Het Rijksdaggebouw is het gebouw van het Duitse parlement, toen de Rijksdag en nu de Bondsdag. Na de machtsovername door de NSDAP van Adolf Hitler bleef er formeel een Rijksdag bestaan. Toen Adolf Hitler zowel Rijkskanselier als Rijkspresident werd had de Rijksdag enkel nog een symbolische betekenis onder het dictatoriale regime.
De Rijksdag zetelde tot aan de Rijksdagbrand van 27 februari 1933 in het Rijksdaggebouw. Na de Rijksdagbrand vergaderde men in de zogenaamde Kroll Oper. Tijdens het nationaalsocialistische regime kwam de Rijksdag voor het laatst bijeen in 1942, onder voorzitterschap van Hermann Goering.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het Rijksdaggebouw meerdere malen gebombardeerd. In de ruines van het gebouw werd een fabriek van de AEG, een veldhospitaal en een gynaecologischs instituut geplaatst. Een paar honderd babies werden hier geboren.
Tijdens de Slag om Berlijn in 1945 was het Rijksdaggebouw één van de belangrijkste doelen van het Rode Leger. Niet zozeer om de strategische waarde, maar meer vanwege de symbolische. Ten tijde van de slag werd het Rijksdaggebouw verdedigd door de 11. SS-Freiwilligen-Panzergrenadier-Division "Nordland" en elementen van de 33. Waffen-Grenadier-Division der SS "Charlemagne".
De gevechten om en in dit gebouw laaiden op 28 april 1945 op, toen de Russische 150e, 171e en 207e Infanterie Divisies van het 79e Infanteriekorps (3e Stootleger - 1e Wit-Russische Front) aan een stormloop begonnen. Op 30 april 1945 werd de bannier van de 150e Infanterie Divisie boven het Rijksdaggebouw gehesen. De gevechten in het gebouw duurden echter voort tot 1 mei 1945.
Na de oorlog werd het Rijksdaggebouw weer opgebouwd en sinds 1991 is het weer het Duitse parlementsgebouw. Het dakterras en de koepel van het Rijksdaggebouw zijn door het publiek te bezichtigen. Online reservering vooraf is noodzakelijk.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!