Titel: | The Panther Tank - Hitler's T-34 Killer |
Schrijver: | Anthony Tucker-Jones en David Lee Hemingway |
Uitgever: | Pen & Sword |
Uitgebracht: | 2016 |
Pagina's: | 120 |
Taal: | Engels |
ISBN: | 978473833609 |
Omschrijving: |
Er bestaat een wijdverbreid misverstand over de gemechaniseerde kracht van het Duitse leger tijdens (het begin van) de Tweede Wereldoorlog. Toen de Duitsers de Sovjetunie binnentrokken op 22 juni 1941 (Operatie Barbarossa) bestond het vervoer van materiaal en mensen voornamelijk uit paard en wagen. De soldaten dienden enorme afstanden vaak te voet af te leggen. Tanks (Panzerkampfwagen) waren er ook, voornamelijk in de vorm van Mark III en Mark IV tanks die zowel in (vuur)kracht als in aantal onder deden voor de Russische tanks (KV-1 en T-34). Hitler wilde een antwoord op dit behoorlijke probleem en dat antwoord zou gevormd moeten worden door een middelzware tank en een zware tank, die minimaal de positieve eigenschappen van de Russische tanks zouden moeten benaderen en, waar mogelijk, overtreffen. De zware tank zou uiteindelijk de Tiger gaan worden. Voor de middelzware tank werden twee bedrijven aangewezen die een prototype mochten ontwikkelen op basis van de eisen die uiteindelijk door Hitler werden bepaald. De officieren van het Duitse leger wilden eigenlijk een kopie van de T-34, maar Hitler besloot dat er een totaal nieuwe tank (Panzerkampfwagen V) ontwikkeld zou moeten worden. Die tank zou uiteindelijk Panther gaan heten. Al in november van 1941 kregen Daimler en MAN (Maschinenfabrik Augsburg-Nürnberg AG) de opdracht een prototype te ontwikkelen. Zij moesten de concurrentie met elkaar aangaan. De voorwaarden werden eigenlijk bepaald door de kenmerken van de T-34 en daarbij mocht de tank maximaal rond de 35 ton wegen. Daimler construeerde een tank die praktisch een regelrechte kopie van de T-34 was, maar daardoor wel een stuk eenvoudiger te produceren. Dit prototype had een dieselmotor om het brandgevaar te verminderen. MAN had het helemaal anders aangepakt. Zij ontwikkelden een compleet nieuwe tank, met gebruikmaking van nieuwe ideeën en technieken. Uiteindelijk won MAN de wedstrijd omdat de adviseurs van Hitler aangaven dat de ontwikkeling en productie van de dieselmotor te veel tijd zou vergen. Hitler had heel veel haast en wilde zo snel mogelijk beginnen met de productie. De keuze voor het MAN-prototype (VK3002) zou uiteindelijk er toe leiden dat de PzKpfw V Panther (officiële naam sinds februari 1944) in productie ging. Dit gebeurde met veel spoed en onder andere de technische nieuwigheden zorgden voor heel veel problemen. De Panther werd een ‘probleem-baby’. De eerste zending moest terug naar de fabriek om hersteloperaties te verrichten. Hitler wilde per se dat de Panther aanwezig was bij operatie Citadel (Slag om Koersk), terwijl de tank daar helemaal nog niet klaar voor was. Tucker Jones beschrijft hoe vooral het eerste type Panther Ausf. D (Sdkfz 171) voor problemen zorgde. Er waren continue problemen, onder andere met de transmissie (de tank was 20 ton zwaarder dan dat eigenlijk de bedoeling was) en de motor in het algemeen. Het enige goed werkende gedeelte was het kanon. Op afstand was de Panther oppermachtig met zijn 75mm kanon. Bij veel manoeuvreren en draaien en keren bleek de tank een gemakkelijk doelwit. Vooral omdat de bepantsering aan de zijkant en achterkant niet zwaar genoeg was voor het Russische antitankgeschut. Tucker-Jones geeft aan dat na het falen van de Ausf. D op zoek werd gegaan naar een beter type. Die nieuwe, betere versie kwam eind 1943 als de Ausf. A. Dit type was het product van de lessen die geleerd waren in de tankslag van Koersk. Een verbeterde koepel, de toepassing van Zimmerit (tegen magnetische mijnen) en veel verbeteringen aan de transmissie en de motor. De tank deed het op het slagveld dan ook een stuk beter, maar nog steeds niet goed genoeg. Dit resulteerde in de Ausf. G wat een uitstekende tank bleek te zijn die de strijd met de T-34 redelijk goed aankon. Echter het grote probleem tegen die tijd (het laatste jaar van de oorlog) was dat de productieaantallen dusdanig ver achterbleven dat de Panther geen onderscheidende rol meer kon spelen. De T-34 was dan wel technisch en qua vuurkracht de mindere van de Panther, de productieaantallen van de T-34 waren vele malen hoger, waardoor de impact op het slagveld in het voordeel van de T-34 werd beslecht. |
Conclusie: | Tucker-Jones beschrijft in zijn boek de ontwikkelingshistorie, de verschillende varianten en de krijgsgeschiedenis van de Panther. Dat doet hij op duidelijke en beknopte wijze. De afbeeldingen en illustraties van David Lee Hemingway geven een mooi beeld van de tank. Uiteindelijk concludeert Tucker-Jones dat de T-34 als overwinnaar uit de bus komt. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de Duitsers door gekonkel en onenigheid niet in staat waren om een relatief simpele tank te ontwikkelen die vergelijkbaar, of net iets beter, was dan de T-34. Dat had in potentie zeker gekund (zie het prototype van Daimler), maar politieke krachten zorgden ervoor dat wat een probleem-oplossende tank zou moeten worden in de praktijk een tank werd die vooral problemen heeft opgeleverd. Hierdoor verloor het Duitse leger een behoorlijk deel van haar slagkracht. Dit boek over de Panther geeft een goed eerste inzicht in deze toch beroemde Duitse tank uit de Tweede Wereldoorlog. Tucker-Jones en Hemingway hebben met duidelijke uitleg en mooie foto’s en afbeeldingen (tekeningen) een duidelijke schets gegeven van een tank die er heel snel moest komen en derhalve vooral in de beginperiode enorm geplaagd werd door kinderziektes. |
Beoordeling: | Goed |