Titel: | De Zwarte Driehoek - De geschiedenis van de als 'asociaal' vervolgden, 1933-1945 |
Schrijver: | Havinga, R. |
Uitgever: | Uitgeverij Van Gennep |
Uitgebracht: | 2021 |
Pagina's: | 144 |
ISBN: | 9789461645531 |
Omschrijving: | Rense Havinga (1988) studeerde in Amsterdam Militaire Geschiedenis en Krijgswetenshappen en is sinds 2011 werkzaam als historicus en conservator bij het Vrijheidsmuseum in Groesbeek. Hij is verder actief binnen de Transgendervereniging Nijmegen en had enige jaren bij de gemeente Nijmegen zitting in de adviescommissie ‘LHBT-beleid’. Tot september 2019 heette het Vrijheidsmuseum het Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945 en hield het zich voornamelijk bezig met de bevrijding van de Nederlands-Duitse grensregio in 1944-1945. Het nieuwe museum heeft de vorm van een parachute, dit ter herinnering aan de dropping van duizenden Amerikaanse parachutisten op de landingsterreinen bij Groesbeek tijdens Operatie Market Garden op 17 september 1944 en aan het grote Rijnlandoffensief in februari en maart 1945. In het Vrijheidsmuseum komen naast de bevrijding thema’s aan de orde als de opkomst van het fascisme, de Duitse dictatuur en bezetting, de periode van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en de relatie met hedendaagse conflicten. Havinga maakte voor het museum vijftien wisseltentoonstellingen en leidde het team dat vanaf begin 2022 een tentoonstelling over de Zwarte Driehoek vormgaf. Hij publiceerde ook dit boek over "het vergeten verhaal van de vervolging van de allerarmsten in Duitsland en Nederland tussen 1933 en 1945". De nazi’s vervolgden vanaf 1933 diverse groepen mensen en toen het vervolgingsbeleid werd uitgebouwd naar internering in concentratiekampen voerde men een stelsel in van gekleurde driehoeken om de verschillende groepen snel van elkaar te kunnen onderscheiden. Naast de overbekende gele ster voor Joden kwam er een rode driehoek (politieke gevangenen, communisten en andere binnenlandse tegenstanders, vrijmetselaars en buitenlandse politieke gevangenen en verzetsstrijders), roze driehoek (voor seksuele misdrijven zoals verkrachting, homoseksualiteit, pedofilie en bestialiteit), groene driehoek (criminelen), blauwe driehoek (emigranten en in Duitsland tewerkgestelde buitenlanders), bruine driehoek (zigeuners), paarse driehoek (Jehova’s getuigen, Vrije Bijbelonderzoekers en zevendedagsadventisten) en de zwarte driehoek ('asociale elementen'). Het systeem werden op allerlei manieren ‘verfijnd’, maar dit waren de hoofdcategorieën. Het onderwerp van dit boek betreft dus de zwarte driehoek, die betrekking had op ‘asociale elementen’. Dat was een willekeurig bij elkaar geraapte categorie personen: werkweigeraars, criminelen, fraudeurs, dienstweigeraars, prostituees, lesbiennes, zwakzinnigen die niet tot werk in staat waren, mensen die in tijden van schaarste hadden gestolen, illegale slachters, kermisexploitanten en woonwagenbewoners. Aanvankelijk kregen ook zigeuners een zwarte driehoek, maar zij kregen later een bruine driehoek, wat vooral betekende dat ze zwaarder werden vervolgd. Ten aanzien van de benoeming van deze categorieën heeft Havinga gemeend omschrijvingen die momenteel als kwetsend worden ervaren te moeten vervangen door moderne omschrijvingen. Het woord zigeuners wordt vervangen door Roma en Sinti. Trouwens, deze omschrijving wordt in Nederland steeds gebruikt, terwijl buiten onze landsgrenzen al lang alleen Roma wordt gebruikt als verzamelnaam. De Sinti zijn dan een groepering binnen de Roma, zoals voor de oorlog in Duitsland ook de Lalleri een belangrijke zigeunergroepering was. De prostituees worden stelselmatig sekswerkers genoemd, een recente term die aanzienlijk meer omvat dan alleen de vrouwelijke prostituees waarop de nazi’s zich richten. In het boek staat ook de zin: "Nationaalsocialistische eugenetici zagen de armoede van de jaren 20, de groeiende linksrevolutionaire bewegingen en de sociale revoluties van feminisme, lhbt-emancipatie en toenemende seksuele vrijheden, als tekenen van het genetisch verval van de mensheid." Nog even afgezien van de vraag of in deze zin alles inhoudelijk wel juist is… lhbt-emancipatie? Een historicus moet bij zijn beschrijving van een bepaalde periode de indertijd algemeen aanvaarde en dus historisch correcte term gebruiken en niet vervangen door trendy en woke-terminologie. In het boek en ook in veel artikelen in dagbladen en magazines over het boek wordt steeds de indruk