Het Panzerschiff Deutschland was de naamgever van een klasse Panzerschiffe, ook wel vestzakslagschepen genoemd, die Duitsland in de jaren 1930 bouwde in overeenstemming met internationale verdragen. De Deutschland diende aanvankelijk als vlaggenschip voor de Reichsmarine en later de Kriegsmarine tot het schip om politiek-emotionele redenen eind 1939 op bevel van Adolf Hitler werd omgedoopt tot Lützow (1940) en werd tegelijkertijd geclassificeerd als Zware-kruiser.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Deutsche Werke, Kiel |
5 februari 1929 | 19 mei 1931 |
1 april 1933 |
15 november 1939 (hernoemd tot Lützow (1940) |
Bouwnummer : 219 |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
||
1 april 1933 |
25 november 1936 |
Panzerschiff
Deutschland, Befehlshaber der Linienschiffe |
||
25 november 1936 |
15 november 1939 |
Panzerschiff
Deutschland, Befehlshaber der Panzerschiffe |
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog was het Duitsland niet meer toegestaan grote oorlogsbodems te bezitten. Het mocht een klein aantal oude linieschepen in dienst houden. Eind jaren 1920 werd gekeken naar vervanging van deze oude schepen en vanaf 1926 begon men met inachtneming van Internationale verdragen aan de planning. Er werd uiteindelijk besloten tot de bouw van een aantal schepen volgens een plan „Panzerkreuzer A". Het eerste schip in deze reeks zou de Deutschland worden.[1][2]
Op 5 februari 1929 werd aan de scheepswerf van Deutsche Werke in Kiel, de kiel voor bouwnummer 219 gelegd. Formeel was het schip besteld door de Reichsmarine ter vervanging van het verouderde slagschip SMS Preussen (1903). Het als "Deutschland" aangeduide schip werd op 19 mei 1931 te water gelaten. Verrassend was dat het schip tijdens de speech van Kanselier Heinrich Brüning uit zichzelf van de helling liep. Vanaf november 1932 begon het schip aan de proefvaarten en op 1 april 1933 werd het afgeleverd. Het schip werd, samen met haar zusterschepen aangeduid als Panzerkreuzer of ook wel Panzerschiff maar werd in de volksmond ook wel vestzakslagschip genoemd vanwege de relatief zware bewapening ten opzichte van het formaat van de schepen.[3][4][5][6]
De Deutschland had een lengte van 186 meter bij een waterverplaatsing van 12.630 t. Aangedreven door vier sets MAN 9 cilinder diesel motoren kon het een topsnelheid van 28 knopen (52 km/u) genereren. Met volledige beladen brandstof kon het schip bij een kruissnelheid van 20 knopen (37 km/u) een afstand afleggen van 19.000 km. Aanvankelijk bedroeg de bemanning 33 officieren en 586 manschappen, maar dit werd na 1935 gewijzigd tot 30 officieren en rond de 1000 manschappen. De hoofdbewapening van het schip bestond uit 2x3 stuks 280 mm SK C/28 geschut in één opstelling voor en één opstelling achter de bovenbouw. De secondaire bewapening bestond uit 8x1 150 mm SK C/28 geschut en 3 stuks 88 mm L/45 luchtafweer. De bewapening werd gecomplementeerd door twee batterijen van vier 533 mm torpedolanceerbuizen. De romp bepantsering bedroeg 60 tot 80 mm, terwijl de bepantsering van het bovendek 17 mm dik was. Het pantserdek zelf bedrog 17 tot 45 mm en de torens van het hoofdgeschut hadden een bepantsering van 80 mm (zijkanten) tot 140 mm (voorzijde). De radarapparatuur bestond uit een FMG G(gO) "Seetakt.[7]
