TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

M6A2E1

    Inleiding

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelden de Verenigde Staten enkele zware tanks die nooit aan het front werden ingezet. Na de invasie van Europa op 6 juni 1944 was het Ordnance Department, een onderdeel van het Amerikaanse leger dat het leger moest voorzien van wapens en munitie, van mening dat een beperkt aantal zware tanks gebouwd moest worden. Die tanks zouden vooral ingezet werden om sterke verdedigingslinies zoals de Siegfried Linie te doorbreken. Een van de voorstellen was om bestaande prototype tanks om te bouwen of te testen met zwaardere bewapening en bepantsering. De modificatie van enkele, nooit aan het front ingezette T1E1 zware tanks was een van de pogingen om een nieuwe tank te ontwikkelen die aan die taak voldeed. Een van die pogingen resulteerde in een van de meest unieke en krachtige tanks van de Verenigde Staten die tussen 1944 en 1945 nooit aan het front is ingezet, maar wel ingezet werd om onderdelen van nieuwe zware tanks uit te testen. Dat was de M6A2E1.

    Ontwikkeling en productie

    De nooit ingezette T1E1 zware tank kon gemodificeerd worden waarbij het machinegeweer in de romp en het kijkvenster van de chauffeur verwijderd werden om een dikke stalen plaat aan de voorkant van de romp te monteren. De T1E1 had aan de voorkant van de romp namelijk 101.6 mm dikke staalplaten, maar om betere bescherming te bieden kon die bepantsering zodoende verbeterd worden. Dat was wellicht ook noodzakelijk omdat de nieuwe tank naast sterke verdedigingslinies, bestaande uit bunkers en geschut, ook zware vijandelijke tanks kon ontmoetten. In 1944 was bij de geallieerden namelijk bekend dat de Duitsers zware Tiger- en Panther-tanks hadden.

    De montage van een extra staalplaat aan de voorkant van de romp bij de T1E1 zorgde ervoor dat de effectieve dikte opliep tot 190 mm (in plaats van de standaard 101.6 mm). Een nieuwe koepel was al ontworpen voor een andere zware tank, de T29, die gebruikt kon worden om gemonteerd te worden op de romp van de T1E1. Deze koepel zou met een 105mm T5E1 kanon uitgerust worden. Omdat de koepel eigenlijk ontworpen was voor een groter onderstel en een grotere tank (T29), moest de koepelring van de T1E1 vergroot worden. Dat werd gedaan en de romp werd aangepast om de nieuwe koepel te kunnen dragen. Het plan was om vijftien T1E1 tanks om te bouwen met die nieuwe koepel en bewapening (dat zou mogelijk zijn in 90 dagen). Een aanbeveling van 14 augustus 1944 stelde voor om dat plan uit te voeren en de tank als ‘M6A2E1’ aan te duiden.

    De Army Ground Forces van de Amerikaanse strijdkrachten was van aanvang sceptisch tegenover het project en de Army Service Forces stuurde Generaal Eisenhower per telegram een bericht om zijn mening en goedkeuring te vragen om die vijftien T1E1 tanks om te bouwen. Eisenhower reageerde op 18 augustus en vond dat het project niet nodig was omdat de tanks niet praktisch waren om ingezet te worden in het ETO (European Theatre of Operations). Een van de problemen van de voorgestelde M6A2E1 was dat de tank niet over steile hellingen kon rijden. De tank zou dus vooral geschikt zijn op vlak terrein. Op 22 augustus 1944 werd het project van de M6A2 volledig stopgezet.


    De zware tank M6A2E1 op Aberdeen Proving Ground. Bron: U.S. Army

    Na het bericht van Eisenhower was het project eigenlijk afgelopen. Echter, twee M6A2E1 tanks werden toch gebouwd of omgebouwd om de koepel en de bewapening van de nieuwe T29 zware tank te testen. Twee koepels met bijbehorende bevestigingen, bewapening en interieur werden gemonteerd op de romp van de T1E1 en getest bij de Aberdeen Proving Ground. Die twee M6A2E1 tanks werden niet uitgerust met extra dikke stalen platen aan de voorkant van de romp zoals in de technische specificaties van het voorstel aangegeven omdat dit niet noodzakelijk was om de testen uit te voeren (anders dan mogelijke inzet aan het front). Beide tanks verschilden ietwat van elkaar en werden als 'M6A2E1-1' en 'M6A2E1-2' aangeduid. Een groot verschil tussen beide modellen was dat de frontale bepantsering bij de M6A2E1-2 in een grotere verticale hoek was gemonteerd. Over het algemeen kan gesteld worden dat de gebouwde of omgebouwde testmodellen van de M6A2E1 erg groot en hoog waren, zelfs nog groter dan vijandelijke tanks zoals de Panzerkampfwagen V 'Panther' en Panzerkampfwagen VI 'Tiger'. Beide modellen van de M6A2E1 vielen vooral op door de zeer grote koepel en de hoogte van de voertuigen.


