TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Het Demjanjuk-proces - Reportages van een Nebenkläger

Titel: Het Demjanjuk-proces - Reportages van een Nebenkläger
Schrijver: Rob Fransman
Uitgever: Verbum
Uitgebracht: 2011
Pagina's: 188
ISBN: 9789074274562
Bijzonderheden: Lees ook het interview met Rob Fransman op WO2Actueel.nl
Omschrijving:

Van november 2009 tot mei 2011 stond in München Ivan Demjanjuk terecht op beschuldiging van medeplichtigheid aan de moord op de Joden die in zijn diensttijd in Sobibor tussen 26 maart 1943 en 1 oktober 1943 om het leven waren gebracht. Het ging om tenminste 28.060 mannen, vrouwen en kinderen. Hieronder bevond zich een transport in Polen en de vijftien treinen die tussen 30 maart 1943 en 20 juli 1943 vanuit Westerbork met Nederlandse en Duitse Joden aankwamen. In totaal kwamen ruim 27.000 Joden vanuit Westerbork met die vijftien treinen in Sobibor aan. Slechts vijf daarvan wisten het kamp te overleven, waaronder Selma Wijnberg, waarover vorig jaar het boek "Selma - de vrouw die Sobibor overleefde" verscheen. In de trein van 8 april 1943 zaten de ouders van Rob Fransman: Isaac Fransman, geboren in Amsterdam op 23 juli 1898 en Rachel Fransman-van Lochem, geboren in Amsterdam op 7 juli 1900, beiden overleden in Sobibor op 9 april 1943. Rob Fransman mocht bij het proces aanwezig zijn als Nebenkläger, toegevoegde openbare aanklagers namens de slachtoffers. Een andere Nebenkläger was Jules Schelvis, één van de vijf Nederlandse overlevenden van Sobibor en degene die een uitgebreide studie heeft gemaakt van de transportlijsten vanuit Westerbork. Rob Fransman werd door de Wereldomroep gevraagd van zijn ervaringen als mede-aanklager verslag te doen. Dat leverde zesenveertig korte verslagen op, die nu gebundeld zijn uitgegeven. Daaraan is ook een mooie documentaire toegevoegd van het bezoek van Fransman met zijn oudste kleindochter aan het vernietigingskamp in Polen.

Rob Fransman, geboren op 14 juni 1940 in Den Haag, werd in 1943 gescheiden van zijn ouders en broer. Zijn broer verbleef op een onderduikadres in Den Haag en overleefde daar de oorlog. Hij werd ondergebracht in Zwijndrecht bij een van de twee dienstmeisjes die de familie had, zijn ouders zaten een paar huizen verderop. De onderduikers in Zwijndracht werden verraden, maar Rob Fransman kon tijdig ergens anders worden ondergebracht. Zijn ouders werden echter gearresteerd en belandden via Westerbork in Sobibor. Hun trein vetrok op dinsdag 6 april 1943 en kwam drie lange dagen later aan in het vernietigingskamp, waar ze direct na aankomst werden vergast. Toen op 9 april 1943 de vijfde trein uit Westerbork met 1.992 gedeporteerden het kamp Sobibor binnen kwam, was Ivan Demjanjuk daar net een paar weken werkzaam als Trawniki-Wachmann. Rob Fransman verbleef tijdens de oorlog op verschillende onderduikadressen, kwam na de oorlog eerst terecht bij een oom en tante als een getraumatiseerd, verlegen kind met ongecontroleerde woede-uitbarstingen. De verstandhouding met oom en tante was zo slecht dat hij na een paar jaar in een tehuis voor oorlogswezen terecht kwam, maar aan zijn gedrag veranderde dat niet veel. Pas als hij zijn latere vrouw ontmoet, een overlevende van het concentratiekamp Bergen-Belsen, slaagt hij er in zijn leven op de rails te krijgen. Over zijn broer schrijft de auteur slechts in een kort maar veelzeggend zinnetje dat deze na de oorlog ook tegen hem nooit heeft willen praten over zijn ervaringen op het onderduikadres in Den Haag.

Je zou zeggen, genoeg materiaal om minimaal één lijvig en vooral indrukwekkend boekwerk te schrijven. De levensgeschiedenissen van de ouders van Rob Fransman, de oorlogstrauma’s van Rob Fransman, zijn broer en familieleden, de verschrikkingen van de kampen, het levensverhaal van Demjanjuk, de gang van zaken rond het proces, het belang van Nebenkläger. Het is zeker geen lijvig boekwerk geworden en indrukwekkend slechts tot zekere hoogte.

Fransman is geen wetenschapper of journalist en heeft ook geen enkele pretentie op de lezer de indruk te willen wekken dat wel te zijn. Hij doet mededeling over zijn ervaringen als mede-aanklager, over alle ergernissen over het veelvuldig heen-en-weer reizen tussen Amsterdam en München, over de verbazing hoe traag zo’n proces verloopt, over de ongelofelijke botheid van dr. Ulrich Busch (de verdediger van Demjanjuk), over de cynische houding van de zwijgzame verdachte, over de emoties als de namen van zijn ouders in de rechtszaal worden genoemd, over de geweldige contacten met andere Nebenkläger, over zijn waardering voor mr. Alt (de president van de rechtbank), over de leuke maar ook aangrijpende uitstapjes die soms ook op het programma staan, over de vreugde als het vonnis wordt voorgelezen. Er passeert in sneltreinvaart een grote hoeveelheid aspecten die aan zo'n proces verbonden zijn.

