HMS Birmingham (19) werd in 1937 in dienst genomen. Het schip diende aanvankelijk in het Verre Oosten, maar werd bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog naar Malta gezonden en diende in de Middellandse Zee. De rest van de oorlog werd het schip diverse keren overgeplaatst en eindigde de oorlog in de Baltische Zee. Na de Tweede Wereldoorlog werd het schip naar het Verre Oosten gezonden en nam het deel aan de Korea oorlog. De Lichte-kruiser eindigde haar loopbaan wederom in de Middellandse Zee. In 1959 werd het schip uit dienst genomen en in 1960 gesloopt.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Devonport Dockyard, Plymouth |
18 juli 1935 |
1 september 1936 |
18 november 1937 |
3 december 1959 |
Bouwnummer : |
||||
Data: |
Naam: |
|||
Indeling: |
18 november 1937 |
1948 |
HMS Birmingham (19) |
|
1948 |
3 december 1959 |
HMS Birmingham (C19) |
HMS Birmingham zou aanvankelijk worden gebouwd aan één van de marinewerven. Er was echter op dat moment geen ruimte waardoor op 1 oktober 1934 werd besloten een particuliere werf aan te zoeken. Dit werd de Devonport Dockyard in Plymouth.[1] De kiel van HMS Birmingham werd op 18 juli 1935 gelegd. Het schip was één van de vijf lichte kruisers uit de Southampton-klasse een aparte groep schepen binnen de Town(II)-klasse. Na haar indiensstelling op 18 november 1937, werd HMS Birmingham op 1 februari 1938 naar het Verre Oosten gezonden en diende het schip bij het 5th Cruiser Squadron, China Station.[2] Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 3 september 1939, was HMS Birmingham gestationeerd in Singapore. Op 4 november volgde een overplaatsing naar Hong Kong.
De kruiser werd op 3 januari 1940 overgebracht naar de Mediterranean Fleet, maar werd begin februari overgeplaatst naar Home Fleet. Hier werd ze ingedeeld bij het 18th Cruiser Squadron. In deze hoedanigheid, werd het schip betrokken bij Operatie Wilfred, de mijnenlegoperatie voor de Noorse kust op 8 april 1940. Later nam de kruiser deel aan de troepentransporten naar Noorwegen[3]. Op 26 april 1940 bracht het de Duitse Schiff 37 tot zinken. Bij de evacuatie van de Britse troepen vanuit Andalsnes in mei 1940, bracht HMS Birmingham, samen met HMS Manchester (15) 1.500 manschappen in veiligheid.
Na een herstelperiode met reparaties, escorteerde HMS Birmingham konvooien met troepentransporten via Kaap de Goede Hoop naar het Midden Oosten om in mei 1941 deel te nemen aan de zoektocht naar de Bismarck. In juli 1941 ging het schip in Zuid-Afrika in het dok voor enige reparaties. Toen HMS Birmingham in februari 1942 gereed was, werd het schip toegevoegd aan Eastern Fleet, maar werd in juni naar de Middellandse Zee gedirigeerd. Hier kwam de kruiser terecht bij het 4th Cruiser Squadron en nam het deel aan de bevoorradingsoperaties naar Malta. Hierbij werd het schip in maart 1942 beschadigd bij een bomaanval door Duitse Junkers Ju 87 duikbommenwerpers en Italiaanse Cant Z 1007 bommenwerpers.[4]
Na reparaties, trok HMS Birmingham in september 1942 naar de Indische Oceaan om deel te nemen aan de bezetting van Madagaskar tijdens Operatie Stream. Op 25 november 1942 pikte HMS Birmingham overlevenden uit zee van de door de Japanse onderzeeboot I-29 getorpedeerde s.s. Tilawa.[5] Na deze periode was het schip toe aan een langere herstelperiode in Groot-Brittannië, waar het schip in april 1943 het dok in ging. In oktober keerde HMS Birmingham weer naar de Middellandse Zee, waar het schip op 28 november 1943 werd getorpedeerd door U 407. Hoewel ernstig beschadigd, wist het schip op eigen kracht Alexandrië te bereiken waar het provisorisch werd gerepareerd. In juni 1944 ging de kruiser naar de Verenigde Staten voor uitvoeriger reparaties en kon HMS Birmingham in november 1944 naar Groot-Brittannië terugkeren. Bij de reparaties in de Verenigde Staten was X geschutskoepel verwijderd en vervangen door 16 (4x4) 40 mm Bofors geschut. Aanvullend was het luchtafweerd vergroot tot 27 (10x2 en 7x1) Oerlikon 20 mm geschut. Terug in Scapa Flow werd het schip ingedeeld bij het 10th Cruiser Squadron.
