Wat de Mitsubishi A6M Zero was voor de Japanse marine, was de Nakajima Ki-43 , codenaam Oscar, voor de Japanse Legerluchtmacht. Toen de oorlog in december 1941 in alle hevigheid losbarstte, deden de eerste Oscars nog maar net hun intrede. Op het eerste oog leek het toestel wel wat op de Zero. Het is ook hierdoor dat in de beginperiode in veel ooggetuigenverslagen melding wordt gemaakt van Zero's, terwijl er nagenoeg geen marine eskaders in de buurt waren. Het zal in die verslagen dan ook bijna zeker wel om Oscars gegaan zijn. Met het uiterlijk hield echter alle vergelijking op. Zo vonden de meeste piloten het toestel maar langzaam en weinig wendbaar en in 1941 gaven velen er dan ook nog de voorkeur aan te blijven vliegen met de oudere Nakajima Ki-27. De kwaliteit verbeterde echter naarmate de productie vorderde en de Hayabusa zoals de Japanners het toestel noemden werd zeer populair.
Het ontwerpen van dit toestel begon in december 1937, bijna tegelijk met de ingebruikname van de Ki-27. DE door de legerleiding opgestelde specificaties vroegen om een toestel dat tenminste 500 km/u kon vliegen en in vijf minuten een hoogte van 5.000 meter kon bereiken. Het bereik moest minstens 800 km zijn. Het doel was een opvolger te ontwikkelen voor diezelfde Nakajima Ki-27. Een team onder leiding van Hideo Itokawa ging aan de slag. Deze man was ook betrokken geweest bij de ontwikkeling van de Ki-27. De structuur voor de Ki-43 zou hetzelfde worden. Een geheel metalen toestel met alleen de roeren overtrokken door linnen. In 1938 ontving Nakajima een zeer uitzonderlijk contract van de Japanse Legerleiding. Middels dit contract was de fabriek verzekerd van de productie van een jager, nog voordat enig prototype getest was. Voorwaarde was wel dat het toestel gedurende langere tijd kon worden doorontwikkeld.[1][2]
Aangedreven door een Nakajima Ha-25 Sakae motor kwamen vanaf januari 1939 in drie prototypen gereed. De eerste vloog in januari en de andere twee volgden kort daarna. De tests waren niet op alle vlakken even positief. Vooral werd het toestel te traag en onvoldoende wendbaar bevonden. De testpiloten waren niet blij met het intrekbare landingsgestel, dat ze maar als een modegril zagen. Evenmin konden ze wennen aan de gesloten cockpit, waarvan men vond dat deze het uitzicht belemmerde. De redenen van deze kritieken bleken simpel. De conservatieve gedachtegang van de legerleiding baseerde de specificaties op het succes van de Ki-27, zonder werkelijk naar nieuwe eisen te kijken. Hierdoor was de nadruk op wendbaarheid komen te liggen en niet op snelheid, bescherming en bewapening.[3]
Om het toestel beter te kunnen testen en de problemen op te kunnen lossen, werden tien toestellen als voorserie besteld. Deze werden aangeduid als Nakajima Ki-43-KAI en fungeerden als prototypen voor diverse verbeteringen. Ze waren nagenoeg gelijk aan de prototypen. Het voornaamste verschil was het gebruik van een cockpitkap met minder spijlen om een beter zicht te garanderen. Het tweede toestel uit deze serie werd voorzien van een experimentele motor, de Nakajima Ha-105. Een ander exemplaar kreeg twee 12,7 mm Ho-103 machinegeweren in plaats van de standaard 7,7 mm mitrailleurs. Ook bij de andere exemplaren werden verschillende verbeteringen aangebracht om het meest ideale toestel te verkrijgen. Het laatste toestel, na het eerste prototype, het 13e exemplaar, kreeg alle geteste verbeteringen. Het toestel werd nu veel enthousiaster ontvangen en Nakajima ontving opdracht met de productie te beginnen.
