Britse Landing Ships Tank van het LST(1)-Type

Nadat bij de evacuatie in Duinkerken de British Expeditionary Forces (BEF) gedwongen was nagenoeg al haar voertuigen achter te laten omdat men geen middelen had deze snel genoeg te kunnen afvoeren, ontstond in Groot-Brittannië de discussie om schepen te ontwikkelen voor dit doel. Het doel was schepen te ontwikkelen die groot genoeg waren om voertuigen zoals tanks te vervoeren over de oceanen van continent naar continent. De eerste poging hiertoe leidden tot de zogenaamde LST(1)-Type, ook wel aangeduid als LST Mk.1-Type. Dit werden uiteindelijk zes schepen in twee te onderscheiden subklassen.

HMS Bachaquero (F110) Bron: Imperial War Museum

In een eerste poging te komen tot een landingsschip voor tanks en grotere hoeveelheden voertuigen, welke geschikt waren om transporten over oceanen van continent naar continent te vervoeren, werden drie Lake Maracaibo olietankers aangeschaft en omgebouwd tot olietankers. Deze drie schepen waren de HMS Misoa (F117), HMS Tasajera (F125) en HMS Bachaquero (F110) en stonden bekend als Maracaibo-klasse, soms ook wel vanwege de experimentele basis gerekend onder het LST Mk.1 type^[1]

Met de ervaringen opgedaan bij de ombouw van de Lake Maracaibo olietankers, werden vervolgens drie Landing Ship Tanks gebouwd die speciaal voor dit doel waren ontworpen. Dit waren de schepen HMS Boxer (F121), HMS Bruiser (F127) en HMS Thruster (F131) in de zogenaamde Boxer-klasse LST Mk.1.^[2]

HMS Bruiser Bron: Imperial War Museum A 16703

Het lag in de planning om in de verenigde Staten nog eens zeven schepen te laten bouwen volgens het LST Mk.1-Type principe. De productie van de Boxer-klasse bracht echter de nodige problemen met zich mee en duurde tot 1943. In die tussentijd was de LST(2)-Type, ook wel LST Mk.2-Type zo ver gevorderd en deze konden in een dusdanig tempo gebouwd worden dat de eerste uit deze groep als gereed waren voordat de laatste Mk.1 afgebouwd was. Hierdoor werd afgezien van verdere bouw in de Mk.1-Type.

Na de Tweede Wereldoorlog werden de drie schepen van de Maracaibo-klasse weer omgebouwd tot olietankers. De drie Boxer-klasse schepen verging het anders. HMS Bruiser werd particulier verkocht en omgebouwd tot vrachtschip. HMS Boxer bleef in dienst van de Royal Navy als fighter direction ship. HMS Thruster tot slot ging naar de Nederlandse Koninklijke Marine als bevoorradingsschip Hr. Ms. Pelikaan (A 830).

Noten

1. Rottman, 2012, pag. 5
2. Rottman, 2012, pag. 5-6