In Tsjechoslowakije begon men in 1938 met de productie van de opvolger van de LT vz. 35, later bekend als de PzKpfw 35(t). De LT vz. 38 werd de succesvolste Tsjechoslowaakse tank, alleen zou die nooit dienen onder de vlag van Tsjechoslowakije. Toen nazi-Duitsland in maart 1939 Tsjechoslowakije annexeerde stonden er 150 tanks in de assemblagehallen. Deze waren nog niet klaar. Het Duitse leger gaf opdracht de tanks af te bouwen om vervolgens opgenomen te worden in het Duitse leger. De naam LT vz. 38 werd omgedoopt in Panzerkampfwagen 38(t) Ausf. A. Hitler kreeg nu de beschikking over 150 extra tanks. De productie van de tank werd voortgezet en het Duitse leger had nu sneller het gewenste aantal tanks voorhanden om de aanval op Polen te openen in september van datzelfde jaar.
De eerste uitvoering van de PzKpfw 38(t) werd de Ausführung A genoemd. Er werden er dus 150 van geproduceerd totdat in november 1939 begonnen werd met de door Duitse technici verbeterde Ausführung B.
De PzKpfw 38(t) had een gewicht van 9400kg en de bemanning bestond uit 4 personen. De tank was 4,60m lang, 2,12m breed en 2,40m hoog. De tank had een bereik van 250 km op de weg en in het veld 160 km. De maximale snelheid was 42 km/u.
De motor was een 6-cilinder van Praga met een vermogen van 125pk. Het bleek een betrouwbare motor. De PzKpfw 38(t) was uitgerust met een 37mm KwK 38(t) L47.8 kanon en had twee 7,92mm machinegeweren van het type MG37(t). De versnellingsbak en de besturing werden bediend door middel van perslucht. Deze bleken zeer onbetrouwbaar, vooral onder winterse omstandigheden.
De bepantsering van de Ausführung A was maximaal 25mm en bleek in de veldtochten in Polen en de Lage Landen redelijk opgewassen te zijn tegen de geallieerde tanks. Een groot nadeel was dat de stalen platen aan elkaar bevestigd waren door middel van klinknagels. Door de krachten die bij een treffer vrijkwamen konden de klinknagels losschieten en de bemanning ernstig verwonden en zelfs doden.
Uitvoering: | Panzerkampfwagen 38(t) Ausf. A | |
Gewicht: | 9400kg | |
Bemanning: | 4 | |
Motor: | Praga EPA 6-cilinder 125pk | |
Snelheid: | 42 km/u op de weg 15 km/u in het veld | |
Bereik: | 250 km op de weg | |
Afmetingen: | ||
Lengte | 4,60m | |
Breedte: | 2,12m | |
Hoogte: | 2,40m | |
Bewapening: | 37mm KwK 38(t) L/47.8 kanon 2 x 7.92mm MG 37(t) | |
Munitie: | 37mm - 72 granaten, 7.92mm - 2400 patronen | |
Bepantsering: | ||
Voorkant geschutskoepel: | 25mm | |
Zijkant geschutskoepel: | 15mm | |
Achterkant geschutskoepel: | 15mm | |
Bovenkant geschutskoepel: | 10mm | |
Voorkant romp: | 25mm | |
Zijkant romp: | 25mm | |
Achterkant romp: | 15mm | |
Bovenkant romp: | 8mm | |
Onderkant romp (bodemplaat): | 8mm | |
Productieaantal: | 150 stuks |
De Ausführung B werd in januari 1940 in productie genomen. Er werd een aantal verbeteringen doorgevoerd zoals de installatie van communicatieapparatuur. Bij de Ausführung C werd het zicht van de schutter verbeterd. Van beide versies werden er 110 geproduceerd. Bij de Ausführung D werd de frontale bepantsering dikker gemaakt. Er werden van dit model 105 stuks gemaakt.
