Uit het Leidsch Dagblad van 13 september 2003: "Ze was beeldschoon, slim en sportief. Ze kon schieten, saboteren en spioneren. Als een Leidse Hannie Schaft stortte ze zich in het verzet, werd gepakt en ter dood veroordeeld. Maar dan neemt haar leven een bizarre wending. Ze stelt haar kwaliteiten ter beschikking aan de Sicherheitsdienst."
Helene Louise Ten Cate Brouwer werd geboren in Alphen aan de Rijn. Ze kwam uit een keurig en vooraanstaand protestants gezin. Haar vader Dirk ten Cate Brouwer was directeur van de handelsonderneming in wand en vloertegels "Het Tegelhuis" in Alphen aan de Rijn, een graag geziene heer die diverse functies in zijn carrière bekleedde; voorzitter van de Kamer van Koophandel van Rijnland en van de Wilhelmina Vereniging in Alphen, een commissie die jaarlijks de verjaardag van de Koningin organiseerde. Zijn vrouw Helene ten Cate baarde hem vier kinderen, Helene Louise (27 oktober 1914), de zonen Dick (09 februari 1916) en Willem Barent (28 november 1917) en de laatste dochter Lotte Marianne (21 oktober 1923). Het gezin woonde sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 aan de Wilhelminastraat 36 in Alphen aan de Rijn. In 1933 verhuisde het gezin naar Leiden, Wassenaarseweg 2. In het Interbellum deed vader zaken in Duitsland en hij sympathiseerde met het naziregime, in ieder geval tot de Duitse inval in Nederland.
Helene Louise wilde meer van de wereld zien. In april 1939 reageerde ze op een advertentie die geplaatst was door zakenman W.A.Th. Gerth van Wijk. Deze zocht een secretaresse met kennis van talen die met hem mee zou gaan op zakenreis naar Zuid-Frankrijk en Spanje. Gerth van Wijk presenteerde zich als lid van de Nederlandse consulaire dienst die een uitgebreid netwerk aan contacten had over de hele wereld. Hij maakte goede sier met de status van zijn vader als luitenant kolonel in het KNIL, Gerth van Wijk, zijn eigen diplomatieke connecties met regeringsleden en het koningshuis. Vader Ten Cate Brouwer was in zijn sas met deze prominente jongeman en gaf zijn dochter toestemming om met hem mee te gaan. Gerth Van Wijk vertelde haar dat hij op zakenreis ging naar Spanje, New York en Zuid Amerika en kon haar assistentie daarbij goed gebruiken. Eerst zou Spanje worden aangedaan. Hij zou namens de Nederlandse overheid een aantal zakelijke deals sluiten in het Spanje van Franco.
Helene Louise reisde met hem in maart 1939 naar Saint-Jean-de-Luz in het uiterste zuidwesten van Frankrijk, waar beiden een kamer deelden in het Golf Hotel. Gerth van Wijk wachtte daar op een inreisvisum voor Spanje. Ondertussen verkwistte hij zijn geld aan vrouwen,gokken en in bars zodanig dat hij in geldproblemen raakte en Helene Louise als "borg" achterliet. Hij zou in Zwitserland of Nederland geld proberen los te krijgen om zijn schulden af te betalen en zijn handelsmissie voort te zetten. Het verzoek voor de benodigde visa voor Spanje werd voor Helene Louise afgewezen. De verstandhouding tussen beiden verliep niet best, waarop werd besloten dat Helene Louise terug zou keren naar Leiden. Daar kreeg ze als secretaresse een baan bij haar vader tot eind september 1941.Gerth van Wijk keerde eveneens zonder enig resultaat behaald te hebben terug naar Nederland. Hij werd gemobiliseerd en voegde zich bij zijn compagnie in vervolgens Hoorn, Enkhuizen en Medemblik. Na de Duitse overwinning vertrok hij in september 1940 opnieuw naar Spanje. In de Spaanse hoofdstad werd Gerth van Wijk door de SD gerekruteerd als V-mann, informant. Zijn missie was om via Portugal naar Engeland te komen en zich in Londen voor de Nederlandse zaak in te zetten als diplomatiek koerier tussen Londen, Madrid en Lissabon. Via deze lijn zou hij vanuit Londen inlichtingen via de diplomatieke post versturen aan een contactadres van het SD-kantoor in Madrid.
In december 1940 probeerde Gerth van Wijk uit te wijken naar Groot-Brittannië. In Lissabon had hij bij het kantoor van de British Passport Control Office een visum aangevraagd. Als reden van de aanvraag gaf hij op dat hij uit naam van de Nederlandse regering met de Spaanse regering wilde onderhandelen in het vrijmaken van bevroren tegoeden van Nederlandse firma’s. De aanvraag kreeg de goedkeuring van de Nederlandse zaakgelastigde Van Pallandt. Bij verificatie rees er bij de Nederlandse regering in ballingschap echter het vermoedden dat Gerth van Wijk de tegoeden ten voordele van de Duitsers vrijmaakte. Gerth van Wijk werd vervolgens uitvoerig verhoord door de Britse contraspionagedienst. Uiteindelijk bekende hij voor de SD te werken.
