De Lichte-kruiser Yura werd in de jaren 1920 gebouwd als flottielje leider voor torpedobootjagers. Het schip werd in 1930 gebruikt als testplatform voor katapulten bevestigd voor de brug van het schip. Begin jaren 1930 werd het schip gerenoveerd en direct ingezet in China ten tijde van het Mantsjoerije incident. Ook tijdens de 2e Chinees-Japanse oorlog werd het schip rond China ingezet. In december 1941 nam de Yura deel aan de invasie van Malakka, de invasie van Nederlands-Indië, de strijd in de Indische Oceaan en de strijd rond Guadalcanal en de Solomon eilanden. Op 25 oktober 1942 werd de Yura bij een bombardement dusdanig beschadigd dat Japanse schepen het schip tot zinken brachten.
Gebouwd
door: |
Kiel
gelegd: |
Te
waterlating: |
Aflevering: |
Einde: |
Sasebo kaigun kosho Sasebo, Nagasaki |
21 mei 1921 |
15 februari 1922 |
20 maart 1923 |
25 oktober 1942 (gezonken) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
1 september 1941 |
vlaggenschip 5e
Onderzeebooteskader |
|||
6 maart 1942 |
No. 1 Escorteeenheid |
|||
10 mei 1942 |
vlaggenschip 4e
Torpedobootjagereskader |
|||
24 oktober 1942 |
No. 2 Aanvalseenheid |
De kiel voor de Nagara-klasse (1921) Lichte-kruiser Yura werd op 21 mei 1921 gelegd aan de marinewerf te Sasebo. Op 15 februari 1922 werd het schip aldaar te water gelaten en op 20 maart 1923 afgeleverd. Het schip was genoemd naar de rivier de Yura, gelegen bij Kyoto.[1][2]
De Yura had met een lengte van 162 meter een waterverplaatsing van 5.570 ton netto en 7.050 ton bruto. De 450 bemanningsleden hadden de beschikking over een hoofdbewapening van 7 stuks (3x2, 1x1) 140 mm / 50 kaliber 3e jaartype geschut en een secundaire bewapening van 1x2 80 mm / 40 kaliber 3e jaartype geschut en 4x2 610 mm torpedolanceerbuizen. De brug van het schip was geconstrueerd boven een hangar voor een drijvervliegtuig. Bij de bouw was boven geschutstoren 2 een platform aangebracht voor het drijvervliegtuig dat later zou worden vervangen door een katapult.[3][4]
In 1930 werd de Yura gebruikt als testplatform voor het installeren van een katapult voor de brug. Dit was het moment dat het platform boven geschutstoren 2, werd vervangen door een katapult. Begin 1932 werd de Yura ingezet bij Shanghai ter ondersteuning van de Japanse inzet ten behoeve van de inval in Mantsjoerije. Hierbij werd het schip op 4 en 13 februari 1932 ingezet bij het bombardement op Fort Wusong, Shanghai. In de jaren 1933 - 1934 werd midscheeps een nieuwe katapult geïnstalleerd tussen de geschutstores 5 en 6.. Tevens werd een nieuwe hoofdmast geplaatst met hieraan een kraan voor het optakelen van een drijvervliegtuig. Van 1937 tot in 1939 werd het schip ingezet langs de Noord-Chinese kust ten behoeve van de Japanse inzet in Noord-China ten tijde van de 2e Chinees-Japanse oorlog. In januari 1939 ontving de Yura aanvullend luchtafweer in de vorm van 2x2 25 mm / 60 kaliber Type 96 luchtafweergeschut.[5]
Vanaf 1 september 1941 fungeerde de Yura als vlaggenschip voor het 5e Onderzeebooteskader met als thuishaven Hainan. Begin december nam het schip deel aan de invasie van Frans-Indochina. Ten tijde van de dreiging van het Britse Force Z, werd de Yura op 9 december ingezet bij het onderscheppingseskader voor Force Z. Door de vernietiging van Force Z door Japanse vliegtuigen, hoefde dit eskader niet in actie te komen. Tussen 13 en 26 december 1941 nam de Yura deel aan de invasievloot voor Sarawak, waarbij het de landingen in Noord-Borneo ondersteunde. Hierna trok het schip naar de basis in Camranh Bay, Indochina.[6]
Vanaf februari 1942 werd de Yura ingezet bij de invasie van Sumatra en later Java. Hierbij ontsnapte de Yura op 1 maart 1942 aan torpedering door de Nederlandse onderzeeboot Hr. Ms. K XIV. De door het schip afgeschoten torpedo's misten of waren blindgangers. Tot eind maart 1942 ondersteunde de Yura Japanse ladingen in Nederlands-Indië. In de maand april 1942 werd de Yura ingezet bij het Japanse smaldeel dat de Indische Oceaan werd opgezonden om geallieerde scheepvaart aldaar aan te vallen. Eind van deze maand kwam het schip aan in de haven van Sasebo voor onderhoud. Vanaf 10 mei 1942 was de Yura ingedeeld bij het 4e Torpedobootjagereskader als diens vlaggenschip. De schepen bevonden zich in het gebied rond Midway maar raakten niet bij de slag bij Midway betrokken.