De Ausführung G was het beste en betrouwbaarste model. De klinknagels waren niet meer aanwezig. De stalen platen waren nu aan elkaar gelast. Het grootste probleem was hiermee opgelost. De eerdere mankementen waren verholpen en de bepantsering was ook dikker gemaakt. De versnellingsbak en besturing werden ook hydraulisch bediend. In enkele modellen werd een Duits 37mm kanon gemonteerd, maar ook Duitse MG34 machinegeweren. De productie van dit model werd in juni 1942 stopgezet. Het degelijke onderstel van de Ausführung G werd gebruikt voor het vervaardigen van varianten zoals de Marder III en de Hetzer. Hiervoor werden ook eerdere PzKpfw 38(t) modellen van het slagveld teruggehaald.
Uitvoering: | Panzerkampfwagen 38(t) Ausf. G | |
Gewicht: | 9850kg | |
Bemanning: | 4 | |
Motor: | Praga EPA 6-cilinder 125pk | |
Snelheid: | 42 km/u op de weg 15 km/u in het veld | |
Bereik: | 250 km op de weg | |
Afmetingen: | ||
Lengte: | 4,61m | |
Breedte: | 2,14m | |
Hoogte: | 2,40m | |
Bewapening: | 37mm KwK 38(t) L/47.8 kanon 2 x 7.92mm MG 37(t) | |
Munitie: | 37mm - 42 granaten, 7.92mm - 2400 patronen | |
Bepantsering: | ||
Voorkant geschutskoepel: | 50mm | |
Zijkant geschutskoepel: | 30mm | |
Achterkant geschutskoepel: | 22mm | |
Bovenkant geschutskoepel: | 15mm | |
Voorkant romp: | 50mm | |
Zijkant romp: | 15mm | |
Achterkant romp: | 15mm | |
Bovenkant romp: | 8mm | |
Onderkant romp (bodemplaat): | 8mm | |
Productieaantal: | 321 stuks |
Er was ook nog een Ausführung S. Dit was dezelfde tank als de G. De S stond voor Zweden, omdat de Zweden 90 stuks besteld hadden bij de Duitsers. Door de problemen op zee besloten de Duitsers echter de S zelf op te nemen in het Duitse leger.
Van de PzKpfw 38(t) werden in totaal ongeveer 1.400 stuks geproduceerd in 8 verschillende uitvoeringen. Nadat in juni 1942 de productie van de tank werd stopgezet ging men wel door met het vervaardigen van het uitermate betrouwbare chassis. Hierop werden zoals eerder al vermeld verscheidene kanonnen gemonteerd zonder draaiende geschutskoepel.
Vervolgens kwam de tank in actie bij de gevechten in Scandinavië in 1940. In Noorwegen vocht de tank tegen de Britten en Fransen als onderdeel van het XXXI Legerkorps.
In de slag om Frankrijk en de Lage Landen die begon op 10 mei 1940 was de PzKpfw 38(t) opnieuw van de partij, onderverdeeld in de 6e, 7e en 8e Pantserdivisies. Hier ontmoette de tank voor het eerst opponenten die sterker waren in een één-tegen-één gevecht. De Franse en Britse tanks (bv. Matilda II) waren qua bepantsering superieur aan de PzKpfw 38(t). De Duitsers hadden het dan ook aan hun superieure tactieken te danken dat het de slag won, want de Duitsers hadden kwalitatief en kwantitatief minder(e) tanks dan de geallieerden.
In de Balkan in 1941 was de tank niet in groten getale aanwezig. Alleen de 8e Pantserdivisie was uitgerust met de PzKpfw 38(t).
