De Japanse aanval op Pearl Harbor, de basis van de US Pacific Fleet in Hawaï, was de directe reden voor de Verenigde Staten om zich actief te mengen in de Tweede Wereldoorlog. Ondanks deze late intrede in het wereldwijde conflict, of misschien wel juist daardoor, beschikte de Verenigde Staten eind 1941 al over 19 slagschepen waarvan er 17 op dat moment als zodanig ingezet konden worden. Het uit 1910 stammende slagschip van de Florida-klasse USS Utah, was in gebruik als radiografisch bestuurbaar doelschip en de naamgever van de uit 1911 stammende Wyoming-klasse was in gebruik als opleidingsschip.
De opeenvolgende kleine klassen van Amerikaanse slagschepen werden steeds doorontwikkeld zodat elke nieuwe klasse technisch meer geavanceerd was, maar ook groter, zwaarder bewapend en sneller. De ontwikkeling van moderne slagschepen maakte zijn eerste periode mee van omstreeks 1911 tot en met 1922 toen het Vlootverdrag van Washington van kracht werd. In dit verdrag werden internationale afspraken gemaakt om de uit de hand gelopen wapenwedloop op militair, maritiem gebied in te perken. Halverwege de jaren`30 begon de massale bewapening wederom in beweging te komen, vooral onder invloed van de totalitaire regimes van Japan, Duitsland en Italië die beantwoord werden door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en in mindere mate de Sovjet-Unie. Tijdens deze tweede periode van Amerikaanse ontwikkeling van slagschepen werden de schepen uit de eerste periode gemoderniseerd en een reeks nieuwe klassen ontworpen. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog beschikte de US Navy over 22 slagschepen.
De verschillende klassen werden door de Amerikanen handig ingedeeld in Battleship Divisions die bestonden uit drie of vier slagschepen van dezelfde of elkaar opvolgende klassen. Hierdoor werden de schepen onderling niet beperkt door de tekortkomingen van de andere. Verder waren de divisies tactisch beter in te zetten en het vereenvoudigde de realisering van logistieke-, administratieve- en trainingsbehoeften.
Tijdens de aanval op Pearl Harbor werden twee Amerikaanse slagschepen, USS Arizona en USS Oklahoma, en het doelschip USS Utah vernietigd. De Utah werd door twee vliegtuigtorpedo`s getroffen, kapseisde en zonk in het ondiepe water. Het wrak ligt er nog steeds. Zes andere Amerikaanse slagschepen werden zwaar beschadigd. De zes beschadigde schepen werden gerepareerd en gemoderniseerd en alle tegen de Japanners ingezet. Vooral door de superioriteit van de Amerikaanse oorlogsvloot, vanaf de tweede helft van 1942, waren de twee verloren slagschepen in Pearl Harbor de enige total losses van alle Amerikaanse slagschepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sommige US battleships werden gedurende de oorlog zwaar beschadigd, maar door hun stevige constructie konden zij steeds de aanvallen weerstaan zonder tot zinken gebracht te worden.
De Wyoming-klasse slagschepen bestond uit USS Wyoming en USS Arkansas. Deze klasse was een doorontwikkeling van de Florida-klasse en had twee 30,5cm kanonnen meer. Hierdoor werden de schepen ruim 4.300 ton groter en 12 meter langer dan USS Florida en USS Utah. Beide slagschepen van de Wyoming-klasse werden in 1909 besteld en in 1912 opgeleverd. In 1919 ondergingen de schepen de eerste van een reeks verbouwingen en moderniseringen die het uiterlijk van de schepen zo sterk zouden doen veranderen. USS Wyoming werd vanaf 1931 een opleidingschip voor kanonniers en werd tijdens de Tweede Wereldoorlog niet als slagschip ingezet. USS Arkansas werd daarentegen wel ingezet om onder andere konvooien te beschermen, kusten te bombarderen en amfibische landingen te ondersteunen in zowel Europa als in de Pacific.
