De Momi-klasse torpedobootjagers was een groep van 21 stuks 2e klasse torpedobootjagers van de Japanse Marine, ontwikkeld tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog. De meeste schepen uit deze klasse waren als torpedobootjager nog in gebruik tot vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren ze al vervangen door moderner torpedobootjagers en werden de schepen nog door gebruikt als opleidingsschip, patrouillevaartuig of snel transportvaartuig.
Momi (1919) Haiku 2-Go (1932) |
23 januari 1918:
kiellegging 10 juni 1919: tewaterlating 27 december 1919: aflevering 1 april 1932: Haiku 2-Go (Experimenteel schip Nr. 2) 1936: uit dienst en sloop |
Kaya (1919) |
23 december 1918:
kiellegging 10 juni 1919: tewaterlating 28 maart 1920: aflevering 1 februari 1940: uit dienst en sloop |
Nashi (1919) |
2 februari 1918:
kiellegging 26 augustus 1919: tewaterlating 10 december 1919: aflevering 1 februari 1940: uit dienst en sloop |
Take (1919) |
2 december 1918:
kiellegging 26 augustus 1919: tewaterlating 25 december 1919: aflevering 1 februari 1940: opleidingsschip 1948: afgezonken |
Kaki (1919) Osu (1945) |
27 februari 1919:
kiellegging 20 oktober 1919: tewaterlating 2 augustus 1919: aflevering 1 april 1940: opleidingsschip 23 februari 1945: Osu (1945) 1948: sloop |
Tsuga (1920) |
5 maart 1919: kiellegging 17 april 1920: tewaterlating 20 juni 1920: aflevering 15 januari 1945: gezonken (bombardement) |
Nire (1919) Dai-1 Tomariura (1944) |
5 september 1919:
kiellegging 22 december 1919: tewaterlating 31 maart 1920: aflevering 1 februari 1940: opleidingsschip 15 december 1944: Dai-1 Tomariura 15 augustus 1948: sloop |
Kuri (1920) |
5 december 19190:
kiellegging 19 maart 1920: tewaterlating 30 april 1920: aflevering 8 oktober 1945: gezonken (mijn) |
Kiku (1920) Dai 31-Go shokaitei (1940) |
20 januari 1920:
kiellegging 13 oktober 1920: tewaterlating 10 december 1920: aflevering 1 april 1940: Dai 31-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 31) 30 maart 1944: gezonken (bombardement) |
Aoi (1920) Dai 32-Go shokaitei (1940) |
1 april 1920: kiellegging 9 november 1920: tewaterlating 10 december 1920: aflevering 1 april 1940: Dai 32-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 32) 23 december 1941: gestrand en in brand geschoten |
Hagi (1920) Dai 33-Go shokaitei (1940) |
28 februari 1920:
kiellegging 29 oktober 1920: tewaterlating 20 april 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 33-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 33) 23 december 1941: gestrand en in brand geschoten |
Fuji (1920) Dai 36-Go shokaitei (1940) |
6 december 1919:
kiellegging 27 november 1920: tewaterlating 31 mei 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 36-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 36) juli 1946: overgave Koninklijke Marine 10 augustus 1946: sloop |
Susuki (1921) Dai 34-Go shokaitei (1940) |
3 mei 1920: kiellegging 21 februari 1921: tewaterlating 25 mei 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 34-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 34) 6 maart 1943: gezonken (aanvaring) |
Hishi (1921) Dai 37-Go shokaitei (1940) |
10 november 1920:
kiellegging 9 mei 1921: tewaterlating 23 maart 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 37-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 37) 24 januari 1942: gezonken (USS Pope (DD-225)) |
