Japanse Torpedobootjager Fubuki (Dai-35) - 吹雪

De torpedobootjager Fubuki werd in 1928 in dienst gesteld als naamgever van een klasse met, afhankelijk van welke bronnen worden aangehaald, tien of vierentwintig torpedobootjagers. Hier wordt de Fubuki behandelt als naamgever van de eerste tien torpedobootjagers van dit ontwerp. Gedurende de Tweede Wereldoorlog nam de Fubuki deel aan de strijd rond Maleisië, Nederlands-Indië, de slag bij Midway en werd het schip ingezet bij de strijd rond Guadalcanal. Op 11 oktober 1942 werd de Fubuki door geschutvuur van Amerikaanse schepen tot zinken gebracht tijdens de slag bij Savo (slag bij Kaap Esperance).

De kiel voor de Dai-35 (Torpedobootjager No. 35), werd gelegd op 19 juni 1926 aan de scheepswerf van de Maizuru kaigun kosho (Maizuru Marine Arsenaal). Op 15 november 1927 werd het schip te water gelaten en op 10 augustus 1928 afgeleverd. Het schip kreeg de naam Fubuki, wat "sneeuwstorm" betekend. De Fubuki was van origine besteld onder het bouwprogramma van 1923.^[1]

Het ontwerp van de Fubuki-klasse (1927) torpedobootjagers, waarvan de Fubuki de naamgever was, was dusdanig vernieuwend dat de schepen in Japan werden aangeduid als Tokugata Kuchikukan (Speciaal Type torpedobootjager). De bewapening, snelheid en capaciteiten brachten dat deze schepen en dus ook de Fubuki zich konden meten met kruisers van die periode.^[2]

Met een standaard waterverplaatsing van 1.780 ton en een lengte van ruim 118 meter konden de twee turbine installaties een vermogen van 50.000 ihp (37.000 kW) leveren waarmee een topsnelheid van 38 knopen (70 km/u) bereikt werd. Met een kruissnelheid van 14 knopen (26 km/u) kon een bereik van 9.300 km worden behaald. De uiteindelijk 219 bemanningsleden hadden de beschikking over drie geschutskoepels met elk twee stuks 127 mm geschut. Daarnaast had het schip drie installaties met elk drie torpedolanceerbuizen van 610 mm. Vanwege het tekort aan geplande 13 mm machinegeweren, werden bij de bouw twee stuks 7,7, mm machinegeweren geïnstalleerd. Bij de Fubuki was de elevatie van het hoofdgeschut bij de bouw beperkt tot 40 graden.^[3]

Fubuki, ingedeeld bij de 20e Torpedobootjagerdivisie Bron: Public Domain (onbekend)

In de jaren 1933- 1934 werden de 7,7, mm machinegeweren vervangen door de geplande 13,2 mm machinegeweren. Gedurende dezelfde periode werd de bovenbouw van het schip aangepast aan vernieuwde inzichten en praktische ervaringen. In 1936 werd de Fubuki weer overgeplaatst naar de 11e Torpedobootjagerdivisie, waar het vanaf dat moment zou blijven. Met enige regelmaat zou tijdens de Tweede Wereldoorlog de Fubuki tijdelijk worden toegevoegd aan de 20e Torpedobootjagerdivisie, maar bleef formeel ingedeeld bij de 11e.^[4]

Op 4 december 1941 vertrok de Fubuki met de ondersteuningseenheid voor de invasie van Brits Borneo vanuit Camranh Bay, Frans Indochina, naar Miri, Brits-Borneo. Hierna werd het smaldeel richting Kuching gezonden voor ondersteuning aldaar. Hierna werd het schip ingezet bij de strijd rond Malakka (Maleisië) en Singapore. Hierbij assisteerde het schip op 10 januari 1942 bij het redden van de opvarenden van de door de Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. O 19 tot zinken gebrachte Japanse vrachtvaarder s.s. Akita Maru (1916). Tijdens het beschermen van een konvooi op 27 januari 1942, werd het konvooi aangevallen door de Britse torpedobootjagers HMS Thanet (H29) en HMAS Vampire (I68). Tijdens de toen ontstane slag bij Endau, waren torpedo's van de Fubuki mede verantwoordelijk voor het tot zinken brengen van HMS Thanet.

Vanaf 13 februari 1942 was de Fubuki betrokken bij Operatie L, de invasie van Bangka en Palembang op Sumatra in Nederlands-Indië. Vanaf 27 februari volgde Operatie J, de landingen op west Java. Tijdens deze operatie raakte de Fubuki op 1 maart 1942 betrokken bij de slag in de Straat van Sunda, waarbij de Fubuki met torpedoaanvallen bijdroeg bij het tot zinken brengen van de Australische kruiser HMAS Perth (D29) en de Amerikaanse kruiser USS Houston (CA-30). Op 12 maart opereerde de Fubuki tijdens Operatie T, de invasie van noord Sumatra en op 23 maart bij Operatie D, de invasie van de Andaman eilanden. Hierna werd de Fubuki aangewezen om vanuit Port Blair op de Andaman eilanden deel te nemen aan operaties op de Indische Oceaan. Van 13 tot 22 april werd de Fubuki echter naar Kure gestuurd om in het droogdok de nodige reparaties te ondergaan. Het schip was op tijd gereed om op 4 en 5 juni 1942 deel te nemen aan de slag om Midway.

Van 30 juni 1942 tot 2 juli 1942 nam de Fubuki deel aan konvooi escortes en anti onderzeeboot patrouilles. Tussen 17 en 31 juli werd het schip naar Birma gestuurd met het oog op operaties in de Indische Oceaan. Deze werden echter afgeblazen vanwege de Amerikaanse dreiging die was ontstaan bij Guadalcanal. Vanaf augustus werd de Fubuki dan ook ingezet bij de diverse transporten naar Guadalcanal. Op 2 september maakte het schip deel uit van de bombardementseenheid voor Henderson Field op Guadalcanal, gevolgd door nogmaals een aanvalsmissie op 8 september. Op 12 en 13 september werd vuursteun geleverd bij het Kawaguchi offensief gevolgd door transportoperaties in september en oktober. Op 11 oktober 1942, tijdens de slag bij Savo (slag bij Kaap Esperance), werd de Fubuki door geschutvuur van Amerikaanse marineschepen tot zinken gebracht. Het schip werd op 15 november 1942 geschrapt van de marinelijsten.^[5]

Noten

1. Gogin, 2021, pag. 90
2. Evans, 1979, pag. 221-222
3. Gogin, 2021, pag. 91
4. Gogin, 2021, pag. 91-92
5. Gogin, 2021, pag. 92