Het Japanse vliegdekschip Shokaku was de naamgever van de Shokaku-klasse (1939) en werd in augustus 1941 in dienst gesteld. Het schip was net op tijd gereed om ingezet te worden bij de aanval op Pearl Harbor. Op de slag bij Midway na, nam het schip deel aan nagenoeg alle belangrijke operaties en zeeslagen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de slag in de Filipijnenzee werd het schip op 19 juni 1944 met torpedo's tot zinken gebracht door de Amerikaanse onderzeeboot USS Cavalla (SS-244).
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Yokosuka kaigun
kosho (Yokosuka Marine Arsenaal) Yokosuka |
12 december 1937 |
1 juni 1939 |
8 augustus 1941 |
19 juni 1944 (getorpedeerd, USS Cavalla (SS-244)) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1941 |
14 juli 1942 |
Dai-Go Koku-Sentai
(5e Vliegdekschipdivisie) |
||
14 juli 1942 |
19 juni 1944 |
Dai
Ichi Koku-Sentai (1e Vliegdekschipdivisie) |
Het Japanse vliegdekschip Shokaku was de naamgever van de uit twee schepen bestaande Shokaku-klasse (1939). Het schip werd ontworpen, voortbouwend op de ontwikkelingen en ervaringen met de Soryu (1935) en Hiryu (1937), waarbij men zich niet meer hoefde te houden aan beperkingen van oude Internationale vlootverdragen. De kiel voor de Shokaku werd op 12 december 1937 gelegd op de werf van het Yokosuka kaigun kosho (Yokosuka Marine Arsenaal) te Yokosuka. Op 1 juni 1939 werd het schip te water gelaten en op 8 augustus 1941 afgeleverd. Ze naam Shokaku betekend zoveel als "Opstijgende Kraanvogel".[1][2]
Tijdens en na de bouw stonden zowel de Shokaku als zusterschip Zuikaku (1939) met een waterverplaatsing van ruim 32.000 ton en een topsnelheid van 34 knopen (63 km/u) bekend als de meest moderne en efficiënte vliegdekschepen van hun tijd. Met een scheepslengte van bijna 260 meter, droeg het schip een vliegdek va bijna 245 meter lengte bij een breedte van 29 meter. De vier stoomturbines konden een vermogen leveren van 160.000 pk en met volledige brandstof een afstand afleggen van 18.000 km bij een kruissnelheid van 18 knopen (33 km/h). De 1.660 koppen tellende bemanning had voor de eigen luchtverdediging de beschikking over 16 stuks (8x2) 127 mm geschut en 26 stuks (12x3) 25 mm luchtafweergeschut. Voor de maximaal 85 vliegtuigen had de Shokaku twee hangars beschikbaar. Dit waren een bovenste, met afmetingen van 190 meter bij 20 meter bij 4,80 meter en een onderste hangar met afmetingen van 160 meter bij 20 meter bij 4,80 meter. Beide hangars konden worden bereikt met drie liften. Op het voorschip bevond zich een lift van 13 meter bij 16 meter. Op het midden- en achterschip had de lift een afmeting van 13 meter bij 12 meter. Naast de eigen brandstof had de Shokaku ook nog 1.800 ton vliegtuigbrandstof bij zich. Net na de in dienststelling, in november 1941, waren op de Shokaku 18 stuks Mitsubishi A6M2 jagers, 27 Aichi D3A1 duikbommenwerpers en 27 Nakajima B5N2 bommenwerpers gestationeerd.[3]
Op 23 augustus 1941 vertrok de Shokaku vanuit Yokosuka voor een proefvaart naar Ariake waar het op 25 augustus aankwam. De Shokaku werd hier, samen met zusterschip Zuikaku, ingedeeld bij de Dai-Go Koku-Sentai (5e Vliegdekschipdivisie). De Shokaku werd gelijk tot vlaggenschip van de Daiichi Koku Kantai (1e Luchtvloot). De schepen werden hierna gelijk ingezet bij de aanval op Pearl Harbor. Ze waren op 22 november op het laatste moment aan de aanvalsmacht toegevoegd. Omdat de vliegtuigbemanningen nog onvoldoende opgeleid waren, werden de vliegtuigen van de Shokaku bij de aanval alleen ingezet voor aanvallen op de vliegvelden.[4]
