 1941: kiellegging
    14 maart 1942: tewaterlating
    1 juni 1942: indienststelling
    1 juni 1946: uit dienst genomen
    14 november 1956: indienststelling
    14 december 1956: uit dienst genomen
    22 januari 1957: indienststelling
    september 1957: uit dienst genomen
    1 maart 1960: geschrapt uit Naval Register
    14 oktober 1960: verkocht voor sloop
    USS Angler (SS-240)
    9 november 1942: kiellegging
    4 juli 1943: tewaterlating
    1 oktober 1943: indienststelling
    2 februari 1947: uit dienst genomen
    2 april 1951: indienststelling
    10 november 1952: uit dienst genomen
    februari 1953: USS Angler (SSK-240)
    10 september 1953: indienststelling
    1960: USS Angler (SS-240)
    1963: USS Angler (AGSS-240)
    1 april 1968: uit dienst genomen
    30 juni 1971: USS Angler (IXSS-240)
    15 december 1971: geschrapt uit Naval Register
    1 februari 1974: verkocht voor sloop
    USS Bashaw (SS-241)
    4 december 1942: kiellegging
    25 juli 1943: tewaterlating
    29 juni 1949: uit dienst genomen
    3 april 1951: indienststelling
    10 mei 1952: uit dienst genomen
    18 februari 1953: USS Bashaw (SSK-241)
    28 maart 1953: indienststelling
    augustus 1959: USS Bashaw (SS-241)
    september 1962: USS Bashaw (AGSS-241)
    13 september 1969: uit dienst genomen
    13 september 1969: geschrapt uit Naval Register
    4 augustus 1972: verkocht voor sloop
    USS Bluegill (SS-242)
    7 december 1942: kiellegging
    8 augustus 1943: tewaterlating
    1 maart 1946: uit dienst genomen
    3 mei 1951: indienststelling
    7 juli 1952: uit dienst genomen
    1953: USS Bluegill (SSK-242)
    2 mei 1953: indienststelling
    28 juni 1969: uit dienst genomen
    28 juni 1969: geschrapt uit Naval Register
    3 december 1970: afgezonken
    USS Bream (SS-243)
    5 februari 1943: kiellegging
    17 oktober 1943; tewaterlating
    24 januari 1944: indienststelling
    31 januari 1946: uit dienst genomen
    5 juni 1951: indienststelling
    10 september 1952: uit dienst genomen
    18 februari 1953: USS Bream (SSK-243)
    20 juni 1953: indienststelling
    1 februari 1964: USS Bream (AGSS-243)
    28 juni 1969: uit dienst genomen
    28 juni 1969; geschrapt uit Naval Register
    7 november 1969: gezonken als doelschip
    USS Cavalla (SS-244)
    4 maart 1943: kiellegging
    14 november 1943: tewaterlating
    29 februari 1944: indienststelling
    10 maart 1946: uit dienst genomen
    10 april 1951: indienststelling
    3 september 1952: uit dienst genomen
    18 februari 1953: USS Cavalla (SSK-244)
    15 juli 1953: indienststelling
    15 augustus 1959: USS Cavalla (SS-244)
    1 juli 1963: USS Cavalla (AGSS-244)
    3 juni 1968: uit dienst genomen
    30 december 1969: geschrapt uit Naval Register
    21 januari 1971: museumschip
    USS Cobia (SS-245) 17 maart 1943: kiellegging
    28 november 1943: tewaterlating
    29 maart 1944: indienststelling
    22 mei 1946: uit dienst genomen
    6 juli 1951: indienststelling
    19 maart 1954: uit dienst genomen
    1 december 1962: USS Cobia (AGSS-245)
    1 juli 1970: geschrapt uit Naval Register
    17 augustus 1970: museumschip
    USS Croaker (SS-246)
    1 april 1943: kiellegging
    19 december 1943: tewaterlating
    21 april 1944: indienststelling
    15 juni 1946: uit dienst genomen
    7 mei 1951: indienststelling
    18 maart 1953: uit dienst genomen
    9 april 1953: USS Croaker (SSK-246)
    11 december 1953: indienststelling
    augustus 1959: USS Croaker (SS-246)
    mei 1967: USS Croaker (AGSS-246)
    2 april 1968: uit dienst genomen
    december 1971: USS Croaker (IXSS-246)
    20 december 1971: geschrapt uit Naval Register
    27 juni 1976: museumschip
    USS Dace (SS-247)
    22 juli 1942: kiellegging
    25 april 1943: tewaterlating
    23 juli 1943: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    8 augustus 1951: indienststelling
    15 januari 1954: uit dienst genomen
    22 oktober 1954: indienststelling
    31 januari 1955: Leonardo da Vinci (S 510) (Italiaanse Marine)
    15 oktober 1972: geschrapt uit Naval Register (USS Dace)