Na een aantal constructiewijzigingen en het aanbrengen van een soort remklep die in gevechtssituaties kon worden uitgeschoven, ontstond één der wendbaarste jachtvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Het Leger Type I Jachtvliegtuig oftewel Nakajima Ki-43 Hayabusa werd numeriek gezien de meest gebruikte jager in het Japanse leger. Het toestel werd gedurende de gehele oorlog in productie gehouden waardoor uiteindelijk bijna 6.000 exemplaren werden gebouwd. Het bleef de standaardjager van de Japanse luchtmacht tot in 1944, toen de jager langzaam werd vervangen door de Nakajima Ki-84 Hayate.[4]
Totaal werden bij de Japanse Legerluchtmacht dertig luchtregimenten en twaalf onafhankelijke eskaders met dit type uitgerust. Als eerste ontving de 59 Sentai op vliegveld Hankow in juni-augustus het type en begon hiermee operationeel te opereren boven China op 29 oktober 1941. Uiteindelijk zag het toestel actie in het gehele operatiegebied van de Japanse Keizerlijke Landmacht. Tot in 1942 behield het toestel hierbij luchtoverwicht ten opzichte van de tegenstanders. Ook hier ging echter het gebrek aan bepantsering en zelfdichtende brandstoftanks het toestel parten spelen, zeker met de komst van snellere Geallieerde jagers zoals de Republic P-47 en North American P-51. Toch bleef de uitstekende wendbaarheid van het toestel, zeker wanneer in handen van ervaren Japanse piloten, er voor zorgen dat de Ki-43 tot het einde toe een geduchte tegenstander was. Net zoals bij andere vliegtuigtypen werd ook de Ki-43 ingezet als Kamikaze.[5]
Naast de Legerluchtmacht van Japan, werd het toestel geleverd aan de luchtmachten van Thailand, Mantsjoerije en het Chinese, pro-Japanse Wang Jingwei regime. Na de Tweede Wereldoorlog werden achtergebleven exemplaren van het toestel gebruikt door de Franse luchtmacht in Indochina, Indonesië, Nationalistisch en Communistisch China en Noord-Korea. Een elftal toestellen kon vliegwaardig of als tentoonstellingsobject bewaard blijven en staan op diverse locaties tentoongesteld.
Nakajima Ki-43 |
Prototypen |
3 |
Nakajima Ki-43-KAI |
Voorserie |
10 |
Nakajima Ki-43-I |
1e Productieserie
Nakajima Ha-25 motor |
716 |
Nakajima Ki-43-II |
2e Productieserie
Nakajima Ha-115 motor |
2.500 |
Nakajima Ki-43-III |
Prototypen 3e
Productieserie Nakajima Ha-115-II motor |
2.715 |
Nakajima Ki-62 |
Project bewapend
met 30 mm of 40 mm kanonnen |
0 |
Nakajima Ki-43-I |
1e Productieserie
Nakajima Ha-25 motor |
716 |
Nakajima Ki-43-Ia (Ko) |
2 × 7.7 mm Type 89
machinegeweren |
? van 716 |
Nakajima Ki-43-Ib (Otsu) |
1x 12.7 mm Ho-103
en 1x 7.7 mm Type 89 machinegeweren |
? van 716 |
Nakajima Ki-43-Ic (Hai) |
2x 12.7 mm Ho-103
machinegeweren en 2x 30 kg bommen |
? van 716 |
De eerste productieserie, de Ki-43-Ia, van het door de Japanse piloten Hayabusa genoemde toestel, werd aangedreven door een Nakajima Ha-25 motor met een vermogen van 975 pk en was bewapend met tee 7,7 mm machinegeweren. De officiële legeraanduiding werd Leger Type 1 Jager Model 1a. De productie startte vanaf april 1941. De eerste toestellen werden in oktober van dat jaar geleverd aan de 59e en 64ste Sentai (= groep=squadron). Deze werden in december ingezet bij de invasie van Malakka en Singapore. De toestellen hebben tevens escortevluchten gevlogen boven Hong Kong en Birma in 1941 en 1942.[6]
De volgende serie werd uitgerust met een 7,7 mm en een 12,7 mm mitrailleur en kreeg als aanduiding Ki-43-Ib.