Het jaar 1933 werd gebruikt om de bemanning te trainen en het doen van snelheidsproeven waarbij zonder problemen een snelheid van 28 knopen (52 km/u) werd bereikt. In december 1933 was het schip al operationeel. Na haar indienststelling fungeerde de Deutschland tot 1936 als vlaggenschip van de Duitse vloot. In 1934 volgden een aantal tochten naar diverse buitenlandse havens om het schip te tonen aan de wereld. Na een aantal tochten naar de Caraïben en Zuid Amerika ging het schip in het droogdok. In 1935 werd het luchtafweer vervangen door zes stuks 88 mm L/78 geschut. Daarnaast ontving het schip twee Heinkel He 60 watervliegtuigen en een katapult.[8]
Het schip werd verscheidene malen ingezet bij de internationale blokkade van Spanje tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Vanaf 23 juli 1936 was het schip samen met haar zusterschip Admiral Scheer (1934) voor non-interventie patrouilles langs de Spaanse kusten ingezet. Onder de internationale vlag werd heimelijk getracht de Spaanse Nationalisten te steunen. Tijdens één van de non interventie operaties werd de Deutschland op 29 mei 1937, in de buurt van Ibiza, aangevallen door de Republikeinen waaronder twee door Sovjet piloten gevlogen Tupolev SB-2 bommenwerpers. Bij deze luchtaanval kwamen 31 Duitse marinemensen om het leven. Na reparaties werd de Deutschland alleen nog ingezet voor oefeningen en bezoeken aan buitenlandse havens waaronder een formeel bezoek aan Spanje na de Nationalistische overwinning.[9][10][11]
Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bevond het schip zich in de buurt van Groenland met als ondersteuning het bevoorradingsschip m.s. Westerwald (1937). Toen op 1 september 1939 de vijandelijkheden uitbraken kreeg het schip gelijk opdracht om koopvaardijschepen aan te houden en dan te zinken en mocht geen gevecht aangaan. In korte tijd werden twee schepen (s.s. Stonegate (1928) en s.s. Lorentz W. Hansen (1920)) tot zinken gebracht en een ander als prijsschip (s.s. City of Flint (1919)) opgebracht. Aangezien Hitler het te riskant vond dat er iets kon gebeuren met een schip dat de naam Deutschland droeg, werd zij op 15 november 1939 omgedoopt tot Lützow. Tegelijkertijd werd het schip gereclasseerd tot zware kruiser. De naam Lützow (1940) was vrijgekomen na de verkoop van een in aanbouw zijnde kruiser, aan de Sovjet-Unie, die eigenlijk deze naam zou krijgen.[12][13][14]
Naam: | Deutschland |
Callsign/Registratie: |
geen |
Bouwer: |
Deutsche Werke, Kiel |
Bouwnummer: |
219 |
Type/Klasse: |
Panzerschiff /
Deutschland-klasse (1931) |
Waterverplaatsing: |
Ontwerp: 12.630 t (12.430 lt;
13.920 st) Volledig beladen: 14.290 lt (14.520 t) |
Lengte: |
186 meter |
Breedte: |
20,69 meter |
Diepgang: |
7,25 meter |
Aandrijving |
8 MAN doppeltwirkende
Zweitakt-Diesel Maschinen (Typ M9Z42/58) 54.000 PS (53.260 shp; 39.720 kW) |
Snelheid: |
28,3 knopen (52 km/u) |
Bereik: |
16.900 km (bij 20 knopen) |
Bepantsering: |
hoofdgeschut: 140 mm romp: 60-80 mm dek: 18-40 mm |
Bewapening: |
2x3 28 cm SK C/28 (L/52) 8x Sk 15 cm L/55 3x2 Flak 8,8 L/75 2x4 53,3 cm torpedolanceerbuizen 2 watervliegtuigen |
Bemanning |
619 |
Kapitän zur See Hermann von Fischel (Kapitein ter Zee) | 1 april 1933 |
Kapitän zur See Paul Fanger (Kapitein ter Zee) | 30 september 1935 |
Kapitän zur See Paul Wenneker (Kapitein ter Zee) | 3 september 1937 - 15 november
1939 |