USS Wyoming | USS Arkansas | |
Naamsein | BB-32, AG-17 | BB-33 |
Bouwwerf | William Cramp & Sons, Philadelphia, Pennsylvania | New York Shipbuilding Corporation, Camden, New Jersey |
Besteld | 3 maart 1909 | |
Op stapel gezet | 9 februari 1910 | 25 januari 1910 |
Te water gelaten | 25 mei 1911 | 14 januari 1911 |
In dienst gesteld | 25 september 1912 | 17 september 1912 |
Grootste lengte | 171 meter | Grootste breedte | 28,4 meter | Diepgang | 8,7 meter | Waterverplaatsing standaard | 24.714 ton | Waterverplaatsing volbeladen | 27.243 ton | Waterverplaatsing standaard na 1927 | 27.714 ton | Waterverplaatsing volbeladen na 1927 | 31.000 ton |
Machine-installatie | 12 x Babcock & Wilcox kolengestookte ketels, 4 x Parsons stoomturbines | Machine-installatie na 1927 | 4 x White-Forster oliegestookte ketels, 4 x Parsons stoomturbines |
Machinevermogen | 28.000 pk | |
Schroeven | 4 direct aangedreven schroeven | |
Bunkercapaciteit | 1.667 tot 2.750 ton kolen, 400 ton olie | Bunkercapaciteit na 1927 | 5.100 ton stookolie |
Actieradius | 5.190 zeemijlen bij 12 knopen, 2.760 zeemijlen bij 20 knopen | Actieradius na 1927 | 8.000 zeemijlen bij 11 knopen |
Maximale snelheid | 21 knopen | |
Bepantsering | 130 tot 280mm gordel-, 230 tot 280mm toren-, 300mm commandotoren- en 76mm dekbepantsering | Bemanning | 1.063 koppen |
Primaire bewapening | 6 x 2 30,5cm Mk.7 kanonnen | |
Primaire bewapening vanaf 1931 | 3 x 2 30,5cm Mk.7 kanonnen | 6 x 2 30,5cm Mk.7 kanonnen |
Primaire bewapening vanaf 1944 | 2 x 1 en 4 x 2 12,5cm L/51 kanonnen | 6 x 2 30,5cm Mk.7 kanonnen |
Secondaire bewapening | 21 x 12,5cm en 2 x 7,62cm kanonnen, 2 x 53,5cm torpedolanceerbuizen | |
Secondaire bewapening na 1927 | 16 x 12,5cm kanonnen, 8 x 7,62cm luchtdoelkanonnen |
De naamgever van de Wyoming-klasse vormde tijdens de Eerste Wereldoorlog, samen met USS New York, USS Florida en USS Delaware, Battleship Division 9 die onderdeel werd van de British Grand Fleet als Battle Squadron 6. De vier Amerikaanse slagschepen kwamen nooit in direct contact met Duitse oorlogsschepen omdat ze vooral konvooiwerk deden op de Atlantische Oceaan.
In 1919 werd het slagschip voor het eerst gemoderniseerd, maar de grote uiterlijke veranderingen vonden plaats tijdens de grote verbouwing van 1925/1927. Hierbij werden de kolengestookte ketels vervangen door oliegestookte exemplaren. De twee dichtbij elkaar staande schoorstenen werden vervangen door één grote en de achterste kooimast werd vervangen door een korte driepootmast tussen de achterste 30,5cm torens in, waarin een extra vuurleidingtoren werd geplaatst. Verder vielen de onderwater torpedolanceerbuizen ten prooi aan de nieuwe antitorpedo compartimenten en werd het dekpantser dikker. Tenslotte werd het slagschip uitgerust met een katapult op de P-turret om twee Vought Corsair O3U watervliegtuigen te kunnen lanceren.
Vanaf januari 1931 werd USS Wyoming verbouwd tot Gunnery Training Ship en kreeg het boegnummer AG-17. Drie van de zes 30,5cm torens (P, Q en X, de beide torens in de midscheeps en de op een na achterste) werden verwijderd. Een aantal van de secondaire kanonnen werd uit de kazematten gehaald en op het hoofddek geplaatst. De komende jaren maakte het verbouwde slagschip trainingscruises voor cadetten van de Naval Acadamy, reserveofficieren en konstabels. In de tweede helft van de jaren `30 deed het schip vaak mee met amfibische oefeningen voor de kust van Californië, maar haar belangrijkste taak bleef het opleiden van artilleristen.
In 1941 werd het oude slagschip verbouwd tot Anti Aircraft Training Ship en werd het uitgerust met verschillende kalibers luchtafweerkanonnen. Bovendien werd de gehele gordelbepantsering, inclusief de resterende secondaire kanonnen in de kazematten, verwijderd om brandstof te sparen. Gedurende de komende drie jaren was USS Wyoming actief als opleidingsschip in Chesapeake Bay, met als basis Norfolk, Virginia, als onderdeel van de US Atlantic Fleet. Haar verschijning in de baai aan de oostkust van de Verenigde Staten werd zo vertrouwd dat het voormalige slagschip de bijnaam “Chesapeake Raider” kreeg.