    1973: uit dienst genomen
    1 april 1975: verkocht voor sloop
    USS Dorado (SS-248)
    27 augustus 1942: kiellegging
    23 mei 1943: tewaterlating
    28 augustus 1943: indienststelling
    12 oktober 1943: gezonken
    USS Flasher (SS-249)
    30 september 1942: kiellegging
    20 juni 1943: tewaterlating
    25 september 1943: indienststelling
    26 maart 1946: uit dienst genomen
    1 juni 1959: geschrapt uit Naval Register
    8 juni 1963: verkocht voor sloop
    USS Flier (SS-250)
    30 oktober 1942: kiellegging
    11 juli 1943: tewaterlating
    18 oktober 1943: indienststelling
    13 augustus 1944: gezonken door mijn
    USS Flounder (SS-251)
    5 december 1942: kiellegging
    22 augustus 1943: tewaterlating
    29 november 1943: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    1 juni 1959: geschrapt uit Naval Register
    februari 1960: verkocht voor sloop
    USS Gabilan (SS-252)
    5 januari 1943: kiellegging
    19 september 1943: tewaterlating
    28 december 1943: indienststelling
    23 februari 1946: uit dienst genomen
    1 juni 1959: geschrapt ui Naval Register
    11 januari 1960: verkocht voor sloop
    USS Gunnel (SS-253)
    21 juli 1941: kiellegging
    17 mei 1942: tewaterlating
    20 augustus 1942: indienststelling
    18 mei 1946: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    december 1959: verkocht voor sloop
    USS Gurnard (SS-254)
    2 september 1941: kiellegging
    1 juni 1942: tewaterlating
    18 september 1942: indienststelling
    27 november 1945: uit dienst genomen
    1 mei 1961: geschrapt uit Naval Register
    29 oktober 1961: verkocht voor sloop
    USS Haddo (SS-255)
    1 oktober 1941: kiellegging
    21 juni 1942: tewaterlating
    9 oktober 1942: indienststelling
    16 februari 1946: uit dienst genomen
    1 augustus 1958: geschrapt uit Naval Register
    4 mei 1959: verkocht voor sloop
    USS Hake (SS-256)
    1 november 1941: kiellegging
    17 juli 1942: tewaterlating
    30 oktober 1942: indienststelling
    13 juli 1946: uit dienst genomen
    6 november 1962: USS Hake (AGSS-256)
    19 april 1968: geschrapt uit Naval Register
    5 december 1972: verkocht voor sloop
    USS Harder (SS-257)
    1 december 1941: kiellegging
    19 augustus 1942: tewaterlating
    2 december 1942: indienststelling
    24 augustus 1944: gezonken
    USS Hoe (SS-258)
    2 januari 1942: kiellegging
    17 september 1942: tewaterlating
    16 december 1942: indienststelling
    7 augustus 1946: uit dienst genomen
    1 mei 1960: geschrapt uit Naval register
    10 september 1960: verkocht voor sloop
    USS Jack (SS-259)
    2 februari 1942: kiellegging
    16 oktober 1942: tewaterlating
    6 januari 1943: indienststelling
    8 juni 1946: uit dienst genomen
    20 december 1957: indienststelling
    21 april 1958: Amfitriti (S 17) (Griekse Marine)
    1 september 1967: geschrapt uit Naval Register (USS Jack)
    5 september 1967: gezonken als doelschip
    USS Lapon (SS-260)
    21 februari 1942: kiellegging
    27 oktober 1942: tewaterlating
    23 januari 1943: indienststelling
    25 juli 1946: uit dienst genomen
    13 april 1957: indienststelling
    10 augustus 1957: Poseidon (S 78) (Griekse Marine)
    31 december 1975: geschrapt uit Naval Register (USS Lapon)
    april 1976: geschrapt uit Naval Register (Poseidon)
    1976: gesloopt voor onderdelen
    USS Mingo (SS-261)
    21 maart 1942: kiellegging
    30 november 1942: tewaterlating
    12 februari 1943: indienststelling
    januari 1947: uit dienst genomen
    20 mei 1955: indienststelling
    15 augustus 1955: Kuroshio (Japanse Marine)
    31 maart 1966: uit dienst genomen
    20 februari 1971: geschrapt uit Naval Register
    1971: gezonken als doelschip
    USS Muskallunge (SS-262)
    7 april 1942: kiellegging
    13 december 1942: tewaterlating
    15 maart 1943: indienststelling
    29 januari 1947: uit dienst genomen
    31 augustus 1956: indienststelling
    18 januari 1957: Humaitá (S 14) (Braziliaanse Marine)
    1 december 1967: geschrapt uit Naval Register (USS Muskallunge)