    De zware tank M6A2E1 #1. Bron: U.S. Army

    Loopwerk en overige bijzonderheden

    Het loopwerk van de tank oftewel de rupsbanden werden niet aangepast. Het ging om Horizontal Volute Spring Suspension (HVSS) zoals toegepast bij de T1E1 en de M6 zware (prototype) tanks. Ook de eerste middelzware M4 Sherman modellen maakten gebruik van HVSS. De rupsbanden van de M6A2E1 waren van het type T31. De tank had een elektrische transmissie en haalde een topsnelheid van 29 kilometer per uur. Het voertuig woog ongeveer 69.8 ton (afhankelijk van de belading kon dit verschillen). De M6A2E1 had een Wright G-200 model 795C9GC1 9 cilinder motor met een vermogen van 700 tot 960 pk. Een telescoop en verschillende periscopen van het type M6 waren aanwezig. Daarnaast waren nog zes kijkvensters in de cupola, het bovenste luik op de koepel, aanwezig.

    Bepantsering

    De M6A2E1 had indien de specificatie met extra bepantsering was uitgevoerd ongeveer 190 mm staal aan de voorkant van de romp. Het gezaghebbende boek Firepower: A History of the American Heavy Tank (2017) van de Amerikaanse historicus R.P. Hunnicutt noemt 191 mm (‘equals 7.5 inch’). Het ging om de standaard bepantsering van 101.6 mm in een hoek van dertig graden plus een extra plaat. Deze extra plaat was volgens een berekening 36.81 mm dik in een schuine hoek van plusminus 46 graden (zie de informatie in de bronnenlijst). Op sommige plaatsen was de effectieve dikte van de pantserplaat aan de voorkant meer dan 191 mm omdat de pantserplaten in een schuine hoek waren gemonteerd (dat vergrootte de effectiviteit van de bepantsering). Echter, de M6A2E1 is nooit in grote aantallen geproduceerd en niet aan het front ingezet. Er was bij de testversies geen sprake van extra bepantsering aan de voorkant van de romp. De frontale rompbepantsering bedroeg bij de testmodellen ongeveer 101.6 mm (gemonteerd in een hoek van plusminus 30 graden). De zijkanten van de romp waren voorzien van 50 tot 70 mm dikke stalen platen en de achterkant met plusminus 40 mm staal. De voorkant van de koepel was op sommige plaatsen 191 tot 203 mm dik en de achterkant bedroeg ongeveer 208 mm. Een rapport uit oktober 1945 getiteld 'Metallurgical Examination of Sections from the Cast Armor Turret Made by Continental Foundry and Machine Company and Two Trunnion Pins from a Heavy Tank M6A2E1' stelt dat de staalplaten aan de voorkant van de koepel op sommige plaatsen 228 mm dik waren. De zijkant van de koepel was voorzien van 89 mm staal en het dak was voorzien van staal met een dikte van 25 mm. De schuine hoeken en de vormgeving van de koepel zorgden ervoor dat de dikte op sommige plaatsen toenam.

