Jeugd en vroege carrière
Theodore Roosevelt Jr. werd op 13 november 1887 in Oyster Bay, New York geboren als zoon van de latere 26e president van de Verenigde Staten. Hij groeide op in een gezin met twee broers en een zus waarin zijn moeder Eleanor Alexander de huishouding deed. Alvorens zich aan te melden bij de Harvard-universiteit volgde hij zijn opleiding op de Albany Academy en Groton School. In 1908 studeerde hij af en ging hij de zakenwereld in; hij was werkzaam in de staal- en tapijtindustrie alvorens hij terechtkwam in het bankwezen. Hij had een neus voor zaken en vergaarde een aanzienlijk fortuin in de jaren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Eerste Wereldoorlog
Op 28 juli 1914 brak in Europa de Eerste Wereldoorlog uit en vrijwel direct begonnen de Verenigde Staten maatregelen te treffen tegen mogelijke betrokkenheid bij het conflict. Zo werd in 1916 de National Defense Act aangenomen die voorzag in een uitbreiding van het leger; waaronder de oprichting van het
Reserve Officers’ Training Corps. De Verenigde Staten bleven gedurende langere tijd neutraal, maar op 6 april 1917 kwam er een abrupt einde aan de zo lang vastgehouden neutraliteit; de Verenigde Staten verklaarden de oorlog aan Duitsland. Al snel waren de eerste Amerikaanse troepen op weg naar Frankrijk om daar hun steentje bij te dragen aan de nog altijd onbesliste loopgravenoorlog. En op verzoek van de bevelvoerende generaal John Pershing van AEF (
American Expeditionary Force) vertrok ook Theodore Roosevelt Jr. naar de slagvelden van Europa. Als luitenant-kolonel nam hij onder andere deel aan de slag bij Cantigny en leidde hij een regiment tijdens het Meuse-Argonne offensief. Roosevelt Jr. ontving eveneens als George S. Patton Jr. het Distinguished Service Cross; de op een na hoogste onderscheiding in het Amerikaanse leger.
Politieke carrière
Na de Eerste Wereldoorlog keerde Roosevelt Jr. terug naar de Verenigde Staten en trad hij in de voetsporen van zijn vader. Hij bekleedde meerdere belangrijke politieke functies waaronder gouverneur van Puerto Rico en gouverneur-generaal van de Filippijnen. Bovendien wordt hij gezien als een van de oprichters van de American Legion (patriottische veteranenorganisatie die zich inzet voor alle Amerikaanse veteranen) in 1919. Toen Roosevelt Jr. zijn neef Franklin Delano Roosevelt, die zojuist was verkozen tot president van de Verenigde Staten, verdacht van het opzettelijk dwarsliggen van zijn politieke carrière nam hij in 1933 ontslag als gouverneur-generaal van de Filippijnen. Theodore keerde in 1935 terug naar de Verenigde Staten en werd onder meer directielid bij American Express.
Tweede Wereldoorlog
Na de Duitse inval in Polen in september 1939 brak in Europa de Tweede Wereldoorlog uit. Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, de Sovjet-Unie en Italië waren al snel betrokken bij dit militaire conflict; de Verenigde Staten bleven voorlopig echter buiten schot. Na de aanval op
Pearl Harbor op 7 december 1941 kwam er echter een einde aan de neutraliteit van de Verenigde Staten. Aanmeldingen om vrijwillig te dienen stroomden binnen waaronder die van Roosevelt Jr. Theodore werd toegewezen als bevelvoerend officier aan het 26th Regiment, dat destijds onderdeel uitmaakte van de 1st Infantry Division. Hij leidde onder andere zijn regiment tijdens de geallieerde veldtocht door Afrika waarin hij het opnam tegen woestijnvos
Erwin Rommel. Op 13 mei 1943 gaven de laatste Duitse strijdkrachten in Noord-Afrika zich over. Theodore werd tevens ingezet tijdens de landing op Sicilië die begon op 10 juli 1943 onder de codenaam operatie Husky. Een uitmuntende staat van dienst, maar ondanks zijn succes werd Roosevelt Jr., evenals de bevelhebber van de 1st Infantry Division Terry Allen, op 7 augustus 1943 ontheven uit zijn functie. Terry Allen was een buitengewone bevelhebber, maar stelde zich minachtend op tegenover de regels en zijn superieuren. Theodore werd medegedeeld dat het kwetsend zou zijn voor Allen als hij zijn functie zou blijven uitoefenen bij de 1st Infantry Division.