Na de Duitse inval sloot Helene Louise zich aan bij het verzet. De leider van de groep illegalen in Leiden was de leraar wiskunde kapitein Derk van Lingen uit Oegstgeest. Andere leden waren kapitein De Bruyn uit Leiden, haar geliefde uit die tijd Klaas den Dikken uit Bodegraven, en een onderluitenant die in Katwijk woonde en contact had met de organisatie rond het illegale blad Vrij Nederland. De groep verzamelde militaire inlichtingen over vliegvelden, troepenconcentraties en havens.
Helene Louise had tekeningen gemaakt van het militaire vliegveld Valkenburg bij Leiden. Deze moesten opgestuurd worden naar Koos Planjer in Den Haag. De SD had hen echter in het vizier. Zowel Den Dikken als Planjer werden een maand voor haar arrestatie in september 1941 door politiecommissaris Hofman opgepakt. Planjer werd in ‘Schutzhaft’ gehouden in concentratiekamp Oraniënburg ten noorden van Berlijn terwijl Den Dikken naar concentratiekamp Neuengamme werd afgevoerd. Daar overleed hij op 20 januari 1943. Wie de groep verraden had is onbekend.
Op 25 september 1941 werd Helene Louise niet door Hofman gearresteerd maar door Johnny van Ligten, alias Lahr. Een SD-man die ze drie jaar later opnieuw zou ontmoeten.
Na haar arrestatie werd Helene Louise naar het Oranjehotel in Scheveningen voor ondervraging door Lahr afgevoerd. Aanvankelijk weigerde ze te praten en werd ze geplaatst in een isoleercel (Einzelhaft). Op 2 november 1941 moest ze terechtstaan voor het strafhof, aan het Singel in Amsterdam. Daar werd ze ter dood veroordeeld wegens spionage voor de vijand door Obergerichtsrat dr. Metz.
In januari 1942 schreef ze een brief aan het strafhof waarin ze verklaarde dat met het oog op de ontwikkelingen aan het Oostfront haar politieke denkbeelden waren omgeslagen en dat ze haar diensten aan de Duitse geheime dienst wilde aanbieden. In antwoord op haar brief werd ze voor een interview opnieuw voorgeleid aan dr. Metz en vervolgens weer teruggebracht naar de cellen in Scheveningen.
Waarschijnlijk naar aanleiding van haar brief werd haar straf op 21 april 1942 omgezet in 10 jaar dwangarbeid. Op 1 mei 1942 werd ze op transport gesteld naar Amsterdam en van daaruit via Düsseldorf-Dehrendorf naar Anrath, gelegen tussen Duisburg en Mönchengladbach. Daar werd ze na drie weken hechtenis verbonden aan het Kommando Lingen-Krefeld (vermoedelijk een Arbeitslager).
Op 1 december 1942 kreeg ze te horen dat ze vrijgelaten zou worden. Ze vertrok direct naar Leiden. Voor haar vrijheid moest ze wel een prijs betalen. Ze werd V-Frau, spionne en verklikster. Vanwege onduidelijke redenen stond ze vier maanden onder toezicht van Kriminalrat Schreieder en diens chef Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD dr. Wilhelm Harster.
In augustus 1943, een half jaar na haar terugkomst in Nederland, werd ze toegelaten tot de opleiding voor spionnen/geheim agenten in dienst van de Duitsers op de zogenaamde Agenten Schule West, die Seehof werd genoemd. De school was gelegen op het landgoed Park Zorgvliet in Den Haag en daar kreeg ze les in schieten, paardrijden, seinen, sabotage plegen. Daar kwam ze een bekende uit Alphen aan de Rijn tegen, Jan Jacobus Bate Sprey, hij bleek commandant van de opleiding te zijn. Sprey was in de oorlog opgeklommen tot SS-Hauptsturmführer en hoofd van de spionnenschool Seehof. Helene Louise werd zowel op Seehof als op het landgoed Oxerhof (Kühof) (Deventer)opgeleid tot marconist.
Op 3 augustus 1943 kreeg Helene Louise een paspoort op naam van Anneke van Tuyll. Ze kreeg vervolgens op 14 september 1943 een visum voor Duitsland en op 23 september 1943 een visum voor Italië van de consul in Wenen. Een paspoort onder een valse naam werd door de bezetter alleen uitgereikt aan die personen die zich dienstbaar hadden betoond aan het naziregime, zoals V-männer / V-Frauen en geheim agenten.