Hasu (1921) |
2 maart 1921: kiellegging 8 december 1921: tewaterlating 31 juli 1922: aflevering 12 oktober 1945: uit dienst 1946: afgezonken |
Warabi (1921) |
12 oktober 1920:
kiellegging 28 september 1921: tewaterlating 19 december 1921: aflevering 24 augustus 1927: gezonken (aanvaring) |
Tade (1921) Dai 39-Go shokaitei (1940) |
20 december 1920:
kiellegging 15 maart 1921: tewaterlating 31 juli 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 39-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 39) 23 april 1943: getorpedeerd (USS Seawolf (SS-197)) |
Sumire (1921) Mitaka (1945) |
24 november 1920:
kielleging 14 december 1921: tewaterlating 31 maart 1923: aflevering 1 februari 1940: opleidingsschip 23 februari 1945: Mitaka 1948: sloop |
Tsuta (1921) Dai 35-Go shokaitei (1940) |
16 oktober 1920:
kiellegging 9 mei 1921: tewaterlating 30 juni 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 35-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 35) 2 september 1942: gezonken (bombardement) |
Ashi (1921) Dai-2 Tomariura (1944) |
15 november 1920:
kiellegging 3 september 1921: tewaterlating 29 oktober 1921: aflevering 1 februari 1940: opleidingsschip 15 december 1944: Dai-2 Tomariura 1945: transportschip zelfmoord motorboten 1947: sloop |
Yomogi (1922) Dai 38-Go shokaitei (1940) |
26 februari 1921:
kiellegging 14 maart 1922: tewaterlating 19 augustus 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 38-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 38) 25 november 1944: getorpedeerd (USS Atule (SS-403)) |
De 21 schepen van de Momi-klasse werden gebouwd onder de bouwprogramma's 1918 (8 schepen), 1919 (5 schepen) en 1920 (8 schepen). In feite was het ontwerp een verdere ontwikkeling van de Momo-klasse (1916), waarbij in plaats van de drievoudige 450 mm torpedolanceerinstallaties, nu dubbele 533 mm installaties werden toegepast. Gelijkwaardig aan de Minekaze-klasse (1919), was de eerste torpedolanceerinstallatie voor de brugopbouw geplaatst. De voortstuwing van de klasse werd gemoderniseerd en was aanzienlijk sterker. De bewapening werd niet aangepast ten opzichte van eerdere ontwerpen en de schepen werden standaard uitgerust met de mogelijkheid tot het vegen van mijnen. Er waren aanvankelijk nog eens zeven schepen in deze klasse voorzien, maar deze bestelling werd vervangen door dertien schepen in een verbeterde variant, de Wakatake-klasse (1922), waarvan er uiteindelijk acht werden gebouwd.[1][2]
De Momi-klasse schepen hadden een standaard waterverplaatsing van 850 ton met een maximale waterverplaatsing van 1.020 ton. Met een lengte van 85,30 meter, bij 7,90 meter breedte, werd een diepgang gemeten van 2,40 meter. De aandrijving werd verzorgd door 2 geschakelde stoomturbines en drie boilers met een vermogen van 21.500 pk. Met 240 ton kolen kon een maximale snelheid van 36 knopen (67 km/u) worden bereikt en bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) een afstand van 6.500 km worden afgelegd. Hoewel de Parsons turbines als standaard voor deze klasse was verkozen, moest vanwege problemen met deze systemen, geëxperimenteerd worden met andere turbines. De schepen in deze klasse konden daarom naast Parsons turbines ook uitgerust zijn met Brown-Curtis, Escher Wyss & Cie Zoelly, Mitsubishi en Kampon turbines.[3]
