Titel: | De ploert Hanns Albin Rauter en de correcte ambtenaar Wilhelm Harster |
Auteur: | Theo Gerritse |
Uitgever: | Aspekt |
Uitgebracht: | 2006 |
Pagina's | 70 |
ISBN: | 9059112148 |
Omschrijving: |
Bruut, meedogenloos en moordlustig: drie eigenschappen die opgaan voor het stereotype van de nazi. Höhere SS- und Polizeiführer (HSSPF) Hanns Rauter was zo’n typische nazi. Als hoogste leider van de SS en de politie in Nederland werd hij gehaat door de Nederlandse bevolking vanwege zijn keiharde optreden. Rauter was de personificatie van de bezettingsterreur. Hij gaf de opdracht tot verschillende strenge straffen, executies en brute represailles. Dr. Lou de Jong typeerde de HSSPF na de oorlog onder andere als “bendehoofd”, “vogelverschrikker” en “roverhoofdman”. Rauters naoorlogse proces was een showproces, want dat de doodstraf geveld zou worden, stond van tevoren eigenlijk al vast. Nederland wilde zo snel mogelijk afrekenen met deze beul die persoonlijk verantwoordelijk gesteld werd voor de dood van tienduizenden landgenoten, waaronder de Nederlandse Joden die slachtoffer werden van de Endlösung. Weliswaar had Hanns Rauter een belangrijke rol gespeeld binnen de organisatie van de Jodenvervolging, maar de uitvoering hiervan was in handen van de afdeling IV B 4 (Judenreferat) in Amsterdam. Deze afdeling kreeg haar opdrachten voor de deportatie van Joden van de gelijknamige afdeling van het Reichssicherheitshauptamt (RSHA) onder Adolf Eichmann in Berlijn. Afdeling IV B 4 in Nederland was direct ondergeschikt aan de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD (BdS), de bevelhebber van de Kriminalpolizei, de Gestapo en de Sicherheitsdienst. Tussen juli 1940 en september 1943 was Dr. Wilhelm Harster in Nederland aangesteld als BdS. Gedurende die periode werden 140.000 Joden gedeporteerd. Het merendeel van hen werd omgebracht in de vernietigingskampen in Polen. Tevens was Harster eindverantwoordelijk voor kamp Amersfoort waar vele Nederlandse burgers mishandeld werden en onder erbarmelijke omstandigheden gevangenen zaten. Qua misdaden deed Harster niet of nauwelijks onder voor Rauter, maar desondanks werd de BdS veroordeeld tot slechts twaalf jaar gevangenisstraf. Jacques Presser, die in zijn boek “De Ondergang” de geschiedenis van de Jodenvervolging in Nederland in detail beschreef, vond Harster “beslist geen kleine spitsboef.[…] - [Hij] heeft de door hem ontvangen opdrachten op typische Duitse ambtenaarlijke wijze als een onderdeel van zijn veel grotere taak uitgevoerd.” Zelfs toen Harster tijdens een tweede proces in 1967 in Duitsland morele schuld bekende met betrekking tot het gruwelijke lot van tienduizenden Nederlandse Joden, deed nazi-jager Simon Wiesenthal een goed woordje voor hem, omdat hij één van de weinige nazi’s was die “de waarheid had verteld.” Hoe is het mogelijk dat deze oorlogsmisdadiger relatief gezien zo mild bestraft werd en dat zelfs mannen als Presser en Wiesenthal zich veel minder negatief over hem uitdrukten dan dat ze deden over andere nazi-kopstukken? In “De ploert Hanns Albin Rauter en de correcte ambtenaar Wilhelm Harster” beschrijft Theo Gerritse het opmerkelijke verschil tussen de bestraffing van beide nazi’s. Harster blijkt, in tegenstelling tot Rauter, niet te voldoen aan het stereotype van de nazi. Harsters voorkomen als “een beschaafd mens” wordt door Gerritse als een belangrijke reden genoemd voor de relatief milde bestraffing van de BdS. Door zijn fatsoenlijke en verstandige voorkomen wist Harster zijn aanklagers gunstig te stemmen. Hierin vormt hij geen uitzondering, want mannen als Albert Gemmeker (kampcommandant in Westerbork) en Albert Speer werden ook relatief mild bestraft. Veel historici wijdden dit eveneens aan het feit dat beide heren niet voldeden aan het stereotype van de nazi en daarom een positieve indruk maakten op aanklagers en rechters. Alhoewel het grote verschil in strafmaat tussen deze twee nazi-kopstukken dus niet uniek is, blijft het opmerkelijk om te zien hoe subjectief de naoorlogse berechting in sommige gevallen geweest is. Theo Gerritse beschrijft het verschil in strafmaat tussen Rauter en Harster en de mogelijke oorzaken daarvan kort – het boek telt slechts 70 pagina’s –, maar krachtig. Zijn conclusie is niet baanbrekend, maar desondanks is “De ploert Hanns Albin Rauter en de correcte ambtenaar Wilhelm Harster” een interessant boek om te lezen. Het bewijst wederom dat het stereotype van de brute nazi lang niet altijd opgaat. Sommige nazi’s waren veel menselijker dan we ons kunnen, maar vooral willen voorstellen. |
Beoordeling: | Goed |