Titel: | De grootste bankoverval aller tijden - Het waargebeurde verhaal van een groep heldhaftige verzetsvrienden |
Schrijver: | Krake, F. |
Uitgever: | Achtbaan |
Uitgebracht: | 2022 |
Pagina's: | 431 |
ISBN: | 9789082476453 |
Omschrijving: | Ben je bereid te vechten voor je land? Een vraag die in 2022 weer actueel is geworden vanwege de Russische inval in Oekraïne. Dat de gevechten met de Duitsers in Nederland in de Meidagen van 1940 al na vijf dagen voorbij waren, betekent niet dat Nederlanders niet strijdbaar waren. De militaire verdediging van ons land voortzetten zou vele extra doden hebben opgeleverd en de overwinning niet dichterbij hebben gebracht. De strijd was echter ook niet opgegeven. Vele Nederlanders vochten nadien binnen de geallieerde strijdmachten, bijvoorbeeld in de Nederlandse squadrons van de RAF, de Prinses Irene Brigade of de Koninklijke Marine. Bovendien pleegden vele landgenoten gedurende de vijf jaar lange Duitse bezetting verzet. Dat verzet kende vele vormen: van het verspreiden van anti-Duitse pamfletten of het onderdak bieden aan onderduikers tot het plegen van gewapende overvallen op distributiekantoren en gevangenissen. Tienduizenden mannen en vrouwen zaten bij het georganiseerde verzet, van wie duizenden hun dappere handelen betaalden met de dood. Veel verzetsacties zijn reeds uitgebreid behandeld, maar Frank Krake vond een verhaal dat nog aan de aandacht van het landelijke publiek was ontsnapt. Het gaat niet om een onbeduidende actie, maar om wat de auteur de grootste bankoverval aller tijden noemt. Deze vond niet plaats op een voorspelbare locatie, zoals in Amsterdam of elders in de Randstad, maar op een filiaal van De Nederlandsche Bank in Almelo. Zelfs de Britse premier Winston Churchill werd op de hoogte gesteld van deze verzetsoperatie die plaatsvond op 15 oktober 1944. In de periode daarvoor had de bezetter in totaal 200 miljoen gulden naar het oosten van het land overgebracht, een deel daarvan werd opgeslagen in de kluis van de genoemde bank in Almelo. De gedachte was dat het geld hier veiliger was, dichter bij de Duitse grens, in een tijd dat nazi-Duitsland steeds meer territorium moest prijsgeven aan de vanuit Normandië oprukkende geallieerden. Dat was gerekend buiten de verzetsmannen Derk Smoes, Douwe Mik en hun kameraden, allemaal twintigers en dertigers uit Twente. Ze wisten 46 miljoen gulden buit te maken, geld dat bestemd was om het na de Spoorwegstaking enorm toegenomen aantal onderduikers te onderhouden. Voordat Krake de overval behandelt, laat hij de lezer kennismaken met alle betrokkenen. Hij schetst een beeld van hoe de uitvoerders opgroeiden in een regio waar hun ouders of grootouders nog sterk afhankelijk waren van de veenwinning, wat hard werken betekende tegen weinig betaling. Derk Smoes en Douwe Mik wisten zich echter te ontworstelen aan een armzalig bestaan als turfsteker. Eerstgenoemde was dertien jaar bankbeambte bij de Twentsche Bank en trad in 1943 in dienst bij De Nederlandsche Bank. Douwe werd politieman en kwam in bezettingstijd te werken bij de Rotterdamse politie. In 1943 verliet hij ongeoorloofd zijn post, omdat hij niet wilde meewerken aan de jacht op de Joden, waarna hij onderdook. Derk zou in maart 1944 eveneens onderduiken, nadat hij het pistool van zijn baas, de agent-directeur van het agentschap van De Nederlandsche Bank in Almelo, had ontvreemd. Het wapen moest hij gebruiken bij de bevrijding van verzetsmensen uit het Huis van Bewaring in Almelo. Derks chef had echter ontdekt dat het wapen weg was, waardoor Derk tot zijn