Titel: | Agent Tricycle: Dusko Popov - de extraordinaire dubbelspion in de Tweede Wereldoorlog |
Auteur: | Larry Loftis |
Uitgever: | BBNC Uitgevers |
Uitgebracht: | 2016 |
Pagina's: | 397 |
ISBN: | 9789045320168 |
Omschrijving: | Spionage en geheim agenten blijven een interessant onderwerp voor schrijvers. Denk hierbij aan de beroemde spionagethrillers van Ian Flemming en John le Carré, maar ook non-fictieboeken zoals ‘Agent Zigzag’ van Ben Macintyre. Mede doordat zij grote risico’s liepen en vaak een spannend leven leidden, zijn de wederwaardigheden van geheime (dubbel)agenten tijdens de Tweede Wereldoorlog voer voor (non)-fictieboeken. In het boek ‘Agent Tricycle’ beschrijft de Amerikaanse jurist en schrijver Larry Loftis het levensverhaal van de Britse dubbelagent Dusko Popov. Popov werd in 1912 geboren in Titel, een stad die destijds in Oostenrijk-Hongarije lag. Hij kwam uit een welgestelde Servische familie en studeerde voor de oorlog in Duitsland. Na een aantal voor het regime onwelgevallige uitspraken, werd hij gearresteerd door de Gestapo. Deze arrestatie was er mede de oorzaak van dat hij (gedwongen) in dienst trad bij de Abwehr als agent. Zodra hij medewerker werd van de Duitse spionage- en contraspionagedienst, die onder leiding stond van Admiral Wilhelm Canaris, bood Popov ook zijn diensten aan bij de Britse geheime dienst MI6. Hij werkte in eerste instantie vanuit Londen, later verhuisde hij in opdracht van De Duitsers naar Lissabon. Doordat zijn netwerk naast hemzelf bestond uit twee subagenten, kreeg hij de codenaam Tricycle (driewieler). Deze codenaam heeft in tegenstelling tot wat op de achterflap van het boek wordt beweerd, dus niets te maken met het feit dat hij gedurende de oorlog werkzaam was voor zowel de Amerikaanse, Britse als Duitse geheime dienst. Popovs dekmantel was een handelsfirma in grondstoffen. Halverwege 1941 verordonneerden de Duitsers dat hij zijn werkzaamheden verplaatste naar de Verenigde Staten. Popov ging hier als dubbelagent werken voor de FBI. De samenwerking met de Amerikaanse inlichtingendienst verliep echter moeizaam, waardoor Popov weinig informatie kon leveren aan de Duitsers, die daarop begonnen te twijfelen aan zijn betrouwbaarheid. Hij ging terug naar Europa waar hij opnieuw in dienst trad van de Britse MI6. Popov slaagde erin om het vertrouwen van de Abwehr opnieuw te winnen. Gedurende de rest van de oorlog zou hij in opdracht van de Britten veel foutieve informatie aan de dienst blijven verstrekken. ‘Agent Tricycle’ bevat alle elementen van een spionageroman. Intriges, brieven in onzichtbare inkt, duistere types van wie niet duidelijk is aan welke kant zij staan en mooie sensuele vrouwen. Zelfs moord- en doodslag komen een aantal keren voorbij. Het boek is spannend geschreven, alhoewel er momenten zijn dat de spanningsboog wat afneemt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de passages die zich afspelen in de Verenigde Staten in 1941. Dit komt in dit geval voornamelijk omdat Popov in deze periode noodgedwongen weinig spionageactiviteiten uitvoerde. Het verhaal is voor een gedeelte gebaseerd op de memoires die Popov na de oorlog heeft geschreven. Met memoires moet je voorzichtig zijn als bron. Herinneringen zijn subjectief en kunnen gekleurd zijn. De schrijver geeft dit ook toe en probeert waar mogelijk de memoires van Popov te staven met archiefmateriaal. Bij passages in het verhaal waar dit niet is gelukt, geeft hij dit aan. In het boek passeren veel namen van betrokkenen de revue. De toelichtende namenlijst die voorin het boek is opgenomen, is dan ook geen overbodige luxe. Ondanks deze lijst moet je soms toch even nadenken wie wie ook alweer was en wat zijn precieze rol was. Een klein minpunt is wel dat het boek, zeker in het begin van het verhaal, verzandt in details. Zoals de uitgebreide beschrijving van (de