Johannes (Jan) Brölmann[1] schreef een dagboek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dit is de originele Nederlandse versie, met een korte introductie door zijn familie toegevoegd voor context.
Jan studeerde aan de Wageningen Universiteit tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog (zie ook een artikel uit 2018 over Jan[2]). Hij vervolgde zijn studie tijdens de oorlog tot begin 1943 toen universitaire studenten werd gevraagd om een Loyaliteitsverklaring aan het Derde Rijk te ondertekenen. Degenen die tekenden, bleven op school. Degenen die weigerden, werden gedwongen naar werkkampen in Duitsland gestuurd. Hij weigerde. Zijn dagboek, dat twee jaar (mei 1943 - mei 1945) omspant, begint op de dag dat hij uit Nederland wordt verscheept en eindigt kort na de bevrijding van Holland en zijn terugkeer.
6 Mei 1943. Hilversum 3.30 namiddag. Station. Drukte. Cis onderweg afscheid. Aan station Trees[4], Toos[5], Jeannie[6] en Lenie[7].[8] Na stevige zoen afscheid van diverse zusters. Vaarwel Hilversum. Gezellig samenzijn in trein. Zingende mannen. In Muiderpoort uitstappen. Tocht zwaar bepakt naar Koloniaal Instituut. Melden. Treffen der diverse bekenden studenten. Ontroerende omhelzingen der diverse studenten. Prachtig uitgedoste knapen. Heterogene bagage. Zo'n beetje eten. Tellen der studenten in rijen van vijf. Ongeveer 600. Vertrek door Amsterdam na 9 uur naar Muiderpoort, door het park. Lijdenstocht met zware koffers. Voor de ramen talloos velen nieuwsgierigen. Begeleid door Grüne Polizei. Vertrek Amsterdam. Met liederen, luidruchtige disputen en slapen wordt de tijd doorgebracht. Wij komen door Hilversum. Vaarwel schone stad waarin 't leven tot mij werd. “Maar terug kom wij”. Aankomst ongeveer 3 uur. Mysterieuze tocht met zware koffers door bos. Bots maar jongens, val maar, sta op en sjok maar weer voort. Indruk kamp Ommen [Kamp Erika] in het duister van de nacht. In een woord luguber. Vooral de wankelen versleten gangen der gevangenen. Half vier na enkelen lachstuipen te bed. Heerlijk slapen in de slaapzak. Advies Jozef. Nog dank.
7 Mei. Volgende dag. Bij ontwaken 6.30 aankomst der andere contigenten studenten. Opstaan op 7 Mei. Zonnige dag. ‘s-Ochtends eigen boterhammen en koffie. De dag doorgebracht in luieren en heerlijk in de zon liggen met Pieter. Brief naar huis schrijven. ‘s-Avonds homp brood halen. Praten en discussies met diverse K.K. soldaten[9]. Tsjechische geweren. ‘s-Avonds 9 uur naar bed. ‘s-Ochtends opstaan 7.30.
8 Mei. Naar het eten. Buiten een homp brood en koffie.
9 Mei. Zondag. Helaas niet naar de kerk. Keuring.
10 Mei. Er wordt in het kamp niet gezongen. Controle persoonsbewijs. Post Vader[10] en Moeder[11]. Rugby om gordijnen en jiujitsu.
11 Mei. Vertrek no's 1000-2000. Afscheid Pieter. Afroepen der post en mensen voor de poort. Ommen vol met ouders. Er komen nieuwe slaapgenoten naast mij in de barak. Cabaret ‘s-avonds. Spanjaard[12].
12 Mei. Vertrek krijgsgevangenen des namiddags. Cabaret des ochtends. Afbreken der tenten. ‘s-Avonds cabaret.
13 Mei. Aantreden 7 uur. 11 uur aan de trein. Afscheid der diverse ouders, 12 uur vertrek, mooie reis. 8 uur in Hannover. 9.30 van station. Naar Durchganglager. Eten. Bekers met zemelen pap. Zeer goed. Een flesje bier. Kletsen tot 12 uur. In de schuilkelder 12-1.
14 Mei 1943. 1-2 slapen. 2-3 schuilkelder. In schuilkelder met Fransen gepraat. 3-5 slapen. Opstaan naar trein. Om 6.10 weg naar Braunschweich. Aankomst 7 uur. Wachten tot 12 uur. Met vrachtauto met koffers naar Lager van de vliegtuigmotorenfabriek. Naar Barak 60. Mooi uitzicht. Eten ongeveer 6.30. 400 gr. brood. ‘s-Avonds onderhoud met oude Rus die zijn potje kookte en vier Tsjechen. Sympathieke lieden.
15 Mei. Naar stad geweest. Twee knollen gehaald en een fles bieten. Warm eten: soep.
16 Mei. Zondag naar kerk 10 uur. Warm eten: zuurkool, worst en suiker.
17 Mei. 7.30 aantreden fabriek. Jasje halen. 8.30 in de fabriek. Valt hard, zeer hard deze dag. ‘s-Avonds naar buiten, ver weg van stinkende fabriek. Heimwee naar huis en ‘t al wat verloren was.
17-22 Mei. Harde week.
