TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

German Destroyers of World War II

Titel: German Destroyers of World War II
Schrijvers: Gerhard Koop, Klaus-Peter Schmolke
Uitgever: Seaforth Publishing, Pen & Sword Books
Uitgebracht: 2014
Pagina's: 224
Taal: Engels
ISBN: 9781848321939
Omschrijving:

"German Destroyers of World War II" is de laatste uitgave in een reeks van zes boeken over Duitse oorlogsschepen tijdens de Tweede Wereldoorlog die geschreven is door Gerhard Koop. Klaus-Peter Schmolke is illustrator en medesamensteller van de serie. De andere vijf uitgaven dragen de titels "Battleships of the Bismarck-class", "Battleships of the Scharnhorst-class", "Pocket Battleships of the Deutschland-class", "Heavy Cruisers of the Admiral Hipper-class" en "German Light Cruisers of World War II". De boeken werden halverwege de jaren `90 van de vorige eeuw in het Duits uitgegeven door Bernard & Graefe Verlag te Bonn. In 2002/2003 werden de boeken vertaald in het Engels en in Groot-Brittannië uitgegeven door Lionel Leventhal Ltd. Seaforth Publishing, Pen & Sword Books Ltd. bracht de serie dit jaar opnieuw uit.

Over de Bismarck, Tirpitz, Scharnhorst, Gneisenau en de zware kruisers (of vestzakslagschepen) van de Deutschland-klasse zijn talloze boeken verschenen. Vooral de werken over de ondergang van het slagschip Bismarck kunnen gemakkelijk een boekenkast vullen. Over de zware kruisers van de Admiral Hipper-klasse en de Duitse lichte kruisers is heel wat minder gepubliceerd, maar over de Duitse torpedobootjagers nog minder. De Duitse torpedobootjagers, of Zerstörer zoals deze schepen door de Duitsers genoemd worden, spreken natuurlijk niet zo tot de verbeelding als de grote oppervlakteschepen van de Kriegsmarine, maar zijn niet minder interessant. De Duitse auteur Gerhard Koop, die gezien mag worden als een autoriteit op het gebied van de Duitse oorlogsschepen uit de Tweede Wereldoorlog, had dit goed begrepen en besteedde net zoveel aandacht aan deze schepen als aan de overige schepen van de Hochseeflotte.

Gerhard Koop diende in de Kriegsmarine tijdens de Tweede Wereldoorlog en bleef tot 1981 in dienst van de Duitse zeemacht. Hij werd een veel gelezen auteur en een expert op het gebied van de Duitse marine-technologie en -geschiedenis. Hij vertaalde eveneens vele maritieme boeken vanuit het Engels in het Duits, maar zijn grootste verdienste was waarschijnlijk het samenstellen van de genoemde zes boeken over de grote Duitse oppervlakteschepen. Klaus-Peter Schmolke wordt gezien als één van de beste illustrators in Duitsland. Hij is vooral bekend om zijn gedetailleerde technische tekeningen en werkte vaak samen met Gerhard Koop.

Torpedobootjagers waren tot halverwege de jaren `30 een onbekend begrip voor de Duitse zeemacht. De oorlogsschepen die speciaal ontworpen en gebouwd werden om op torpedoboten te jagen, kwamen pas goed tot ontwikkeling tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Reichsmarine, de voorloper van de Kriegsmarine, kreeg in 1919 echter zeer veel beperkingen opgelegd door de geallieerden. De voorwaarden stonden beschreven in het Verdrag van Versailles, dat op 28 juni 1919 ondertekend werd door de geallieerden en de Duitsers. De Duitse marine mocht onder andere geen torpedobootjagers bezitten met een grotere waterverplaatsing dan 800 ton. Schepen met een dergelijk klein tonnage en bewapend met torpedolanceerbuizen zijn te klein en te langzaam om te fungeren als torpedobootjagers. Het zijn in feite gewoon torpedoboten. De zes Möwe-klasse en de zes Wolf-klasse schepen, die tussen 1924 en 1929 in de vaart kwamen bij de Reichsmarine, werden daarom zowel door de Duitsers zelf als door de buitenlandse marines geclassificeerd als torpedoboten. De Reichsmarine kwam daarom niet tot de ontwikkeling van Zerstörer.

Pas in 1934, toen het Verdrag van Versailles steeds meer werd genegeerd door de Duitse regering onder leiding van rijkskanselier Adolf Hitler, werden de eerste torpedobootjagers besteld. De Zerstörer van het Type 1934 waren echter geen goede schepen. Ze maakten teveel water, hadden een beperkte actieradius en beschikten over een te ingewikkelde machinerie. Dit was vooral het gevolg van het feit dat de Duitse ontwerpers geen ervaring hadden met dergelijke schepen en doordat de Kriegsmarine teveel haast had. Deze spoed werd vooral veroorzaakt doordat de Duitse zeemacht een snelle inhaalslag wilde maken op de Britse en Franse marines.

De daarop volgende types (Type 1934A, Type 1936 en Type 1936A) werden licht verbeterd, maar waren nog steeds niet goed genoeg om de vergelijking met vooral de Britse destroyers te doorstaan. Veel van de Duitse torpedobootjagers gingen dan ook al in het begin van de Tweede Wereldoorlog verloren. Eind jaren `30 en begin jaren `40 werden de verschillende ontwerpen van Duitse torpedobootjagers wel verbeterd, maar niet afdoende. Door het gebrek aan grondstoffen en goed opgeleide scheepsbouwers liep de bouw van de nieuwe Zerstörer ook nog eens grote vertraging op. Van de veertig Duitse torpedobootjagers die tijdens de Tweede Wereldoorlog actief waren gingen er uiteindelijk zesentwintig verloren. De overige werden na de oorlog verdeeld onder de geallieerde marines.

Gerhard Koop heeft in dit boek de Duitse torpedobootjagers tot in detail beschreven. Alle technische gegevens worden in verschillende hoofdstukken behandeld en ondersteund door duidelijke tabellen. Verder heeft hij de levenslopen van alle veertig schepen en van de twee oorlogsbuitschepen, ZG 3 Hermes en ZH 1, in heldere verhaallijnen uitgelegd. Klaus-Peter Schmolke heeft de teksten aangevuld en verduidelijkt door ruim zeventig schema`s, plattegronden en ontwerptekeningen met onderschriften toe te voegen. Door de plaatsing van ruim 200 foto`s is "German Destroyers of World War II" niet alleen een interessant en goed boek geworden, maar tevens een naslagwerk met een bijna encyclopedisch karakter.

Beoordeling: Zeer goed!

Informatie

Artikel door:
Peter Kimenai
Geplaatst op:
03-11-2014
Feedback?
Stuur het in!

Afbeeldingen