    8 juli 1968: gezonken als doelschip
    USS Paddle (SS-263)
    1 mei 1942: kiellegging
    30 december 1942: tewaterlating
    29 maart 1943: indienststelling
    1 februari 1946: uit dienst genomen
    31 augustus 1956: indienststelling
    18 januari 1957: Riachuelo (S 15) (Braziliaanse Marine)
    maart 1968: geschrapt uit Naval Register (Riachuelo)
    30 juni 1968: geschrapt uit Naval Register (USS Paddle)
    30 juni 1968: gezonken als doelschip
    USS Pargo (SS-264)
    21 mei 1942: kiellegging
    24 januari 1943: tewaterlating
    26 april 1943: indienststelling
    12 juni 1946: uit dienst genomen
    1 december 1960: geschrapt uit Naval Register
    16 mei 1961: verkocht voor sloop
    USS Peto (SS-265)
    15 juni 1941: kiellegging
    30 april 1942: tewaterlating
    21 november 1942: indienststelling
    25 december 1942: uit dienst genomen
    januari 1943: indienststelling
    25 juni 1946: uit dienst genomen
    1 augustus 1960: geschrapt uit register
    29 november 1960: verkocht voor sloop
    USS Pogy (SS-266)
    15 september 1941: kiellegging
    23 juni 1942: tewatergelaten
    10 januari 1943: indienststelling
    1 februari 1943: uit dienst genomen
    12 februari 1943: indienststelling
    20 juli 1946: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    1 mei 1959: verkocht voor sloop
    USS Pompon (SS-267)
    26 november 1941: kiellegging
    15 augustus 1942: tewaterlating
    17 maart 1943: indienststelling
    11 mei 1946: uit dienst genomen
    15 juni 1953: indienststelling USS Pompon (SSR-267)
    1 april 1960: uit dienst genomen
    1 april 1960: geschrapt uit Naval Register
    22 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Puffer (SS-268)
    16 februari 1942: kiellegging
    21 november 1942: tewaterlating
    27 april 1943: indienststelling
    28 juni 1946: uit dienst genomen
    1 juli 1960: geschrapt uit Naval Register
    3 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Rasher (SS-269)
    4 mei 1942: kiellegging
    20 december 1942: tewaterlating
    8 juni 1943: indienststelling
    22 juni 1946: uit dienst genomen
    14 december 1951: indienststelling USS Rasher (SSR-269)
    28 mei 1952: uit dienst genomen
    22 juli 1953: indienststelling
    1 juli 1960: USS Rasher (AGSS-269)
    27 mei 1967: uit dienst genomen
    ?: USS Rasher (IXSS-269)
    20 december 1971: geschrapt uit Naval Register
    7 augustus 1974: verkocht voor sloop
    USS Raton (SS-270)
    29 mei 1942: kiellegging
    24 januari 1943: tewaterlating
    13 juli 1943: indienststelling
    11 maart 1949: uit dienst genomen
    18 juli 1952: USS Raton (SSR-270)
    21 september 1953: indienststelling
    1 juli 1960: USS Raton (AGSS-270)
    28 juni 1969: uit dienst genomen
    28 juni 1969; geschrapt uit Naval Register
    12 oktober 1973: verkocht voor sloop
    USS Ray (SS-271)
    20 juli 1942: kiellegging
    28 februari 1943: tewaterlating
    27 juli 1943: indienststelling
    12 februari 1947: uit dienst genomen
    3 januari 1951: USS Ray (SSR-271)
    13 augustus 1952: indienststelling
    30 september 1958: uit dienst genomen
    1 april 1960: geschrapt uit Naval Register
    18 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Redfin (SS-272)
    3 september 1942: kiellegging
    4 april 1943: tewaterlating
    31 augustus 1943: indienststelling
    1 november 1946: uit dienst genomen
    ?: USS Redfin (SSR-272)
    9 januari 1953: indienststelling
    28 juni 1963: USS Redfin (AGSS-272)
    15 mei 1967: uit dienst genomen
    1 juli 1970: geschrapt uit Naval Register
    31 maart 1971: verkocht voor sloop
    USS Robalo (SS-273)
    24 oktober 1942: kiellegging
    9 mei 1943: tewaterlating
    28 september 1943: indienststelling
    26 juli 1944: gezonken door mijn
    16 september 1944: geschrapt uit Naval Register
    USS Rock (SS-274)
    23 december 1942: kiellegging
    20 juni 1943: tewaterlating
    25 oktober 1943: indienststelling
    1 mei 1946: uit dienst genomen
    18 juli 1952: USS Rock (SSR-274)
    12 oktober 1953: indienststelling
    31 december 1959: USS Rock (AGSS-274)