Door een opwaardering van de bewapening tot twee 12,7 mm mitrailleurs ontstond de Ki-43-Ic. De Ki-43-Ic werd gelijk de meest gebouwde versie. Het toestel was in de beginjaren zeer succesvol. Al snel bleek het echter langzamer en slecht beschermd ten opzichte van de geallieerde jagers. De oplossing werd gevonden in het aanbrengen van extra bepantsering en het gebruik van een Ha-115 motor met een vermogen van 1105 pk.
Na productie van 716 toestellen werd een nieuwe versie geproduceerd, de Ki-43-II. Hoewel de prestaties van de Ki-43-I niet veel beter waren dan die van haar voorganger de Nakajima Ki-27, waren er toch al twee eskaders uitgerust met het toestel bij de invasie van Singapore en Nederlands-Indië. Het toestel was hier langzamer dan de Britse Hurricane en Nederlandse Curtiss P-36 jagers die het tegenkwam, maar was veel wendbaarder. De Ki-43-I is in dienst geweest bij de luchtmachten van Japan en Thailand. Thailand stelde haar laatste toestellen pas in 1949 buiten dienst. Na de oorlog vloog ook China nog met deze toestellen.
Over de bewapening van de genoemde varianten (a,b en c) is veel discussie. Door zowel gevonden documentatie als na de oorlog gevonden toestellen is twijfel ontstaan over de variatie in bewapening. Er zijn van alle drie typen exemplaren gevonden en gegevens met andere bewapening dan de genoemde. Het is nog onduidelijk of dit aanpassingen waren in het veld. Tot hier meer duidelijkheid over is blijven we de aangeduide variatie aanhouden.
Type: | Nakajima Ki-43-I |
Taak: |
Jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
11,44 meter |
Vleugeloppervlakte: |
22,00 m2 |
Lengte: |
8,83 meter |
Hoogte: |
3,27 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.590 kg Max. gewicht: 2.583 kg |
Motor: |
1x Nakajima Ha-25 motor 800 pk (671 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 492 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
1.300 km |
Plafond: |
11.750 meter |
Bewapening: |
2x 7,7 mm Type 89 machinegeweren
(Ia) 1x 7,7 mm Type 89 en 1x 12,7 mm Type Ho-103 machinegeweren (Ib) 2x 12,7 mm Type Ho-103 machinegeweren (Ib) |
Productie: |
716 |
De nieuwe versie had evenals de Ki-43-Ic twee mitrailleurs van 12,7 mm. Het toestel kon echter eveneens twee bommen van 250 kg meenemen en had een spanwijdte die maar liefst 10 cm kleiner was. Dit type werd de Ki-43-IIa toen een nieuwe versie met afgeknotte vleugeltippen verscheen als Ki-43-IIb.[7]
Nakajima Ki-43-II |
Prototypen 2e
Productieserie Nakajima Ha-115 motor |
5 |
Nakajima Ki-43-IIa (Ko) |
1e Productieversie
Ki-43-II |
? van 2.500 |
Nakajima Ki-43-IIb (Otsu) |
2e Productieversie
Ki-43-II |
? van 2.500 |
Nakajima Ki-43-II-Kai |
3e Productieversie
Ki-43-II |
? van 2.500 |
In februari 1942 werden vijf frames van Ki-43-I toestellen gebruikt voor experimenten met een Nakajima Ha-115 Type 1 motor met een vermogen van 1150 pk. De vleugel was iets ingekort om op lage en middelhoge niveaus de snelheid te vergroten. Om de piloot beter te beschermen werd een beperkte hoeveelheid bepantsering aangebracht en werden zelfdichtende tanks gemonteerd. Tenslotte werd de cockpit nogmaals aangepast en werd een nieuw richttoestel aangebracht. Na uitgebreide proefnemingen kwam het toestel in de zomer van 1943 in productie als Leger Type 1 Jager Model 2A.[8]
Van de twee versies van dit type werd de Ki-43-IIb de meest gebouwde versie. In de loop van de tijd werden er aan het ontwerp nog kleine andere verbeteringen aangebracht zonder van een nieuw type te spreken. De vele modificaties werden echter op een bepaald moment gestandaardiseerd en in augustus 1942 werden drie prototypen gebouwd als de Ki-43 KAI.