teleurstelling niet kon meedoen aan de bevrijdingsactie. Al voordat Derk en zijn maten de bankoverval pleegden, wisten ze wat ze op het spel zetten. Hun verzetskameraad Henk Höften, die betrokken was geweest bij de overval op het Huis van Bewaring, werd eind september 1944 opgepakt door de Landwacht en overgedragen aan de Duitse Sicherheitsdienst. Tijdens zijn gevangenschap werd hij "op de vlucht neergeschoten", een eufemisme voor brute moord. Zijn broer Herman deed mee aan de bankoverval en zou de oorlog wel overleven. In oktober 1944 werd Smoes benoemd tot districtscommandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, Douwe Mik was zijn rechterhand. Na de succesvolle geldroof doken alle deelnemers op verschillende adressen onder, terwijl de bezetter een klopjacht op hen begon. Krake beschrijft hoe er binnen de nazitop ontzet werd gereageerd op de geldroof. Vooral NSB’er Rost van Tonningen leed als directeur van De Nederlandsche Bank gezichtsverlies. De beveiliging was ontoereikend gebleken en werd daarom direct aangescherpt. De nummers van de gestolen biljetten werden doorgegeven aan vrijwel alle banken in Nederland met de instructie om te waarschuwen zodra deze werden ingeleverd. Het lukte Derk, Douwe en verschillende andere betrokkenen niet om uit handen van de nazi’s te blijven. Ze zaten rond de kerstdagen van 1944 vast in gevangenis De Kruisberg in Doetinchem, een relatief onbekende locatie waar verzetsmensen door de Duitsers gevangen werden gezet, vaak voorafgaand aan deportatie naar Duitsland. De auteur beschrijft op aangrijpende wijze de onzekere tijd die de mannen hier beleefden. Dat doet hij mede aan de hand van de brieven aan familieleden die de gevangenen naar buiten smokkelden met hulp van onder anderen een bewaker die zich liet omkopen met een fles jenever. De karige omstandigheden in De Kruisberg waren niets vergeleken met de gruwelen die de mannen later doormaakten in kamp Wöbbelin, een buitenkamp van Neuengamme, waar als gevolg van de slechte levensomstandigheden vele Nederlanders stierven. Krake beschrijft tot slot hoe het de overlevende verzetsmensen en de nabestaanden van de slachtoffers na de bevrijding verging. De persoonlijke offers die werden gebracht waren groot, terwijl de buit al snel weer in Duitse handen was gevallen, op twee briefjes van 25 gulden na. Frank Krake – die in 2018 ‘De laatste getuige’ over kampoverlevende Wim Aloserij publiceerde – verrichtte vijf jaar (archief)onderzoek naar de overval en naar wat er gebeurde in de periode ervoor en erna. Met name de door hem geciteerde (afscheids)brieven van de verzetsmensen maken veel indruk. Hij sprak met getuigen en verzamelde fotomateriaal, waarvan een groot deel is opgenomen in deze met zorg vormgegeven publicatie. Hoewel de auteur een vlotte pen heeft, maakt de grote hoeveelheid personen het verhaal soms lastig te volgen. Een verklarende personenlijst had het lezen een stuk vergemakkelijkt. Het aantal bij de overval betrokken personen laat echter wel zien hoeveel mensen er nodig waren om verzetsacties mogelijk te maken. Van de boeren die onderdak boden aan onderduikers en in hun schuren wapens en de geldbuit verstopten tot de vrouwen die fungeerden als koerierster. ‘De grootste bankoverval aller tijden’ is een waardig eerbetoon aan verschillende relatief onbekend gebleven Nederlandse mannen en vrouwen van diverse pluimage. Zij lieten zich niet koeioneren door de bezetter, maar verzetten zich tegen onderdrukking en terreur, ook al wisten ze dat ze hiermee hun leven op het spel zetten. |
Beoordeling: | Zeer goed |