    13 september 1969: uit dienst genomen
    13 september 1969: geschrapt uit Naval Register
    17 augustus 1972: verkocht voor sloop
    USS Runner (SS-275)
    8 december 1941: kiellegging
    30 mei 1942: tewaterlating
    30 juli 1942: indienststelling
    26 juni 1943: vermist
    30 oktober 1943: geschrapt uit Naval Register
    USS Sawfish (SS-276)
    20 januari 1942: kiellegging
    23 juni 1942: tewaterlating
    26 augustus 1942: indienststelling
    20 juni 1946: uit dienst genomen
    1 april 1960: geschrapt uit Naval Register
    2 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Scamp (SS-277)
    6 maart 1942: kiellegging
    20 juli 1942: tewaterlating
    28 september 1942: indienststelling
    11 november 1944: gezonken
    28 april 1945: geschrapt uit Naval Register
    USS Scorpion (SS-278)
    20 maart 1942: kiellegging
    20 juli 1942: tewaterlating
    1 oktober 1942: indienststelling
    5 januari 1944: vermist
    USS Snook (SS-279)
    17 april 1942; kiellegging
    15 augustus 1942: tewaterlating
    24 oktober 1942; indienststelling
    8 april 1945: vermist
    USS Steelhead (SS-280)
    1 juni 1942; kiellegging
    11 september 1942: tewaterlating
    7 december 1942: indienststelling
    29 juni 1946: uit dienst genomen
    1 april 1960: geschrapt uit Naval Register
    21 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Sunfish (SS-281)
    25 september 1941: kiellegging
    2 mei 1942: tewaterlating
    15 juli 1942: indienststelling
    25 december 1945: uit dienst genomen
    1 mei 1960: geschrapt uit Naval Register
    15 december 1960: verkocht voor sloop
    USS Tunny (SS-282)
    10 november 1941: kiellegging
    30 juni 1942: tewaterlating
    1 september 1942: indienststelling
    12 februari 1946: uit dienst genomen
    25 februari 1952: indienststelling
    30 april 1952: uit dienst genomen
    6 maart 1953: USS Tunny (SSG-282)
    1966: USS Tunny (APSS-282)
    1 januari 1968: USS Tunny (LPSS-282)
    28 juni 1969: uit dienst genomen
    30 juni 1969; geschrapt uit Naval Register
    19 juni 1970: gezonken als doelschip
    USS Tinosa (SS-283)
    21 februari 1942: kiellegging
    7 oktober 1942: tewaterlating
    15 januari 1943: indienststelling
    23 juni 1949: uit dienst genomen
    4 januari 1952: indienststelling
    2 december 1953: uit dienst genomen
    1 september 1958: geschrapt uit Naval Register
    november 1960: afgezonken
    USS Tullibee (SS-284)
    1 april 1942: kiellegging
    11 november 1942: tewaterlating
    15 februari 1943: indienststelling
    26 maart 1944: gezonken
    29 juli 1944: geschrapt uit Naval Register
    USS Golet (SS-361)
    27 januari 1943: kiellegging
    1 augustus 1943: tewaterlating
    30 november 1943: indienststelling
    14 juni 1944: gezonken
    USS Guavina (SS-362)
    3 maart 1943: kiellegging
    29 augustus 1943: tewaterlating
    23 december 1943: indienststelling
    8 juni 1946: uit dienst genomen
    1 februari 1950: USS Guavina (SSO-362)
    26 juli 1952: USS Guavina (AGSS-362)
    12 juli 1957: USS Guavina (AOSS-362)
    27 maart 1959: uit dienst genomen
    30 juni 1967: geschrapt uit Naval Register
    14 november 1967: gezonken als doelschip
    USS Guitarro (SS-363)
    7 april 1943: kiellegging
    29 augustus 1943: tewaterlating
    26 januari 1944: indienststelling
    6 december 1945: uit dienst genomen
    8 februari 1952: indienststelling
    22 september 1953: uit dienst genomen
    15 mei 1954: indienststelling
    7 augustus 1954: Preveze (S 340) (Turkse Marine)
    1 januari 1972: geschrapt uit Naval Register (USS Guitarro)
    4 mei 1972: uit dienst genomen
    USS Hammerhead (SS-364)
    5 mei 1943: kiellegging
    24 oktober 1943: tewaterlating
    1 maart 1944: indienststelling
    9 februari 1946: uit dienst genomen
    6 februari 1952: indienststelling
    21 augustus 1953: uit dienst genomen
    16 juli 1954: indienststelling
    23 oktober 1953: Cerbe (S 341) (Turkes Marine)
    1 januari 1972: geschrapt uit Naval register (USS Hammerhead)
    4 mei 1972: uit dienst genomen

