Onderstaand artikel behandelt de belangrijkste soorten tankmunitie die het Japans Keizerlijk Leger (IJA 'Imperial Japanese Army') tussen 1930 en 1945 gebruikte. Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kocht Japan een aantal Westerse tanks van Frankrijk en Groot-Brittannië (bijvoorbeeld de Franse lichte Renault FT-17). Tankontwikkeling in Japan kreeg tijdens de Tweede Wereldoorlog minder prioriteit dan de bouw en de productie van vliegtuigen en schepen. Dat had onder andere te maken met het feit dat Japan een eiland is omgeven door water: vliegtuigen en schepen werden als zeer belangrijke middelen gezien om snel water over te steken en met behulp van infanterie grote stukken land te veroveren. Daarnaast had Japan geen enkele ervaring met de productie van eigen tanks. Ook vormde het heuvelachtige en met tropische begroeiing gedomineerde Zuidoost-Azië niet het ideale terrein voor de inzet van tanks en andere pantservoertuigen. Toch zette Japan tanks in die door hun geringe afmetingen en gewicht redelijk in staat waren in jungles te opereren.
Het gros van de tanks die Japan ontwikkelde waren lichte en middelzware modellen zoals de Type 89 I-Go/Chi-Ro, de Type 95 Ha-Go, de Type 97 Chi-Ha, de Type 97 Chi-Ha Kai (Shinhoto), de Type 1 Chi-He en de Type 3 Chi-Nu. De meeste Japanse tanks waren lichte en middelzware tanks met een gewicht van tien tot twintig ton. De volgende Japanse tankkanonnen worden met de bijbehorende munitie in dit artikel besproken: het 57mm Type 90 (Type 90 57mm) kanon, het 57mm Type 97 (Type 97 57mm kanon), het 37mm Type 94 (Type 94 37mm) kanon, het 47mm Type 1 (Type 1 47mm) kanon en het 75mm Type 3 (Type 3 75mm) kanon. De genoemde kanonnen werden in bovenstaande tanks gemonteerd. Prototype kanonnen worden niet besproken omdat die niet in grote aantallen werden gebruikt in Japanse tanks.
Alle penetratiewaarden worden in dit artikel in millimeters (mm) uitgedrukt waarbij een rechte pantserplaat van 0 of 90 graden, ligt aan het perspectief, als maatstaf wordt gebruikt. Opgemerkt dient te worden dat de penetratiewaarden afhankelijk zijn van de kwaliteit van het staal van de granaat, de explosieve vulling en de snelheid. Ook speelt de kwaliteit van het vijandelijke tankpantser een grote rol. Daarom kunnen de penetratiewaarden afwijken (vaak slechts enkele millimeters, bijvoorbeeld 5 tot 10mm).
Het 57mm Type 90 wapen was een kort kanon dat leek op een houwitser. Het kanon had een looplengte van 0.85 meter, een depressie van minus vijftien graden en een elevatie van twintig graden. De 57x121R pantsergranaten van het kanon hadden een mondingssnelheid van plusminus 350 tot 380 meter per seconde (m/s). De Type 92 pantsergranaat (type 'APHE', projectielgewicht 2.58 tot 2.6 kilogram) had een maximale penetratie van plusminus 20 tot 30 mm staal. De explosieve inhoud van de granaat bedroeg ongeveer 100 gram TNT. De brisantgranaat had een explosieve inhoud van plusminus 250 gram TNT. Het 57mm Type 90 kanon werd in de Type 89 "I-Go" tank gebruikt waar het kanon vooral effectief was tegen infanterie gezien de zeer geringe mondingssnelheid en het penetratievermogen. Tegen vijandelijke Amerikaanse tanks zoals de M3 Lee en de M4 Sherman middelzware tank was het kanon vrijwel nutteloos gezien de slechte penetratiewaarden (ongeveer 20 tot 30 mm staal tot op korte afstand). Voor het 57mm Type 90 kanon was ook nog holle lading munitie beschikbaar (Type 3 'HEAT': high-explosive anti-tank).
