De dijkvilla "De Wilgenhorst" werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt als verzamelpunt en uitvalbasis van de koeriers en liniecrossers van de groep Albrecht.
De Crossings:
Nadat het zuiden van Nederland was bevrijd ontstond de behoefte aan een geregelde verbinding tussen het bevrijde zuiden- en het nog bezette noorden van Nederland. De door de groep Albrecht vergaarde inlichtingen moesten in bevrijd gebied worden afgeleverd, maar er moesten ook personen worden overgebracht. Vanuit Sliedrecht maakten Bertus van Gool en Co Bakker in de nacht van 5 op 6 november 1944 de eerste tocht per roeiboot naar Lage Zwaluwe. Het doel was om deze route die liep over de Merwede, door de Biesbosch en via de Nieuwe Merwede en de Amer naar Lage Zwaluwe, in kaart te brengen en te verkennen waar er Duitse posten waren.
Toen deze route min of meer veilig bleek kwamen de tochten die crossings werden genoemd, en met roeiboten en kano’s werden uitgevoerd op gang. Vanuit Sliedrecht, maar ook via een tweede route vanuit Werkendam naar Drimmelen. Behalve die voor de Groep Albrecht waren er ook zogenaamde wilde crossings vanuit o.a. Papendrecht en Hardinxveld. In de Wilgenhorst gaat de aandacht primair uit naar de Liniecrossers van de Groep Albrecht omdat die vanuit dit gebouw opereerden. Naar schatting zijn er tijdens het laatste halfjaar van de oorlog voor de Groep Albrecht door 21 Liniecrossers circa 367 tochten gemaakt. Op de heenweg vervoerden zij inlichtingen en personen die naar bevrijd gebied moesten, en op de terugweg namen zij wapens, voedsel en medicijnen mee terug. Zo werd de na Market Garden ontsnapte Generaal Hackett vanuit Sliedrecht naar bevrijd gebied geroeid, maar waren zij ook verantwoordelijk voor het aanvoer van insuline waar dringend behoefte was. Deze insuline werd in de Wilgenhorst van andere etiketten voorzien en verder gedistribueerd. Van de groep van 21 Albrecht crossers hebben er 2 de oorlog niet overleefd. Arie van Driel en Kees van de Sande werden nadat zij op 18 maart 1945 bij een crossing waren gearresteerd, 5 dagen voor het einde van de oorlog in Fort De Bilt geëxecuteerd. De crossers konden dit werk niet alleen doen. Rondom hen bestond er een netwerk van mannen en vrouwen die het koerierswerk deden, mensen verborgen en hun vervoer naar de crossplaats organiseerden.
De Wilgenhorst toen en nu:
De Sliedrechtse crossmaster Bertus van Gool en zijn echtgenote Jans woonden in bij hun (schoon) ouders die de Wilgenhorst hadden gehuurd. Het huis werd het centrum voor de uit Sliedrecht vertrekkende crossers. Het was er een komen en gaan van koeriers(ters), er werden in de kelder wapens en munitie opgeslagen en uitgeprobeerd, en de crossers vertrokken vanaf de achter het huis gelegen gantel (watergang).
Op initiatief van de Stichting Liniecrossers Sliedrecht en met medewerking van de huidige bewoner is er sinds 2019 in de kelder van de Wilgenhorst een herdenkingsruimte ingericht. In deze kelder is een tafereel van de Biesbosch in scène gezet én worden afbeeldingen en bezittingen van de 21 Linie-Crossers tentoongesteld. Ook is er aandacht voor de koeriersters en voor de Merwede Razzia van 16 mei 1944 waarbij in het rivierengebied honderden mannen zijn opgepakt.
De Wilgenhorst is alleen op afspraak te bezoeken en is ook beschikbaar voor bijeenkomsten waarbij respect voor de geschiedenis een voorwaarde is.
Voor de actuele bezoekersinformatie, kunt u terecht op de website van het museum.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!