HMS Nairana was de naamgever van de Nairana-klasse Escorte vliegdekschepen van de Royal Navy die in 1943 en 1944 in dienst kwamen. Gebouwd als koopvaardijschip werd nog tijdens de bouw besloten het schip af te bouwen als Escorte vliegdekschip. HMS Nairana kwam in 1943 in dienst en nam deel aan vele konvooivaarten. In 1946 werd het schip overgedragen aan de Nederlandse Koninklijke Marine, die hat als Hr. Ms. Karel Doorman in dienst nam. In 1948 werd het vervangen door een ander vliegdekschip en werd de Nairana verbouwd tot koopvaardijschip. Als m.s. Port Victor bleef het schip tot de sloop in 1971 in gebruik.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
John Brown
& Company, Clydebank |
7 november
1941 |
20 mei 1943 |
12 december
1943 |
1971 (sloop) |
Bouwnummer :
577 |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
12 december 1943 |
1946 |
HMS Nairana
(D05), Royal Navy |
||
23 maart 1946 |
28 mei 1948 |
Hr. Ms. Karel
Doorman (QH1), Koninklijke Marine |
||
1948 |
1971 |
m.s. Port
Victor, Blue Star Port Lines |
||
21 juli 1971 |
sloop, His
Majesty's Naval Base, Faslane |
Het Britse Escorte-vliegdekschip HMS Nairana werd als koopvaardijschip (koelschip) op stapel gezet, maar als escorte vliegdekschip afgebouwd. Het schip werd aangemerkt als naamgever van de Nairana-klasse (1943), bestaande uit drie schepen gebouwd volgens eenzelfde ontwerp. Soms wordt HMS Nairana samen met HMS Vindex (D15) gerangschikt als Vindex-klasse (1943) en wordt HMS Campania (D48) als aparte klasse aangeduid.[1][2][3]
HMS Nairana werd als prototype voor de klasse gebouwd bij John Brown & Company te Clydebank. De blauwdrukken zouden vervolgens gebruikt worden voor de constructie van de overige twee schepen. De kiel van het schip werd gelegd op 6 of 7 november 1941 als bouwnummer 577 bestemd voor het koopvaardij/passagierschip m.s. Port Pirie (1941). Op 9 juli 1942 werd de romp door de Admiralty aangekocht voor conversie tot escorte-vliegdekschip. Op 20 mei 1943 werd het schip te water gelaten. De marine bemanning kwam vanaf 26 november aan boord voor de inrichting en HMS Nairana werd op 12 december 1943 afgeleverd.[4][5]
Met een lengte van ruim 160 meter en een breedte van bijna 21 meter was de diepgang 7,70 tot 7,80 eter bij een waterverplaatsing van 13.825 t leeg en 17.210 t maximaal. De twee diesel motoren leverden een snelheid van maximaal 17 knopen (31,48 km/u) bij een vermogen van 10.700 pk. Met de voorraad van 1.655 t dieselolie kon een afstand van 24.076 kilometer afleggen bij een kruissnelheid van 15 knopen (27,78 km/u). De ruim 700 bemanningsleden hadden de beschikking over een dubbel geschut van 102 mm, vier vierling 40 mm luchtafweergeschut en acht stuks dubbele 20 mm luchtafweergeschut. Het schip had een capaciteit voor achttien vliegtuigen. Deze toestellen hadden de beschikking over een vliegdek van ruim 153 meter lang en bijna 20 meter breed en een hangar van ruim 70 meter lang, ruim 18 meter breed en ruim 5 meter hoog. Het schip beschikte over één vliegtuiglift van ruim 13 bij ruim 10 meter en een katapult. Voor de vliegtuigen had het schip een bunkercapaciteit van 263.000 liter brandstof.[6][7][8]
