De Momi-klasse torpedobootjager Yomogi werd in 1922 door de Japanse Keizerlijke Marine in gebruik genomen. Het schip werd in 1940 verbouwd tot Patrouillevaartuig Nr. 38 van de zogenaamde Nr. 31-Go shokaitei-klasse. In deze hoedanigheid nam het schip deel aan de strijd in de zuidwestelijke Pacific. Op 25 november 1944 werd het schip getorpedeerd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Atule (SS-403).
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Ishikawajima, Tokio |
26 februari 1921 |
14 maart 1922 |
19 augustus 1922 |
25 november 1944 (getorpedeerd) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
19 augustus 1922 |
1940 |
torpedobootjager
Yomogi |
||
1 april 1940 |
februari 1941 |
Patrouillevaartuig Nr. 38 - Dai 38-Go shokaitei - 第三十八号哨戒艇 |
||
10 februari 1941 |
januari 1942 |
Sasebo Garde Eenheid |
||
januari 1942 |
augustus 1942 |
No. 2 Basis Eenheid |
||
7 augustus 1942 |
25 november 1944 |
1e Marine Escorte
Divisie |
||
10 maart 1945 |
geschrapt van
marinelijsten |
Op 26 februari 1921 werd op de scheepswerf Ishikawajima in Tokio de kiel gelegd voor de 21e torpedobootjager in de Momi-klasse (1919). Op 14 maart 1922 werd het schip te water gelaten en kon op 19 augustus 1922 worden afgeleverd.
De torpedobootjager Yomogi was een zogenaamde 2e klasse torpedobootjager gebouwd onder het bouwprogramma uit 1920 voor acht schepen uit de Momi-klasse (1919). De schepen uit deze klasse en dus ook de Yomogi waren een verbeterde variant op de Momo-klasse (1916), waarbij het voornaamste verschil bestond uit de toepassing van twee tweevoudig torpedolanceerinstallaties van 533 mm in plaats van de gebruikelijke drievoudige 450 mm torpedolanceerinstallaties. De voortstuwing bestond uit een krachtiger installatie dan bij de Momo-klasse schepen met twee Zoelly geschakelde stoomturbines en drie Kampon boilers. Hiermee kon een snelheid van 36 knopen (67 km/u) worden bereikt en bij een snelheid van 15 knopen (28 km/h) een afstand van 6.500 km worden afgelegd. De Yomogi had een waterverplaatsing van 850 ton standaard en 1.020 ton maximaal met een lengte van 85,30 meter, een breedte van 7,90 meter met een diepgang van 2,50 meter. De 110 bemanningsleden hadden de beschikking over drie stuks geschut van 120 mm, twee 7,7 mm machinegeweren en twee installaties met elk twee torpedolanceerbuizen van 533 mm. Op het achterschip konden twee mijnenrails worden geplaatst waarmee 20 mijnen konden worden gelegd.[1][2][3][4]
De Yomogi maakte deel uit van de 28e Torpedobootjager Divisie en werd ingezet tijdens de 2e Chinees-Japanse oorlog. In 1937 werden de schoorstenen van het schip verhoogd en voorzien van kappen en in 1939 werd het schip aangewezen om als opleidingsvaartuig te dienen, maar werd al spoedig voorbestemd om verbouwd te worden tot patrouillevaartuig.
Naam: | Yomogi (1922) |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
Ishikawajima, Tokio |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager /
Momi-klasse (1919) |
Waterverplaatsing: |
850 lt (864 t) (standaard) 1.020 lt (1.036 t) (maxhimaal) |
Lengte: |
85,30 meter |
Breedte: |
7,90 meter |
Diepgang: |
2,40 meter |
Aandrijving: |
3x Kampon water-tube
boilers 2x Zoelly geschakelde stoomturbine 2 schachten 21.500 shp (16.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
6.500 km bij 15 knopen (28 km/h) |
Bewapening: |
3x1 120 mm / 45 kaliber
Type 3 geschut 2x1 7,7 mm machinegeweren 2x2 533 mm torpedolanceerbuizen 20 mijnen |
Bemanning |
110 |
Sho-sa Naoshi Arima
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
3 maart 1922 |
Chu-sa Masayoshi Ofuji
(Kapitein-luitenant-ter-zee) |
12 december 1924 |
Sho-sa Keikichi Chigusa
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 december 1925 |
Sho-sa Masato Ohfuji
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
12 december 1926 |
Sho-sa Momoso Furuki
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
12 december 1927 |
Sho-sa Baron Ijuin Matsuji
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 november 1929 |
Tahi-i Prince Hiroyoshi Fushimi
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
11 november 1929 |
Sho-sa Hiroshi Matsubara
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
12 december 1930 |
Tahi-i Shigetaka Amano
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
11 november 1931 |
Chu-sa Keikichi Hosa
(Kapitein-luitenant-ter-zee) |
5 mei 1933 |
Chu-sa Kenji Nakamura
