De Gar-klasse onderzeeboten bestond uit zes schepen. Bijna gelijk aan de Tambor-klasse, waar ze direct van waren afgeleid, werden de zes schepen in 1941 in dienst genomen. Van de zes schepen gingen vijf schepen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren. Alleen de USS Gar overleefde de oorlog.
USS Gar (SS-206) |
27 december 1939: kiellegging[1] 27 november 1940: tewaterlating[2] 14 april 1941: in dienststelling[3] 11 december1945: uit dienst genomen[4] |
USS Grampus (SS-207) |
14 februari 1940: kiellegging[5] 23 december 1940: tewaterlating[6] 23 mei 1941: in dienststelling[7] 5 maart 1943: vermist[8] |
USS Grayback (SS-208) |
3 april 1940: kiellegging[9] 31 januari 1941: tewaterlating[10] 30 juni 1941: in dienststelling[11] 27 februari 1944: gezonken[12] |
USS Grayling (SS-209) |
15 december 1939: kiellegging[13] 29 november 1940: tewaterlating[14] 1 maart 1941: in dienststelling[15] 9 - 12 september 1943: vermist[16] |
USS Grenadier (SS-210) |
2 april 1940: kiellegging[17] 29 november 1940: tewaterlating[18] 1 mei 1941: in dienststelling[19] 22 april 1943: gezonken[20] |
USS Gudgeon (SS-211) |
22 november 1939: kiellegging[21] 25 januari 1941: tewaterlating[22] 21 april 1941: in dienststelling[23] 7 april -7 juni 1944: vermist[24] |
Qua ontwerp was de Gar-klasse een slechts op kleine onderdelen aangepaste versie van de Tambor-klasse onderzeeboten. De eerste zes schepen werden in het fiscale jaar 1939 besteld en vaak aangeduid als Tambor-klasse of ook wel T-klasse. De namen van deze schepen begonnen allemaal met een "T". Vervolgens werd besloten nog eens zes schepen van een licht aangepast ontwerp te bestellen in het fiscale jaar 1940[25].
Na de Eerste Wereldoorlog worstelde de Amerikaanse marine met het ontwerpen van onderzeeboten. Er werden verschillende typen uitgeprobeerd waaronder grote vloot onderzeeboten en kleinere 'kruiser' type onderzeeboten. Tussen 1935 en 1939 zagen voor het eerst onderzeeboten het licht die meer succesvol waren maar toch klein uitgevallen waren. Voor operaties waarbij langer op zee kon worden gepatrouilleerd zocht men grotere onderzeeboten.
Eind 1937 werd een voorstel gelanceerd voor een verbeterde en vooral grotere vloot onderzeeboot. Gedacht werd aan een onderzeeboot van 1.500 ton met moderne dieselmotoren en tien torpedolanceerbuizen en een 127 mm dekgeschut. Een moderne waterzuiveringsinstallatie en airconditioning werden eveneens voorgenomen. De standaard doctrine bij de U.S. Navy opteerde echter voor kust verdedigende onderzeeboten met slechts een 76 mm geschut. Uiteindelijk werd een compromis gevonden voor het fiscale besteljaar van 1939[26].
De onderzeeboten werden een verbeterde versie van de al bestaande Sargo-klasse. In de boeg kreeg de nieuwe onderzeeboot zes torpedolanceerbuizen. In de hek van het schip werden de vier lanceerbuizen van de Sargo-klasse behouden waarmee de gewenste tien torpedolanceerbuizen een feit werden. De sonar installatie en de torpedo lanceer computer werden in de commandotoren ondergebracht. Een betere stroomlijning zorgde voor een hogere snelheid. Op het dek werd een 76mm/50 kaliber geschut geplaatst. Het dek werd echter wel dusdanig ontworpen dat eventueel later een 127mm/51 kaliber geschut kon worden geplaatst. De duikdiepte werd door de motoropstelling op 76 meter gesteld wat een gevaarlijke diepte bleek omdat de schepen hierdoor gevoeliger werden voor dieptebommen.
De zes Gar-klasse schepen die in het fiscale jaar 1940[27] werden besteld, waren nagenoeg gelijk aan de Tambor-klasse op enkele kleine wijzigingen na. Meestal worden deze schepen door historici onder de Tambor-klasse geschaard[28]. De Gar-klasse kreeg een aangepaste motor opstelling, waarmee gelijk een grotere diepte kon worden bereikt. De duikdiepte werd nu 91 meter[29], veel veiliger tegen dieptebommen.
Klasse: | Gar-klasse |
|
Aantal in klasse: |
6 |
|
Land: |
Verenigde Staten |
|
Type: |
Onderzeeboot |
|
Waterverplaatsing: |
1.475 lt (1.499 t) standaard
boven water[30] 2.370 lt (2.410 t) onderwater[31] |
|
Lengte: |
93,62 meter[32] |
|
Breedte: |
8,31 meter[33] |
|
Diepgang: |
4,46 meter (boven water)[34] |
|
Aandrijving: |
4 Fairbank Morse of General Motors dieselmotoren[35] 2x 126-cell Sargo batterijen 4 General Electric electromotoren[36] 2 schachten[37] 6.400 hp (4.800 kW) boven water[38] 2.740 hp (2.040 kW) onder water[39] |
|
Snelheid: |
20,4 knopen (38 km/h) boven water[40] 8,75 knopen (16 km/h) onder water[41] |
|
Bereik: |
20.000 km (bij 10 knopen)[42] |
|
Bewapening: |
10x 533 mm torpedolanceerbuizen
(6 voor, 4 achter)[43] 24 yorpedo's 1x 76 mm)/50 kaliber dek geschut[44] 2x 12,7 mm machinegeweren[45] 2x 7,62 mm machinegeweren[46] |
|
Bemanning: |
60[47] |