Tijdens de Japanse inval op Tarakan, werd het eiland verdedigd door het Troepencommando Tarakan. Dit troepencommando bestond in feite uit het tot een brigadeformaat uitgebreide VIIe Bataljon Infanterie KNIL. Dit bataljon was in 1814 ontstaan als één van de eenheden uit de Oost-Indische Infanterie van Linie. De eenheid werd vernietigd tijdens de Japanse inval in 1941 vernietigd en niet heropgericht. De traditie van de eenheid werd voortgezet, net als alle eenheden van het KNIL, door het Regiment van Heutsz.
In 1814 werden uit de "Oost-Indische Infanterie van Linie" een acht tal bataljons geformeerd, welke de basis moesten vormen van het op te richten Nederlandsch-Indisch Leger. Eén daarvan werd het 7e Bataljon van Linie.
In 1826 besloot men de tot een reorganisatie waarbij de bataljons werden omgevormd tot drie "Afdeelingen Infanterie". Doordat in datzelfde jaar de Java-oorlog uitbrak werd besloten de afdelingen om te vormen tot acht zogenaamde "Mobiele Colonnes". Eén daarvan werd de 7e Mobiele Colonne.
Bij de formele vorming van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, werd op 4 december 1830 besloten de acht mobiele colonnes wederom om te vormen tot acht bataljons. De 7e Mobiele Colonne werd nu het VIIe Bataljon Koloniale Infanterie. Dit VIIe Bataljon Koloniale Infanterie ontving op 24 augustus 1833, haar eigen vaandel. In 1839 werd besloten de eenheid aan te duiden als VIIe Bataljon Infanterie.
Het VIIe Bataljon Infanterie werd tussen 1846 en 1949 ingezet op Bali tijdens de zogenaamde eerste tot en met derde expeditie naar Bali. De eenheid wist zich dusdanig in de strijd te onderscheiden dat bij Koninklijk Besluit van 11 december 1849 de Militaire Willemsorde 4e Klasse aan de eenheid werd toegekend en aan het vaandel werd gehecht.[1]
VIIe Bataljon Infanterie,
3e expeditie Bali |
Commandant: Luitenant-kolonel Le
Bron de Vexela |
Eerste compagnie |
Kapitein E.C.F. Happé |
Tweede compagnie |
Kapitein A.A. Dessart |
Derde compagnie |
Kapitein Buis |
Vierde compagnie |
Kapitein Boon van Ostade |
Vijfde compagnie |
Kapitein Hachez |
Zesde compagnie |
Kapitein Wollweber |
In 1854 nam het bataljon, toen onder bevel van Majoor De Brabant, deel aan de Expeditie tegen de Chinezen te Montrado, gelegen aan de Westkust van Borneo. Een colonne van het bataljon ondernam in 1862 een 20 daagse tocht dwars door Borneo naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo. In 1894 werd deelgenomen aan de Lombok-Expeditie. Later werd de eenheid ingezet tijdens de Atjeh-oorlog.[2]
Tijdens de oorlogsdreiging in 1941 werd het vaandel van de eenheid opgeslagen in het Departement van Oorlog van het Gouvernement, waar het door de Japanners werd buitgemaakt in 1942. De eenheid, onder bevel van Luitenant-kolonel Simon de Waal, moest het eiland Tarakan tegen de Japanse inval verdedigen, wat het bijna drie dagen volhield. Een deel van de manschappen trachtten te ontsnappen, de meesten werden krijgsgevangen gemaakt. Het is bekend dat alle buitgemaakte vaandels per schip naar Japan werden gezonden. Ze zijn daar echter nooit aangekomen waardoor aangenomen kan worden dat het schip met de vaandels op zee verloren is gegaan. De traditie van de eenheid wordt, evenals alle andere KNIL eenheden, voortgezet door het Regiment van Heutsz van de Koninklijke Landmacht, welke in 1950 werd opgericht.[3]
VIIe Bataljon Infanterie,
Tarakan januari 1942 |
Commandant: Luitenant-kolonel
Simon de Waal |
Eerste compagnie Fusiliers |
Kapitein Frits Treffers |
Tweede compagnie Fusiliers |
Kapitein Adrianus Cornelis
Saraber |
Derde compagnie Fusiliers |
Kapitein L. Bendeler |
Mitrailleurcompagnie met mortierpeloton |
Kapitein W. Everaars |
Detachement gepantserde Overvalwagens |
1e Luitenant Daniel Philippus de
Vos tot Nederveen Cappel |