De pas werd op een schuilnaam verstrekt. Ze zou zich van ten minstens drie schuilnamen bedienen: de Bruyn, Anneke van Tuyll of Gerda Hoffmann. In haar laissez passer (vrijbrief) dat door Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD Herbert Kappler in Rome was ondertekend stond: "Frl. Anneke van Tuyll is in dienst van de Sicherheitspolizei en de SD."
Op 23 oktober 1943 vertrok Helene Louise uit Nederland. Ze bracht drie of vier dagen door in Berlijn, in Hotel Kaiser, onder de naam De Bruyn. Kappler kende ze toen al en die was daar druk bezig met de voorbereidingen voor zijn vertrek naar Italië. Helene Louise werd al die tijd vergezeld door de adjudant van Kappler Bohm. Hij haalde haar dan ook op uit het radiozendopleidingscentrum Havelinstituut bij Wannsee, waar ze verder werd opgeleid tot marconiste.
Op 2 of 3 november 1943 arriveerde Helene Louise samen met w/t-expert (wireless transmitter) en marconist Bohm per trein in Verona en zochten ze onderdak in een herberg genaamd Albergo Colombo d’Oro, die door de lokale SS-staf gevorderd was. Ze verbleef drie weken in Verona. Het SD-kantoor daar was gevestigd in het prominentste gebouw van de stad, de Scala . De Funkstelle was op de bovenste verdieping. In het hoofdkwartier van de SD was tevens de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des SD voor geheel Italië, Dr. Wilhelm Harster, gehuisvest.
Vanuit Verona vertrokken Helene en Bohm naar Rome. Daar kwam Helene Louise als secretaresse te werken op het kantoor van Herbert Kappler. Ze typte berichten uit die van de telex en codemachines binnen kwamen.
Voor Helene Louise was Rome een wereld van glamour. Ze werd geliefde van Kappler en was zeer onder de indruk van de superioriteit van de Gestapo, de Duitse oorlogsmachine, de macht en rijkdom die aan haar voeten lag. Ze leidde een luxe leventje en werd begeerd door haar Duitse collega’s.
Met de aanstaande geallieerde landing op het Italiaanse vasteland veranderde dit leven. De partizanen verhoogden hun acties en de druk werd hoger. Helene Louise moest haar bijdrage gaan leveren om het tij te keren. Ze werd gevraagd voor een dwaas project. Ze werd door Kappler geïnstrueerd om geïnfecteerde ratten op het strand van Anzio los te laten in het geval van een succesvolle geallieerde landing daar. Kortom, biologische oorlogsvoering als laatste redmiddel om de geallieerde opmars te stuiten. Het project kwam echter nooit van de grond.
Met de geallieerde opmars verliet Kappler Rome en liet Helene Louise achter als stay behind-agente. Ze moest gegevens van militaire en politieke aard vanuit bevrijd gebied doorzenden naar haar superieuren. Na de bevrijding van Rome meldde Louise zich vrijwillig op 6 juni 1944 bij de geallieerden. Het was een dekmantel. Ze was achtergelaten als onderdeel van het Informations-Netz, een netwerk van marconisten die vanachter de linies berichten naar het Duitse militaire hoofdkwartier zou sturen. Ten eerste moest ze het vertrouwen winnen van de geallieerde contraspionagedienst. Eenmaal dat vertrouwen gewonnen zou ze haar diensten aanbieden als dubbelagent om de nazi’s te verslaan. Vervolgens zou ze met een verborgen zender berichten over geallieerde troepenbewegingen doorsturen naar de Duitse militaire inlichtingendienst. Er zijn talloze andere overlopers geweest die hetzelfde truc uithaalden. Helene Louise zou daar niet anders in geweest zijn.
Inderdaad bood Helene Louise haar diensten aan en verklaarde ze geheel getrouw aan de waarheid voor de Duitsers gewerkt te hebben en opgeleid te zijn als "Funkerin (marconiste). Geheel naar waarheid verklaarde ze dat: "haar oorspronkelijke dekmantel die van gouvernante zou zijn bij een familie in Rome. Als ze gevangen genomen zou worden, zou ze aan haar lot over gelaten zijn. Haar missie was met haar zender politieke en militaire informatie door te spelen". Haar verklaring was deels waar en deels gefabriceerd.
De Britse contraspionagedienst nam wel meer overlopers in dienst. Als vertalers, als ‘informatiebron’, als ondervragers of om de Duitse inlichtingendienst te misleiden door gecontroleerde berichten door te geven. Helene Louise zou eind augustus begin september 1944 opnieuw haar zender, onder begeleiding, activeren.
