De torpedobootjager Asashio werd in 1937 in dienst gesteld en opereerde het grootste gedeelte van de loopbaan bij de 8e Torpedobootjagerdivisie. Het schip nam deel aan de invasie van Malakka, de invasie van de Filipijnen, de strijd om Nederlands-Indië, de slag om Midway en de strijd rond Guadalcanal en de Solomon eilanden. Op 3 maart 1943 werd het schip tijdens de slag in de Bismarckzee door Amerikaanse legervliegtuigen tot zinken gebracht.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Sasebo kaigun
kosho, (Sasebo Marine Arsenaal) Sasebo, Nagasaki |
7 september 1935 |
16 december 1936 |
31 augustus 1937 |
3 maart 1943 (gezonken, luchtaanval) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
augustus 1937 |
oktober 1937 |
Sasebo Garde
Eskader, Sasebo |
||
31 oktober 1937 |
november 1939 |
25e
Torpedobootjagerdivisie |
||
1 november 1939 |
1939 |
Yokosuka Garde
Eskader |
||
1939 |
10 april 1942 |
8e
Torpedobootjagerdivisie, 2e Torpedobootjagereskader |
||
10 april 1942 |
1 augustus 1942 |
8e
Torpedobootjagerdivisie, 4e Torpedobootjagereskader |
||
1 augustus 1942 |
20 oktober 1942 |
Yokosuka Garde
Eskader |
||
20 oktober 1942 |
1 maart 1943 |
8e
Torpedobootjagerdivisie, 4e Torpedobootjagereskader |
||
1 maart 1943 |
3 maart 1943 |
8e
Torpedobootjagerdivisie, 3e Torpedobootjagereskader |
||
1 april 1943 |
geschrapt van
marinelijst |
De torpedobootjager Asashio was de naamgever van de Asashio-klasse (1936). De kiel van het schip werd op 7 september 1935 gelegd aan de werf van de Sasebo kaigun kosho (Sasebo Marine Arsenaal) te Sasebo, Nagasaki. De kiel werd gelegd als torpedobootjager Nr. 75 oftewel Dai-75. Op 16 december 1936 werd het schip als Asashio te water gelaten. Asashio betekend zoveel als "Ochtend Getijde". De Asashio werd op 31 augustus 1937 afgeleverd.[1]
De Asashio had een standaard waterverplaatsing van 1.961 ton met een maximum van 2.500 ton. Het ruim 118 meter lange schip werd aangedreven door twee geschakelde stoomturbines, die stoom ontvingen van drie boilers, waarmee een vermogen van 50.000 shp werd bereikt. Hiermee kon het schip een maximale snelheid van 35 knopen (65 km/u) bereiken en met een maximale brandstofvoorraad van 500 ton een afstand afleggen van 10.600 km bij 15 knopen (28 km/h). De 200 bemanningsleden hadden de beschikking over drie koepels met elk twee 127 mm / 50 kaliber Type 3 geschut, twee stuks dubbele 25 mm / 60 kaliber Type 96 geschut, twee viervoudige torpedolanceerinstallaties met 610 mm torpedolanceerbuizen. Standaard had het schip 16 torpedo's en 16 dieptebommen bij zich. Voor de dieptebommen waren twee dieptebommenwerpers gemonteerd.[2]
Tijdens de proefvaarten van de Asashio bleek de manoeuvreerbaarheid en de grote draaicirkel tegen te vallen. De oorzaak bleek te liggen in een verkeerde constructie van het roer. Dit werd snel opgevangen door aanpassingen aan het roer. Daarnaast ontstonden er problemen met de turbines. Oplossing hiervan was echter dusdanig duur en tijdrovend dat genoegen werd genomen met frequenter reparaties. Na de indienststelling werd het schip achtereenvolgens ingedeeld bij het Garde Eskader van Sasebo, de 25e Torpedobootjagerdivisie en het Garde Eskader van Yokosuka voordat het bij de 8e Torpedobootjagerdivisie terecht kwam.[3]