Na haar in dienst stelling werd het schip gereed gemaakt voor training van de bemanning. Op 13 december 1942 vonden de eerste landingen op het dek plaats, uitgevoerd door No. 778 Naval Trials Squadron, vliegend vanaf RNAS Crail, met een Fairey Barracuda (BV829), de volgende dag gevolgd door een Grumman Avenger (FN837). Op 17 december begonnen de proefvaarten, waarbij vier Fairey Swordfish bommenwerpers van No. 838 Naval Air Squadron de luchtcomponent vormden. Vanaf 27 januari 1943 begon het schip aan trainingen samen met het No. 835 Naval Air Squadron, Fleet Air Arm. Samen met HMS Activity (D94) werd de Nairana ingedeeld bij de 2nd Escort Group en diende als hunter killer group voor het maken van jacht op onderzeeboten ter bescherming van konvooien ten westen van Ierland. Begin 1944 had HMS Nairana drie Hawker Sea Hurricane jagers en negen Fairey Swordfish bommenwerpers aan boord. De eerst onderzeebotjacht vond plaats op 31 januari 1944. Op die dag assisteerden Swordfishes van het schip bij het tot zinken brengen van U 592 (1941) door HMS Wild Goose (U45) en HMS Walker (D27). In mei 1944 werd het schip overgeheveld naar de 15th Escort Group en kort daarna de 4th Escort Group. Op 26 mei 1944 werd door de Hawker Sea Hurricane's van HMS Nairana het neerschieten geclaimd van drie Junkers Ju 290 vliegtuigen. Zekerheid kon hierbij worden verkregen over het neerschieten van Junkers Ju 290 9K+FK van (Fern) Aufklärungsgruppe 5 en later op dezelfde dag Junker Ju 290 9V+GK. Van de derde Ju 290 werd geconstateerd dat deze bradend in de wolken verdween. Eind 1944 bestond de luchtcapaciteit uit vier Grumman Wildcat jagers en veertien Fairey Swordfish bommenwerpers. Vanaf oktober 1944 werd het schip ingedeeld bij Home Fleet om vanuit Scapa Flow operaties voor konvooibescherming uit te voeren.[9][10][11]
Op 1 april 1945 werd HMS Nairana aangewezen als opleidingsschip en naar Belfast gezonden om daar aan de Belfast Dockyard te worden heringericht. Op 15 mei 1945 werd het schip ingedeeld bij Flag Officer Carrier Training, maar kon pas in september 1945 met haar werk beginnen. Op 30 oktober 1945 kreeg het schip twaalf Fairey Barracuda Mk III toestellen aan boord van No. 860 Squadron, Koninklijke Marine, voor trainingen aan boord van het schip. Eind december werd het schip op reserve gesteld. In 1946 werd HMS Nairana buiten dienst gesteld om vervolgens door de Nederlandse Koninklijke Marine te worden gehuurd. Het schip ging hiervoor op 23 januari 1946 te Clyde het dok in voor reparaties.
Op 23 maart 1946 werd het als Hr. Ms. Karel Doorman (QH1) in gebruik genomen. Uitgerust met Hawker Sea Fury jachtvliegtuigen, opereerde het schip in 1947 ten tijde van Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog in Nederlands-Indische wateren.[12]
Op 28 mei 1948 werd de Hr. Ms. Karel Doorman buiten gebruik gesteld en terug gegeven aan de Royal Navy. In Belfast werd het schip vervolgens verbouwd tot koopvaardijschip. Als m.s. Port Victor (1948) kwam het schip vervolgens in de vaart. Nadat het schip in 1971 buiten gebruik was gesteld, werd het in juli 1971 te Faslane gesloopt.[13]
Naam: | HMS Nairana (D05) / Hr.
Ms. Karel Doorman (QH1) |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
John Brown & Company,
Clydebank |
Bouwnummer: |
577 |
Type/Klasse: |
Escorte-vliegdekschip /
Nairana-klasse (1943) |
Waterverplaatsing: |
13.825 t (leeggewicht) 17.210 t (maximaal) |
Lengte: |
160,90 meter |
Breedte: |
20,80 meter |
Diepgang: |
7,70/7,80 meter |
Aandrijving: |
2 dieselmotoren 10.700 pk |
Snelheid: |
17 knopen (31,48 km/u) |
Bereik: |
24,076 km bij 15 knopen
(17,78 km/u) |
Bewapening: |
1x2 102 mm/45 QF Mk XVI 4x4 40 mm/39 pompom 8x2 20 mm/70 Oerlikon |
Bemanning |
700-728 |
Captain Raymond Maurice
Trevelyan Taylor (Kapitein-ter-Zee) |
31 augustus 1943 |
Captain Villiers Nicholas Surtees (Kapitein-ter-Zee) | 28 juli 1944 |
Captain George Henry Beale (Kapitein-ter-Zee) | mei 1945 - eind 1945 |
Commander La Mare (Kapitein-Luitenant-ter-Zee) |
|
Kapitein-ter-zee Alfred de
Booy |
20 maart 1946 |
Kapitein-ter-zee Johannes
Marius Logger |
21 november 1947 - 9 maart
1948 |