De H-klasse (II) torpedobootjager HMS Hero opereerde tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Middellandse Zee en nam deel aan de operaties rond Noorwegen in april 1940. Na haar Europese avonturen, werd HMS Hero weer ingedeeld in de Middellandse Zee en werd het in 1943 overgedragen aan de Royal Canadian Navy, die het als HMCS Chaudiére (H99) in dienst nam. Bij de Canadese marine diende het schip rond Groot-Brittannië en in de Noord-Atlantische Oceaan. In 1945 werd het schip uit de vaart genomen en in 1950 gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Vickers-Armstrongs, Newcastle-on-Tyne |
28 februari 1935 |
10 maart 1936 |
23 oktober 1936 |
19 maart 1946 (sloop) |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
Datum
in: |
Datum
uit: |
Gegevens: |
|
23 oktober 1936 |
oktober 1939 |
HMS Hero (H99), 2nd
Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
5 oktober 1939 |
februari 1940 |
HMS Hero (H99),
Force K, Home Fleet |
||
16 maart 1940 |
mei 1940 |
HMS Hero (H99), 2nd
Destroyer Flotilla, Home Fleet |
||
mei 1940 |
? |
HMS Hero (H99), 2nd
Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet |
||
? |
? |
HMS Hero (H99),
Force H |
||
15 november 1943 |
17 augustus 1945 |
HMCS Chaudiére
(H99), Escort Group C2 |
HMS Hero werd op 13 december 1934 besteld bij de Parsons Marine Steam Turbine Company, die de bouwopdracht doorgaf aan Vickers-Armstrongs in Newcastle-on-Tyne. Op 28 februari 1935 werd de kiel gelegd aan de High Walker Yard van Vickers-Armstrong. De H-klasse (II) torpedobootjager was het 10e schip bij de Royal Navy dat de naam Hero ontving sinds de naam was gegeven aan een 3e klasse zeilschip in 1759. Op 10 maart 1936 werd het schip te water gelaten en op 21 oktober 1936 afgeleverd. De Hero werd op 23 oktober in dienst gesteld bij de 2nd Destroyer Flotilla, Mediterranean Fleet.[1]
HMS Hero had een lengte van 98,50 meter en een standaard waterverplaatsing van 1.370 ton. Met haar twee schroeven, aangedreven door twee Parsons stoomturbines, kon een snelheid worden bereikt van 36 knopen (67 km/u). Bij een kruissnelheid van 15 knopen (28 km/u) had het schip een bereik van 10.240 km. De standaard bemanning bestond uit 137 manschappen welke in oorlogstijd kon worden opgehoogd naar 146. De bewapening was standaard voor Britse torpedobootjagers uit deze tijd en bestond uit vier enkele stuks 120 mm Mk IX geschut in een A, B, X en Y opstelling, twee viervoudige Mark I opstellingen met 12,7 mm Vickers Mark III machinegeweren, twee viervoudige 533 mm torpedolanceerinstallaties, twee dieptebommenwerpers en een rails voor dieptebommen. Standaard droeg het schip 20 dieptebommen mee welke hoeveelheid na aanvang van de Tweede Wereldoorlog werd opgevoerd naar 35 en vanaf midden 1940 zelfs naar 44. Op een niet nader vastgelegd moment na de strijd om Duinkerken, werd de achterste torpedolanceerinstallatie vervangen door een stuk 76,2 mm luchtafweer.[2][3][4][5]
Tijdens haar eerste inzet in de Middellandse Zee, nam het schip deel aan de vloot van het Non-Intervention Committee tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Tussen juni 1939 en juli 1939, was HMS Hero tijdelijk in Groot-Brittannië voor onderhoud, waarna het haar werk in de Middellandse Zee weer op zich nam. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, bleef HMS Hero in de Middellandse Zee tot het op 5 oktober 1939 werd overgeplaatst naar Force K varend vanuit Freetown, Sierra Leone voor patrouilles op de Atlantische Oceaan. Tussen 15 februari 1940 en 16 maart 1940, ging de torpedobootjager in onderhoud in Portsmouth, waarna het toegevoegd werd aan de 2nd Destroyer Flotilla, dit keer bij Home Fleet.[6]
HMS Hero nam deel aan Operatie Wilfred, het leggen van mijnen voor de Noorse kust op 8 april 1940. Op 13 april 194 nam het schip deel aan de eerste slag bij Narvik. Hierbij enterden mariniers van HMS Hero de Duitse torpedobootjager Z 18 Hans Lüdemann om het te doorzoeken. Na de zoektocht, bracht HMS Hero de Duitse torpedobootjager met een torpedo tot zinken. Na de operaties, trok HMS Hero in mei 1940 weer naar de Middellandse Zee als onderdeel van de 2nd Destroyer Flotilla. In de Middellandse Zee en op de Atlantische Oceaan (vanuit Gibraltar) nam het schip onder ander deel aan de slag bij Kaap Spada, Force H, operatie Hats, Operatie Excess, Operatie Abstention, de evacuatie van Britse troepen uit Griekenland en vanaf Kreta, operatie Exporter, de tweede slag bij Sirte en operatie Vogorous.[7][8][9]
