Titel: | Van Leningrad tot Berlijn, Nederlandse vrijwilligers in dienst van de Duitse Waffen-SS 1941-1945 |
Auteur: | Perry Pierik |
Uitgever: | Uitgeverij Aspekt te Soesterberg |
Uitgebracht: | 2000 |
ISBN: | 90-75323-02-6 |
Bijzonderheden: | 1e druk, Nieuwegein, 1995, 3e herziene druk |
Omschrijving: | Al lang keek ik uit naar het lezen van dit boek, dat eigenlijk toch gaat over één van de duisterste kanten van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog door Nederlanders. Ik was zeer benieuwd hoe de auteur zijn visie op deze strijders zou weergeven. Zou hij dit op een objectieve manier beschrijven of zou er toch een vleugje subjectiviteit in dit boek te vinden zijn? Het boek, dat 316 bladzijden heeft, behandelt in chronologische volgorde de deelname van Nederlandse vrijwilligers aan de strijd tegen het Rode Leger in de Sovjet-Unie en tijdens de terugtocht richting Berlijn. Na een inleiding over Himmlers Schutz Staffel (SS) beschrijft Pierik hoe deze zijn uitbreiding van zijn Waffen-SS van elite leger tot massa leger tot stand liet komen. Hierbij liet hij zijn raciale overtuigingen vaak vieren om zoveel mogelijk soldaten te werven. Zelfs islamitische vrijwilligers konden dienst nemen bij de Waffen-SS. Ook Nederlanders, die door Himmler toch min of meer als Germanen werden beschouwd, kregen de mogelijkheid zich in dienst te stellen van Himmlers leger. In 1941 werd een begin gemaakt met de werving van Nederlandse vrijwilligers. Onder de zegswijze "Laat ons uw stoottroep zijn" meldden in de daaropvolgende maanden zich vele duizenden vrijwilligers zich om dienst te nemen. Schattingen hierover lopen uiteen van rond de tienduizend tot ruim vijftigduizend aanmeldingen. Pierik houdt het op een voorzichtige 23000. Op deze manier leverden de Nederlanders relatief het grootste aandeel vrijwilligers van Europa (tezamen met de vele Baltische vrijwilligers). De redenen voor aanmelding waren zeer divers. Velen wilden vechten tegen het opkomende bolsjevisme, waar door de bezetter slim op werd ingespeeld, anderen melden zich aan vanwege het lonkende avontuur, weer anderen wilden zich helemaal niet aanmelden maar werden door de bezetter onder valse voorwendselen gelokt om daarna ingelijfd te worden. Het tweede en belangrijkste deel van het boek beschrijft het ten strijde trekken van de Nederlanders. In bijna elke eenheid van de Waffen-SS vochten wel Nederlanders. De meeste Nederlanders echter, vochten in het SS-Panzer-Grenadieren Regiment 'Westland' van de beruchte SS divisie "Wiking". Daarnaast was er het vrijwilligerslegioen "Freiwilligen Legion Niederlande" (Vrijwilligerslegioen), de Brigade (later Divisie) 'Nederland' en de Divisie 'Landstorm Nederland'. Het zijn vooral deze eenheden waar Pierik aandacht aan besteed. Ook al wordt ook even ingegaan op bijzondere gevechten waarbij Nederlanderse vrijwilligers aan de kant van de Duitsers vochten (o.a. het IJsselmeerflottielje). In zes hoofdstukken beschrijft Pierik verschillende gevechten waarbij de vrijwilligers ten strijde trokken. De vuurdoop van het legioen vond plaats bij de troepenverplaatsing van Libau naar Leningrad. Bij de ruim 900 dagen durende belegering van de laatstgenoemde stad, waarbij zes- tot zevenhonderdduizend burgers een gruwelijke hongerdood stierven, waren de Nederlanders nauw betrokken. Toen het Rode Leger uiteindelijk de stad Leningrad wist te bevrijden, begonnen de gruwelijke gevechten waarbij de Nederlanders veel verliezen leden. Op een zeer interessante manier beschrijft Pierik deze veldslagen. Op een duidelijke manier beschrijft hij de tactische oorlogsvoeringen en de troepenbewegingen. Het verhaal blijft levendig omdat Pierik deze, toch soms wel droog overkomende verslagen, afwisselt met persoonlijke verslagen van veteranen en bijzondere gebeurtenissen (zoals de cultus rond vrijwilliger Mooyman die zelfs het Ritterkreuz ontving). Vanaf Leningrad wist het Rode leger uiteindelijk het Duitse leger ver terug te dringen. Ook de Nederlanders trokken zich met regelmaat terug en vochten nog bij de Oranienbaumkessel (waar voor het eerst een zelfstandige Nederlandse SS-brigade het levenslicht zag). Een bijzondere daad van de Nederlanders was het tot een vesting maken van Narva. De stad werd op elke mogelijke manier tot militaire vesting gemaakt. De stad werd tot het uiterste behouden door de Nederlanders tot een terugtocht noodzakelijk werd omdat omringende legereenheden van de Duitsers geen stand konden houden waardoor de Nederlanders een kolonie dreigden te worden op door de Sovjets overwonnen terrein. Na enkele veldslagen bij het bastion Koerland volgde de niet te vermijden ondergang voor de vrijwilligers aan de Oder waar de meesten zich trachten over te geven aan de Amerikanen om maar niet in handen van de Russen te vallen. De Sovjets waren immers genadeloos tegenover SS-ers die ze gevangen namen. In het laatste hoofdstuk omschrijft de auteur de vrijwilligers na terugkomst. De vrijwilligers werden in groten getale geïnterneerd in kampen voor landverraders. De levensomstandigheden waren daar vaak mensonterend en enkelen lieten het leven. Sommigen werden levende mijnopruimers, anderen moesten ondanks een drastisch voedseltekort exerceren tot ze er dood bij neervielen. Uiteindelijk werden sommigen veroordeeld door justitie vanwege hun rol bij de gevechten maar velen konden, afgezien van de maatschappelijke hoon die hen ten deel viel, hun normale leven in Nederland weer oppakken. Een klein deel van de oud-strijders bleef nog actief in de strijd tegen het bolsjevisme en vocht opnieuw tegen de Sovjets in Korea tijdens de Korea-oorlog. Terugkomende op mijn eerste vraag kan ik concluderen dat Pierik erin geslaagd is een zeer objectieve beschrijving te geven van de geschiedenis van de Nederlandse vrijwilligers. Het boek leest lekker weg en af en toe, hoe vreemd het ook mag klinken, ben je echt benieuwd wat er gebeuren gaat. Op de lezer ligt uiteindelijk de taak over de vrijwilligers te oordelen. |
Beoordeling: | Zeer goed |