    Geschiedenis


    USS Grunion (SS-216), 20 maart 1942 met toren in oorspronkelijke vorm Bron: Electric Boat Corporation photo

    De Gato-klasse onderzeeboten werden ontworpen als zogenaamde Fleet Submarines, wat betekende dat de onderzeeboten dienden te kunnen opereren op Oceanen ver van kusten, in samenwerking met de slagschepen en kruisers van de U.S. Navy. De schepen dienden hierdoor een groot bereik te hebben, een hoge snelheid te kunnen halen en zwaar bewapend te zijn[1]. Met de ervaringen opgedaan bij de Tambor-klasse en Gar-klasse werd een nieuwe klasse standaard onderzeeboten voor de U.S. Navy ontworpen[2].

    De Gato-klasse verschilde van haar voorgangers voornamelijk in een groter duikdiepte van 91 meter[3]. Door de schepen langer te maken kon de machinekamer in twee worden gedeeld, geschieden door een waterdicht schot, waarbij elke dieselgenerator met 2 dieselmotoren een eigen machinekamer kreeg. De romp werd gedeeltelijk als dubbele romp uitgevoerd waarbij de brandstof- en ballasttanks zich tussen de binnenste drukwand en buitenste wand bevonden. Omdat vanwege het grotere formaat van de klasse, in vergelijking met onderzeeboten van andere landen, de duiksnelheid afnam, werd een extra ballasttank toegevoegd om bij aanvang van de duik een grotere duiksnelheid te creëren[4]. Door toevoeging van diverse comfort verhogende faciliteiten, konden de schepen met een bemanning van 60 tot 80 manschappen 75 dagen lang onophoudelijk opereren[5]. De schepen zouden uitgerust worden met vier Hooven-Owens-Rentschler (HOR) diesel motoren. Twaalf door de Electric Boat Co. kregen ook daadwerkelijk deze motoren. De keuze was vooral gemaakt vanwege het grote vermogen dat deze motoren zouden leveren. De betrouwbaarheid liet echter te wensen over[6]. De motoren werden later dan ook vervangen door General Motors Cleveland 16-278A V-type dieselmotoren. Later gebouwde schepen werden voorzien van vier Fairbanks-Morse 38D 8-1/8 motoren of van vier General Motors Cleveland 16-248 V-type[7]. Gedurende de totale bouwperiode en het gebruik van deze klasse, werd de toren op het dek aanzienlijk gewijzigd. Aanvankelijk was deze nogal groot en aerodynamisch vormgegeven. De toren werd later gewijzigd, kleiner en voorzien van demogelijkheid tot installeren van luchtafweergeschut.