Begin 1943 werd HMS Hero via het Suez Kanaal en Kaap de Goede Hoop naar Groot-Brittannië gedirigeerd voor onderhoud en ombouw tot escortejager. De ombouw duurde tot november 1943, waarna de torpedobootjager op 15 november werd overgedragen aan de Royal Canadian Navy.[10]
Naam: | HMS Hero |
Callsign/Registratie: |
H99 |
Bouwer: |
Vickers-Armstrongs,
Newcastle-on-Tyne |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / H-klasse (II) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.350 BRT Maximaal: 1.883 BRT |
Lengte: |
98,50 meter |
Breedte: |
10,10 meter |
Diepgang: |
3,80 meter |
Aandrijving |
2 x Parsons Stoomturbines 3 x Admiralty 3-drum Boilers Vermogen: 34.000 pk 2 schachten |
Snelheid: |
36 knopen (67 km/u) |
Bereik: |
10.240 km (bij 15 knopen) |
Bewapening: |
4x 1, QF 120-mm Mk. IX L/45
geschut 2x 4, 12,7 mm machinegeweren 2x 4, 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen |
Bemanning |
137 - 146 |
Commander Stephen H. T. Arliss (Kapitein-luitenant ter zee) | oktober 1936 - 8 juli 1937 |
Commander Peter G. L. Cazalet (Kapitein-luitenant ter zee) | 21 juli 1937 |
Commander Cyril Francis Tower (Kapitein-luitenant ter zee) | 12 juni 1939 |
Commander Hilary Worthington Biggs (Kapitein-luitenant ter zee) | 10 maart 1940 |
Lieutenant Commander Walter Scott (Luitenant ter zee der 1ste klasse) | 31 maart 1942 - februari 1943 |
Begin 1943 werd HMS Hero (H99) via het Suez Kanaal en Kaap de Goede Hoop naar Groot-Brittannië gedirigeerd voor onderhoud en ombouw tot escortejager. Bij de ombouw werd het Vickers luchtafweer vervangen door twee stuks 20 mm Oerlikon luchtafweer en kreeg het nog aanvullend twee stuks Oerlikon op het zoeklichtplatform en twee stuks op beide brugvleugels. Daarnaast ontving het schip een Type 271 radar, werd de standaard Type 286 radar vervangen door een Type 291 en werd het stuk geschut op de B positie vervangen door een Hedgehog installatie. Bij de brug werden twee stuks 57 mm Hotchkiss geschut geplaatst en het geschut op de Y positie werd verwijderd ten behoeve van extra capaciteit aan dieptebommen. De ombouw duurde tot november 1943, waarna de torpedobootjager op 15 november werd overgedragen aan de Royal Canadian Navy. De Canadezen namen het schip in dienst als HMCS Chaudière (H99) en deelden het in bij Escort Group C2 met als thuishaven Derry. In Canadese dienst werd het aantal bemanningsleden ten behoeve van de escortediensten opgehoogd naar 181. Het schip voerde hierna escortediensten uit bij diverse konvooien tot het in mei 1944 werd ingedeeld bij de 11th Escort Group ten bate van Operatie Neptune, het maritieme onderdeel van Operatie Overlord, de landingen in Normandië.[11][12][13]
In november 1944 werd HMCS Chaudière naar Nova Scotia overgebracht voor een onderhoudsperiode die pas in januari 1945 begon. Bij het onderhoud werd geconstateerd dat de Chaudière zo ernstig beschadigd was dat herstel niet meer loonde. Op 17 augustus 1945 werd het schip afgeschreven en in 1950 gesloopt.[14]
Naam: | HMCS Chaudière (H99) |
Callsign/Registratie: |
? / H99 |
Bouwer: |
Vickers-Armstrong,
Newcastle-on-Tyne |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Torpedobootjager / River-klasse
(Torpedobootjager) |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 1.350 BRT Maximaal: 1.883 BRT |
Lengte: |
98,50 meter |
Breedte: |
10,10 meter |
Diepgang: |
3,80 meter |
Aandrijving |
Parsons stoomturbines 3 x Admiralty 3-drum boilers 2 schachten Vermogen: 34.000 pk |
Snelheid: |
36 knopen (66,67 km/u) maximaal |
Bereik: |
10.240 km (bij 15 knopen) |
Bewapening: |
2x1, QF 120-mm Mk. IX L/45
geschut 2x1 57 mm Hotchkiss geschut 1x Hedgehog installatie 6x1 20 mm QF Oerlikon luchtafweergeschut 1x4, 533 mm torpedolanceerbuizen 20 dieptebommen |
Bemanning |
181 |
acting Lieutenant
Commander Charles Patrick Nixon (Luitenant ter Zee der 2e Klasse) |
15 november 1943 - 21 maart 1945 |
|
temporary/acting
Lieutenant
Commander Wilfred Davenport (Luitenant ter Zee der 2e Klasse) |
28 maart 1945 - 20 juni 1945 |
|
temporary Lieutenant
Commander George Murray Kaizer (Luitenant ter Zee der 2e Klasse) |
2 augustus 1945 - 12 augustus
1945 |