De Fokker C.X verkenner werd oorspronkelijk ontworpen voor de Militaire Luchtvaart in Nederlands-Indië maar werd ook voor de Luchtvaartafdeling in Nederland besteld. Hoewel ontworpen als strategische verkenner hebben de Nederlandse toestellen tijdens de meidagen van 1940 ook bombardementsvluchten uitgevoerd. Naast Nederland kochten ook Finland en Spanje dit type en verkregen hiervoor licentierechten. Totaal zouden er 76 toestellen worden gebouwd.
De C.X werd oorspronkelijk ontworpen op basis van specificaties van het Ministerie van Koloniën voor de Militaire Luchtvaart KNIL welke waren opgesteld in 1933.[1]
Het toestel was gebaseerd op de C.VE, en had net als alle Fokker-vliegtuigen uit die tijd een gemengde constructie. De romp bestond uit gelaste staalbuis, aan de voorzijde bekleed met metalen platen en aan de achterzijde overtrokken met linnen. De vleugel was opgebouwd uit hout. In eerste instantie werd als "staartwiel" gekozen voor een ski. Het onderstel zelf was zodanig uitgevoerd dat de wielen eenvoudig vervangen konden worden door drijvers of ski's. Met het ontwerp werd in 1933 begonnen en het prototype vloog op 9 oktober 1934. Het prototype was uitgevoerd met een Rolls Royce Kestrel V motor van 608pk. Ondanks een ongeval met het prototype werd het toestel besteld door de LA-KNIL.
Naast toestellen voor de Militaire Luchtvaart van het KNIL, werden er toestellen geleverd aan de Luchtvaartafdeling in Nederland, de Finse luchtmacht en de Spaanse Republikeinse luchtmacht. De Finnen bouwden het toestel ook in licentie. Ook de Spaanse regering verkreeg de licentierechten, maar vanwege de Nationalistische overwinning werden deze toestellen niet meer gebouwd. Hoewel er geen te onderscheiden typen waren, kan op basis van de bestellingen een verdeling in vier groepen worden gemaakt.
Voor de productie van de Fokker C.X werden totaal drie prototypen gebouwd. Het eerste prototype, welke op 9 oktober 1934 de eerste vlucht maakte met Kapitein Vlieger B. van Lent van het LA-KNIL. Dit toestel zou later één van de aan het LA-KNIL geleverde toestellen worden en de registratie FCx450 ontvangen. Het tweede prototype ontving de civiele registratie PH-AKIJ zodat het toestel zonder al te veel problemen in het buitenland kon worden getoond. Het toestel zou later de registratie FCx451 voor het ML-KNIL moeten ontvangen maar crashte bij een demonstratievlucht in Turkije. Een derde prototype ontving de registratie X-1 (bouwnummer 5418) en zou ook op diverse luchtvaart tentoonstellingen worden geshowd. Dit toestel zou leiden tot de Finse bestelling, maar dan uitgevoerd met een andere motor. De X-1 ging naar de Luchtvaartafdeling in Nederland als 750.
Fokker C.X |
prototype |
1 |
Fokker C.Xk (Koloniën) |
toestellen voor de LA/KNIL |
14 |
Fokker C.Xh (Holland) |
toestellen voor de Luva |
16 |
Fokker C.X (Finland) |
Finse toetellen |
39 |
Fokker R.7 |
Spaanse toestellen |
2 (25 in aanbouw) |
De eerste productie serie bestond uit 13 toestellen voor de Militaire Luchtvaart KNIL[2]. Dit zou uiteindelijk de standaarduitvoering van De C.X worden. Na eerst de Fokker C.V te hebben vervangen bij de 3e vliegtuigafdeling, werd de C.X vervolgens zelf ook al snel vervangen door Glenn Martin 139 bommenwerpers.
De C.X werd hierna in Indië tot 1941 gebruikt als trainingsvliegtuig bij de vliegschool. In de eerste oorlogsjaren in Nederlands-Indië, werden ze ingezet als fotoverkenner en als doelsleper.
De veertien Indische C.X'en droegen de registratie FC-450 t/m FC-463. Acht toestellen waren al verongelukt of buiten dienst voordat de strijd in het Verre Oosten losbarstte. Toen de Nederlandse troepen uit Nederlands-Indië werden geëvacueerd naar Australië werden de overgebleven toestellen door eigen personeel vernield. Naar verluid zouden Japanse troepen nog geslaagd zijn twee toestellen de lucht in te krijgen op Andir.
De eerste vier (700 t/m 703) toestellen voor de LVA waren uitgevoerd zonder cockpitkap, zonder staartwiel en met een andere motor, de Rolls Royce Kestrel IIS. Door de grote problemen met deze motor en het enthousiasme over de cockpit van de overige toestellen zijn deze vier later hetzelfde uitgevoerd als de overige. De LVA bestelde vervolgens 16 toestellen van dit type met cockpitkap voor de piloot en half open cockpit voor de waarnemer. Ze werden in 1936 geleverd onder de nummers 704 t/m 719. De toestellen waren voorzien van een staartwiel in plaats van het skietje.
