Het vernietigingskamp Belzec was in gebruik van 17 maart 1942 tot en met december 1942 en lag aan de spoorlijn Lublin-Lemberg (Lviv), in het zuidoosten van Polen. Samen met de eveneens in Polen gelegen kampen Sobibor en Treblinka vormde Belzec het hart van de Aktion Reinhard, het plan van de nazi’s om in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk Joden door vergassing om het leven te brengen. In de vernietigingskampen van de Aktion Reinhard werden verbrandingsmotoren ingezet. De uitlaatgassen van deze motoren werden direct de gaskamers ingeleid. Op deze manier zijn in Belzec ongeveer 435.000 Joden door koolmonoxidevergiftiging om het leven gekomen. Deze overwegend Poolse Joden kwamen voornamelijk uit Krakau en omgeving, en uit de districten Galicië en Lublin. Daarnaast kwamen er ook slachtoffers uit Oostenrijk, Duitsland en Tsjecho-Slowakije. Van slechts drie mannen is bekend dat ze zowel Belzec als de oorlog hebben overleefd: Chaim Hirszman, Rudolf Reder en Izrael Szapiro, een rabbijn.
De eerste commandant van Belzec, Christian Wirth, wist van het kamp al snel een goedlopende moordfabriek te maken. In augustus 1942 werd hij dan ook bevorderd tot inspecteur van de drie Aktion Reinhard vernietigingskampen. Zijn opvolger als commandant van Belzec was Gottlieb Hering.
De totale oppervlakte van Belzec was klein. Na een aantal maanden bleek er dan ook te weinig ruimte te zijn om alle doden te kunnen begraven. Besloten werd daarom om tot verbranding van de lichamen over te gaan. Reeds afgedekte massagraven werden geopend om ook de hierin gelegen lichamen alsnog te kunnen verbranden. Na de sluiting van het kamp, in december 1942, ging het verbranden van lijken nog maanden door. De zwarte rook was in de wijde omtrek te zien en er zijn verhalen bekend van mensen uit de omgeving van het kamp die het menselijke vet van hun ramen moesten schrapen.
Net als Sobibor en Treblinka werd Belzec na de sluiting van het kamp met de grond gelijk gemaakt. Niets mocht zichtbaar blijven van de massale moord die hier had plaatsgevonden.
In de jaren zestig, twintig jaar na de sluiting van het kamp, werd besloten in Belzec een monument te plaatsen. Na jaren van verwaarlozing en desinteresse werd er in 2004 een nieuw, imposant monument met museum geopend. Sindsdien is de geschiedenis van Belzec wat breder bekend geraakt en trekt de plek ook meer bezoekers.
Voor de actuele bezoekersinformatie, kunt u terecht op de website van het museum.
Heeft u zelf meer informatie over deze locatie? Lever het aan!