HMS Vampire werd in 1917 in dienst gesteld en opereerde bij de Britse eilanden en de Middellandse Zee. In 1933 ging het schip over naar de Royal Australian Navy waar het in 1934 in reserve ging. Het schip werd in 1938 weer in operationele dienst gesteld. Na aanvankelijk ingezet te zijn in Europa kwam het uiteindelijk terecht in Singapore. Als escorteschip voor HMS Hermes (95) werd het schip op 9 april 1942 door Japanse bommenwerpers samen met de Hermes tot zinken gebracht.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
J. Samuel White & Co Ltd, East Cowes |
10 oktober 1916 |
21 mei 1917 |
22 september 1917 |
9 april 1942 (gezonken na Japans bombardement) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum in: |
Datum uit: |
Gegevens: |
|
21 mei 1917 |
september 1917 |
HMS Wallace |
||
22 september 1917 |
januari 1918 |
HMS
Vampire (F0A), 4th Destroyer Flotilla |
||
januari 1918 |
april 1918 |
HMS
Vampire (G70), 4th Destroyer Flotilla |
||
april 1918 |
1924 |
HMS
Vampire (G50), 4th Destroyer Flotilla |
||
1924 |
1927 |
HMS Vampire (G50),
5th Destroyer Flotilla |
||
1927 |
HMS Vampire (G50),
1st Destroyer Flotilla |
|||
11 november 1933 |
mei 1938 |
HMAS Vampire (D68),
Flinders Naval Depot |
||
11 mei 1938 |
december 1941 |
HMAS Vampire (D68),
Australian Destroyer Flotilla |
||
december 1941 |
9 april 1942 |
HMAS Vampire (I68),
Force Z |
HMS Vampire werd als één van de vijf Admiralty V-class Leaders-klasse (1917) besteld binnen het bouwprogramma van 1916-1917. De kiel van het schip werd op 10 oktober 1916 gelegd bij de werf van J. Samuel White & Co Ltd in East Cowes. Op 21 mei 1917 werd het schip te water gelaten als HMS Wallace en op 22 september 1917 afgeleverd als HMS Vampire (F0A).[1][2][3]
HMS Vampire had een lengte van 91 meter en een standaard waterverplaatsing van 1.188 ton. DE drie White Forster boilers en twee Brown-Curtis stoomturbines gaven het schip een maximum snelheid van 34 knopen (63 km/u) en een bereik van 6.500 km bij 15 knopen (28 km/u). De standaard bewapening bestond uit vier stuks 102 mm Mark V geschut, een QF 40 mm geschut, twee dubbele Lewis machinegeweren, een enkele Lewis Machinegeweer en twee drievoudige 533 mm torpedolanceerinstallaties. Bij de bouw werden vier dieptebommenwerpers geplaatst, later vervangen door twee modernere werpers. Het schip kon 50 dieptebommen meevoeren. Later werden de torpedolanceerinstallaties vervangen door viervoudige installaties zoals bij de W-klasse (I) en werd de enkele Lewis machinegeweer vervangen door een vierloops Vickers 7,7 mm geschut.[4][5][6]
Op 22 september 1917 werd HMS Vampire in dienst gesteld bij de Royal Navy en wel bij de 4th Destroyer Flotilla. Op 6 juni 1924 ging het schip in de Middellandse Zee over naar de 5th Destroyer Flotilla en op 20 april 1927 naar de 1st Destroyer Flotilla. Nadat het schip korte tijd buiten dienst was, werd het op 11 juni 1929 wederom in dienst genomen. Op 11 oktober 1933 werd het schip afgeschreven in Portsmouth en dezelfde dag overgedragen aan de Australische marine als HMAS Vampire (D68).
In Australië ging het schip aanvankelijk in reserve om vervolgens als tender te worden ingezet. In 1938 werd HMAS Vampire (D68) weer gemobiliseerd en in 1939 vertrok het schip naar de Middellandse Zee als onderdeel van het torpedobootjagerflottielje van Australia Station, de Australische bijdrage aan de Britse marinevloot. Halverwege 1941 trok het schip naar Singapore om te worden ingezet bij het Britse Force Z. Tijdens het escorteren van het Britse vliegdekschip HMS Hermes (95), werden beide schepen op 9 april 1942 door Japanse bommenwerpers aangevallen en beide tot zinken gebracht.[7][8]
Naam: | HMS Vampire |
Callsign/Registratie: |
F0A, G70, G50 |
Bouwer: |
J. Samuel White & Co Ltd,
East Cowes |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / Admiralty V-class Leaders-klasse (1917) |
Waterverplaatsing: |
1.188 lt (1.207 t) standaard
1.473 lt (1.497 t) maximum |
Lengte: |
95,10 meter |
Breedte: |
8,99 meter |
Diepgang: |
3,54 meter |
Aandrijving |
3 Yarrow-type Water-tube boilers
Brown-Curtis geared steam turbines 2 schachten 27,000 shp (20,134 kW) |
Snelheid: |
34 knopen (63 km/u) |
Bereik: |
6.500 km bij 15 knopen (28 km/u) |
Bewapening: |
4x1 102 mm H.V. Q.F. Mark V geschut
2x1 76mm geschut 2x3 533mm Torpedolanceerbuizen |
Bemanning |
134 |
Commander Frederick E. K. Strong
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
31 augustus 1917 |
Commander Clarence W. E.
Trelawny (Kapitein-Luitenant ter zee) |
26 september 1917 |
Captain Harry R. Godfrey
(Kapitein ter zee) |
2 oktober 1917 |
Commander Claud F. Allsup
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
11 februari 1919 |
Commander Charles G. Ramsey
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
7 juli 1919 |
Commander George H. Knowles
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
4 mei 1921 |
Commander Henry de B. Tupper
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
7 januari 1922 |
Commander/Captain Reginald V.
Holt (Kapitein-Luitenant ter zee / Kapitein ter Zee) |
16 november 1922 |
Lieutenant-Commander Stephen Barry (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | januari 1925 - 8 februari 1925 |
Commander Lionel G. Dawson
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
14 juli 1925 - januari 1927 |
Commander Edward G. G. Hastings
(Kapitein-Luitenant ter zee) |
6 oktober 1927 |
Captain Edward Faye de Renouf (Kapitein ter zee) | 11 januari 1929 |
Captain William H. Gell (Kapitein ter zee) | 25 mei 1930 |
Captain Cecil S. Sandford (Kapitein ter zee) | 6 september 1931 - januari 1932 |