2 Augustus 1943. ‘s-Ochtends ongeveer 11.30 met vrachtauto vol studenten. Loodzware koffer. Prachtige tocht naar Uslar. Onderweg schrik op het hart bij het zien van iedere fabriek. Donkere rookwolken boven Waterstadt. Bij aankomst Uslar eten erwtensoep in kantine, goed. Möbel fabriek.
3 Augustus. ‘s-Ochtends 5 uur op. Naar fabriek. Eersten dag. We timmeren een kistje met studenten aan soort lopende band. We wisselen elkaar af om het eentonige te vermijden. ‘s-Avonds naar buiten de majestueuze natuur bewonderd. Heimwee naar huis.
4 Augustus. Werk valt toch niet mee.
5 Augustus. Werktijd lang. Erg moe.
7 Augustus. K.D.F. problem.[18] ‘s-Avonds gepraat met Laudy[19] en brilletje. ‘s-Middags naar kerkhof. “Ici git...” simpele woorden, droeve gedachten. In vreemden bodem rust zacht.
8 Augustus. Zondag. Er komen een paar Gerätebouwers o.a. Piet Hupkens, Gerard, Ed Bollen[20], Boumans[21]. ’s-Middags kerk 3.30. We vormden ongeveer half van de gelovigen. Pastoor stond onthutst.
12 Augustus. Naar de antieke fotograaf om fabrieksfoto.
15 Augustus. Maria Hemelvaart. Prof. Uit Kassel draagt de H. Mis op.
16 Augustus. Duits oud mannetje komt slijpen bij ons aan de slijpsteen. Net een kleine opa. Hij kijkt af en toe beteuterd over zijn brilletje heen.
17 Augustus. Wim de Wit[22] terug. Zijn hoofd was kaal geschoren. Ook bericht dat een student uit Delligsen is overleden. Memento mori.[23]
18 Augustus. V. Geerd nog niet terug van reis naar Holland. Vader en Moeder vierden vandaag 35 jaar huwelijksfeest. Ik heb een bloemetje op mijn overall gestoken en een veld bouquetje geplukt. Foto thuis.
19 Augustus. Bijschrijven op de bank in de heerlijke zonsondergang. Eens zijn we weer thuis.
20 Augustus. ’s-Avonds weinig ziek.
21 Augustus. Bedrijfsleider deelt H. van der Vries[24] in ons bijzijn mede dat diens Moeder “schwer erkrankt” is. Na een rede te hebben afgestoken en veel gepraat mag hij met verlof.
24 Augustus. Naar de dokter voor “arbeitsunfähig” verklaring. Wachten van 7 uur-12 uur. Daarna ’s-Middags weer terug. Verdere dagen in bed, naar apotheek, en stad, lezen etc. Fransche boer bij de dokter. Bij dokter alle nationaliteiten. Hollanders, Fransen, Russen, Duitsers.
1 November 1943. Allerheiligen. Laat ons verheugen in den Heer, zo begint de introïtus. Ik heb even de Mis gebeden. Welk een dag. ‘s-Ochtens houdt Tekkie een kleine rede. We gaan hier weg als reden de arbeidsinzet. Inleveren van de dekens. Verder inpakken. Enorme rommel. Ontzagwekkende bagage. Er wordt ons medegedeeld dat we ‘s-middags om 2.30 vertrekken naar Herzberg am Harz naar een munitiefabriek. Bij dit horen ging er een schok door mij. Mijn God, Gij zult ons bijstaan. Help ons op dit zo schone Allerheiligenfeest opdat toch alles weer terecht mag komen. Ongeveer 8 uur nog even door de afdelingen gelopen en afscheid genomen van verschillende Russische vrienden. Moge zij ook spoedig in hun vaderland terug keren. Maar wij komen weerom, gewis en zeker. Ik zit hier in de wachtkamer bij de tandarts. Om 8.30 hebben wij gezamenlijk met Jan Dijkhuis enige gebeden verricht ter ere van het Allerheiligen feest. Welk een vreemde gedachten doorkruisen mij, wanneer men niet weet waar of men terecht komt. Help ons Heer, o, help ons. Zo net verliet een Russin, schreiend van tandpijn, het vertrek. O God waartoe dit lijden, vroeg ik mij soms. Maar ik weet, Gij zijt toch een goede God. Ik zit hier op de koffers in het Lager en houd de wacht. Buiten op de straat. Thans zit ik hier bij station naast Ouk Visser in heerlijke zon. Prachtig weer. Indruk van de werkschutz bij het weggaan. Uitdelen geld en tellen. Aanschouw hier voor het laatst het prachtige landschap. In de verte ploegt een boer rustig voort. O God, waarheen zult gij ons voeren. Leid alles ten beste, Vertrokken 1.30 van fabriek. Auto met koffers komt zo net aan. Met Baetens[42] lui er op liggend. Zingen van ons voor het station. Drie uur vertrek, 4 uur in Northeim in die Frein. Prachtig zonsondergang. O, alle heiligen sta mij op Uw dit heilig feest bij. 5.30 te Herzberg. Mooie omgeving. Koffers opladen, naar Lager. Gelijkend een boerenschuur. Het valt mee. Naar de kantine, Zit momenteel in de Duitsche kantine onder een lawaai van muziek. Eerste indruk, vreemd en een zekere onrust. Men vertelt van ongezonde arbeid, ook wel is er gezond. Eten is goed. Boerenerf van het Lager. ‘s-Ochtends naar de kerk. Allerzielen vandaag. Memento mori. Welk een overstelpende vreugde toen ik weer na drie maanden mocht neer knielen in een kerk. Mijn God, daardoor hervond ik dezen dag mijn rust, want ik was diep geschokt. Welk een ongezonde arbeid. Iedere arbeider, Fransen, Polen etc. vertellen daarover. Pas bon pour la santé.[43] De hele dag zo'n beetje rondgezworven van bureau tot bureau voor onze diverse personalia. ‘s-Avonds in de kantine schrijven naar huis en bijschrijven.