In januari 1942 bestond het vliegtuigbestand aan boord van de Shokaku uit 21 stuks Mitsubishi A6M2 jagers, 21 stuks Aichi D3A1 duikbommenwerpers en 21 stuks Nakajima B5N2 bommenwerpers. De Shokaku werd met haar divisie naar Truk gestuurd ten behoeve van Operatie Mo, de geplande inname van Port Arthur op Nieuw Guinea. Op 8 mei 1942, tijdens de slag in de Koraalzee, raakte Shokaku beschadigd door twee 454 kg bommen van Amerikaanse vliegtuigen. De eigen vliegtuigen van Shokaku name deel aan het tot zinken brengen van het Amerikaanse vliegdekschip USS Lexington (CV-2). Op 17 mei 1942 arriveerde de Shokaku in Kure, waar het op 16 juni in het droogdok ging. Hierbij werd gelijk het luchtafweer uitgebreid met 12 stuks (4x3) 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweergeschut. Op 14 juli kon het schip weer operationeel gemeld worden. Met haar zusterschip werd de Shokaku nu ingedeeld bij de Dai Ichi Koku-Sentai (1e Vliegdekschipdivisie).[5][6]
De Shokaku werd met haar divisie vervolgens weer ingezet rond de Solomon eilanden. Tijdens de slag bij de Oostelijke Salomonseilanden op 24 en 25 augustus 1942, raakte de Shokaku al beschadigd, waardoor het geen vliegtuigen kon inzette bij het geplande bombardement van Henderson Field. Het volgende treffen vond plaats tijdens de slag bij de Santa Cruzeilanden op 25 en 26 oktober. Op 26 oktober 1942 werd de Shokaku hierbij door zes bommen van Amerikaanse vliegtuigen getroffen. Het vliegdek en de hangars waren onbruikbaar geworden., maar men wist het schip drijvende te houden. Dit keer moest het schip tot maart 1943 in reparatie.[7][8][9]
Na de reparaties in maart 1943 werd een aanvang gemaakt met de vervanging van de Aichi D3A2 duikbommenwerpers van dat moment door Yokosuka D4Y1 duikbommenwerpers. Een Type 1, 2-go en Type 3, 1-go radar werden in april 1943 aangebracht. In mei 1943 werd het schip aangewezen om een tegenaanval te ondernemen naar de Aleoeten. Door de Amerikaanse overwinning bij Attu werd dit echter afgeblazen en werd het schip naar Truk gezonden. Zonder noemenswaardige actie verbleef de Shokaku aldaar tot het eind 1943 naar Japan werd gezonden voor onderhoud. Het luchtafweer werd in1943 nog eens uitgebreid met 22 stuks (2x3 en 16x1) 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweergeschut.[10]
Vanaf maart 1944 werden de Mitsubishi A6M2 toestellen langzaam aan vervangen door Mitsubishi A6M5 jagers en de Nakajima B5N2 bommenwerpers door Nakajima B6N2 bommenwerpers. Op 15 juni 1944 maakte de Shokaku deel uit van de vloot aangewezen voor Operatie A-Go, een tegenaanval tegen de Amerikaanse strijdkrachten bij de Marianen eilanden. Op 19 juni 1944 werd de Shokaku getroffen door 3 of 4 torpedo's, afgevuurd door de Amerikaanse onderzeeboot USS Cavalla (SS-244). Drie uur na de aanval, om 12.10 uur explodeerde, door de branden aan boord, een vliegtuigbom, waardoor de dampen van vliegtuigbrandstof aan boord tot ontbranding kwamen. Hierdoor explodeerde het schip en zonk het met de boeg eerst. Bij het voorval kwamen 1.272 bemanningsleden om het leven. 570 manschappen, waaronder de bevelhebber, konden door de escorterende Japanse schepen worden gered.[11][12]
Naam: | Shokaku |
Callsign/Registratie: |
? / ? |
Bouwer: |
Yokosuka kaigun kosho,
Yokosuka (Yokosuka Marine Arsenaal) |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Vliegdekschip /
Shokaku-klasse (1939) |
Waterverplaatsing: |
25.675 long tons (26.087
t) (standaard) 32.105 long tons (32.620 t) (maximaal) |
Lengte: |
257,50 meter |
Breedte: |
29 meter |
Diepgang: |
8,80 meter (standaard) |
Aandrijving: |
4x Kampon geschakelde
stoomturbines 8x Kanpon boilers 160.000 shp (120.000 kW) 4 schachten |
Snelheid: |
34,2 knopen (63,3 km/u) |
Bereik: |
18.000 km bij 18 knopen
(33 km/h) |
Bepantsering: |
Pantsergordel: 46-165 mm Dek: 65-132 mm |
Bewapening: |
8x2 127 mm / 40 kaliber
Type 89 geschut 12x3 25 mm / 60 kaliber TYpe 96 luchtafweergeschut 84 vliegtuigen (maximaal) |
Bemanning |
1.660 |
Dai-sa Michio Sumikawa
(Kapitein-ter-Zee) |
20 mei 1940 |
Dai-sa Takatsugu Shiroshima
(Kapitein-ter-Zee) |
15 oktober 1940 |
Dai-sa Masafumi
Arima (Kapitein-ter-Zee) |
25 mei 1942 |
Dai-sa Tametsugu Okada
(Kapitein-ter-Zee) |
16 februari 1943 |
Dai-sa Hiroshi Matsubara
(Kapitein-ter-Zee) |
17 november 1943 - 26 juni 1944 |