In 1944 onderging de USS Wyoming haar laatste metamorfose toen de resterende drie 30,5cm torens verwijderd werden en de kooimast boven het brugcomplex vervangen werd door een paalmast. Het instructieschip werd uitgerust met verschillende uitvoeringen 12,5cm kanonnen in enkel- en dubbelopstellingen. Verder werden nieuwe en experimentele radars en vuurleidingssystemen aangebracht op het opleidingschip. Vanaf 10 april 1944 was de Wyoming weer actief in Chesapeake Bay. Per maand had het AA Training Ship tot wel 1.400 artilleristen in opleiding aan boord en verbruikte het de meeste munitie van alle Amerikaanse oorlogsschepen. Op 30 juni 1945 waren er voldoende kanonniers en schutters opgeleid en de Wyoming werd toegewezen aan Composite Task Force 69 (CTF 69) die later omgedoopt werd in Operational Development Force. Deze eenheid had als doel het onderzoeken van afweermethodes tegen Japanse kamikazeaanvallen. Het slagschip USS Mississippi nam de taken van de Wyoming als artillerie-instructie schip over.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was USS Arkansas ingedeeld bij ,i>Battleship Division,/i> 7. In juli 1918 vertrok de Arkansas naar Schotland om te Rosyth, bij Edinburgh, het slagschip USS Delaware af te lossen. Hiermee werd de Arkansas onderdeel van Battleship Division 9 en Battle Squadron 6 van de British Grand Fleet.
De Arkansas onderging in 1919 en in 1925/1927 dezelfde aanpassingen en modernisaties als zusterschip Wyoming. Daarna werd het slagschip vaak ingezet als opleidingschip voor algemene praktijkopleidingen van marinepersoneel. Hierbij werden regelmatig vlagvertoonbezoeken gedaan aan havens in Europa. Op 30 juli 1930 bracht het slagschip onder andere een bezoek aan Kiel in Noord-Duitsland. Van januari 1932 tot voorjaar 1934 werd USS Arkansas vlaggenschip van de Training Squadron van de US Atlantic Fleet. Tot de Tweede Wereldoorlog bleef het slagschip vooral actief als opleidingschip waarbij het oefenen van amfibische landingen steeds belangrijker werd.
In 1940 en 1941 onderging het oude slagschip weer de nodige moderniseringen. In deze periode werd de elevatiehoek van de 30,5cm kanonnen verhoogd van 15 graden tot 30 graden waardoor het bereik toenam. Samen met de verbeterde vuurleidingsystemen zorgde dit voor meer doelgerichte vuurresultaten. In dezelfde periode werd de voorste kooimast vervangen door een driepootmast die geschikt was om de nieuwe vuurleiding- en radarapparatuur te herbergen. Verder werden verschillende luchtdoelkanonnen en mitrailleurs aan boord geplaatst.
Na de Japanse luchtaanval op Pearl Harbor, op 7 december 1941, werd het slagschip vooral gebruikt als konvooibegeleider op de Atlantische Oceaan op de route New York – Noord-Ierland. In 1944 werd de meest moderne radar- en vuurleidingsapparatuur geïnstalleerd waardoor verdere veranderingen aan het brugcomplex en de beide driepootmasten nodig waren. Het aantal bemanningsleden werd door de uitbreiding van de nieuwe apparatuur verhoogd tot 1.330 koppen. Na deze verbouwing keerde de USS Arkansas terug naar Bangor in Noord-Ierland waar het slagschip in gereedheid werd gebracht voor haar nieuwe taak als artillerieplatform voor kustbombardementen.
Op 3 juni 1944 vertrok USS Arkansas naar de kust van Normandië en arriveerde op 6 juni voor Omaha Beach om de landingen aldaar te ondersteunen. Om 05:52 opende het Amerikaanse slagschip voor de eerste maal het vuur op Duitse stellingen vanaf een positie die 3.200 meter van de kust verwijderd was. De komende dagen bleef USS Arkansas dit doen ondanks dat het slagschip regelmatig bedreigd werd door aanvallen van Duitse kustbatterijen en luchtaanvallen. Op 13 juni nam de Arkansas positie in voor de kust bij Grandcamp les Baines, een plaatsje tussen Omaha Beach en Utah Beach in. Twaalf dagen later duelleerde het Amerikaanse slagschip met Duitse kustbatterijen bij Cherbourg, West-Normandië. De volgende dag was de strategische havenplaats in geallieerde handen. Op 26 juni vertrok USS Arkansas naar haar basis te Bangor.