3 November. ‘s-Ochtends naar fabriek. Werkkleding gehaald. Rondgelopen naar sanitäter. Morgen beginnen we te werken. Meester liet ons nog de fabriek zien. Ik ben 'm maar gesmeerd. 1 uur eten. Naar Nederlandsche krijgsgevangenen, hun verhalen en belevenissen. Zweren, slaag, pukje sigaar. Sigaretten. Zo blij hadden ze zich nog nimmer gevoeld. ‘s-Avonds komen hier een paar andere studenten uit andere fabriek[44].
8 April 1945. Beloken Paschen. ‘s-Ochtends ter kerke en Communie. Kerk zonder ramen. Erg koud, afgelopen dagen op de fabriek gewerkt. Pleissner 5 April in puin gelegd. Puin ruimen. Bij het station. Achting voor uiteengereten lichaam. Aardappels halen vandaag. Zoveel je wilt. Göttingen vandaag gevallen. Angstige stemming hier. Zouden vannacht de Amerikanen er al wezen? Gesprekken met vluchtelingen uit Paderborn. Jonge, wat een ellende. Honger, nergens een plaats voor hen. Ze weten niet waarheen ze moeten gaan. Slapen in de bossen. Alles heb ik reeds gepakt. Jonge, welk een dagen.
9 April. Heden is Ben jarig. Proficiat kerel. Vanochtend moesten we aantreden, Becker de barakken langs. Alles loopt weer terug. Niemand gaat werken. ‘s-Ochtends bommen op stad, Huizen in brand. Angst der mensen, Tiefflieger de hele dag boven. Lagerfuhrer en Hochapfel[117] geen pakje meer, geen insigne. Krijgsgevangenen Nederlanders weggevoerd. Jammer voor die kerels. Transporten komen langs. Armzalig gezicht. Hoe lang nog. Wat zal er gebeuren. Help ons God. Help ons.
10 April. Alles is in afwachting. De vrouwen en de kinderen in de stad zijn de bossen ingevlucht. De stad wordt verdedigd. Zit hier in de zon voor ‘n Fransche barak, Jagers cirkelen boven. Bij Homan staat geschut. Wat zal er van die stad worden. Vanaf twee uur kan de brug van de Sieber springen.
11 April. De brug gisteren laten springen. Geweldige klap. Onzin, zo'n klein riviertje. Vannacht in kelder op vloer geslapen. Heb toch nog steeds een grote angst. Er wordt reeds hevig met artillerie geschoten, Polden[118] zou gisteravond in brand zijn. De Polen hebben zich allen zat gedronken. Uit de wagens op het station.
12 April. Dank God, mijn God dank. Hedenmorgen rijden Amerikaansche tanks de stad binnen. Wij zijn verlost. Welk 'n emoties. Vannacht in de kelder geslapen. In 't dorp hangen de witte vlaggen uit. Een geweldige plundering van magazijn en particuliere huizen is aan de gang. Alles wordt weggesleept. Gelukkig dat wij ons er niet aan hebben bezondigd. Mogen wij spoedig ons Vaderland bereiken. Onze geliefde familieleden terug zien. Choc is net bezig een gans aan het braden in z'n witte schortje. De bakker geeft gratis brood aan de buitenlanders. Dan de Duitsers. De burgemeester leest een proclamatie voor van de overgave. Jonge, jonge, wat is dat alles toch snel gegaan.
15 April. De varkens zijn ondertusschen in onzen kelder ondergebracht. De Engels sprekende Fransen hebben de Lager leiding. Er komen vreemden hier zo in het kamp bij. Zit hier achter de Sieber op 'n heuvel. Zacht weertje. Toch wil de zon niet doorkomen.
17 April. Gisteren pracht weer. In de zon liggen en gewerkt aan het toneel in de kantine. Er komen Franschen op doorreis. Ook Belgen waren er de avond tevoren. Zo net kwamen er weer twee Nederlanders. Hun verhalen zijn waarlijk kostelijk. Vanochtend in de zon gelegen. De Duitsers moeten in het kamp werken. Kolenwagens voor burgers bestemd worden het Lager binnen geloodst.
