TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Inleiding

    Frederick Browning werd geboren op 20 december 1896 en trad tijdens zijn opleiding op Eton tot het Officer Training Corps. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij bij de Grenadier Guards. Toen tijdens de Tweede Wereldoorlog Parachute Troops and Airborne Troops werden opgericht, werd Browning aangewezen als de bevelhebber. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd hij Deputy Commander van het First Allied Airborne Army. Na de oorlog bezette hij enkele formele functies aan het Britse hof en ging formeel in 1948 met pensioen. Frederick Browning overleed op 14 maart 1965.


    Major-General Frederick Browning, 1st Airborne Division, Netheravon, 2 oktober 1942 Bron: Imperial War Museum TR 174

    Definitielijst

    Eerste Wereldoorlog
    Ook wel Grote Oorlog genoemd, conflict dat ontstond na een groei van het nationalisme, militarisme en neo-kolonialisme in Europa en waarbij twee allianties elkaar bestreden gedurende een vier jaar durende strijd, die zich na een turbulent begin, geheel afspeelde in de loopgraven. De strijdende partijen waren Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland aan de ene kant (de Triple Entente), op den duur versterkt door o.a. Italië en de Verenigde Staten, en Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk aan de andere kant (de Centrale Mogendheden of Centralen). De strijd werd gekenmerkt door enorme aantallen slachtoffers en de inzet van vele nieuwe wapens (vlammenwerpers, vliegtuigen, gifgas, tanks). De oorlog eindigde met de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland en zijn bondgenoten in 1918.

    Jeugd

    Frederick Arthur Montague Browning werd op 20 december 1896 geboren in Kensington (Londen), als de eerste zoon van wijnhandelaar Frederick "Freddie" Henry Browning en zijn vrouw Anne "Nancy" Browning-Alt. Frederick had één oudere zus, Helen Grace. Het gezin en zijn familie noemden hem "Tommy". Hij ging in 1905 naar de West Downs School in Winchester (Hampshire) en werd in 1910 naar Eton gestuurd. Tijdens zijn opleiding in Eton trad hij toe tot de Army Class en het Officer Training Corps. Na zijn opleiding wilde hij naar het Royal Military College Sandhurst. Frederick Browning wist niet voor het toelatingsexamen te slagen, maar werd voorgedragen door Edward Lyttelton, het hoofd van Eton. Browning werd hierdoor op 27 december 1914 toch toegelaten. Terwijl zijn schoolprestaties tot dan toe middelmatig waren, functioneerde Browning aan Sandhurst op uitstekend niveau en werd hij als Cadet Under-Officer van "H" Company alom gewaardeerd. Hij studeerde af op 16 juni 1915 en werd als 2nd Lieutenant ingedeeld bij de Grenadier Guards.

    Eerste Wereldoorlog

    Aanvankelijk was Browning ingedeeld bij het 4th Battalion, Grenadier Guards, dat in training was in Bovington Camp (Dorset). Toen dat bataljon in augustus 1915 naar het Westfront werd gezonden, werd Browning vanwege zijn leeftijd en onervarenheid overgeplaatst naar het 5th Battalion, dat in reserve bleef. In oktober 1915 werd zijn opleiding compleet geacht en stapte hij over naar 2nd Battalion, dat zich aan het Westfront bevond. Op 13 oktober 1915 nam hij het bevel op zich van een Platoon in dat bataljon. Tijdens zijn dienst aan het Westfront kreeg hij de bijnaam "Boy". Browning werd in november 1915 toegewezen als begeleider van Major Winston Churchill toen deze na zijn aandeel bij de Slag om Gallipoli tijdelijk was toegevoegd aan het 2nd Battalion.