D-Day: 6 juni 1944
Theodore werd in februari 1944 (zonder vaste taakomschrijving) overgeplaatst naar de 4th Infantry Division, die op dat moment was gestationeerd in Groot-Brittannië, om voorbereidingen te treffen voor de geallieerde invasie van Normandië. En op 4 juni 1944 was het zover; Roosevelt Jr. voer samen met zijn 4th Infantry Division uit om zijn steentje bij te dragen aan de geallieerde veldtocht door Europa. De 57-jarige officier - de enige brigadier-generaal, die met de eerste aanvalsgolf was geland - had erop gestaan dat hem deze opdracht werd gegeven. Zijn eerste verzoek was geweigerd, maar Roosevelt had het onmiddellijk nog eens geprobeerd. In een met de hand geschreven briefje, gericht aan generaal-majoor Raymond O. Barton, de bevelhebber van de 4th Infantry Division, had hij zijn zaak bepleit en het volgende argument aangevoerd: “….dat het de jongens rustig zal maken, als ze weten dat ik bij hen ben.” Barton gaf met tegenzin toe. Roosevelt Jr. landde in de morgen van 6 juni 1944 op
Utah Beach; het meest westelijk gelegen strand van de vijf invasiestranden. In tegenstelling tot
Omaha Beach - het andere aan de Amerikanen toegewezen invasiestrand - was er hier geen sprake van verbeten gevechten. In de war geraakt door de rook van het vlootbombardement, die het landschap aan het oog had ontrokken, en meegevoerd door een sterke stroming langs de kust, had echter één controleboot de eerste aanvalsgolf meer dan 1,5 kilometer ten zuiden van de eigenlijke landingsplaats geleid. Op het strand stond Roosevelt Jr. nu op het punt om een belangrijke beslissing te nemen; zou hij de volgende aanvalsgolven laten landen op dit nieuwe, betrekkelijk rustige strand of zou hij ze laten landen op de voor hen bestemde invasiestranden? Roosevelt wendde zicht tot een kolonel van de 1st Engineer Special Brigade en sprak de legendarische woorden: “The reinforcements will have to follow us wherever we are, we’re starting the war from right here.” De invasie werd een succes en de geallieerden slaagden erin een bruggenhoofd te forceren. Theodore kampte al langere tijd met de medische aandoening artritis en op 12 juli 1944, de dag dat hij het commando over zou nemen van de 90th Infantry Division, overleed Theodore Roosevelt Jr. op 56-jarige leeftijd aan een hartaanval. Voor zijn doortastende optreden tijdens de slag om
Utah Beach werd Theodore op 28 september 1944 postuum beloond met de
Congressional Medal of Honor. Hij werd begraven op de Amerikaanse begraafplaats in Colleville-sur-Mer, naast zijn broer Quentin die in juli 1918 sneuvelde in het Franse Chamery.
Medal of Honor
De eervolle vermelding bij de toekenning van de
Congressional Medal of Honor luidde als volgt:
“Wegens moed en onverschrokkenheid en meer dan buitengewone plichtsbetrachting met gevaar voor eigen leven op 6 juni 1944 in Frankrijk. Nadat zijn twee mondelinge verzoeken om met de voorste aanvalseenheden aan land te gaan tijdens de invasie van Normandië, waren afgewezen, werd brigadegeneraal Roosevelts schriftelijke verzoek voor deze missie ingewilligd en hij landde met de eerste aanvalsgolf op de door de vijand bezette stranden. Hij leidde herhaaldelijk groepen het strand af, over de strandmuur en stelde ze in het binnenland op. Zijn dapperheid, zijn moed en zijn aanwezigheid in de voorste linies van de aanval en zijn volledige minachting voor het liggen onder voortdurend zwaar vuur bezielden de troepen tot groot enthousiasme en opofferingsgezindheid. Hoewel het strand onder voortdurend vijandelijk vuur lag, begaf brigadegeneraal Roosevelt zich van de ene plek naar de andere, verzamelde mannen om zich heen, gaf hen bevelen en leidde ze persoonlijk tegen de vijand. Onder zijn doorgewinterde, precieze, kalme en onwankelbare leiding ruimden aanvalstroepen versterkingen op het strand op en begaven zich snel het binnenland in met minimale verliezen. Hij droeg aldus wezenlijk bij aan de geslaagde vorming van het bruggenhoofd in Frankrijk.”