De KAI kwam in operationele dienst in de zomer van 1943 en bleek ieder geallieerd toestel door zijn wendbaarheid uit de weg te kunnen. Alleen doordat de geallieerden met hun Lockheed P-38, Republic P-47 en North American P-51 sneller konden duiken bleven ze de Ki-43 de baas.
Naast Nakajima werden de toestellen ook geproduceerd bij de Tachikawa Dai-Ichi Rikugun Kokusho (1e Leger Depot) en bij de Tachikawa-fabriek zelf. De Ki-43-II heeft gevlogen bij de luchtmachten van Japan en Mantsjoerije. Nadat de geallieerden uit een aantal wrakken in september 1943 op Nieuw-Guinea een compleet toestel konden nabouwen had de "Oscar" geen enkel geheim meer. De geallieerde piloten liet men schijngevechten tegen dit toestel houden en zodoende leerde men de zwakke plekken kennen. Er werden ongeveer 2.500 toestellen in de Ki-43-II reeks geproduceerd.[9]
Type: | Nakajima Ki-43-IIb |
Taak: |
Jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
10,84 meter |
Vleugeloppervlakte: |
21,40 m2 |
Lengte: |
8,92 meter |
Hoogte: |
3,27 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.910 kg Max. gewicht: 2.925 kg |
Motor: |
1x Nakajima Ha-115 motor 1.300 pk (970 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 530 km/u Kruissnelheid: 440 km/u |
Bereik: |
1.760 km |
Plafond: |
11.200 meter |
Bewapening: |
2x 12,7 mm Type Ho-103
machinegeweren max 2x 250 kg bommenlast |
Productie: |
2.500 |
In december 1944 verscheen uit de fabriek een nieuwe versie, de Ki-43-III. Dit toestel werd vooral ingezet bij de luchtverdediging van de Japanse steden tegen Amerikaanse bombardementsaanvallen. In de korte productietijd is dit het meest geproduceerde type geworden, waarbij het genoemde aantal van 2.703 exemplaren niet met zekerheid is vast te stellen.[10]
Nakajima Ki-43-III |
Prototypen 3e
Productieserie Nakajima Ha-115-II motor |
10 |
Nakajima Ki-43-IIIa (Ko) |
1e Productieversie
Ki-43-III |
2.703 |
Nakajima Ki-43-IIIb (Otsu) |
Prototype
Mitsubishi Ha-112-II motor, 2x 20 mm Ho-5 kanonnen |
2 |
Voordat productie begon werden maar liefst tien prototypen gebouwd vanaf mei 1944. Als motor voor deze prototypen werd gekozen voor de Nakajima Ha-115-II Sakae motor met een vermogen van 1230 pk. De serieproductie van deze ondertussen als Ki-43-IIIa aan te duiden toestellen begon in december van dat jaar bij de Tachikawa-fabriek.
De Tachikawa-fabriek ontwikkelde uit de Ki-43-IIIa een nieuwe Ki-43-IIIb met twee Ho-5 20 mm kanonnen, een 1.250 pk Mitsubishi 42 (HA-112) motor en enige andere aanpassingen. Toen echter de oorlog in augustus 1945 ten einde liep waren er nog maar twee prototypen klaar.
Twee pogingen werden gedaan om een opvolger voor de Nakajima Ki-43 te ontwikkelen. De eerste was de Nakajima Ki-62, gebaseerd op de Ki-43. De ontwikkeling van dit toestel moest echter stopgezet worden vanwege de productie van de Ki-43 en de Nakajima Ki-44. Uiteindelijk zou de Nakajima Ki-84 de opvolger worden waarbij ontwikkelingen uit het ontwerp van de Ki-62 werden meegenomen.
Type: | Nakajima Ki-43-III |
Taak: |
Jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
10,84 meter |
Vleugeloppervlakte: |
21,40 m2 |
Lengte: |
8,92 meter |
Hoogte: |
3,25 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 1.920 kg Max. gewicht: 2.560 kg |
Motor: |
1x Nakajima Ha-115-II motor 1.230 pk (905 kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 576 km/u Kruissnelheid: ? km/u |
Bereik: |
3.203 km (externe tanks) |
Plafond: |
11.400 meter |
Bewapening: |
2x 12,7 mm Type Ho-103
machinegeweren max 2x 250 kg bommenlast |
Productie: |
2.715 |