    Op 6 januari 1916 kreeg Browning ‘loopgraafkoorts’ (een infectieziekte veroorzaakt door luizen) en werd hij terug naar Engeland gezonden om opgenomen te worden in een ziekenhuis. Voor zijn herstel werd hij, na twee maanden in het ziekenhuis te hebben doorgebracht, gestationeerd bij 5th Battalion en later bij het Guards Depot. Hij keerde pas op 6 oktober 1916 terug bij het 2nd Battalion. Hij nam deel aan de Slag om Pilckem Ridge op 31 juli 1917, de Slag bij Poelcapelle op 9 oktober 1917 en de Slag bij Cambrai in november 1917. In december 1917 voerde Browning No. 2 Company aan tijdens de gevechten om Gauche Woods. De gevechten verliepen dramatisch. Nadat twee van de vier compagniescommandanten waren gedood, verdeelden Lieutenant Westmacott en Browning de overgebleven troepen onder hun bevel en wisten ze alsnog de overwinning te behalen. Browning werd bevorderd tot Acting Captain, kreeg het bevel over No. 1 Company en hij en Westmacott ontvingen voor hun verdiensten tijdens de slag bij Cambrai de Distinguished Service Order.

    Op 14 december 1917 ontving Browning tevens de Franse Croix de Guerre en op 23 mei 1918 werd hij met naam genoemd in een officieel rapport van zijn bevelvoerend officier aan het oppercommando wegens betoonde moed tegenover de vijand (de zogenaamde Mentioned in Despatches). In september 1918 werd Browning aangesteld als Aide de Camp voor General Sir Henry Rawlinson, de commandant van het Britse Fourth Army. Hierna keerde hij terug bij zijn eigen regiment. In november 1918 werd Browning bevorderd tot temporary Captain en benoemd tot Adjutant van het 1st Battalion, Grenadier Guards.

    Definitielijst

    regiment
    Onderdeel van een divisie. Een divisie bestaat uit een aantal regimenten. Bij de landmacht van oudsher de benaming van de grootste organieke eenheid van één wapensoort.

    Interbellum

    Op 24 november 1920 werd Browning bevorderd tot War Substantive Captain. In november 1921 kreeg Browning een positie bij het Guards’ Depot in Caterham (Surrey) en hij werd in 1924 als Adjutant in Sandhurst benoemd. Tijdens zijn verblijf in Sandhurst introduceerde Browning tijdens de Sovereign’s Parade in 1926 een nieuwe traditie die tot op de dag van vandaag wordt volgehouden. Tot die tijd volgde de Adjutant op een wit paard de colonne, waarna deze zich met paard van de colonne afscheidde op het moment dat deze de Grand Entrance binnentrad. Browning volgde echter helemaal de colonne te paard, over de trappen tot binnen de deuren van Sandhurst. Op 28 april 1928 nam hij afscheid van deze positie en hij werd op 22 mei 1928 bevorderd tot Major. Na een Refresher Course aan de Small Arms School, werd hij geplaatst bij het 2nd Battalion, Grenadier Guards in Pirbright (Surrey). In deze functie kon hij veel aan sport doen. Als hordeloper haalde hij net niet de Olympische selectie, maar bij de Olympische Winterspelen van 1928 in Sankt Moritz, nam Browning als remmer deel met het vijfmans bobsleeteam Great Britain II. Daarnaast was hij een fervent zeiler.

    Frederick Browning huwde op 19 juli 1932 schrijfster Daphne du Maurier. Het echtpaar ging wonen in Menabilly House te Fowey Harbour, Cornwall en zou uiteindelijk drie kinderen krijgen; het huwelijk zou, ondanks problemen, tot de dood van Browning standhouden. Op 1 februari 1936 werd Browning bevorderd tot Lieutenant Colonel en aangesteld als Commanding Officer 2nd Battalion, Grenadier Guards. Met deze eenheid diende hij van 1936 tot december 1937 in Egypte. Op 1 augustus 1939 vertrok hij bij de Grenadier Guards en werd op 1 september bevorderd tot Colonel met 1 februari 1939 als Seniority. Hij werd vervolgens aangesteld als Assistant Commandant van de Small Arms School. Binnen een maand werd hij bevorderd tot Brigadier en aangesteld als Commanding Officer.

    Tweede Wereldoorlog

    In 1940 werd Browning benoemd tot Commanding Officer van de 128th Infantry Brigade. Deze functie bekleedde hij tot februari 1941, waarna hij werd benoemd tot Commanding Officer van de 24th Guards Brigade Group, belast met de verdediging van Londen tegen een aanval vanuit het zuiden.