Toen op 7 augustus 1942 de Amerikanen hun operaties rond Guadalcanal en de Solomon eilanden begon, werd de Yura naar de Japanse basis op Truk gezonden en nam hierdoor op 24 augustus 1942 deel aan de slag bij de Oostelijke Solomon eilanden. De Yura keerde onbeschadigd op 5 september 1942 terug bij Truk. De gehele maand september patrouilleerde het schip bij Truk en de Solomon eilanden. Bij de Shortland eilanden raakte de Yura op 25 september 1942 licht beschadigd toen het door twee Boeing B-17 bommenwerpers werd aangevallen. In oktober was de Yura betrokken bij de landingen van Japanse troepen bij Guadalcanal. Op 24 oktober vertrok de Yura vanaf de Shortland eilanden en nam het deel aan een bombardement van Guadalcanal. Toen de Yura op 25 oktober een aanval bij Santa Isabel leidde, werd het schip aangevallen door vijf Douglas SBD Dauntless duikbommenwerpers van Scout Squadron 71 (VS-71). Twee bommen troffen het schip nabij de machinekamer. Men wist het schip drijvende te houden en het Japanse smaldeel trok zich terug.
Tijdens de terugtocht werd de Yura diverse malen aangevallen door Amerikaanse vliegtuigen. Het was uiteindelijk een bomaanval van zes Boeing B-17 bommenwerpers, komende vanaf Espiritu Santo die de Yura zodanig wisten te treffen dat opnieuw brand uitbrak. Om 18.30 uur op 25 oktober 1943 werd besloten dat de bemanning het schip verliet en werd opgenomen door de escorterende torpedobootjagers. Van deze escorte werd de Yura met torpedo's door de Harusame (Dai-69) en Yudachi (Dai-68) tot zinken gebracht. In twee stukken, zonk de Yura uiteindelijk om 19.00 uur op 08°15′S 159°07′E.[7]
Op 20 november 1942 werd het schip geschrapt va de marinelijst.
Naam: | Yura |
Callsign/Registratie: |
? |
Bouwer: |
Sasebo kaigun kosho, Nagasaki |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Lichte-kruiser / Nagara-klasse (1921) |
Waterverplaatsing: |
5.570 lt (5.659 ton) standaard |
Lengte: |
162,10 meter |
Breedte: |
14,20 meter |
Diepgang: |
4,80 meter |
Aandrijving: |
4 schachten 4x Gihon geschakelde stoomturbines 12x Kampon boilers 90.000 shp (67.000 kW) |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/h) |
Bereik: |
11.000 km bij 14 knopen (26
km/h) |
Bepantsering: |
Dek: 30 mm Pantsergordel: 60 mm |
Bewapening: |
7x1 140 mm / 50 kaliber 3e jaars
geschut 2x1 80 mm / 40 kaliber 3r jaars geschut 4x2 610 mm torpedolanceerbuizen 48 mijnen 1 drijvervliegtuig |
Bemanning |
450 |
Kaigun Daisa Soemu Toyoda
(Kapitein-ter-Zee) |
1 november 1926 |
Kaigun Daisa Tomisaburo Otogaki
(Kapitein-ter-Zee) |
10 december 1928 |
Kaigun Daisa Senzo Wada
(Kapitein-ter-Zee) |
1 november 1929 |
Kaigun Daisa Umataro Tanimoto (Kapitein-ter-Zee) | 1 december 1931 |
Kaigun Daisa Rokuzo Sugiyama (Kapitein-ter-Zee) | 15 juni 1933 |
Kaigun Daisa Seisaku Wakabayashi
(Kapitein-ter-Zee) |
1 november 1934 |
Kaigun Daisa ? (Kapitein-ter-Zee) |
25 oktober 1935 |
Kaigun Daisa Hisashi Ichioka
(Kapitein-ter-Zee) |
15 november 1938 |
Kaigun Daisa Teruhiko Miyoshi
(Kapitein-ter-Zee) |
1 september 1941 |
Kaigun Daisa Shiro Sato
(Kapitein-ter-Zee) |
20 april 1942 |