gewekt dat door de nazi’s vanaf 1933 in Duitsland en gedurende de oorlogsjaren ook in Nederland plotseling de asocialen moesten worden geweerd, dat de samenleving pas vanaf dat moment van dit gespuis moest worden geweerd. De werkelijkheid is wat anders. In Duitsland werd begin 19e eeuw door de Franse bezettingsmacht een systeem ingevoerd om prostitutie aan het zicht van de bevolking te onttrekken en geheel in bordelen onder te brengen. Enerzijds vanuit morele overwegingen, maar vooral om de verspreiding van geslachtsziekten tegen te gaan. Elke in een bordeel officieel werkzame ‘Kontrolldirne’ moest twee keer per week bij een politiearts een gezondheidsonderzoek ondergaan. Elke vrouw die niet kon aantonen een betrekking in een bordeel te hebben, werd als ‘heimliche Prostituierte’ aangehouden en veroordeeld. Pas in de Weimarrepubliek werd dit systeem afgeschaft, wat leidde tot een enorme wildgroei aan openbare prostitutie en verspreiding van geslachtsziekten. De nazi’s wilden in eerste instantie de prostitutie weer terugbrengen achter gesloten deuren. De ‘heimliche Prostituierte’ werd als vanouds vervolgd. Er werd ook hardhandig opgetreden tegen landlopers, bedelaars en ander ‘vagebondachtig gespuis’. Ze werden als een ernstige bedreiging gezien voor de openbare orde en veiligheid. In de eerste helft van de 19e eeuw werd dit ‘ronddolend volk’ gezien als de schrik voor de bevolking van het platteland. Gedreven door honger, nood en kou zwierven allerlei groepjes rond op zoek naar voedsel en geborgenheid. De plattelandsbevolking moest hen hierin voorzien, als het niet goedschiks kon dan maar kwaadschiks. Er was dan ook zowel in Duitsland als Nederland veel strenge wetgeving om dit probleem aan te pakken. Rond de jaren dertig was het probleem al lang niet meer zo groot als een eeuw eerder. Ten aanzien van werkeloosheid was men al even streng. Gedurende de crisis in de dertiger jaren was er in Nederland een uitgebreid stelsel van werkverschaffingsprojecten, waarvoor ook tal van kampen werden ingericht waar de tewerkgestelden soms maandenlang moesten verblijven. "Ledigheid is des duivels oorkussen", zeiden de christelijke bewindvoerders in Nederland. Toen en nu, want bijstandsgerechtigden anno 2022 verplichten tot "werken met behoud van uitkering" of werk gaan doen dat kort daarvoor is wegbezuinigd, is op dezelfde gedachte gebaseerd. Kortom, in Duitsland en Nederland was er al zeer lang voor de nazi’s aan de macht kwamen een uitgebreid stelsel van wetgeving en maatregelen tegen personen die als asociaal werden gezien. Beleid dat niks afweek van hetgeen in de maatschappij als redelijk werd ervaren. Dat de nationaalsocialisten vanaf 1933 streng optraden tegen asocialen werd dan ook massaal gesteund. Nieuw was wel de mogelijkheid in een concentratiekamp te verdwijnen, met of zonder zwarte driehoek. Maar echt verwonderlijk is het niet dat na de oorlog de aanpak van de asocialen grotendeels vergeten werd. Er was simpelweg weinig sympathie in de samenleving voor landlopers, bedelaars, prostituees en klaplopers en dat zal vandaag de dag niet anders zijn. Dat de nazi’s hier streng tegen optraden had algemene instemming, zeker zolang het de gebruikelijke boetes en gevangenisstraffen betrof. Het boek is eigenlijk redelijk tot matig, maar krijgt een extra ster omdat nu voor de eerste keer deze groep vervolgden in beeld wordt gebracht en omdat gebeurtenissen in Duitsland worden aangehaald die voor bijna iedereen totaal onbekend zijn. Terecht vraagt Havinga wie er ooit heeft gehoord van de Bedelaarsrazzia in 1933, van de kinderconcentratiekampen Moringen en Uckermark voor respectievelijk jongens en meisjes of van de Preventieve Politie in Brabant en Limburg. Niet veel mensen zouden hierop bevestigend kunnen antwoorden en de auteur had voor deze drie onderwerpen best aanzienlijk meer ruimte mogen inruimen. Dat wringt temeer omdat deze onderwerpen direct te maken met het onderwerp van het boek, terwijl divers naoorlogs beleid wel uitvoerig aan bod komt en de link met nationaalsocialistisch beleid daar volstrekt ontbreekt. Het streven om het sociale beleid in Nederland ten aanzien van asociale gezinnen voor, na en tijdens de oorlog in beeld te brengen, en wel binnen het kader van het Duitse vervolgingsbeleid ten aanzien van diverse uiteenlopende groepen, is niet erg geslaagd. Het zou een betere uitwerking hebben verdiend. Laten we het erop houden dat dit een verdienstelijke eerste poging is . |
Beoordeling: | Goed |