21 April. Heden Zaterdagavond. De laatsten dagen in zon gelegen op luie stoel. 'n Best leventje. Overdags bezoek van krijgsgevangenen en Hollanders om de radio te horen. Een in en uitlopen. Hedenmorgen vertrokken Henk en Jan van Eerden, Schoenmaker, Hans van Sassen[119]; Klaver[120] en Lammers met een karretje lopend[121] naar Holland. Een regenachtige dag hebben zij. Mij benieuwd of het gelukt. In de communiqués van gisteren en vandaag werd Hilversum genoemd. Jonge, wat zal er van mijn Vaderland en mijn geliefde familie worden. Moge ik haar spoedig terugzien. Bernard Sassen gisteren naar Sussen gegaan op de fiets. Nog niet terug. We hebben ongeveer 100 kilo rogge voor 5 man. De Duitsers moesten graven delven voor de slachtoffers der fabriek. Was nog even op het kerkhof. Zonder eenige plechtigheid worden de lijken begraven. De fabriek wordt zo'n beetje door de Franschen naar het Lager overgebracht. Salpeter, touw enz, Om te ruilen met de boeren.
22 April. Zondagavond. Bernard komt ‘s avonds thuis. Het meisje, de studente, was gedood. Door voltreffer. Jammer. Slecht weer vandaag. Regen, wind en koud.
23 April. Heden St. Joris. Vanmiddag naar Frans Grissele geweest voor fiets. De Russen in de stad Berlijn. Hitler blijft in Berlijn. Er heerscht een groten wanorde. De heren naast ons hebben vandaag pannenkoeken gebakken.
24 April. Hedenmorgen vertrokken per voet en met kar Bakker, Verheij en Sieben[122]. Het weer betert zich. Doe nog steeds mijn best voor banden. Weldra zal ik hier allen zitten.
27 April. Eergisteren gingen Casten en De Buy lopend weg. Heerlijk zon laatsten dagen. Vandaag weer regen. Vanmiddag komen twee Amsterdammers logeren, te voet uit Leipzig[123]. Zit thans met de andere Hollanders in de barak kletsen. Bernard en Joost naar boven om afscheid te nemen. Uit Nederland geen frontnieuws. De Engelsen weer terug getrokken uit de Bommelwaard. Hulp verlening toegezegd door England aan de honger provincies Holland en Utrecht. Wat zal dit alles worden.
28 April. Bernard, Jan-Joost en Langenhorst weg. Ik ben nu gansch alleen, de laatste achtergeblevene van onzen studenten. Thans nog met de Rotterdammers en Amsterdammers. Vanavond gezamenlijk gegeten, bruine bonen, paprika en aardappels. Uitstekend. Help mij God en help ons. Vanochtend kamer naast ons opgeruimd met Amsterdammers. De vaat gedaan en boeken overgebracht. Zit thans voor de kantine en het begint te regenen.
30 April. Heden verjaardag van H.K.H. Princes Juliana. Geluisterd naar Radio, ‘s-avonds bij fietsen reparateur. 600 ton aan pakketten boven de honger provincies uitgeworpen. Mussolini gedood. Geen nieuws uit Nederlands front. Franschen erg lustig. Ze amuseerden ons. Gisteren dansen in de kantine van Polen en Fransen, en Polen en Amerikanen.
2 Mei. Gisteren 1 Mei vertrokken De Bodewitse[124] en Bertus. Wel thuis. Laten een hoop bonen en andere achter. De Hollanders hebben geen toegang tot het 1 Mei feest in de kantine. Vanmiddag weer twee Hollanders op bezoek. Die hadden 20 Duitschers gevangen gemaakt. Vandaag vrij goed weer. Vanavond weer regen. Heden is Lenie jarig. Proficiat meisje. Nog velen jaren.
3 Mei. Verhalen van Bakker en Tieman, hun wederwaardigheden. Wij hebben heerlijk gelachen. Heden komen weer twee nieuwe Hollanders hier in de kamer wonen. Uit Leipzig. Een Hilversummer en Epenaar, Ook komt er ‘s-middags nog een Hollander op de fiets. Naar anderen Stubbe. Krijgen geen vergunning om door te reizen. Hitler is dood. Men zegt door zelfmoord.
5 Mei. Op dit ogenblik 10 uur ‘s-morgens geven de Duitschen troepen in Holland zich over. Holland is bevrijd. Dank God, dank. Na vijf jaren van leed, welk een vreugde. Gisteren waren Cisca en Tieman jarig. ‘s-Avonds gelachen in bed om Tieman en Bakker.
6 Mei. Heden twee jaar van huis. Iederen dag kunnen we nu naar Holland vertrekken. Onzen gedachten en gesprekken zijn ook van dezen. Vanmiddag krijgsgevangenen met hun verhalen. Tieman vertelt over Nederlandse meisjes. Dezen dag om 12 uur is het einde van de oorlog in Europa. Dank mijn God dat Gij ons hebt bewaard.