Soms stoort het een beetje dat de schrijver vanwege de familiegeschiedenis te weinig distantie van het onderwerp kan nemen. Natuurlijk, Demjanjuk heeft zich al jarenlang geen enkele moeite getroost te proberen een sympathieke indruk te maken. Het paste ook niet in zijn strategie van consequent volhouden onschuldig te zijn en nergens geweest te zijn om excuses voor alle leed te betonen. Het is dus wel begrijpelijk dat hij consequent wordt beschreven als clichématige gevoelloze kampbeul, fout in elke vezel vanaf zijn prille jeugd, maar het zwart-wit beeld dat in het hele boek over alle personen terugkeert verzwakt de zeggingskracht van het boek.

De beknoptheid van de 46 website-artikelen en de veelheid van onderwerpen zorgen er voor dat alles iets te veel aan de oppervlakte blijft. Dan wreekt zich dat Fransman geen wetenschapper of journalist is. Journalisten als Max Pam en Wim Boevink (zie: "Dienstausweis 1393") die voor respectievelijk De Volkskrant en Trouw het proces ook bijwoonden zijn dan wel in staat analyserende gedachten op papier te zetten over de verdachte, de procesgang in München of het nut van dergelijke processen tegen negentigjarigen. Op genoeg plaatsen werpt Fransman een interessante vraag op en brengt hij een belangwekkend aspect aan de orde. Bijvoorbeeld: waar komen toch al die miljoenen voor Demjanjuks verdediging vandaan? Wat bezielt de verdedigers Busch en Maull? Hoe zag Sobibor er uit en hoe was de taakverdeling? Wat was kamp Flossenbürg eigenlijk voor een kamp? Wie waren naast Schelvis en Fransman de andere vijftien Nebenkläger? En waarom vertelt hij niet wat meer over al die bewijsstukken die hij als Nebenkläger mocht inzien? Met iets meer aandacht van Fransman en de redactionele ondersteuning die hij bij de uitgave kreeg had het boek aanzienlijk aan waarde gewonnen. Misschien moet dit kritiekpunt niet zozeer uitgaan naar de auteur, maar naar de uitgever die het boek waarschijnlijk veel te snel op de markt wilde hebben. De haast is hier ten koste van de kwaliteit gegaan.

De winst van het boek van Fransman zit op een geheel ander terrein. Sobibor was het ultieme vernietigingskamp. In Auschwitz, hoe gruwelijk het oord ook was, had men ten minste nog een kleine kans te overleven en er zijn er ook een redelijk aantal in geslaagd dat te doen. In Sobibor was dat zo goed als uitgesloten. Het kamp was er geheel op ingericht dat iedereen die met de trein aankwam nog dezelfde dag werd vergast en verbrand. Slechts een enkeling werd uitgekozen een tijdje wat werk in het kamp te doen. Sobibor is ook met de grond gelijk gemaakt toen de Russen in aantocht waren. In de verlaten omgeving waarin het kamp was geplaatst, werd het terrein al snel overwoekerd door planten en bomen. Het doel van de nazi's was dat het bestaan van het kamp volledig aan de vergetelheid werd overgeleverd. Daarin zijn ze bijna geslaagd. Het heeft dan ook lang geduurd dat het bestaan van het kamp in een iets bredere kring bekend werd. Boeken als dat van Fransman zijn een nieuwe bouwsteen om het bestaan van het kamp en de daar gepleegde oorlogsmisdrijven onder de aandacht te brengen en te houden. Het proces Demjanjuk en dit boek gaat dan ook in essentie niet over die 91-jarige man uit de Oekraïne, maar over het in herinnering houden van het ultieme vernietigingskamp Sobibor en haar ruim 170.000 slachtoffers.

Beoordeling: Redelijk

Informatie

Artikel door:
Frans van den Muijsenberg
Geplaatst op:
03-07-2011
Laatst gewijzigd:
23-06-2018
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen

Gerelateerd nieuws

jul2011

"Het is terecht dat Demjanjuk veroordeeld is"

Rob Fransman, geboren op 14 juni 1940 in Den Haag, werd in 1943 gescheiden van zijn ouders en broer om naar een onderduikadres te worden gebracht. Hij en zijn broer overleefden via een aantal onderduikadressen de oorlog. Zijn ouders werden op hun onderduikadres gearresteerd en belandden via Westerbork in Sobibor, waar ze op 9 april 1943 werden vermoord. De onderduikperiode had op Fransman een enorme impact. Hij beschrijft zichzelf voor die periode als getraumatiseerd, verlegen en met oncontroleerbare woede-uitbarstingen. Hij ging wonen bij familie in Amsterdam, de stad waar zijn ouders oorspronkelijk vandaan kwamen. Bij de oom en tante waar hij was ondergebracht, was hij echter niet te handhaven, zodat hij na een paar jaar terechtkwam in een tehuis voor oorlogswezen. De eerste jaren veranderende er niet veel. Pas als jong volwassene en toen hij zijn latere vrouw, een overlevende van het concentratiekamp Bergen-Belsen, ontmoette, kreeg hij zijn leven op de rails. Hij werd daarna een succesvol zakenman in Amsterdam, waar hij nog steeds woont. Enkele van zijn kinderen en kleinkinderen woonden lang in Israël. Ze hebben in Tel Aviv de beschikking over een woning, zodat ze ook daar veel verblijven.

Lees meer

Gerelateerd aan