Ten tijde van de Japanse aanval op Pearl Harbor was de Asashio het vlaggenschip van de 8e Torpedobootjagerdivisie. In deze hoedanigheid maakte het schip deel uit van de vloot voor de invasies van Malakka (Maleisië) en de Filipijnen. Begin 1942 nam het deel aan de invasie van Nederlands-Indië, waarbij het met name werd ingezet bij de invasie van de Ambon eilanden, Makassar en de invasies van Bali en Lombok. Op 19 februari 1942 nam de Asashio deel aan de slag in de straat van Bandoeng, waarbij het de Nederlandse torpedobootjager Hr. Ms. Piet Hein tot zinken bracht. Het schip werd zelf beschadigd door geschutvuur van de kruiser Hr. Ms. Tromp. Na de strijd nam de Asashio de beschadigde Michishio (Dai-77) op sleeptouw naar Makassar. Na de strijd rond Nederlands-Indië werd het schip naar de Filipijnen gezonden voor ondersteuning van de Japanse grondtroepen rond Manilla. Hierna keerde het schip terug naar Kure, Japan.[4][5]
De Asashio nam in juni 1942, met haar eenheid deel aan de bescherming van het troepenkonvooi voor de invasie van Midway. Op 6 juni werd het schip beschadigd door de inslag van een bom. Hierna kon het schip toch nog deelnemen aan de redding van de bemanningsleden van de tot zinken gebrachte Japanse kruiser Mikuma (1934) en escorteerde het de beschadigde kruiser Mogami (1934) op 14 juni 1942 naar Truk. Zelf keerde de Asashio terug naar Japan en ging het in Sasebo in reparatie.[6]
Na deze reparaties werd het schip weer naar de zuidelijke Pacific gezonden waarbij het deelnam aan de bevoorradingsoperaties voor Japanse troepen bij Guadalcanal. Tijdens deze operaties raakte het schip in november 1942 wederom beschadigd. Begin 1943 werd de Asashio voornamelijk ingezet als escorte tussen Truk en Kure en Truk en Rabaul. Op 3 maart 1943 werd een troepentransport van Rabaul aar Lae geëscorteerd. De Asashio werd tijdens de hierop volgende Slag in de Bismarckzee op 3 maart 1943 tot zinken gebracht door Amerikaanse legervliegtuigen. Op 1 april 1943 werd het schip geschrapt van de marinelijst.[7][8][9]
Naam: | Asashio |
Callsign/Registratie: |
? / Dai-75 |
Bouwer: |
Sasebo kaigun kosho,
Sasebo, Nagasaki (Sasebo Marine Arsenaal) |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager /
Asashio-klasse (1936) |
Waterverplaatsing: |
2.370 lt (2.408 ton)
standaard |
Lengte: |
118,30 meter |
Breedte: |
10,30 meter |
Diepgang: |
3,70 meter |
Aandrijving: |
2 geschakelde stoomturbines 3 boilers 50.000 shp (37.285 kW) 2 schachten |
Snelheid: |
35 knopen (65 km/u) |
Bereik: |
10.600 km bij 15 knopen (28 km/h) |
Bewapening: |
3x2 127 mm / 50 kaliber
Type 3 geschut maximaal tot 28x 25 mm Type 96 luchtafweer maximaal tot 4x 13,2 mm Type 93 luchtafweer 2x4 610 mm torpedolanceerbuizen 16 Type 93 torpedo's 16 dieptebommen |
Bemanning |
200 |
Chu-sa Shigeichi Narita
(Kapitein-luitenant-ter-Zee) |
16 december 1936 |
Sho-sa/Chu-sa Kiichiro Wakita
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse/Kapitein-luitenant-ter-Zee) |
1 december 1937 |
Sho-sa Minoru Yokoi
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 december 1938 |
Sho-sa Kenjiro Tobita
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
20 mei 1939 |
Sho-sa Minoru Yokoi
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 oktober 1939 |
Sho-sa Goro Yoshii
(Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
10 september 1941 - 3 maart 1943 |