Het 57mm Type 97 kanon werd gemonteerd in de naar Japanse maatstaven middelzware Type 97 Chi-Ha tank. Het wapen had een looplengte van 1.057 meter, een depressie van vijftien graden en een elevatie van twintig graden. Het kanon kon verschillende munitiesoorten afvuren waaronder pantsergranaten (Type 92) en holle lading (Type 3). De mondingssnelheid van de 57x121R Type 92 pantsergranaten (APHE) bedroeg ongeveer 350 tot 355 meter per seconde. Volgens het boek 'Tank Gun Systems: The First Thirty Years, 1916–1945: A Technical Examination' (2023) kon de mondingssnelheid oplopen tot 420m/s. De maximale penetratie bedroeg ongeveer 20 tot 30 mm staal. Volgens een primaire bron (Collection of Army Engineering Headquarters test reports) bedroeg de mondingssnelheid 349 meter per seconde en het maximale penetratievermogen was ongeveer 17.5 tot 30.4 mm staal (afhankelijk van de schietafstand). Omdat het wapen net als het 57mm Type 90 kanon een laag penetratievermogen had besloot de Japanse legertop om nieuw tankgeschut te ontwikkelen zoals een nieuw 47mm kanon met een hogere mondingssnelheid (47mm Type 1/Type I 47mm). Gevechten tegen Sovjettanks tijdens de Slag bij Halhin Gol bewezen dat de wat mondingssnelheid betreft trage 57mm tankkanonnen van de Japanners het aflegden tegen Sovjetkanonnen met hoge mondingssnelheden zoals het 45mm 20-K kanon.
Het Type 94 37mm kanon was een antitankkanon dat door het Japanse leger in de jaren dertig (1934) was ontwikkeld en in gebruik werd genomen. Het ontwerp was een verbetering van het Type 11 37mm kanon. In juli 1933 begon werk aan een opvolger van het Type 11 kanon omdat dat kanon een zeer geringe mondingssnelheid en een klein bereik had. Het nieuwe 37mm kanon was aanvankelijk te zwaar en een aangepast en verbeterd ontwerp werd in 1935 getest. In 1936 werd dat nieuwe ontwerp in gebruik genomen. In totaal werden 3400 Type 94 37mm kanonnen geproduceerd. Het kanon woog 324 kilogram, had een lengte van 2.9 meter en een looplengte van 1.765 meter. De munitie bestond uit 37×165 mm. R granaten (37mm bij 165mm). Het gewicht van de afgevuurde granaten bedroeg 0.67 tot 0.69 kilogram. De mondingssnelheid bedroeg ongeveer 700m/s en het maximale bereik lag op 4.5 kilometer. Een ander, korter kanon (Type 94 (1934) 37 mm L/36.7) dat leek op genoemd wapen werd gebruikt in de Type 95 'Ha-Go' lichte tank waarbij de munitie Type 94 'APHE' (pantsergranaat met explosieve vulling, 575-600m/s) tot op een afstand van honderd meter een penetratievermogen had van plusminus 30 mm staal (op een afstand van tweehonderd meter bedroeg de penetratie ongeveer 25 mm staal). Er bestaan verschillen tussen Japanse en Amerikaanse schiettesten. Zo stellen Amerikaanse bronnen dat de granaat (tot op zeer korte afstand) plusminus 40 mm staal penetreerde. De Japanse schiettesten geven soms lagere penetratiewaarden. Zo geeft een Japanse schiettest een waarde van 28 mm staal tot op een afstand van 250 meter. Het penetratieverschil heeft waarschijnlijk te maken met de munitie- en staalkwaliteit, afwijkende testen of verwarring wat betreft munitiesoorten.
Het 47mm Type 1 kanon was een antitankkanon dat vanaf 1942 door het Japanse leger werd gebruikt. Het wapen was een verbetering van een experimenteel kanon (Type 97 47mm). Het prototype werd niet geaccepteerd omdat het niet krachtig genoeg was. Het nieuwe 47mm kanon werd ontwikkeld omdat het Type 94 37mm kanon niet krachtig genoeg zou zijn om vijandelijke (Sovjet en Amerikaanse) tanks te vernietigen. Ongeveer 2.300 stuks werden door fabrikant Osaka (Osaka Army Arsenal) geproduceerd. Het 47mm Type 1 kanon had een looplengte van 2.25 meter, een depressie van vijftien graden en een maximale elevatie van twintig graden. De mondingssnelheid van de munitie bedroeg plusminus 810 meter per seconde. Het kanon was relatief licht en makkelijk te hanteren. Daarnaast had het wapen een laag profiel. Het kanon kon verschillende munitiesoorten afvuren. Het 47x285R projectiel van de Type 1 APHE granaat (822-840m/s) woog ongeveer 1.38 tot 1.53 kilogram en had een explosieve massa van 18 gram RDX/TNT. Het boek Tank Gun Systems: The First Thirty Years, 1916–1945: A Technical Examination (2023) noemt voor de pantsergranaat een mondingssnelheid van 810m/s. De complete granaat woog ongeveer 2.75 tot 2.77 kilogram. De penetratie bedroeg plusminus 50 mm staal tot op een afstand van honderd meter en 30 tot 40 mm tot op een afstand van een kilometer (hoek van dertig graden). De granaat doorboorde maximaal ongeveer 70 mm staal en 60 tot 70 mm op een afstand van 460 meter (hoek van negentig graden). Schiettesten met de Type 1 pantsergranaat geven maximale penetratiewaarden van 70 mm staal en minimaal ongeveer 30 mm staal (op een afstand van twee kilometer). Het 47mm Type 1 kanon werd gebruikt in de Type I Chi-He tank/Type 1 Chi-He en de Type 97 Chi-Ha Kai tank (Shinhoto Chi-Ha).
