Tiger I Tank Vimoutiers

Dit is de laatste Tiger tank die zich in Normandië bevindt. Achtergelaten door het terugtrekkende Duitse leger werd deze Panzer aangetroffen in Vimoutiers. Waarschijnlijk was de grote machine zonder brandstof komen te zitten en had de bemanning daarom de tank verlaten, na een poging deze onklaar te maken. Hiervoor plaatsten ze springstofladingen op het motordek en naast de geschutskoepel. Rond Vimoutiers werden destijds meerdere Tigers en Panthers achtergelaten.

Volgens deskundigen behoorde de tank toe aan de 503de SS Panzer Afdeling en is de tank na het onsnappen uit de 'Falaise Pocket' op 19 August 1944 stil komen te staan. Het is een late 'E' versie met 40 mm dik pantser en, destijds, uitgerust met het 'nahverteitigungswaffen', een machinegeweer voor de (zeer) korte afstand, 360 graden rond de tank. Dit om te voorkomen dat infanterie te voet de tank op eenvoudige wijze uit kon schakelen.

Het kleurschema waarin de tank gespoten is heeft in de loop der jaren tot nogal wat discussies geleid; is dit nu het beruchte grun-dunkelgelb-rot of niet? Hoe het ook mag zijn; je hebt geen idee hoe groot een Tiger 1 tank is voordat je er voor gestaan hebt. Deze tank kan je ook gerust beklimmen en fotograferen.

Jaren geleden, de tank stond al een eeuwigheid langs de kant van de weg, had men het euvele plan opgevat om het voertuig aan een schroothandelaar te verkopen. De plaatselijke instanties grepen pas in toen de eerste plakken staal reeds gesneden waren. Voor 6.000 Franc werd de tank door het stadje aangekocht. Het sloopwerk werd stilgezet en het staal werd weer vastgezet. Vandaag de dag staat de tank op een platform bij een speciale parkeerplaats nabij Vimoutiers.

Op de parkeerplaats staan borden die verhalen over deze tank. Het geheel is vrij en gratis toegankelijk. De moeite waard als je nog nooit een Tiger Tank in het echt hebt gezien.

Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!

Gebruikte bron(nen)

• Tekst: Don van den Bogert
• Foto's: Jeroen Koppes (1), Randy Brandt (2), Lennard Bolijn (3, 4, 5)

< >