Het laatste wapenfeit van HMS Birmingham tijdens de Tweede Wereldoorlog, vond plaats in mei 1945 toen het met HMS Dido (37) en een escorte van torpedobootjagers naar de Baltische Zee trok en Kopenhagen binnenvoer. Hier nam het smaldeel op 9 mei 1945 de Duitse kruisers Prinz Eugen en Nürnberg in beslag. Op 13 mei werd HMS Birmingham afgelost en keerde naar Groot-Brittannië terug.[6]
In 1948 maakte HMS Birmingham deel uit van South Atlantic Command en in 1949 en 1950 van het 4th Cruiser Squadron van de East Indies Fleet. Vervolgens onderging de kruiser een modernisering en werd overgeplaatst naar het 5th Cruiser Squadron van de Far East Fleet. Tussen 1950 en 1952 kreeg het schip een moderniseringsbeurt. Hierbij werd de brug vervangen en werd het schip geschikt gemaakt voor dienst in een warm klimaat. Het geschut werd geautomatiseerd en bestond in het vervolg uit 9 (3x3) 6 inch (152 mm) geschut, 16 (4x4) 4 inch (100 mm) geschut en 18 (6x2 en 6x1) Bofors 40 mm geschut. Hiermee nam het schip deel aan de Korea oorlog als leider van Task Force 95.12, tot HMS Birmingham in juni 1954 terugkeerde naar Groot-Brittannië.[7] In 1955 vertrok de kruiser naar de Middellandse Zee en werd als vlaggenschip ingedeeld bij het 1st Cruiser Squadron. Op 3 december 1959 werd HMS Birmingham uit de vaart genomen en in september 1960 bij Thos W. Ward in Inverkeithing gesloopt.
Naam: |
HMS Birmingham |
Klasse: |
Town(II)-klasse / Southampton-klasse |
Type: |
Lichte Kruisers |
Land: |
Groot-Brittannië |
Waterverplaatsing: |
Standaard: 9.100 BRT Maximaal: 11.350 BRT |
Afmetingen: |
Lengte: 180,30 meter Breedte: 19,00 meter Diepgang: 6,10 meter |
Aandrijving: |
4 x Parsons stoomturbines 4 x Admiralty 3-drum boilers 4 schachten Vermogen: 75.000 pk |
Prestaties: |
Snelheid: 32 knopen Bereik: 9.800 km (13 knopen) |
Bewapening (bij bouw): |
12 x BL 152 mm Mark XXIII
geschut (4x3) 8 x QF 102 mm Mark XVI geschut (4x2) 8 x QF 40 mm Mark VIII pom-pom geschut (2x4) 8 x 12.7 mm Vickers machinegeweren 6 x 533 mm torpedolanceerbuizen (2x3) |
Bemanning: |
750 |
Captain Charles F. Harris
(Kapitein ter Zee) |
3 augustus 1937 |
Captain Eric James Patrick Brind
(Kapitein ter Zee) |
3 januari 1938 |
Captain Alexander Cumming Gordon
Madden (Kapitein ter Zee) |
4 maart 1940 |
Captain Henry Berwick Crane
(Kapitein ter Zee) |
15 december 1941 |
Captain Herbert Wyndham Williams
(Kapitein ter Zee) |
6 september 1943 |
Commander Langton Gowlland
(Commandeur) |
12 januari 1944 |
Captain Herbert Wyndham Williams
(Kapitein ter Zee) |
1 april 1944 - 19 november 1945 |
Captain George Walter Gillow
Simpson (Kapitein ter Zee) |
november 1945 - 1947 |
Captain Thomas Arthur Charles
Pakenham (Kapitein ter Zee) |
juni 1948 - 1949 |
Captain John David Luce
(Kapitein ter Zee) |
1952 - januari 1953 |