HMS Oxley, oorspronkelijk gebouwd als HMAS Oxley voor de Australische marine was een onderzeeboot van de O-klasse en naamgever van de subgroep binnen die klasse, ook wel Oxley-klasse. Het schip werd op 10 september 1939 per abuis door de Britse onderzeeboot HMS Triton (N15) getorpedeerd. Bij de torpedering kwam, behalve twee mensen op de brug, de gehele bemanning om het leven.
Gebouwd door: |
Kiel gelegd: |
Te
waterlating: |
In dienst: |
Einde: |
Vickers Armstrong Barrow-in-Furness |
24 augustus 1925 |
29 juni 1926 |
1 april 1927 |
10 september 1939 |
Bouwnummer : ? |
||||
Indeling: |
van: |
tot: |
||
maart 1925 |
Onderzeeboot OA 2 |
|||
1 april 1927 |
9 april 1931 |
HMAS Oxley, Royal
Australian Navu |
||
10 april 1931 |
10 september 1939 |
HMS Oxley (55P),
Royal Navy |
HMS Oxley werd op 19 mei 1925 besteld als de onderzeeboot OA 1. Het schip was bedoeld voor de Australische Marine en was een enigszins aangepaste variant van de Britse O-klasse (I). Samen met haar zusterschip HMAS Otway, werd het dan ook wel aangeduid als Oxley-klasse. Naast de Oxley-klasse behoorden eveneens de Britse Odin-klasse tot deze O-klasse onderzeeboten. De bouw begon op 24 augustus 1925 aan de werf van Vickers-Armstrong in Barrow-in-Furness, Groot-Brittannië. Op 1 april 1927 werd het als HMAS Oxley in dienst genomen onder bevel van Commander Hugh R. Marrack. Het was vernoemd naar John Oxley, de Australische ontdekkingsreiziger.
Na indienststelling werd het schip opgenomen bij de 5th Submarine Flotilla van de Royal Navy. Op 8 februari 1928 vertrok HMAS Oxley samen met haar zusterschip HMAS Otway, voor een reis via de Middellandse Zee en het Suezkanaal naar Australië. Aangekomen bij Malta, bleken er zowel bij HMAS Otway als bij HMAS Oxley haarscheuren in de motoren te bevinden. Beide schepen werden te Malta gerepareerd en vervolgden hun weg om op 14 februari 1929 in Sydney aan te komen. Door de internationale crisis, was Australië gedwongen beide schepen op reserve te plaatsen. Pas begin 1931 werd HMAS Oxley aan duikproeven onderworpen en vervolgens werd het schip, samen met HMAS Otway, uit bezuinigingsoverwegingen op 10 april 1931 overgedragen aan de Britse Royal Navy. Op 29 april 1931 vertrokken beide schepen vanuit Sydney naar Malta. HMS Oxley werd vervolgens naar Portsmouth overgebracht, waar het schip wederom aan de 5th Submarine Flotilla werd toegevoegd. Tijdens de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog in september 1939, diende HMS Oxley bij de 2nd Submarine Flotilla voor patrouilles langs de Noorse kust.[1]
Op 10 september 1939 bevond HMS Oxley zich per ongeluk binnen het operatiegebied van HMS Triton (N15). Aan boord van HMS Triton lukte het niet de gesignaleerde onderzeeboot te identificeren. Evenmin werd door HMS Oxley op signalen vanaf HMS Triton gereageerd. Aan boord van HMS Triton kon men niet anders dan concluderen dat men met een vijandelijke onderzeeboot te maken had. Het voorval leidde tragischer wijze tot de torpedering van HMS Oxley. Het schip zonk voor de Noorse kust op 58.30N/05.30E. Na het voorval pikte HMS Triton twee overlevenden op, Lieutenant Commander Harold Godfrey Bowerman en Able Seaman Guckes. Hiermee was HMS Oxley het eerste verlies voor de Royal Navy tijdens de Tweede Wereldoorlog.[2]
Naam: | HMAS Oxley (bij bouw) HMS Oxley |
Callsign/Registratie: |
OA 1 / 55P |
Bouwer: |
Vickers Armstrong,
Barrow-in-Furness |
Bouwnummer: |
? |
Type/Klasse: |
Onderzeeboot / O-klasse (I)
(Oxley-groep/Oxley-klasse) |
Waterverplaatsing: |
Bovenwater: 1.350 BRT Onderwater: 1.870 BRT |
Lengte: |
83,80 meter |
Breedte: |
9,02 meter |
Diepgang: |
4,04 meter |
Aandrijving: |
2 x 6 cilinder Admiralty
dieselmotoren, 4.600 pk 2 elektromotoren, 350 pk 131 ton brandstof |
Snelheid: |
15,5 knopen bovenwater 9 knopen onderwater |
Maximale duikdiepte: |
91 meter |
Bereik: |
15.000 km (bij 10 knopen) |
Bewapening: |
6 x 53,34 cm Boegbuizen 2 x 53,34 cm Hekbuizen midscheeps buiten de drukhuid voorwaarts vurend 1 x 102 mm kanon 2 x 0.303 inch machinegeweren |
Bemanning: |
53/54 |
Commander Hugh Richard Marrack
(Kapitein-luitenant ter zee) |
1 april 1927 |
Lieutenant Frank Edmond Getting
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
5 september 1928 |
Lieutenant Commander William
Richmond Fell (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
15 januari 1932 - 17 april 1934 |
Lieutenant Commander David
Caldicott Ingram (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
2 mei 1936 |
Lieutenant Commander Robert
Cecil Somers Garwood (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
1937 - 30 september 1938 |
Lieutenant Robert Leslie Chave
(Luitenant-ter-Zee 2e Klasse) |
3 januari 1939 - april 1939 |
Lieutenant Commander Harold
Godfrey Bowerman (Luitenant-ter-Zee 1e Klasse) |
2 augustus 1939 - 10 september
1939 |