Op 4 juli 1944 vertrok USS Arkansas via Gibraltar, Oran in Frans-Algerije en Taranto en Palermo in Italië naar de Zuid-Franse kust. Vanaf 14 augustus ondersteunde het slagschip operatie Anvil, de geallieerde invasie van Zuid-Frankrijk tussen Toulon en Cannes. Twee dagen later vertrok het schip richting Boston voor onderhoud dat tot november zou duren. Op 22 november passeerde het slagschip het Panamakanaal en nam daarna deel aan vlootoefeningen vanuit San Pedro, Californië. Via Pearl Harbor en Ulithi, een eilandje in het huidige Micronesië, arriveerde het slagschip op 12 februari 1945 te Tinian, in de Noordelijke Marianen. Hier oefende de bemanning van USS Arkansas twee dagen lang in het uitvoeren van precisie kustbombardementen.
Op 16 februari, om 06:00 uur, opende USS Arkansas het vuur op de Japanse stellingen op het eilandje Iwo Jima en hiermee de Slag om Iwo Jima. Tot 7 maart bleef het oude slagschip de verovering van Iwo Jima door Amerikaanse mariniers ondersteunen. Op die dag vertrok het schip weer naar Ulithi om olie, munitie en voorraden in te nemen. Vanaf 25 maart 1945 ondersteunde de Arkansas de Amerikaanse landingen in Okinawa. De artillerieondersteuningen op dit Japanse eiland zouden 46 dagen duren. Tijdens deze bittere strijd werd de Arkansas meerdere malen het doelwit van aanvallen van Japanse kamikazepiloten maar deze konden geen fatale schade toebrengen aan het oude slagschip. Op 14 mei arriveerde het schip in Apra Harbor te Guam en wachtte verdere orders af in deze vooruitgeschoven Amerikaanse marinebasis. Half juni 1945 werd het slagschip nog gestationeerd in de Filippijnen, maar de Arkansas zag geen actie meer in de resterende maanden van de Tweede Wereldoorlog. Op 23 september vertrok het slagschip naar het vaste land van de Verenigde Staten en repatrieerde 800 Amerikaanse soldaten in het kader van operatie Magic Carpet. Deze operatie had als doel zoveel mogelijk Amerikanen in een zo kort mogelijke tijd naar huis te brengen.
Op 1 augustus 1947 werd USS Wyoming buiten dienst gesteld. Het oude, omgebouwde slagschip werd op 30 oktober van datzelfde jaar voor sloop verkocht aan Lipsett Incorporated, New York City. Sinds 1931 waren ruim 35.000 kanonniers opgeleid op USS Wyoming op zeven verschillende kalibers kanonnen.
Op 1 juli 1946 werd de USS Arkansas gebruikt als test doel bij operatie Able waarbij het oude schip werd blootgesteld aan de gevolgen van een explosie van een atoombom bij het atol Bikini in de Grote Oceaan. Het slagschip overleefde de drukgolf en werd ruim drie weken later weer gebruikt bij een nucleaire onderwaterexplosie tijdens operatie Baker bij hetzelfde atol. Ditmaal zonk het slagschip als gevolg van de drukgolf doordat het kapseisde. Het wrak ligt op een diepte van 60 meter in de lagune van Bikini.
Beide slagschepen van de Wyoming-klasse hadden zich, ondanks hun ouderdom en de daarbij behorende tekortkomingen, zeer verdienstelijk gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als schepen met vooral ondersteunende taken en omdat zij de oorlog overleefden, zijn ze bij het grote publiek minder bekend. Toch waren schepen zoals USS Wyoming en USS Arkansas onmisbaar voor de Amerikanen in hun strijd tegen de asmogendheden. Hierdoor hebben zij, weliswaar indirect, een grote bijdrage geleverd aan de geallieerde overwinning.De Amerikaanse slagschepen van de Wyoming-klasse werden vanaf 1914 opgevolgd door de beide slagschepen van de New York-klasse, USS New York en USS Texas. De US Navy wilde deze nieuwe schepen uitrusten met zeven dubbele 30,5cm torens wat wederom een verlenging van de schepen zou betekenen. Dit was voor de ontwerpers van die tijd niet mogelijk dus werden er alternatieven onderzocht. Het eerste alternatief was een opstelling van vijf 30,5cm drielingtorens, maar hierdoor zouden de schepen te breed worden. Daarom werd het tweede alternatief toegepast: tien 35,5cm kanonnen in vijf tweelingopstellingen.