    Bewapening

    De M6A2E1 werd met een 105 mm geschut bewapend. Het eerste 105 mm kanon was gebaseerd op de 105 mm T4 (een ‘AA’, oftewel antiluchtdoelgeschut), maar de eerste versie was korter gemaakt (L/48) en had munitie die uit één geheel bestond. De munitie was echter lang en het kanon moest zakken om te worden geladen. Daarom werd besloten om het kanon net zo lang te maken als het 105 mm T4 geschut met tweedelige munitie (huls en projectiel c.q. granaat). Dat kanon werd 105 mm L/65 T5 genoemd, oftewel 105 mm T5E1. Voor het kanon waren in de tank zestig granaten beschikbaar. Het kanon van de tank kon zes schoten per minuut afleveren. Het 105 mm T5E1 geschut maakte gebruik van de T123 montage met drie terugslagcilinders. Opmerkelijk feitje: één van de munitiesoorten (T13) voor het 105 mm geschut was gebaseerd op de 75 mm M61 granaten voor het 75 mm M3 kanon dat in veel M4 Sherman-tanks werd gebruikt. Volgens een technisch forum en een archiefstuk van de National Archives (waarschijnlijk 'Guns, 105mm T5, E1 and E2') had die granaat een explosieve inhoud 'In addition, an A.P.C.B.C. Projectile is being developed, which is a grown up version of the 75 mm A.P.C. M61. This will be a 41lb. projectile H.E. filled with B.D. Fuze M66, and it is estimated that it will penetrate 7 inch Armour at 30 degrees at a range of 1,000 yards. No trials have yet taken place'.


    De voorzijde van de M6A2E1 #1. Bron: U.S. Army

    Naast de hoofdbewapening had de tank nog één machinegeweer van het type .50 caliber (12.7mm) MG HB M2 op het dak van de koepel en één .30 caliber (7.62mm) MG M1919A4 naast het kanon. Voor de .50 caliber MG HB M2 waren zeshonderd patronen beschikbaar en voor de .30 cal MG M1919A4 vierduizend patronen.

    Munitie

    Gedurende de schiettesten op de Aberdeen Proving Ground maakte de tank gebruik van de 105 mm T32E1 'APCBC' (Armour-piercing, capped, ballistic capped), T29E3 'HVAP' (APCR, Armour-Piercing, Composite, Rigid), T30E1 'HE' (High-Explosive) en T46 'WP' (White Phosphorus) munitie. De T32E1 was een pantsergranaat met ballistische kop, de T29E3 een wolfraamgranaat, de T30E1 een explosieve granaat en de T46 fosformunitie. De T32 pantsergranaat had een projectielgewicht van 17.69 of 17.7 kilogram (soms wordt 17.7 kg genoemd) met een mondingssnelheid van 914 meter per seconde (m/s). Het projectiel van de wolfraamgranaat T29E3 woog 11.2 kilogram en had een mondingssnelheid van 1128 meter per seconde. Het projectiel van de explosieve T30E1 granaat woog 15.20 kilogram en had een mondingssnelheid van 945 meter per seconde.

    Naast die munitiesoorten kon de M6A2E1 in theorie ook munitie gebruiken die voor de 105 mm T5E1 ontwikkeld en beschikbaar was zoals de 105 mm T13 APCBC, de T37 APBC en de T182 APBC. De T13 APCBC (‘Armour-piercing, capped, ballistic capped’) was een pantsergranaat met ballistische kop. De T13 had een projectielgewicht van 18.59 kilogram en een explosieve inhoud. De snelheid van het projectiel van deze granaat bedroeg 899 meter per seconde. Van dit type munitie werden verschillende varianten gebouwd waaronder de T13E1 en T13E2. Volgens schiettesten en berekeningen doorboorde de T13 pantsergranaat op een afstand van 0 tot 457 meter (500 yards) meer dan 200 mm gerold staal (208 tot 216 mm). Volgens dezelfde testen doorboorde de T13 tot op een afstand van 1.8 kilometer (2000 yards) ongeveer 180 mm staal. Bij deze testen was het doorboren van staal gelukt indien het projectiel deels of geheel door het staal drong ('penetration is considered to be complete when the projectile passes through the plate "intact" or when a major portion of the projectile passes through'). Andere bronnen geven wat hogere penetratiedata. Volgens een wiskundige formule van commandant Jacob de Marre kon de T13 pantsergranaat maximaal ongeveer 250 mm staal doorboren. Een tabel die gebaseerd is op die berekening noemt het 105 mm T5 kanon. In die tabel staat dat de T13 pantsergranaat tussen 0 en eenennegentig meter (100 yards) ongeveer 250 mm staal doorboorde. Tot op een afstand van een kilometer (ongeveer 1100 yards) kon de munitie ongeveer 220 mm staal doorboren. Tot op een afstand van 1.8 kilometer (plusminus 2000 yards) kon de T13 ongeveer 200 mm staal doorboren. Dat betekende dat de M6A2E1, zowel de M6A2E1-1 als de M6A2E1-2, in staat waren alle Duitse tanks aan de voorkant te vernietigen. Zelfs de zwaarste Duitse tank, de Panzerkampfwagen VI Ausf. B (Tiger II) kon op een afstand van een halve kilometer en zelfs verder aan de voorkant van de koepel doorboord worden (de Tiger II had namelijk 180 tot 185mm dik staal aan de voorkant van de koepel).

