Titel: | Images of War - Tiger I & Tiger II |
Schrijver: | Anthony Tucker-Jones |
Uitgever: | Pen & Sword |
Uitgebracht: | 2016 |
Pagina's: | 176 |
Taal: | Engels |
ISBN: | 9781781590300 |
Omschrijving: | De geschiedenis van de Duitse Tiger-tank, zoals wordt behandeld in dit nieuwe boek van uitgeverij Pen & Sword, is er een die gekenmerkt kan worden met de woorden ‘too little, too late’. Toen de PzKpfw VI Tiger na een jarenlang ontwikkelproces eindelijk op het strijdtoneel verscheen was het een formidabele tegenstander voor alle geallieerde tanks en bovendien in bijna alle gevallen de sterkere. In anekdotes die geallieerde soldaten na de oorlog vertelden kwamen regelmatig avonturen naar voren die men had beleefd tegen Duitse tanks. In verdacht veel gevallen kwam in de verhalen de naam van één tank altijd naar voren: de Tiger. Wanneer je er een simpele rekenformule op los laat is het zeer waarschijnlijk dat het in de meeste gevallen om een ander type tank handelde, aangezien er in de totale oorlog slecht 1800 tanks gebouwd zijn die de naam Tiger (1 of 2) mochten dragen. Zoals reeds aangegeven was de tank praktisch onoverwinnelijk in de rechtstreekse duels met geallieerde tanks. Aangezien het aantal in verhouding zo extreem laag was én de geallieerden een overwicht in de lucht hadden, waardoor Tigers vaak als ‘sitting ducks’ werden gezien, hebben de Tigers geen beslissende invloed kúnnen uitoefenen op het verloop van de oorlog. De Tiger was een tank met een dodelijke 88-mm kanon, zelfs op kilometers afstand. Die lange arm zorgde ervoor dat geallieerde tanks vaak niet eens in de buurt konden komen om een gevecht aan te gaan. Van dichtbij bleek de Tiger, vooral aan de achterkant en zijkant, veel kwetsbaarder. Ook was het terrein waarop de gevechten zich dienden af te spelen niet in het voordeel van de zware Tiger. De gevechten die de Tigers bijvoorbeeld in Normandië of de Ardennen moesten voeren waren absoluut niet representatief: het terrein voldeed niet aan de benodigde eisen (te veel beweging, geen grote open vlaktes). Daarnaast was de Tiger, vooral de mechanische aandrijving en stuurinrichting, erg storingsgevoelig. De ontwikkeling van de Tiger 1 was er een met veel vallen en opstaan. Vele prototypes passeerden de revue en daarnaast werd de ontwikkeling van de tank ingehaald door de ontwikkelingen op het slagveld. Als reactie op o.a. de Russische T-34 werd een ander type vereist. Twee producenten, Porsche en Henschel, werd gevraagd om voorstellen te ontwikkelen. De complete (onderstel en toren) tank die Porsche ontwikkelde voldeed enorm goed aan de vraag. Echter het prototype was nog erg storingsgevoelig en bij de productie was veel gebruik gemaakt van koper, een grondstof die erg schaars was. Daardoor werd besloten om een compromis te sluiten: een Porsche-Krupps-toren op een Henschel onderstel. De eerste Tiger verscheen in 1942 op het slagveld en was, zoals gezegd, op grote afstand onoverwinnelijk. Toch werden de technische en mechanische tekortkomingen al snel concreet en werden er nieuwere uitgaves van de Tiger 1 geproduceerd. Ook werden er, vaak op het Tiger-onderstel, andere types gebouwd, zoals de Befehlspanzer en de Panzerssturmmörser-Sturmtiger. Groot probleem was dat er voor de bouw van iedere Tiger ook drie tot vijf andere tanks (bijvoorbeeld Panthers) hadden kunnen worden gebouwd. Daarnaast was het tijdperk van de hele zware tanks eigenlijk voorbij en waren lichtere tanks, met tóch relatief goede kanonnen en bepantsering, veel meer gevraagd in de strijd die Duitsland moest leveren. Maar in plaats van het produceren van lichtere tanks in grotere hoeveelheden besloten Hitler en de legerleiding door te borduren op de zware tanks, met als één van de resultaten de PzKpfw VIb Königstiger. Pas in januari 1944 liep de eerste Tiger 2 van de band en uiteindelijk zijn er nog geen 500 operationeel geweest. Het was een té zware tank (bijna 70 ton) hetgeen resulteerde in enorme problemen met de mechanische betrouwbaarheid. Daarnaast was de kwaliteit van het gebruikte staal erg slecht, was het brandstofgebruik belachelijk hoog en de tank simpelweg niet bruikbaar in de geografische setting waarin gevochten diende te worden. Uiteindelijk gingen de meeste Tigertanks dan ook verloren, waarbij slechts 10% als gevolg van gevechtsacties. |
Conclusie: | Het boekje dat door Tucker-Jones is afgeleverd heeft de gebruikelijke kwaliteit; informatief, duidelijk en prettig leesbaar geschreven en gelardeerd met mooie foto’s. Wat vooral in het oog springt, zijn de hele mooie illustraties in kleur waarin tot in detail de verschillende types en uitvoeringen zijn te bewonderen. Kortom: een heel mooi boekwerkje dat zeker niet misstaat in de collectie van de Tweede Wereldoorlog-geďnteresseerde met belangstelling voor tanks. |
Beoordeling: | Goed |