7 Mei. Vannacht pakten de Fransen. Wij vanmorgen. Wij gaan nu gauw weg.
8 Mei. Inmiddels werd het gisteren ongeveer 1 uur toen wij het Lager verlieten. In open wagens weg, richting Braunschweig. Prachtige tocht, veel stof. Onderweg was niet veel vernietigd. Weinig sporen van den oorlog, buiten kleine bruggetjes die gesprongen waren. Door Braunschweig heen. In de stad veel verwoest, meest uitgebrand. De grote torens zijn verdwenen van de rode kerk. Nog even pauze voor Oebisfelde. De krijgsgevangenen naar station. ‘s-Avonds al weg. Gisteren ook afscheid van de Fransche artiest Robinet. Hij geeft mij wat te lezen. Sta weer verwonderd. Gisteren gesprek met negers[125]. Soepele, lenigen kerels zijn dat. Italianen maken muziek. Er wordt gedanst. Het Hollandsche meisje. Vreemd zo'n meisjes stem weer te horen. Zit hier achter in het kamp in de zon tegen de spoorrails. Een prachtigen dag zal het vandaag worden. Vannacht zo'n beetje geslapen op de grond. Koude tocht. Om half vijf opgestaan, wassen en rondlopen. Er is een groot vuur ontstoken, waar men de helen nacht heeft bij geslapen en gezeten bij het kraantje wassen wij ons in een rijtje. Vanmorgen een jongen die de juskommen aan stukken slaat, terwijl een ander ze voor hem naar buiten werpt. Eten uitdelen zonder kaartjes, thans in de wagen naast Bakker. Prachtig weer en volle zon. We hebben het kamp verlaten. Negers speelden rugby.
9 Mei. Gisteren 6 uur vertrokken. Wij kregen weer drie pakjes van de Amerikanen. In open wagen. Het is prachtig weer. Wij wuiven naar de Yankees. Een gooit sigaretten vanuit de brug. Andere zwaait met een pas gevangene visch. De anderen photograferen. Zit hier boven op de wagen. Door Hannover dezen nacht. Haast niet geslapen. Bij stilstaan in Kehrt[126] een beetje gedut. Erg ongemakkelijk op bankje en mijn rugzak. Ongeveer 4 uur bij Bielefeld. Steeds stoppen onderweg. Ze rekenen niet op ons, bruggen kapot. Bij Bielefeld veel negers. Omgeploegd. Duitschers onder toezicht van de negers. Banken van het station in de coupe gesleept. Ook de wagens met groen versiering. In het riviertje heerlijk gelegen en voeten gewassen. Weinig duizelig door geen slaap in de laatsten drie dagen. Vonken achter trein en rook.
10 Mei. Dag der oorlog in Nederland.[127] Wil hun zielen hebben o God. Heden Hemelvaartsch dag. Vannacht bij Meckelenbach[128] blijven steken. Zo'n beetje op noorden aan. Slecht geslapen. Vanochtend gewassen bij kraantje. De anderen bij een kraterbomgat. Gisteren ongeveer 1½ uur oponthoud tijdens welke de inwoners van het dorpje ons wat te drinken en eten gaven. De meisjes in dezen streken zien er allen keurig gekleed uit. Oude heer gisteren met een overall over zijn mooie pakje. Onder toezicht van negers, Fransen koken hun potje tussen de rails en stenen.
11 Mei. Wij zijn in Holland. Hoera. Ongeveer om 4 uur de grens overschreden. Afscheid van de Franschen. Naar school. Kreeg brood. ‘s-Middags bruinen bonen soep. Stad vol licht. Heerlijke ruime gevoelens.[129]
12 Mei. Men danst en speelt hier. Vandaag wordt een N.S.B. er ontdekt op het schoolterrein. Hij zweet zich dood. Prachtig warm weer vandaag.
13 Mei Vandaag Zondag. Naar de H. Mis om 8 uur Het zal ongeveer 2 tot 3 maanden duren voor wij naar huis gaan. Een Maastrichtenaar ontmoet die het doodschieten meemaakte van Hollandsche jongens en Russische meisjes.
15 Mei. Gisteren werden wij gekeurd. In vrachtauto’s met bagage. Eerst ontluist. Geadministreerd. Doorlaat post en dokter. Ontmoet in de gymzaal Glazenburg, Wassink[130] en Vorenkamp[131]. Zij waren door de Elbe-linie heen gebroken. Des avonds ongeveer 9 uur naar een andere school, waar we nu blijven. Mooie lokalen. Vandaag voor het eerst echt vrij. We mochten de stad in. Ben vanmiddag met Bakker even wezen kijken.
17 Mei. Gisteren naar Caberet in de Oude Kerk, ‘s-Ochtens wandelen naar forten. In de zon gelegen. Ontmoet jongetjes met hun zusjes. Vandaag naar Tom Crijns geweest. Boerderij “Zonnenberg”. Gezellig gepraat over studie en anderen. Naar de Champion kweekerij in de St. Pieter[132] wezen kijken, met een lamp en weegschaal. Daarna eten in den keuken. Hij vroeg of ik nog eens terug kwam.
19 Mei. Gisteren 18 Mei was Zus twee jaar getrouwd. Gistermiddag in de Maas gezwommen. Heerlijk water. Een keer heen en terug. Des ochtends naar de St. Servaas kerk. Mooie kerk. Om tien uur ‘s-ochtends bidden we voortaan een rozenhoedje in een kapelletje hier vlak bij. Vanmiddag naar St. Pieterburg[133] gewandeld. Fijne zon. Kijk naar de padvindertjes die steeds weer in patrouilles komen aanlopen. Ontmoet Amsterdammer door de zon verbrand. Vertelde 10.000 doden in Amsterdam, nog opgestapeld in de kerk. 15.000 in Rotterdam. Vindt me zo jong en grappig in dat korte broekje. Vertelde van de Limburgsche jongens. Niet veel fraais. Een agrarische student vertelde dat we niet verder mogen studeren. Proost! Vanochtend drie blousjes gewassen, Ging vlug en fijn met die zeep. Gisteren naar varieatie geweest in de kerk. De ouderen mensen bij ons maken zich zorgen. Worden mager en houden het niet uit.