Mocht haar zender niet functioneren of was deze in beslag genomen, dan resteerde haar het gebruik van geheimschrift. In haar bezit werden diverse zakjes met "medicijnen" gevonden die ook gebruikt werden voor secret writing / geheim schrift. Wanneer de medicijnen werden opgelost in water konden deze gebruikt worden als "inkt" om geheime berichten tussen de zichtbare correspondentie door te sturen. Als de brief verhit werd of tegen het licht aangehouden werd, werd de "verborgen" tekst zichtbaar.
Op Britse instructies zou ze het berichtenverkeer met haar voormalige SD superieuren in stand houden. In dit verkeer maakte Louise fouten, waardoor ze het vertrouwen verloor van de Britse geheime dienst. Net als tijdens het Englandspiel was er in het berichtenverkeer een ingebouwd waarschuwingssysteem dat waarschuwde wanneer een agent in handen van de vijand was gevallen. Helene Louise beschikte ook over dergelijke codes om in het geheim door te geven dat ze in geallieerde handen was gevallen. De zogenaamde fouten die Helene Louise in haar berichten doorspeelde vielen echter op. De Britse contraspionagedienst was hier alert op.
De verklaringen van Helene Louise nadien voor haar fouten, wekten in september 1944 dusdanig argwaan op dat ze naar Engeland overgevlogen zou worden voor een diepgaand verhoor. Ze zou zeker niet ingezet worden als double cross agent (een agente die ingezet wordt tegen haar oude meesters) om diverse redenen: te labiel, onbetrouwbaar en de Duitse contraspionagedienst wist dat ze in geallieerde handen was. Maakte Helene Louise opzettelijk haar fouten? Een van de instructeurs op Seehof/ Zorgvliet verklaarde dat een van de beste leerlingen "De Bruyn" was.
Helene Louise werd helemaal doorgelicht. Zowel haar kennis over het SD apparaat als haar persoon werden in detail onderzocht en bestudeerd. Ze werd tevens onderworpen aan een psychologisch onderzoek. Hieruit bleek dat Helene Louise nog steeds onder de indruk was van haar voormalige superieur Kappler en het naziregime en dat ze bovendien een labiele persoonlijkheid had. Bij de eerste de beste gelegenheid zou ze opnieuw overlopen naar de Duitsers. Aangezien de oorlog nog in volle gang was besloot de Britse dienst haar naar Engeland over te brengen voor verder verhoor.
Op 24 november 1944 werd Helene Louise in Holloway prison (Londen) ondervraagd. Daar verklaarde dat ze was getraind als marconist, in het gebruik van handvuurwapens en in het besturen van allerlei gemotoriseerde voertuigen. Ze verklaarde dat ze geen training had ontvangen in sabotage, ondanks dat deze op school (Seehof) wel werd gegeven.
Op 4 augustus 1945 werd Helene vanuit Croydon (UK) overgevlogen naar Den Haag. In Nederland werd ze opgevangen door de Politieke Recherche. Haar activiteiten in de oorlog werden opnieuw door rechercheurs doorgelicht. Ze werd gearresteerd en uiteindelijk wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. In augustus 1945 kreeg Helene Louise van het toenmalige Bureau Nationale Veiligheid (vroegste voorloper van de huidige AIVD) een bewijs van goed gedrag. Ze was vrij te gaan.
Op 27 februari 1947 werd Helene Louise Ten Cate Brouwer definitief ontslagen van rechtsvervolging wegens gebrek aan bewijs. Ze verhuisde dat jaar naar Alphen a/d Rijn, naar de Wilhelminalaan 6.Haar vader woonde vanaf 1942 ook weer in Alphen. Toch bleef ze daar niet lang, via Hilversum (2x Eikelaan), Amsterdam (Honthorststraat) , Den Haag en eindigde ze in Wassenaar. Tot de jaren zestig was iedereen Helene Louise vergeten totdat bleek dat er een Tv-serie over haar persoon op de buis zou verschijnen.
Op 26 november 1962 spande Helene Louise ten Cate Brouwer een kort geding aan tegen de KRO. De dan als huishoudster werkende Helene Louise maakte bezwaar tegen de uitzending van een KRO tv serie over spionageverhalen, in het bijzonder "Louise", van de in 1961 overleden Oreste Pinto. Pinto, een voormalig geliefde van haar in Londen, was in de oorlog contraspionage specialist van de Britse geheime dienst in Londen. Ze verzette zich tegen de uitzending omdat het "niet aangaat haar voor te stellen als een seksueel geladen vrouw."
Op 5 december 1962 kwam de uitspraak in het kort geding tegen de KRO. Helene Louise won en de KRO mocht het niet uitzenden. Daarna verdween ze in de anonimiteit. Op 2 december 1986 overleed Helene Louise ten Cate Brouwer in Wassenaar.