In operatie Barbarossa in 1941 verschenen er zo'n 660 tanks van het type PzKpfw 38(t) op het slagveld. Ze waren ingedeeld bij de 7e, 8e, 12e en 19e en 20e Pantserdivisies. De ernstige tekortkomingen van de tank kwamen nu echt aan de oppervlakte. Met het verschijnen van de Sovjettanks KV-1 en T-34/76 belandden de Duitse pantserstrijdkrachten in een crisis. De Sovjettanks waren superieur wat betreft bepantsering, bewapening en bij de T-34/76 ook de manoeuvreerbaarheid. Toen de winter eenmaal aanbrak bleken de pneumatische besturing en versnellingsbak van de PzKpfw 38(t) helemaal niet meer te functioneren. De tanks werden dan ook zo snel mogelijk vervangen door betere PzKpfw III en PzKpfw IVtanks.
Nadat de tanks zo goed als verdwenen waren bij de Duitse pantsertroepen werden de overgebleven tanks zoals eerder al vermeld omgebouwd tot andere pantservoertuigen. Tevens werden de koepels op gepantserde treinen gemonteerd en gebruikt in bunkers van de Atlantikwall. Maar er werden ook aanzienlijke aantallen geëxporteerd naar andere landen van de Asmogendheden. Zo ontving Roemenië 50 tanks, Slowakije 90 tanks, Bulgarije 10 tanks en Hongarije zelfs meer dan 100 tanks. De Roemenen noemden de tank T-38. De Bulgaren gebruikten de naam Skoda 38(t) en de Hongaren kenden de PzKpfw 38(t) als de 38M(t). De tanks kwamen niet veel meer actief aan het front in actie, maar werden voornamelijk gebruikt om partizanenopstanden te onderdrukken in de bezette gebieden in het oosten.
Na de oorlog keerden de overgebleven tanks terug in Tsjechoslowakije waar ze tot begin jaren 50 dienden als trainingsvoertuig.
Het chassis van de PzKpfw 38(t) werd gebruikt voor de ontwikkeling van meerdere tanks. Ook werd er op het chassis groot geschut gemonteerd. Hieronder een overzicht:
Munitiedrager
Lichte tankjager met een Duits 75mm PAK 40 kanon
Lichte tankjager met een op de Sovjets buitgemaakt 76,2mm kanon
Commandotank
Munitiedrager
Lichte tankjager
Verkenningsvoertuig (nA=Neuer Art)
Afsleepvoertuig gebaseerd op de Hetzer
Vlammenwerpertank gebaseerd op de Hetzer
Verkenningsvoertuig
Een 150mm Schweres Infanterie Geschütz werd gemonteerd op het onderstel van de Panzerkampfwagen 38(t). Het was een houwitser en werd voornamelijk gebruikt tegen infanteriestellingen. De veranderingen werden uitgevoerd door de firma Alkett. De Bison werd ingedeeld bij de Panzergrenadierdivisies in 1944. Enkele kwamen in actie in de slag om Normandië met de 2e Pantserdivisie.
Door de toenemende vraag naar gemechaniseerd luchtdoelgeschut werd er een zogenaamde Flakpanzer ontwikkeld op het onderstel van de Panzerkampfwagen 38(t). Het was een tussenoplossing omdat het ontwerp van de Flakpanzer IV nog niet ver genoeg gevorderd was. Op het onderstel van de Panzerkampfwagen (38)t werd een open constructie geplaatst met een 20mm FLAK 38 L/112.5 kanon. De bemanning bestond uit 4 personen. Er werden er in totaal 140 geproduceerd tussen november 1943 en maart 1944 en ze kwamen voornamelijk in actie aan het westfront ingedeeld in zogenaamde FLAK-pelotons van de pantserdivisies.
Het onderstel van de Panzerkampfwagen 38(t) werd ook gebruikt voor het ontwikkelen van een verkenningsvoertuig. Dit resulteerde in de bouw van de Aufklärungspanzer 38(t). Het verkenningsvoertuig beschikte over een 2cm KwK38 kanon, dat ook gebruikt werd op halftracks en gepantserde auto's. Van dit model werden er 50 stuks gefabriceerd.