    Totaal zouden 77 schepen in deze klasse worden gebouwd, waarvan er 20 tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gingen. De schepen waren niet gereed voordat de Japanse aanval op Pearl Harbor plaatsvond. Door de aanval en het wegvallen van een groot deel van de Amerikaanse slagschepen, werd hun primaire taak om samen met de slagschepen en kruisers te opereren in één klap weggevaagd. Door hun ontwerp werden de schepen uitermate geschikt bevonden om ingezet te worden rond de Japanse eilanden zelf[8]. De laatste vier schepen, de SS-361 t/m SS-364 werden middels een aanvullend contract gebouwd door de Manitowoc Shipbuilding Company uit Manitowoc, Wisconsin. Deze schepen zouden aanvankelijk gebouwd worden als Balao-klasse onderzeeboten[9]. Vanwege problemen om de overstap te maken van de constructie van Gato-klasse op de Baleo-klasse bij zowel de Electric Boat Co., waar de tekeningen vandaan kwamen, als bij de Manitowoc Shipbuilding Company, werd besloten een aantal Gato-klasse schepen over te hevelen naar Manitowoc, waarvoor al voor de Baleo-klasse gereserveerde nummers werden gebruikt[10].


    USS Wahoo (SS-238), 10 augustus 1942, aanpassingen achterste deel toren (variant 2) Bron: USN photo 19-N-33840

    Alle Gato-klasse schepen, behalve USS Dorado (SS-248), werden aanvankelijk ingezet in de Pacific. Halverwege 1942 werden zes nieuwe Gato-klasse onderzeeboten gezonden naar Rosneath in Schotland om daar als Submarine Squadron 50 te gaan opereren. Doordat dit geen groot succes bleek werden deze schepen in 1943 ook naar de Pacific gezonden[11].

    Door de ervaringen opgedaan tijdens de Tweede Wereldoorlog, werden diverse Gato-klasse onderzeeboten gedurende hun loopbaan en sommige tijdens de bouw aangepast of verbouwd. Eén van de al genoemde aanpassingen was de grote toren die kleiner werd zodat deze minder opvallend was wanneer het schip boven water voer. Naast deze verkleining werd de toren geschikter gemaakt voor de toevoeging van masten met radar en aanvullende bewapening als luchtafweer. Door al deze aanpassingen konden tijdens de Tweede Wereldoorlog de volgende varianten worden onderscheiden:

    Variant 1
    Oorspronkelijke vorm toren
    tot midden 1942

    Variant 1A
    als 1 met verlaagde navigatiebrug

    Variant 2
    Gereduceerde vorm achterste deel toren met
    voor '50 machinegeweer beter schootsveld
    vanaf april 1942

    Variant 2A
    Als 2 met verwijderde beplating rond periscoop

    Variant 3
    Tevens voorste deel toren gereduceerd met
    positie voor 40 mm Bofors of 1x2 20 mm Oerlikon
    eind 1942, begin 1943

    Variant 3A
    Als 3 met SJ radar achter de periscoop

    Variant 4
    Complete brug verlaagd
    begin 1944

    Variant 4A
    Als 4 met SJ radar achter periscoop



    USS Harder (SS-257), 19 februari 1944 nog met torenvariant 3 Bron: USN photo MI-920-44

    Ook het geschut werd diverse malen aangepast. Aangezien rond de Japanse eilanden veel kleine schepen werden aangevallen, werd het dekgeschut als een belangrijk wapen beschouwd zodat torpedo's voor belangrijker doeleinden konden worden ingezet. Aanvankelijk werd een 76mm/50 kal Mk. 17 dek kanon gebruikt. Deze werden later veelal vervangen door een 102 mm/50 kal Mk. 9 afkomstig van oudere S-klasse onderzeeboten. Eind 1943 werden nagenoeg alle stukken vervangen door een 127 mm/25 kal. Mk. 17 geschut, waarbij sommige onderzeeboten zelfs twee stuks van dit geschut ontvingen. Luchtafweergeschut bestond aanvankelijk uit een enkel '50 machinegeweer, maar werd later aangevuld dan wel vervangen door een enkel 40 mm Bofors geschut en een dubbelloops 20 mm Oerlikon geschut.