(Kapitein-luitenant-ter-zee) |
28 mei 1933 |
Tahi-i Tetsuo Yamada
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
11 november 1933 |
Tahi-i Itaru Tashiro
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 juli 1934 |
Tahi-i Hiroshi Fujita
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
1 april 1935 |
Chu-sa Kinnosuke Kawahara
(Kapitein-luitenant-ter-zee) |
1 mei 1937 |
Sho-sa Konosuke Imoto
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 september 1937 |
Sho-sa Tsutomu Hagio
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 januari 1938 |
In 1939 werd de Yomogi verbouwd tot patrouillevaartuig met de aanduiding Dai 38-Go shokaitei. Met acht zusterschepen vormde het schip zo de Dai 31-Go shokaitei-klasse (1940). Bij de verbouwing werd één boiler verwijderd, waardoor de maximale snelheid op 18 knopen (33,34 km/u) kwam te liggen met een vermogen van 12.000 shp. De waterverplaatsing nam toe tot 935 ton standaard en 1.162 ton maximaal. Het in het midden van het schip geplaatste 120 mm geschut werd verwijderd en er werden drie stuks dubbele 25 mm luchtafweer geplaatst. Ook de twee 7,7 mm machinegeweren en de twee torpedolanceerinstallaties werden verwijderd. Hiervoor in de plaats ontving het schip vier dieptebommenwerpers met totaal 60 dieptebommen. Daarnaast werd een Type 93 sonar en Type 93 hydrofoon geïnstalleerd. Op 1 april 1940 werd het patrouillevaartuig in dienst gesteld.[5][6]
In 1941 onderging het schip een reconstructie waarbij de achterste schoorsteen werd verwijderd en het achterschip werd gereconstrueerd om als snel aanvalstransportschip te dienen. Hiertoe werd de hoeveelheid mee te vervoeren dieptebommen verkleind tot 18 stuks en werd een Daihatsu landingsvaartuig aan boord geplaatst. Accommodatie werd gecreëerd om 150 militairen voor landingsoperaties mee te voeren en de 25 mm luchtafweer werd uitgebreid. De Patrouilleboot Nr. 38 werd op 10 februari 1941 aangesteld als vlaggenschip voor de Sasebo Garde Eenheid.[7]
In januari 1942 werd het schip ingezet bij de invasie van Tarakan, Nederlands-Borneo, waarbij het schip samen met de torpedobootjager Yamakaze (Dai-72) de Nederlandse mijnenlegger Hr. Ms. Prins van Oranje (1931) tot zinken bracht. Later die maand nam het schip deel aan de invasievloot voor Balikpapan, Nederlands-Borneo. In maart en april van dat jaar werd de Patrouilleboot Nr. 38 ingezet bij de invasie van Nederlands Nieuw-Guinea. In augustus 1942 werd het schip ingedeeld bij de 1e Marine Escorte Divisie, opererend vanuit Rabaul. Vervolgens nam het schip deel aan diverse operaties rond Guadalcanal, waarbij het verschillende escortediensten vervulde vanuit Rabaul en vanaf mei 1943 ook vanuit Sasebo Vanaf april 1944 opereerde het schip als escorteschip in de Nederlands-Indische archipel en rond de Filippijnen en retourvaarten naar Sasebo. Op 19 november 1944 lag de Patrouilleboot Nr. 38 voor anker in de straat van Santiago in de golf van Lingaya, waar het werd aangevallen door Amerikaanse vliegtuigen. Hierbij werd lichte schade ondervonden. Na een tocht naar Manilla, vertrok het schip op 23 november richting Takao als escorte voor een konvooi.[8]
Het Patrouillevaartuig Nr. 38 werd op 25 november 1944 met torpedo's tot zinken gebracht door de Amerikaanse onderzeeboot USS Atule (SS-403) in de Straat van Bashi. Het schip werd door een onbekend aantal torpedo's geraakt en zonk direct waarbij alle opvarenden om het leven kwamen. De Patrouilleboor Nr. 38 werd op 10 maart 1945 geschrapt uit het marine register.[9][10]
Naam: | Dai 38-Go shokaitei (1940) |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
Ishikawajima, Tokio |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Patrouillevaartuig / Dai 31-Go shokaitei-klasse (1940) |
Waterverplaatsing: |
935 t (standaard) 1.162 t (maximaal) |
Lengte: |
85,30 meter |
Breedte: |
7,90 meter |
Diepgang: |
2,40 meter |
Aandrijving: |
2x Kampon water-tube
boilers 2x geschakelde stoomturbine 2 schachten 12.000 shp (? kW) |
Snelheid: |
18 knopen (33,34 km/u) |
Bereik: |
? km bij ? knopen (? km/h) |
Bewapening: |
2x1 120 mm / 45 kaliber
Type 3 geschut 3x2 25 mm / 60 kaliber Type 96 4 dieptebommenwerpers 60 dieptebommen |
Bemanning |
72 |
Sho-sa Tsutomu Hagio
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1 januari 1938 |
Dai-sa Sumio Tane
(Kapitein-ter-zee) |
20 februari 1939 |
Dai-sa Matao Takada
(Kapitein-ter-zee) |
6 juni 1943 - 25 november 1944 |