Het 75mm Type 3 kanon werd gebruikt in de Type 3 Chi-Nu middelzware tank die nooit is ingezet tegen Amerikaanse troepen. Het is een van de grootste kanonnen die in Japanse tanks werden gebruikt. Het kanon had een looplengte van 2.85 meter (L/38) en een mondingssnelheid van 680m/s. Het wapen had een depressie van vijftien graden en een elevatie van twintig tot vijfentwintig graden. De 75x424R 75mm Type 1 pantsergranaat (6.56-6.6kg, 668-680m/s) doorboorde maximaal ongeveer 90 tot 100 mm (op een afstand van honderd meter) en ongeveer 70 tot 80 mm tot op een afstand van een kilometer (hoek van negentig graden). De explosieve inhoud van de Type 1 granaat bedroeg 53 gram RDX/TNT (bestond uit 90 procent cycloniet en 10 procent paraffine). Het kanon kon ook nog brisant munitie afvuren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde Japan verschillende tanks. Vooral lichte en middelzware tanks werden door het Japans Keizerlijk Leger ingezet. Wat betreft tankkanonnen waren de meest gangbare kalibers 37, 47, 57 en 75mm. Het merendeel van de Japanse lichte tanks was met 37mm kanonnen uitgerust. De meeste middelzware en zwaardere modellen gebruikten 47mm en 57mm kanonnen. De bekende Type 95 Ha-Go lichte tank had met pantsergranaten een geringe penetratie. Dat werd vooral duidelijk bij confrontaties met Amerikaanse M4 Sherman tanks: het 37mm kanon was vaak niet krachtig genoeg om de geallieerde tanks te vernietigen (uitzondering vormen de Amerikaanse lichte tanks). De voorkant van de middelzware M4 Sherman tank kon bijvoorbeeld niet met 37mm tankmunitie van de Type 95 lichte tank doorboord worden. Verbeterde Japanse tanks zoals de Type 97 Chi-Ha Kai hadden een 47mm Type 1 kanon dat in staat was geallieerde tanks uit te schakelen. Toch was dat kanon minder destructief dan het 75mm M3 kanon van de M4 Sherman. Het vermogen van 47mm tankgranaten om vijandelijk pantser te doorboren was best goed vergeleken met andere Japanse kanonnen zoals de 37mm wapens. Ondanks dat feit waren de meeste Japanse tanks slecht (12 tot 30mm) of matig (30 tot 50mm) gepantserd. Vooral de zijkanten van Japanse tanks waren zeer kwetsbaar voor Amerikaans antitankvuur. Omdat het penetratievermogen van de standaard 75mm pantsermunitie (M72 en M61) van de M4 Sherman tank maximaal 90 mm tot 100 mm staal tot op een afstand van honderd meter bedroeg kon het frontale tankpantser van de sterkste Japanse tanks (50 tot 70mm dik) doorboord worden.
Samenvattend kunnen we stellen dat Japanse tankgranaten met een kaliber van 37mm of minder niet krachtig genoeg waren om de standaardtanks van de geallieerden (M3 Lee en M4 Sherman) tot op middellange of lange afstand te vernietigen. Het penetratievermogen van de pantsergranaten van het 37mm Type 94 kanon was te gering om het frontale pantser van de M4 Sherman te doorboren. Alleen verrassingsaanvallen waarbij Japanse tanks op de flanken en de achterkant van die tanks schoten konden af en toe succes hebben. Japanse 47mm kanonnen met een hoge mondingssnelheid zoals het 47mm Type 1 kanon waren daarentegen wel in staat de genoemde tanks te vernietigen. Toch was dat kanon wat betreft penetratievermogen en kaliber de mindere van het 75mm kanon van de M4 Sherman. Alleen de meest krachtige Japanse tankkanonnen (75mm) konden de standaardtanks van de Amerikanen, de Britten en de Sovjets tot op middellange of lange afstand (een halve kilometer of verder) aan de voorkant uitschakelen. De met 75mm kanonnen bewapende Japanse tanks waren bedoeld om de Amerikanen en de Britten tegen te houden of in ieder geval te vertragen. Door het mede door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki uitblijven van een landinvasie (en dus een langdurige grondoorlog op Japans gebied), werden die tanks niet ingezet tegen Amerikaanse M4 Sherman en M26 Pershing modellen. We kunnen er echter vanuit gaan dat zelfs de meest krachtige Japanse tanks het uiteindelijk zouden verliezen tegen de kwantiteit en kwaliteit van de nieuwste M4 Sherman modellen en de veel beter gepantserde en bewapende M26 Pershing tanks.