    Op 29 oktober 1941 werd Frederick Browning bevorderd tot Major General en op 3 november aangesteld als Commanding Officer van de Parachute Troops and Airborne Troops. Gedurende deze aanstelling was hij belast met de formatie van de 1st Airborne Division, waarover hij tevens het bevel kreeg. In 1942 behaalde hij zijn Glider vliegbrevet en ontving hierdoor de Army Air Corps Wings. Browning vertrok in juli 1942 naar de Verenigde Staten voor een tour langs de opleidingsfaciliteiten van de luchtlandingseenheden aldaar. Door zijn houding tijdens deze tour maakte Browning weinig vrienden. Hij gedroeg zich uit de hoogte en liet merken dat in zijn ogen de Britse luchtlandingseenheden professioneler waren dan de Amerikaanse. Deze houding zou hem later nog de nodige problemen brengen in de verhoudingen met Amerikaanse officieren. Na terugkomst wist Browning de Britse legerleiding te overtuigen van deelname van een Britse luchtlandingseenheid aan Operatie Torch, de geallieerde invasie in Noord Afrika in november 1942. Hiervoor werd de 1st Parachute Brigade uitgekozen. Door haar deelname ontving de 1st Parachute Brigade van haar Duitse tegenstanders de bijnaam "Rote Teufel". Browning adopteerde dit en verengelste het tot "Red Devils", een erenaam die officieel door General Harold Alexander werd toegekend aan de Britse luchtlandingstroepen.

    In maart 1943 deed hij afstand van zijn bevel over de 1st Airborne Division om te worden benoemd tot Advisor on Airborne Training and Operations Airborne Forces bij Eisenhower’s Allied Forces Headquarters (AFHQ) in Noord-Afrika. In deze functie had hij zijn eerste aanvaring met Major General Matthew Ridgway, Commanding Officer van de Amerikaanse 82nd Airborne Division over de aanvalsplannen voor Operatie Husky, de geallieerde landing op Sicilië in de zomer van 1943. Ridgway wilde deze plannen pas aan Browning tonen na goedkeuring door Lieutenant General George Patton, Commanding Officer van het U.S. Seventh Army. Hoewel Patton Ridgway steunde, kreeg Browning steun van Eisenhower en diens Chief of Staff, Major General Walter Bedell Smith. Hoewel Browning aldus zijn gelijk kreeg, typeerde dit voorval zijn verhouding tot de Amerikaanse hogere officieren. Ook met Britse officieren verliepen de verhoudingen niet altijd vlekkeloos. Diverse operationele en personele keuzes binnen de Britse luchtlandingstroepen verliepen buiten Browning om, die hierop liet weten dat hij vond dat zijn positie minstens gelijkwaardig diende te zijn aan die van bevelhebbers van de diverse legereenheden en dat hij gekend diende te worden in dergelijke keuzes. Door deze houding werd hem nogal eens verweten een "Empire Builder" te zijn, iemand die zijn eigen rijk probeerde te vestigen binnen het militaire apparaat. Zo werd bijvoorbeeld tegen zijn zin in Major General Roy Urquhart benoemd tot bevelhebber 1st Airborne Division in plaats van Browning’s keuze, Brigadier Gerald Lathbury.

    In augustus keerde Browning terug naar Engeland voor een inspectie van de nieuw geformeerde 6th Airborne Division en vertrok hierna naar India voor een bezoek aan de 50th Indian Parachute Brigade.

    Op 4 december 1943 werd Browning aangesteld als Commanding Officer, Headquarters, Airborne Troops (21st Army Group), welke hij zelf hernoemde tot Commanding Officer Airborne Corps. Zijn bevordering tot Lieutenant General volgde op 7 januari 1944 met ingangsdatum 9 december 1943. Op 16 april 1944 werd hij formeel benoemd tot Commanding Officer van het 1st Airborne Corps. Dit korps werd in augustus 1944 onderdeel van het First Allied Airborne Army, dat onder bevel stond van de Amerikaanse Lieutenant General Lewis Brereton. Browning werd aangesteld als Deputy Commander.

    Ten tijde van de planning voor Market Garden, leverde Browning veel kritiek op de voorstellen om de luchtlandingstroepen op verschillende dagen te laten landen en op de voorgestelde landingslocaties bij Arnhem. Hij was echter ook verantwoordelijk voor het negeren van rapporten over de aanwezigheid van de 9. en 10. SS-Panzer-Divisionen in het landingsgebied. Tevens koos hij ervoor om met zijn Tactical Headquarters op de eerste dag bij Nijmegen te landen, een beslissing die hem op kritiek kwam te staan omdat hierdoor Gliders en sleepvliegtuigen gereserveerd moesten worden die anders operationele troepen hadden kunnen vervoeren. Het was tevens Browning die, zoals hij zelf na de oorlog verklaarde, Gavin de opdracht gaf de verdediging van de hoogvlakte bij Groesbeek prioriteit te geven boven de verovering van de Waalbruggen bij Nijmegen. Zijn kritiek na afloop van Market Garden op de inzet van de 1st (Polish) Independent Parachute Brigade en met name op de houding van haar commandant Major General Stanislaw Sosabowski, resulteerde in het ontheffen van Sosabowksi uit zijn bevel.

    Vanaf december 1944 tot in juli 1946 diende Browning als Chief of Staff van Lord Louis Mountbatten’s South East Asia Command in Kandy, Ceylon (het huidige Sri Lanka), waar hij de zieke Lieutenant General Henry Royds Pownall verving.

    Voor zijn verdienste tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving Browning onder andere de Companion of the Order of the Bath (1943), de Knight of the Royal Victorian Order (1943), de Knight Commander of the Order of the British Empire(1 januari 1946), een tweede Mentioned in Despatches en de Commander Legion of Merit (1945).

    Definitielijst

    Brigade
    Bestond meestal uit twee of meer Regimenten. Kon onafhankelijk of als een deel van een Divisie dienen. Soms waren ze deel van een Korps in plaats van een Divisie. In theorie bestond een Brigade uit 5.000 - 7.000 man.
    invasie
    Gewapende inval.
    Operatie Husky
    Codenaam voor de Geallieerde landingen op Sicilië, deze aanval begon op 10 juli 1943.
    Operatie Torch
    Geallieerde amfibische landingen in Marokko en Algerije op 8 November 1942. Voorgaande namen van Torch zijn (zie) Gymnast en Super-Gymnast.
    Tactical
    Tactic betekent taktiek. De werkelijke uitvoering van het militaire bedrijf. De Amerikanen gebruikten de term Tactical ook om luchtmacht onderdelen aan te duiden die aanvallend optraden, zoals jagers en jachtbommenwerpers. Dit in tegenstelling tot Strategical, waarmee bommenwerper eenheden werden aangeduid.

    Na de Tweede Wereldoorlog

    In 1946 werd Browning geridderd en werd hij benoemd tot Military Secretary bij het War Office, welke functie hij tot 1948 bekleedde. In januari 1948 werd Browning benoemd tot Comptroller and Treasurer voor Her Royal Highness Princess Elizabeth (hoofd van haar persoonlijke staf), een functie die hij tot haar kroning als Elizabeth II in 1952 bekleedde, waarna hij werd benoemd tot Treasurer bij de haar echtgenote prins Philip, Duke of Edinburgh. Formeel ging Browning op 5 april 1948 met pensioen uit het leger. Browning fungeerde in 1948 als Deputy Chairman van de British Olympic Association, waardoor hij als Commandant British Team betrokken was bij de Olympische Zomerspelen van 1948. In 1959 ontving hij de Knight Grand Cross of the Royal Victorian Order, nadat hij in 1953 al tot Knight Commander in die orde was benoemd. In 1962 trad Browning af als Commodore van de Royal Fowey Yacht Club, welke functie hij sinds 1944 bekleedde.

    In juli 1957 kreeg Browning een zenuwinzinking ten gevolge van overmatig alcoholgebruik, mede waardoor hij in 1959 met pensioen ging. Hij overleed op 14 maart 1965 in zijn huis Menabilly, nabij Fowey, Cornwall.

    Informatie

    Artikel door:
    Wilco Vermeer
    Geplaatst op:
    30-11-2013
    Laatst gewijzigd:
    05-01-2024
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde bezienswaardigheden

    Gerelateerde boeken

    Churchill's Spearhead
    Churchill's Lions
    General Boy: The Life of Lieutenant General Sir Frederick Browning

    Gerelateerde bezienswaardigheden