De 110 bemanningsleden hadden de beschikking over 3x1 120 mm, 45 kaliber Type 3 geschut, 2x1 stuks 7,7 mm machinegeweren en de twee dubbele 533 mm torpedolanceerinstallaties. Naast materiaal om mijnen te vegen konden de schepen 20 mijnen meevoeren om te leggen.[4][5]
De Warabi ging op 24 augustus 1927 verloren na een aanvaring. Vanwege de geringe diepgang waren de schepen uit deze klasse uitstekend geschikt voor de ondersteuning van amfibische operaties en ze werden dan ook veelvuldig in deze rol ingezet tijdens de 2e Chinees-Japanse oorlog. De Momi, Kaya en Nashi werden voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog al buiten dienst gesteld en gesloopt. Hierbij werd de Momi vanaf 1932 nog gebruikt als experimenteel schip Haiku 2-Go. De Tsuga, Kuri en Hasu bleven formeel als torpedobootjager in dienst gedurende de Tweede Wereldoorlog, waarbij de eerste twee verloren gingen. In de jaren 1942 en 1943 werden deze drie schepen ingericht voor het vegen van mijnen en ontvingen ze vier dieptebommenwerpers met 36 dieptebommen. In februari 1940 werden de Take, Kaki, Nire, Sumire en Ashi verbouwd tot opleidingsschepen/tenders. Hiertoe werd één van de boilers verwijderd en de maximale snelheid gereduceerd tot 14 knopen (26 km/u) bij een vermogen van 9.000 pk. De standaard waterverplaatsing werd 735 ton en de bewapening 1 of 2 120 mm geschut en er bleef nog één dubbele torpedolanceerinstallaties over. Deze schepen behielden hun eigen naam tot in 1945 waarna de Kaki werd hernoemd tot Osu en de Sumire tot Mitaka. De Nire werd nog hernoemd tot Dai-1 Tomariura (1944) en de Ashi tot Dai-2 Tomariura (1944)[6][7]
Klasse: | Momi-klasse |
Aantal in klasse: |
21 |
Land: |
Japan |
Type: |
Torpedobootjagers |
Waterverplaatsing: |
850 lt (864 t) (standaard) 1.020 lt (1.036 t) (maxhimaal) |
Lengte: |
85,30 meter |
Breedte: |
7.90 meter |
Diepgang: |
2,40 meter |
Aandrijving: |
3x Kampon water-tube
boilers 2x Zoelly geschakelde stoomturbine 2 schachten 21.500 shp (16.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
6.500 km bij 15 knopen
(28 km/h) |
Bewapening: |
3x1 120 mm / 45 kaliber
Type 3 geschut 2x1 7,7 mm machinegeweren 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen 20 mijnen |
Bemanning: |
110 |
Eind 1939 werden negen schepen uit de Momi-klasse verbouwd tot patrouillevaartuigen en vanaf 1 april 1940 als Dai 31-Go shokaitei-klasse in dienst gesteld. Dit waren de Kiku (Dai 31-Go shokaitei), Aoi (Dai 32-Go shokaitei), Hagi (Dai 33-Go shokaitei), Susuki (Dai 34-Go shokaitei), Tsuta (Dai 35-Go shokaitei), Fuji (Dai 36-Go shokaitei), Hishi (Dai 37-Go shokaitei), Yomogi (Dai 38-Go shokaitei) en Tade (Dai 39-Go shokaitei), welke hun oorspronkelijke naam verloren.[8]
Ook bij deze schepen werd één van de boilers verwijdert en kregen ze een maximale snelheid van 18 knopen (33,34 km/u) bij een vermogen van 12.000 pk. De waterverplaatsing nam toe tot 935 ton standaard en 1.162 ton maximaal. Het No. 3 geschut, de twee 7,7 mm machinegeweren en de twee torpedolanceerinstallaties werden verwijderd. Hiervoor in de plaats kregen de schepen 3x2 25 mm 60 kaliber, type 96 geschut en vier dieptebommenwerpers met 60 dieptebommen. Ter ondersteuning van hun taak als patrouillevaartuig werd een Type 93 sonar en type 93 hydrofoon geïnstalleerd. In 1941 ontving de Dai 31-Go shokaitei een extra 1x2 25 mm 60 kaliber type 96 luchtafweergeschut[9]