geschiedenis en vorige eigenaren van) de villa in Estoril waar Popov de ontmoeting had met zijn contactpersoon van de Abwehr. Deze passage wordt bovendien afgesloten met de opmerking dat dit waarschijnlijk (dus niet 100% zeker) de villa was die Popov noemde in zijn memoires. Ook wordt er uitgebreid ingegaan op de vraag of een casinobezoek van Popov in Portugal misschien model heeft gestaan voor een passage uit ‘Casino Royale’, het eerste boek uit de James Bond-serie. Hoewel dit interessant is, was het niet nodig om hieraan een heel hoofdstuk en aan het eind van het boek ook nog een bijlage te besteden. Het valt sowieso op dat Loftis wel erg vaak verwijst naar de beroemde fictieve Britse agent en hoe deze al dan niet gebaseerd zou zijn op Popov. Dit is jammer, want dit heeft het boek echt niet nodig. Het leidt alleen maar af van het verhaal. Bond en Popov hebben zeker enige raakvlakken. Popov leefde net als 007 het leven van een playboy. Hij was een graag geziene gast in de beste uitgaansgelegenheden in Lissabon, Londen en New York, versleet vele vriendinnen en vergokte kapitalen in casino’s. Popov was echter zeker geen roekeloze dwaas. Hij had een doctorsgraad in de rechten en sprak vloeiend vijf talen. Het boek bevat ook een aantal kleine historische omissies. Zo wordt er gezegd dat er in 1940 nog maar zes Europese landen neutraal waren in de oorlog. Dit klopt echter niet. In 1940 waren dit er nog meer (onder meer Hongarije, Joegoslavië en Roemenië waren bijvoorbeeld in 1940 nog niet betrokken bij het conflict). Uiteindelijk zouden er overigens inderdaad maar zes landen in Europa neutraal blijven tijdens de Tweede Wereldoorlog (Ierland, Spanje, Portugal, Turkije, Zwitserland en Zweden). In tegenstelling tot bijvoorbeeld Eddie Chapman (Agent Zigzag) hebben de acties van Popov wel bijgedragen aan de geheime oorlog. Hij verstrekte de Duitsers veel desinformatie en wist de namen te achterhalen van een aantal andere Abwehr-agenten die in Groot-Brittannië actief waren. Voorts had Popov een bescheiden rol in Operatie Mincemeat, waarbij de Duitsers middels documenten op het lijk van een zogenaamde Britse officier werden misleid over de geallieerde invasie op Sicilië in 1943. Ook was hij betrokken bij operatie Fortitude, een geallieerde misleidingsplan om de Duitsers te laten geloven dat de invasie in het Nauw van Calais in plaats van Normandië zou plaatsvinden. Volgens Loftis wordt Popov door veel historici beschouwd als een van de belangrijkste Britse dubbelagenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Overigens moet de invloed van dubbelagenten op de oorlogvoering niet worden overschat. Net als de geallieerden lieten de Duitsers zich zelden leiden door inlichtingen die zij verkregen van hun agenten. Aan afgeluisterd radioverkeer werd bijvoorbeeld veel meer waarde gehecht. Dit vermeldt Loftis niet in zijn boek. Hij lijkt de rol van Popov en zijn bijdrage aan de oorlog wat te overschatten. Op een gegeven moment noemt hij hem zelfs de grootste spion uit de Tweede Wereldoorlog. Men kan er over twijfelen of überhaupt iemand deze titel verdient. Als er al iemand voor in aanmerking komt, dan is het eerder Richard Sorge, de Russische spion in Japan. Al met al kan men wel concluderen dat ‘Agent Tricycle’ een (bescheiden) aanvulling is voor de literatuur over de geheime oorlog die plaatsvond tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal over de Britse dubbelagenten die de Duitsers misleidden (ook wel aangeduid als het Doube Cross-systeem) is vaker verteld, maar blijft interessant om over te lezen. Binnen dit netwerk heeft Dusko Popov een belangrijke rol vervuld. Door zijn acties heeft hij de geallieerde oorlogsvoering ook zeker een dienst bewezen. Het goed geschreven ‘Agent Tricycle’' vormt een waardig monument voor deze tegenwoordig tamelijk onbekende man. |
Beoordeling: | Goed |