    De M6A2E1: een succes?

    Omdat de M6A2E1 nooit aan het front is ingezet en de voorgestelde specificatie van de tank nooit uitgevoerd is kunnen we niet weten of de tank succesvol zou zijn geweest tegen versterkte verdedigingslinies of zware Duitse tanks. Het kanon van de M6A2E1 was gelet op de technische gegevens zeker in staat om de zwaarste Duitse tanks tot op grote afstand aan de voor- zij- of achterkant te vernietigen. Echter, zoals eerder vermeld kon de M6A2E1 niet over steile hellingen rijden. Dat was een zeer groot nadeel. Nog een ander groot nadeel was de omvang van de tank: ongeveer 11 meter lang en 3.48 meter hoog. De tank zou dus snel opvallen en vijandelijk antitankvuur veroorzaken. Echter, als prototype of testvoertuig was de M6A2E1 geslaagd in die zin dat onderdelen zoals een koepel en het 105 mm T5E1 kanon getest werden. Dat was belangrijk voor een nieuw Amerikaans tankproject in de vorm van de zware T29 tank (T29, T34 en T30 series). Volgens bronnen werden de T1E1 tanks, waar de M6A2E1 op gebaseerd was aan het eind van de oorlog als verouderd gezien en tot schroot gemaakt. Er liepen toentertijd diverse tankprojecten waaronder een ander superzwaar voertuig, de 105 mm Gun Motor Carriage (GMC) T95. De testen met de M6A2E1 waren in 1946 ten einde en in de jaren vijftig werd de M6A2E1 afgedankt en verschroot. Slechts één T1E1 is overgebleven en die kan men tegenwoordig in het U.S. Army Ordnance Museum in Aberdeen (Maryland) bezichtigen.

    Technische gegevens:

    Model: M6A2E1
    Gewicht: ongeveer 69.8-69.85 ton
    Bemanning:5 man
    Motor: Wright G-200 9 cilinder van 700 tot 960pk
    Snelheid:maximaal 29 km/u
    Bereik: ongeveer 160 km op de weg
    Afmetingen:lengte: 11.18 meter, hoogte: 3.48 meter, breedte: 3.12 meter
    Bewapening:1 x 105 mm T5E1 kanon, 1 x .50 cal (12.7mm) Browning M2HB machinegeweer, 1 x .30 Browning M1919A4 machinegeweer
    Munitie: 105mm T5E1 (60 granaten), .50 cal Browning (600 patronen), .30 M1919A4 (4.000 patronen)
    Bepantsering:op basis van het voorgestelde model met extra bepantsering maximaal 190 tot 203mm staal aan de voorkant van de koepel, 89mm aan de zijkant van de koepel en 208mm aan de achterkant van de koepel, ongeveer 191 mm aan de voorkant van de romp (extra pantserplaat) en 25mm bovenkant koepeldak. Voor de gebouwde en ingezette testmodellen M6A2E1-1 en M6A2E1-2 ongeveer 101.6mm aan de voorkant van de romp. Opmerking: de maximale dikte van de staalplaten aan de voorkant van de koepel bedroeg ongeveer 228mm
    Productie: 2 stuks (M6A2E1-1 en M6A2E1-2)

    Definitielijst

    ETO
    European Theater of Operations. Het strijdtoneel in Europa.
    geallieerden
    Verzamelnaam voor de landen / strijdkrachten die vochten tegen Nazi-Duitsland, Italië en Japan gedurende WO 2.
    invasie
    Gewapende inval.
    kanon
    ook bekend als Kanone (Du) en Gun (En). Wordt vaak gebruikt om allerlei geschut aan te duiden. Eigenlijk slaat de term op vlakbaan geschut. Wordt gekenmerkt door een langere loop en grotere dracht.

    Informatie

    Artikel door:
    Ruben Krutzen
    Geplaatst op:
    04-08-2024
    Laatst gewijzigd:
    11-08-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    British and American Tanks of World War Two