In de jaren 1942 en 1943 werden de Dai 34-Go shokaitei, Dai 35-Go shokaitei), Dai 36-Go shokaitei, Dai 38-Go shokaitei en Dai 39-Go shokaitei, verbouwd tot snel transportschip. De hoeveelheid dieptebommen werd beperkt tot 18 stuks. Het achterschip werd gereconstrueerd, waarna een Daihatsu-klasse (14m) landingsvaartuig kon worden meegevoerd en vanaf dat verlaagde achterschip worden gelanceerd. Daarnaast werd accommodatie recreëert voor 150 militairen. Van de negen schepen gingen er tijdens de Tweede Wereldoorlog acht verloren.[10][11]
Dai 31-Go shokaitei (1940) ex-Kiku (1920) |
20 januari 1920:
kiellegging 13 oktober 1920: tewaterlating 10 december 1920: aflevering 1 april 1940: Dai 31-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 31) 30 maart 1944: gezonken (bombardement) |
Dai 32-Go shokaitei (1940) ex-Aoi (1920) |
1 april 1920: kiellegging 9 november 1920: tewaterlating 10 december 1920: aflevering 1 april 1940: Dai 32-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 32) 23 december 1941: gestrand en in brand geschoten |
Dai 33-Go shokaitei (1940) ex-Hagi (1920) |
28 februari 1920:
kiellegging 29 oktober 1920: tewaterlating 20 april 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 33-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 33) 23 december 1941: gestrand en in brand geschoten |
Dai 34-Go shokaitei (1940) ex-Susuki (1921) |
3 mei 1920: kiellegging 21 februari 1921: tewaterlating 25 mei 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 34-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 34) 6 maart 1943: gezonken (aanvaring) |
Dai 35-Go shokaitei (1940) ex-Tsuta (1921) |
16 oktober 1920:
kiellegging 9 mei 1921: tewaterlating 30 juni 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 35-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 35) 2 september 1942: gezonken (bombardement) |
Fuji (1920) Dai 36-Go shokaitei (1940) |
6 december 1919:
kiellegging 27 november 1920: tewaterlating 31 mei 1921: aflevering 1 april 1940: Dai 36-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 36) juli 1946: overgave Koninklijke Marine 10 augustus 1946: sloop |
Dai 37-Go shokaitei (1940) ex-Hishi (1921) |
10 november 1920:
kiellegging 9 mei 1921: tewaterlating 23 maart 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 37-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 37) 24 januari 1942: gezonken (USS Pope (DD-225)) |
Dai 38-Go shokaitei (1940) ex-Yomogi (1922) |
26 februari 1921:
kiellegging 14 maart 1922: tewaterlating 19 augustus 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 38-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 38) 25 november 1944: getorpedeerd (USS Atule (SS-403)) |
Dai 39-Go shokaitei (1940) ex-Tade (1921) |
20 december 1920:
kiellegging 15 maart 1921: tewaterlating 31 juli 1922: aflevering 1 april 1940: Dai 39-Go shokaitei (Patrouilleboot Nr. 39) 23 april 1943: getorpedeerd (USS Seawolf (SS-197)) |
Klasse: | Dai 31-Go shokaitei-klasse |
Aantal in klasse: |
9 |
Land: |
Japan |
Type: |
Patrouillevaartuigen |
Waterverplaatsing: |
935 t (standaard) 1.162 t (maximaal) |
Lengte: |
85,30 meter |
Breedte: |
7.90 meter |
Diepgang: |
2,40 meter |
Aandrijving: |
2x Kampon water-tube
boilers 2x geschakelde stoomturbine 2 schachten 12.000 shp (? kW) |
Snelheid: |
18 knopen (33,34 km/u) |
Bereik: |
? km bij ? knopen
(? km/h) |
Bewapening: |
2x1 120 mm / 45 kaliber
Type 3 geschut 3x2 25 mm / 60 kaliber Type 96 4 dieptebommenwerpers 60 dieptebommen |
Bemanning: |
72 |