20 Mei. Heden Pinsterfeest. Des ochtends Hoog Mis om 10 uur in de St. Servaas. Des middags in het stadspark gezeten. Avonds komt er wat regen en onweer. Overdag warm. Gelukkig wat verfrissching. Dit is het derde Pinksterfeest van huis.
21 Mei. Tweede Pinksterdag. Vanochtend 10 uur weer naar de kerk. Des avonds gesprek met kamergenoot. Vertelde van 8 maanden concentratiekamp. Naar de W.C. gaan op commando. In Buchenwald. Gier onder bed en in pannetjes. Met straffenpannetje in je gezicht gegooid. Slagen 50 maal. Als lijk in een hoek gegooid. Emmers water er over en weer 50 slagen. Spieren kapot. Knikkende knieën. Tijdens het werk niet naar de w.c. Trap onder je achterste. Nooit wassen. Met je benen in de poep werken. En zo naar bed. Daarna in de kolen werken. Luizen. Bloedvergiftiging. Naar vernietigingslager, vergast. Werken in de sneeuw. In Januari met bloten voeten. Pijn. Vechtpartijen onder elkaar, elkaar doodslaan voor lijk, van de honger niet kunnen eten. Brood gappen. Totaal geen kameraadschap. Bommen demonteren. In kouden kelders slapen. 12.000 per dag vergast. De rooie kamergenoot was gevlucht tijdens een bomaanval. Opgevangen door politie en tweemaal in het been geschoten. Een emmer water konden ze niet meer optillen. Bij kamp bomtrechters met bloten voeten in de sneeuw dicht maken. Lijdenstocht. Mensen die langs de weg bleven liggen. Later in kar terug gebracht.
22 Mei. Vannacht komen er een 100 tal nieuwe mensen aan. Drukte. Mensen van Arnhem en anderen provincies vertrekken. Hoe lang moeten wij hier nog zijn. Afscheid van Nol Janssen. Gaat naar Bemmel.
23 Mei. Vanavond cabaretavond voor Jansen. De M.P. zegt we blijven tot 1 Juli hier. Jonge, jonge wat lang nog. Vanmiddag gewandeld over de St. Pietersburg. Vanavond weer regen. Vanmiddag naar de kapper. Er wordt onder de heren aardig gekankerd op alles, op het niet weggaan en de bureaucratie van thans. Wij zijn met de oorlog geen klap opgeschoten. Nog steeds geen berichten van thuis, Jonge, waarom kan dat alles niet vlugger gaan.
24 Mei. Vandaag den helen dag zo'n beetje binnen gelegen. Het meisje Betty wordt vandaag door een marechaussee gehaald. De rooie kamergenoot uit het concentratiekamp gaat vanmorgen vroeg naar Den Haag. Er wordt druk gekankerd en gehandeld onder ons en met de burgers van Maastricht. De gekste dingen hebben de onzen meegesleept: lakens, kleden, ondergoed, pakken, schoenen, levensmiddelen. Vanochtend werd de S.K. man verhoord door een Nederlandsche soldaat. Gevolg was een geweldig gekanker op de hedendaagsche toestanden. Zo te horen zijn er nog veel Hollanders in Duitschland gedood. In zekeren plaats 200 bij een aanval van de 400. In Saarbrucken 70 doden.
26 Mei. Eergisteren gingen de Eindhoveners en Tilburgers weg. Vanmiddag gewandeld over de St. Pieterbrug. Veel wind. Mooie lupine bloemen. Bakker en Lange Gerrit eergister dronken. Spelen toneel. Een Amerikaan daalt met zijn vliegtuig achter St. Pieter. Zijn vrouwtje laat hij uitstappen. Wuift nog even na vanuit zijn vliegtuig.
27 Mei. Drie dagen geleden bloeide het rogge op de St. Pieter reeds. Vanmiddag weer op St. Pieter gewandeld, en heerlijk gelegen op plekje tegenover kasteel. Ongeveer 5 uur naar Gerard van Bers. Gezellig gekletst en om 7 uur loopt hij mee naar onzen school. Morgen gaan wij weg naar Weert. Vanavond even gepakt. Gisteren was een fijne dag. Voor het eerst weer na 8 maanden bericht van thuis. Kerk onbekende priester.
28 Mei. Lig in het gras naast Van Roo, wachtend op transport. Wij zijn reeds in de wagon, maar de trein is nog steeds niet weg. Om 10 uur zouden we weg gaan, maar nu al 12 uur.
29 Mei 1945. Gisteren via België naar Weert. Ongeveer 1.30. vertrokken en 7 uur in Weert. Warm in wagon. Steeds naar buiten kijken. Des avonds onweer en geweldigen regen. Zoo kwamen wij aan. Onder weg toewuivende Belgen. Niet veel kapot. Kregen een stuk brood van de Belgen. Erg geverfd zijn die meiskens daar allemaal. Over Albertkanaal. Bagage op auto’s. Lopend naar school. Des avonds om 6 uur boterhammen, daarna naar bed. Er wordt stevig gekankerd. Sliep lekker dezen nacht. Was erg moe en had hoofdpijn. Vanmiddag weer gewandeld tot buiten Weert. Mooie dag. ‘s-Middags ontmoet bij school Baes, Bob Blonk en Piet Gimbel[134] toen ik mijn bord eten naar buiten droeg naar de gang. Gekletst. Naar café bier drinken. Om 3 uur afscheid. Zij gaan door met de trein van 4.30 naar Eindhoven. Vertelden nog van het gedrang der Duitschen krijgsgevangenen over de Elbe te vluchten voor de Russen.
Jan Brölmann keerde terug naar zijn ouderlijk huis in Hilversum en naar de universiteit om zijn studie voort te zetten. Hij behaalde in de loop der jaren gevorderde graden in plantenveredeling, gevorderde plantkunde en plantenstructuur. In 1952 trouwde hij met Antoinette (Nettie) van Rhijn[135], ook uit Hilversum. Jan en Nettie kregen vier jongens, emigreerden naar de Verenigde Staten in het midden van de jaren 1960 en vestigden zich in Fort Pierce, Florida. Daar zette zijn onderzoek in de plantenbiologie voort aan de Universiteit van Florida.
De PostNL-tracker geeft deze vrijdagmorgen aan dat de bezorger er tussen 08:15 uur en 10:45 uur zal zijn. Twee weken geleden gekocht op een veilingsite; met kerst en nieuwjaar duurde de bezorging allemaal wat langer. Ondertussen was het 11:15 uur, geen bezorger. De website was ondertussen veranderd naar 'uiterlijk om 22:00 uur'. Er zat niets anders op dan te wachten. Om iets voor drie kijk ik nogmaals. De tijd is weer aangepast, nu is hij er tussen 16:00 en 18:00 uur. Mooi, tijd om nog even boodschappen te doen. Ik trek de deur open en sta oog in oog met de bezorger. Blijkbaar was hij er toch weer wat eerder...
Ik krijg een klein envelopje in mijn handen gedrukt en na een mooie handtekening voor ontvangst kan ik mijn nieuwe aanwinst voorzichtig open maken. In de envelop zit een nog kleiner envelopje. Niet alleen zit er een postzegel van Adolf Hitler op, maar er staat ook in grote letters: “Bereitschaftslager Schloss der Fabrik Herzberg”. Het is een brief van een student aan een andere student, beiden verplicht in Duitsland tewerkgesteld. Het Lager is die van de munitiefabriek in Herzberg, waar ik al een tijd onderzoek naar doe. Deze brief op een veilingsite tegenkomen was dan ook een bijzonder moment. De brief in handen hebben nog meer.
Het is een brief van Bob Blonk[note]Nicolaas (Bob) Hendricus Marie Blonk (Veur, 10-11-1917 – Vught, 27-12-1995).[/note] aan zijn vriend Ton Verdenius[note]Anthonie (Ton) Gezinus Verdenius (Amsterdam, 21-10-1920 – Nijmegen, 14-03-1998).[/note]. Bob werkte in de munitiefabriek in Herzberg, Ton in een touwmakerij in Riemsloh. Bob en Ton leerden elkaar in januari 1940 kennen in een kazerne in Breda. Volgens de familie Verdenius schreven ze vaak naar elkaar, met raadsels, puzzels en schaakproblemen. Wat ze in deze brief schrijven hebben we nog niet helemaal kunnen ontcijferen. Hiervoor kunnen we uw hulp van harte gebruiken! Via onze website kunt u helpen met overtikken van deze brief, en vele anderen. De brief van Bob Blonk is hier te vinden:
Pagina 1
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Het is nu ruim twee jaar geleden dat ik de brieven van Gerard Schampers in handen kreeg. Een student in oorlogstijd, wonend in Helmond en studerend in Tilburg. In 1943 werd hij, met nog 21 andere studenten, tewerkgesteld te Dassel in Duitsland. In Dassel werkten ook een aantal Limburgers, die opgepakt waren tijdens de Kerkrazzia's in oktober 1944. In juni en augustus 2023 bezocht ik Dassel. Nu was het tijd voor een derde bezoek en een nieuwe serie aan artikelen.
Tijdens het onderzoek naar de studenten, die in Dassel tewerkgesteld werden, werd al snel duidelijk dat ze niet direct in Dassel terecht zijn gekomen. De reis van Kamp Erika naar Dassel ging via een aantal tussenstations... in letterlijke zin. De langste stop was in Herzberg am Harz. Daar kwamen de studenten op 18 mei 1943, per trein, in Herzberg aan.
Gerard Schampers, een van de studenten, schreef over de reis: “We stapten in de trein en hoorden onderweg dat de technici naar Osterode moesten en de rest verder door naar Herzberg. In Osterode wilden enkele uitstappen maar dat mocht niet. 't Hele stel moest door. Om 7 uur kwamen we in Herzberg am Harz. Daar bleek dat ze pas om 5 uur bericht gekregen hadden dat we zouden komen. We kregen soep te eten, die naar omstandigheden redelijk wel was. We worden behoorlijk behandeld en hebben nog niet gewerkt. De eerste paar dagen zullen we dat ook nog wel niet doen. Wat er verder zal gebeuren weet ik niet er is nog niet veel van te zeggen. Ons adres is voorlopig: Gemeinschaftslager Pleissner (Wiese) Herzberg a. Harz.” [note]TracesOfWar.nl - Gerard Schampers, van student tot dwangarbeider, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note]
De 40 studenten werden tewerkgesteld in de Pleissner-fabriek in het zuiden van Herzberg, vlakbij het hoofdstation van het stadje. Herzberg am Harz ligt, zoals de naam al doet vermoeden, in het Harzgebergte in het midden van Duitsland. Het stadje met haar vakwerkhuisjes werd en wordt gedomineerd door het kasteel van Herzberg. Dit kasteel, met haar oorsprong in de 11de eeuw, staat op een berg met uitzicht over de gehele stad. De studenten die uiteindelijk in Dassel terecht kwamen, zaten daar ruim een week.