De vliegtuigen waren zeer populair bij de bemanningen. Ze waren degelijk en zeer wendbaar. Op 10 mei 1940 stonden de 701 t/m 703 in onderhoud bij Fokker. Deze toestellen waren uitgevoerd met dubbele bediening om als lestoestel te fungeren en hebben geen rol gespeeld. De overige waren verspreid over de diverse verkenningseenheden. Een aantal werd op de grond vernield bij de eerste Duitse luchtaanvallen doordat ze voor reparatie in hangars stonden. De overgebleven vliegtuigen werden voor diverse verkennings- en bombardementsvluchten ingezet. Hier werd wisselend succes mee geboekt. Doordat de toestellen niet opgewassen waren tegen de snellere Duitse jagers gingen met name de piloten van de C.X een nieuwe tactiek toepassen, hu-bo-be (huisje-boompje-beestje) waarbij de vijand van zeer geringe hoogte werd aangevallen en de toestellen werkelijk over de huisjes, boompjes en beestjes "heen sprongen". Uiteindelijk wisten twee vliegtuigen te ontkomen, de 700 naar Caen en de 705 naar Duinkerken. Alle toestellen zijn uiteindelijk verloren gegaan.
Type: | Fokker C.X (Koloniën en Holland) |
Taak: |
Verkenner / Lichte Bommenwerper |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
12,00 meter |
Vleugeloppervlakte: |
31,50 m2 |
Lengte: |
9,27 meter |
Hoogte: |
3,20 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.450 kg Max. Gewicht: 2.250 kg |
Motor: |
Rolls Royce Kestrel V 650 pk |
Snelheid: |
Kruissnelheid: 270 km/u Max. snelheid: 316 km/u |
Bereik: |
850 km |
Plafond: |
8.000 meter |
Bewapening: |
1x FN Browning M36 7,9 mm (vast
vooruit vurend) 1x Lewis 7,7 mm beweegbaar achter in cockpit max 400 kg bommen (2x4 onder linker- en rechter-vleugel); |
Productie: |
30 (14 LA/KNIL en 16 LuVa) |
De Finse regering kocht 4 toestellen[3] in 1936, welke in 1937 werden geleverd met de nummers FK-78 t/m FK-81. De Finse toestellen kregen een Bristol Pegasus XXI stermotor (835 pk), waardoor ze net als de Finse C.V's een heel ander uiterlijk kregen. In licentie bouwden de Finnen in 1936 13 en in 1937 nog eens 17 C.X'en. Om verliezen aan te vullen werden in 1942 nog eens vijf vliegtuigen gebouwd. De vliegtuigen werden allen gebouwd bij de Valtion Lentokonetehdas in Tampere en werden in dienst genomen als serie onder de nummers FK-82 t/m FK-115.
De toestellen onderscheidden zich zowel in de Winteroorlog van 1939 tot 1940 als in de Vervolgoorlog van 1941 tot 1944 en in de Laplandoorlog in 1944. In deze laatste oorlog was echter niet meer de Sovjet-Unie de vijand, maar oude vriend Duitsland. Uiteindelijk waren er na de oorlogen nog 7 Fokker C.X'en over. De allerlaatste stortte in 1958 neer, waarmee aan een langdurige en succesvolle gebruik door de Finnen een einde kwam.
Type: | Fokker C.X (Finland) |
Taak: |
Verkenner / Lichte Bommenwerper |
Bemanning: |
2 |
Spanwijdte: |
12,00 meter |
Vleugeloppervlakte: |
31,50 m2 |
Lengte: |
9,01 meter |
Hoogte: |
3,20 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.890 kg Max. Gewicht: 2.700 kg |
Motor: |
Bristol Pegasus XII 830pk |
Snelheid: |
Max. snelheid: 356 km/u |
Bereik: |
850 km |
Plafond: |
8.000 meter |
Bewapening: |
2x vaste, 7,7 mm Browning
mitrailleurs 1x beweegbare L-33/34 7,62mm mitrailleur 400kg bommen |
Productie: |
39 |
In 196 werd door Fokker een variant ontwikkeld met een Hispano Suiza motor van 860 pk. Nadat het toestel als 750 door de Luchtvaartafdeling was getest, werd van een verdere bestelling afgezien. De Spaanse Republikeinse regering kocht deze C.X, kreeg er 1 van de kerk en verkreeg de licentie ervan.
Deze twee toestellen waren in gebruik en nog 25 waren in aanbouw toen de Nationalisten aan het einde van de Burgeroorlog de fabrieken innamen. Alleen de twee complete toestellen werden onder de aanduiding R.7 door de Spanjaarden in gebruik gehouden.