TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Operatie Millennium

Inleiding

"De jachtvliegtuigen zijn onze redding, maar de bommenwerpers alleen zullen onze overwinning zijn", zo sprak de Engelse Prime-Minister Winston Churchill in 1940 over het Bomber Command van de Royal Air Force (R.A.F.). Met precisiebombardementen op industriële en militaire doelen moest de Duitse oorlogsmachine vitale schade worden toegebracht. Begin 1942 bleek echter dat de invloed van dit luchtmachtonderdeel op het oorlogsverloop veel kleiner was dan men had verwacht. Dus kwam er een nieuwe bevelhebber, met een nieuwe strategie: Air Chief Marshal Sir Arthur Harris. Hij pleitte voor de tactiek van ‘area-bombing’. Hierbij moesten niet alleen de industriële en militaire doelen worden aangevallen, maar ook het gehele stadsdeel er omheen. Harris wilde deze aanvallen ook uitvoeren op grotere schaal, met meer dan duizend vliegtuigen. De eerste ‘Thousand-Bomber Raid’ vond plaats in de nacht van 30 op 31 mei 1942. Deze aanval op Keulen kreeg de codenaam Operatie Millennium.

Nieuwe bevelhebber, nieuwe strategie

Begin 1942 was de hierboven aangehaalde uitspraak van Churchill alweer ruim anderhalf jaar oud. De Britse luchtmacht speelde in 1940 een grote rol in de strijd van het Verenigd Koninkrijk tegen Hitlers Duitsland. De jachtvliegtuigen van Fighter Command hadden toen de Slag om Engeland gewonnen en de bommenwerpers stelden de Britten in staat om aanvallen uit te voeren op Duits grondgebied. Hiermee was Bomber Command ook een essentieel onderdeel van de propaganda. De acties van Bomber Command werden breed uitgemeten in de pers, de vliegers waren helden en elke missie, zo werd door de Britten geloofd, bracht het einde van de oorlog dichterbij. Militaire doelen en fabrieken werden volgens de propaganda met grote precisie gebombardeerd. De oorlogsindustrie en de slagkracht van Duitsland zouden op deze manier steeds meer schade worden toegebracht en uiteindelijk worden uitgeschakeld. Maar de werkelijkheid was anders. Onderzoek had aangetoond dat de vliegers grote moeite hadden om een doel te vinden en te bombarderen. Slechts 5% van de bommenwerpers wist zijn bommen binnen vijf mijl (8 kilometer) van het doel af te werpen en soms werden complete steden gemist. Bovendien waren de verliezen hierbij ook zeer hoog.

Dit was een pijnlijke conclusie voor misschien wel het meest prestigieuze onderdeel van de Royal Air Force. Het zette daarnaast de positie van haar bevelhebber, Air Marshal Sir Richard Peirse (sinds 5 oktober 1940), flink onder druk. Er gingen stemmen op om de omvang van Bomber Command in te perken en de bommenwerpers een meer tactische en ondersteunende rol toe te delen. De vrijgekomen manschappen, materialen en voorraden zouden dan voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld in de Slag om de Atlantische Oceaan. Air Chief Marshal Charles Portal, bevelhebber van de R.A.F., wist Churchill er echter van te overtuigen dat Bomber Command wel degelijk het oorlogsverloop kon bepalen. Hiervoor was echter wel een nieuwe strategie nodig, namelijk die van ‘area-bombing’ (het zonder onderscheid bombarderen van een groter gebied), en een grotere bommenwerpersvloot. Churchill gaf Portal de ruimte om zijn plannen uit te voeren. Deze ondernam actie en benoemde Peirse op 8 januari 1942 tot bevelhebber van de Allied Air Forces in Zuidoost Azië. Sir Arthur Harris, een medestander van Portal, werd de nieuwe bevelhebber van Bomber Command.

De nieuwe strategie van ‘area-bombing’ werd op 14 februari 1942 aangenomen in de zogenaamde Area Bombing Directive die de R.A.F.-bommenwerpers opdracht gaf om de Duitse industriële capaciteit en het moreel van de Duitse bevolking te breken door middel van het grootschalig bombarderen van Duitse steden en hun burgerbevolking. Acht dagen later nam Harris het bevel over. Hij kon op dat moment zijn nieuwe strategie echter nog niet uitvoeren. Dit had vooral te maken met de omvang van de bommenwerpersvloot. Deze omvatte op dat moment 469 vliegtuigen voor nacht- en 78 voor dagvluchten. Het zou echter niet lang duren voordat deze aantallen zouden groeien, aangezien juist op dat moment de eerste Lancasters in gebruik werden genomen bij operationele squadrons. Dit was niet de enige verbetering van het materiaal bij Bomber Command. Men kreeg op dat moment ook de beschikking over ‘Gee’. Dit was een navigatiehulpmiddel. De pulssignalen van ‘Gee’ brachten de vliegtuigen dichter bij hun doelen, zelfs in bewolkte nachten.

1.000 bommenwerpers

De steun van Churchill aan de plannen van Portal maakten geen einde aan de discussie over de inzet van Bomber Command. Harris moest het liefst zo snel mogelijk demonstreren dat de nieuwe strategie werkte. Hij wilde dan ook op korte termijn de eerste grootschalige aanvallen laten uitvoeren, bij voorkeur door meer dan duizend bommenwerpers. De nieuwe strategie werd voor het eerst toegepast bij aanvallen op Lübeck (28 maart 1942) en Rostock (26 april 1942). Het aantal vliegtuigen dat Lübeck aanviel (234) kwam echter bij lange na nog niet in de buurt van duizend. Voor de eerste aanval met 1000 bommenwerpers moest Harris een beroep doen op het vliegend materieel van Operational Training Units, Coastal Command en Flying Training Command. Uiteindelijk wist hij op deze manier genoeg toestellen bij elkaar te krijgen. Dit grote aantal zorgde wel voor een ander probleem. Men moest namelijk een manier verzinnen om al deze vliegtuigen naar het doel te sturen. Een dichte formatie betekende een grotere kans op botsingen in de lucht. Meer spreiding maakte dat risico kleiner, maar gaf de Duitse nachtjagers meer en vaker de kans om de bommenwerpers aan te vallen. Er werd ondanks de nadelen toch gekozen voor de dichte formaties. Om de massa vliegtuigen zo compact mogelijk in formatie te laten vliegen werden speciaal geselecteerde ervaren bemanningen aangewezen als ‘raid leaders’. Zij kregen de beschikking over vliegtuigen die al waren uitgerust met ‘Gee’.

De plannen voor de eerste ‘Thousand-Bomber Raid’ waren zo goed als rond, toen de Royal Navy het hele plan op losse schroeven zette. De Admiraliteit blokkeerde de inzet van 250 vliegtuigen van Coastal Command. De marine was namelijk enkele maanden eerder één van de partijen geweest die had geopperd om de omvang van Bomber Command in te perken ten behoeve van de strijd op zee. Nu was men bevreesd dat het slagen van de strategie van Harris ervoor zou zorgen dat men nog minder middelen ter beschikking zou krijgen in de gevechten tegen de Duitse onderzeeërs. Bomber Command moest alles op alles zetten om vervangende vliegtuigen te vinden. Er werden nog meer toestellen en bemanningen van de trainingseenheden ingezet door nieuwe bemanningen onder leiding van een ervaren piloot te laten vliegen. Ook zou een nog groter aantal vliegers tijdens deze missie zijn vuurdoop krijgen.

Target Keulen

Op 26 mei 1942 stond men klaar voor de eerste ‘Thousand-Bomber Raid’. Nu was het wachten op goede weersomstandigheden. Hamburg was Harris’ eerste keus als doel, maar het weer noopte hem vervolgens om voor het alternatieve doel te kiezen, Keulen. In de ochtend van zaterdag 30 mei kwamen de orders voor de missie binnen bij de Groups en Squadrons die betrokken waren bij de aanval. Het ging uiteindelijk om 1047 bommenwerpers: 602 Wellingtons, 131 Halifaxes, 88 Stirlings, 79 Hampdens, 73 Lancasters, 46 Manchesters en 28 Whitleys. Ze waren afkomstig uit de volgende onderdelen van Bomber Command:

1 Group – 156 vliegtuigen
2 Group – 222 vliegtuigen
3 Group – 147 vliegtuigen
5 Group – 153 vliegtuigen
91 Group (Operational Training Units) – 257 vliegtuigen
92 Group (Operational Training Units) – 108 vliegtuigen
Flying Training Command – 4 vliegtuigen

Voorafgaand aan hun vertrek had Harris nog een boodschap voor de bemanningen: "De strijdmacht waar jullie vannacht deel van uitmaken heeft op zijn minst tweemaal de omvang en viermaal de draagkracht van de grootste luchtstrijdmacht die ooit op een doel werd geconcentreerd. Jullie hebben de kans om de vijand een slag toe te brengen die niet alleen zal weerklinken in Duitsland, maar over de hele wereld."

De vliegtuigen stegen op vanaf hun vliegvelden en staken de Noordzee over. Pilot Brian Frow van 408 Squadron was één van de ‘raid leaders’ van 5 Group. Hij had de taak om lichtfakkels boven Keulen af te werpen om het doel te markeren voor de anderen. "Nadat de eerste bommen daar terecht kwamen was het richtpunt verdwenen door de rook en het stof, wat goed richten onmogelijk maakte." De brandweer van Keulen schatte later dat er die nacht meer dan 2500 branden waren uitgebroken, waarvan 1700 als grote brand werden gekwalificeerd. Maar door de moderne stadsinrichting waren het afzonderlijke branden gebleven en was het geen massale vuurzee geworden. 3300 gebouwen waren vernietigd en nog eens 2090 waren zwaar beschadigd. Meer dan 7000 gebouwen hadden lichte schade opgelopen. Onder deze gebouwen waren kerken, ziekenhuizen, scholen, banken, winkels en historische gebouwen. Ook was er aanzienlijke schade toegebracht aan de infrastuctuur. Zo waren wegen, bruggen, spoorlijnen, gas- en elecktriciteitsvoorzieningen en telefoonlijnen beschadigd. Tussen de 469 en 486 mensen kwamen op de grond bij de aanval om het leven. Hieronder waren 58 militairen, voornamelijk van luchtafweereenheden.

Churchill had vooraf aangegeven een verlies van 100 vliegtuigen acceptabel te vinden voor een aanval van deze omvang. Uiteindelijk zouden er 41 toestellen niet terugkeren. Er gingen slechts twee bommenwerpers verloren als gevolg van een botsing. Tegen de verwachting in bleek het verliespercentage onder de onervaren piloten (3,3%) lager dan van de bemanningen die al langer bij operationele eenheden vlogen (4,1%). Eén vlieger zou na deze missie postuum het Victoria Cross krijgen. De Manchester van deze 20-jarige Flying Officer Leslie Manser werd boven Keulen geraakt. In plaats van het vliegtuig te verlaten koos hij ervoor om te proberen Engeland te bereiken. Toen dit onmogelijk bleek, liet hij zijn bemanning alsnog springen. Zelf bleef hij het toestel besturen, zodat de mannen het vliegtuig veilig konden verlaten. Dit ontnam hem de kans om zichzelf in veiligheid te brengen.

Nasleep

De eerste ‘Thousand-Bomber Raid’ was, uit oogpunt van de Royal Air Force, een succes. De resultaten waren boven verwachting, terwijl de verliezen lager waren dan vooraf gevreesd. Operatie Millennium kreeg veel aandacht in de pers. Deze aandacht deed het moraal bij Bomber Command weer toenemen en maakte een eind aan de discussie over de rol van dit luchtmachtonderdeel in de strijd tegen Duitsland. Twee dagen later werd opnieuw een ‘Thousand-Bomber Raid’ ondernomen, ook al had Harris maar 956 bommenwerpers tot zijn beschikking. De resultaten van deze aanval waren echter minder goed. Veel minder vliegtuigen wisten het doel Essen te bereiken. Er werden elf huizen vernietigd en er kwamen vijftien mensen om in de stad. Wel werd er buiten de stad per ongeluk een krijgsgevangenenkamp geraakt. Er gingen 31 toestellen verloren deze nacht. Na de aanval op Essen keerden de vliegtuigen en bemanningen van de trainingseenheden terug naar hun dagelijkse routine om hun opleidingen te voltooien. Arthur Harris en Charles Portal hadden met hun nieuwe strategie en de eerste toepassingen hiervan in de praktijk de discussie over Bomber Command doen verstommen. Het bombardement op Keulen was het begin van vele soortgelijke bombardementen op vele Duitse steden, waarbij zeer veel burgerslachtoffers zouden vallen.

Definitielijst

Area Bombing
Bombarderen van een groot aaneengesloten gebied, oppervlaktebombardement. Pas in 1977 door de Conventie van Genčve verboden. Zie ook: carpet-, obliteration- en moral bombing.
Bomber Command
Onderdeel van de RAF dat zich met strategische en soms tactische bombardementen (zoals in Normandië) bezighield.
propaganda
Vaak misleidende informatie die gebruikt wordt om aanhangers / steun te winnen. Vaak gebruikt om ideele en politieke doelen te verwezenlijken.
Raid
Snelle militaire overval in vijandelijk gebied.

Afbeeldingen

Branden na de aanval. Bron: Royal Air Force.
Charles Portal, bedenker van de taktiek van 'area-bombing'. Bron: Imperial War Museum.
Arthur Harris, bevelhebber van Bomber Command ten tijde van de aanval.
Bommen worden geladen voor de aanval. Bron: RAF Bomber Command.
Verwoesting in Keulen. Bron: Royal Air Force.

Informatie

Artikel door:
Pieter Schlebaum
Geplaatst op:
27-05-2012
Laatst gewijzigd:
11-03-2019
Feedback?
Stuur het in!

Gerelateerde boeken

RAF Bomber Command Losses of the Second World War, 1942
Bomber Command
The Bomber Command War Diaries