Na al twee keer in Dassel geweest te zijn, vinden we het tijdens ons derde bezoek ook tijd om Herzberg am Harz te bezoeken, op een uur rijden van Dassel. Deze ochtend rijden we vroeg richting Herzberg. Het is een beetje een druilerige dag, de zon heeft zich nog niet laten zien. Via Osterode rijden we uit het noorden Herzberg binnen, met aan de rechterhand op de berg het indrukwekkende kasteel. We rijden door het stadje naar de Pleissner-fabriek, net iets voorbij het hoofdstation. In deze staalfabriek kwamen de studenten aan. Tegenwoordig is het nog steeds een staalfabriek, maar veel van haar geschiedenis is inmiddels verdwenen. Op 6 april 1945 voerde het Amerikaanse Ninth Air Force een aanval uit op de spoorcomplexen van Gottingen, Northeim en Herzberg.[note]USAAF Worldwide Operations Chronology, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] Pleissner werd ook getroffen en voor 70% vernietigd.[note]Matwijow, K., “Spurensuche” in Herzberg am Harz, 1933-1945, pagina 72.[/note]
We lopen een rondje om het fabrieksterrein. Veel is er helaas niet meer te zien, maar het blijft de plek waar de studenten tewerkgesteld werden en een week verbleven, voordat ze naar Dassel doorgestuurd werden. Zo'n twintig andere studenten bleven hier achter om te werken in de staalfabriek.
Eén van hen was Co Neeteson, hij herinnerde zich: “We werkten van 's ochtends zes tot 's avonds zes, in een staalfabriek. Velen moesten met de handen werken, maar er waren er ook een stuk of zes, die op een bouwbureau terecht kwamen. Daar zat ik gelukkig ook bij.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note] In Herzberg hadden ze de nodige bewegingsvrijheid. Co: “We mochten vrij rondlopen, we waren immers geen gevangenen. Dus trokken wij er op uit, de berg op. Of naar het café in het dorp, dat aan een klein meertje lag.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Zo trekken wij ook Herzberg in, de berg op, naar het kasteel. Het staat bij ons bezoek in de steigers, het wordt weer eens gerestaureerd. Na de oorlog was dat ook al nodig, omdat het dak er af was geblazen door het ontploffen van de naastgeleden munitiefabriek.[note]TracesOfwar.nl - Nederlandse studenten in een munitiefabriek, geraadpleegd op 22-11-2024.[/note] In het kasteel is een klein museumpje gevestigd. Heel veel over de oorlog is er niet te zien, wel krijgen we er de nodige informatie en contacten voor verder onderzoek.
Wat we ook krijgen, is een tip over het café aan het meertje, de Juessee, midden in Herzberg. Het café zelf bestaat niet meer, maar het huis staat er nog wel. Het is nu een gewone gezinswoning. Het moet er uit zien als een klein kerkje, met een zwaan op de toren. We rijden naar het meer en parkeren de auto. We besluiten een rondje om het meer te wandelen, om zo het huis vanzelf tegen te komen.
Het is ook niet te missen, het torentje, de zwaan... er hangen zelf nog een paar oude lampen met bierreclame aan de muur. Dit is overduidelijk het café waar de studenten hun vrije tijd doorbrachten, al veranderde dat wel in de loop van de oorlog. Co: “We gingen daar in onze schaarse vrije uurtjes nogal eens een biertje drinken, dankzij de paar marken die we verdienden, totdat de baas ons een keer, met tranen in zijn ogen, moest weigeren: hij mocht geen buitenlanders meer ontvangen. Voor het raam kwam toen ook een bordje: Verboten für Ausländer.” [note]Herinneringen Co Neeteson.[/note]
Wij lopen verder rond het meer. Nu, op een bewolkte herfstdag ziet het er niet zo mooi uit als in de zomer van 1943 toen de studenten hier aankwamen. Grijzer en bewolkter zou het voor de studenten ook worden naar mate de oorlog vorderde. De paar vrijheden die ze nog hadden, werden steeds verder ingeperkt. Het was hier in Herzberg, dat deze studenten hun bevrijding meemaakten, waarna de lange toch naar huis begon.
Het blijft elke keer bijzonder om de locaties te bezoeken waar de studenten tachtig jaar geleden werkten, sliepen en leefden. Wij rijden met de opgedane indrukken, de foto's en alle informatie weer terug naar Dassel, met onze gedachten in de grijze wolken.
Lees ook de andere delen in deze serie:
- Dasselse dwangarbeiders: Herfst (1/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Terug naar school (2/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Bioscoop Klenke (3/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Frau Kolle (4/5)
- Dasselse dwangarbeiders: Herzberg am Harz (5/5)