    USS Muskallunge (SS-262), 26 maart 1944 (toren variant 4) Bron: USN photo 1981-44

    Na de Tweede Wereldoorlog bleken de Gato-klasse onderzeeboten overbodig, vanwege het ontbreken van een zichtbare vijand, en van een verouderd ontwerp. Hoewel sommige schepen bij het eind van de oorlog nog maar net gebouwd waren, had de technologische ontwikkeling hen al ingehaald. De schepen werden dan ook nagenoeg allemaal overgeheveld naar de reserve-vloot of gesloopt. Met de stijgende dreiging van de Korea oorlog werden diverse schepen weer in dienst gesteld en als Hunter-Killer onderzeeboot geschikt gemaakt. Een aantal schepen werden verbouwd voor het gebruik van geleide raketten, transport of werden verkocht aan buitenlandse marines. ten minste zes schepen werden als museumschip voor het nageslacht bewaard. Daarnaast werd door de nieuwe inzet nogmaals de vorm van de toren aangepast.


    USS Menhaden (SS-377) en USS Tunny (SSG-282) in hun naoorlogse vorm Bron: Vallejo Naval and Historical Museum

    Definitielijst

    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.
    radar
    Engelse afkorting met als betekenis: Radio Detection And Ranging. Systeem voor het met elektromagnetische golven vaststellen van de aanwezigheid, afstand, snelheid en richting van voorwerpen als schepen, vliegtuigen, enz.
    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Technische gegevens


     Klasse: Gato-klasse

     Aantal in klasse:
    77

     Land:
    Verenigde Staten (Wo2)
    Italië, Turkije, Griekenland, Brazilië, Japan (na Wo2)

     Type:
    Onderzeeboot

     Waterverplaatsing:
    1.525 brt (1.549 t) boven water[12]
    2.424 brt (2.463 t) onder water[13]

     Lengte:
    95,05 meter[14]

     Breedte:
    8,31 meter[15]

     Diepgang:
    5,20 meter[16]

     Aandrijving[17]:
    4x diesel motoren
    (Fairbanks-Morse, General Motors of Hooven-Owens-Rentschler)
    2x 126-cell Sargo batterijen
    4x elektromotoren (Elliott Company, General Electric of Allis-Chalmers)
    2 schachten
    5.400 shp (4,000 kW) boven water
    2.740 shp (2,040 kW) onder water

     Snelheid:
    21 knopen (39 km/h) boven water[18]
    9 knopen (17 km/u) onder water[19]

     Bereik:
    20.000 km (bij 10 knopen)[20]

     Duikdiepte:
    90 meter[21]

     Bewapening (standaard)[22]:
    10x 533 mm torpedolanceerbuizen
    (6 voor, 4 achter)
    24 torpedo's
    1x 76 mm) / 50 kal dekgeschut
    1x 40 mm Bofors luchtafweergeschut
    1x2 20 mm Oerlikon luchtafweergeschut

     Bemanning:
    60[23]

    Noten

    1. Friedmann, 1995, pag. 99-104
    2. Alden, 1979
    3. Alden, 1979, pag. 101
    4. Alden 1979, pag. 88
    5. Alden, 1979, pag. 48
    6. Friedman 1995, pag. 263, 360–361
    7. Alden, 1979, pag. 90, 210–212
    8. Friedman, 1995, pag. 163
    9. Submarine Photo Archive / NavSource Online
    10. Alden, 1979, pag. 84
    11. Blair, 2001, pag. 264–266
    12. Bauer, 1991, pag. 271-273
    13. Bauer, 1991, pag. 271-273
    14. Bauer, 1991, pag. 271-273
    15. Bauer, 1991, pag. 271-273
    16. Bauer, 1991, pag. 271-273
    17. Bauer, 1991, pag. 271-273
    18. Friedman, 1995, pag. 305-311
    19. Friedman, 1995, pag. 305-311
    20. Friedman, 1995, pag. 305-311
    21. Friedman, 1995, pag. 305-311
    22. Friedman, 1995, pag. 305-311
    23. Friedman, 1995, pag. 305-311

    Definitielijst

    torpedo
    Oorlogswapen, met van een explosieve lading voorzien sigaarvormig lichaam met een voortstuwings- en besturingsmechanisme, bestemd om na lancering via het water zijn weg te zoeken naar vijandelijke schepen en deze door een onderwaterexplosie uit te schakelen.

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    15-07-2021
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken