TracesOfWar heeft uw hulp nodig! Elke euro die u bijdraagt steunt enorm in het voortbestaan van deze website. Ga naar stiwot.nl en doneer!

Operatie Abigail Rachel

    Inleiding

    Op 14 november 1940 voerde de Duitse luchtmacht, de Luftwaffe, een grootschalig bombardement uit op de Engelse stad Coventry. Meer dan 500 bommenwerpers legden een groot deel van de stad in de as. Het was de grootste aanval in een reeks van bombardementen op Coventry en andere Britse steden. 568 mensen kwamen om het leven, het dubbele aantal raakte gewond. De Royal Air Force hanteerde op haar beurt tot dusver de tactiek waarbij door middel van precisiebombardementen op industriële en militaire doelen de Duitse oorlogsmachine vitale schade moest worden toegebracht. Maar het bombardement op Coventry vormde de aanleiding tot een vergeldingsaanval waarbij van deze strategie werd afgeweken. In de nacht van 16 op 17 december 1940 werd het centrum van de Zuid-Duitse stad Mannheim gebombardeerd. De aanval was, zo bleek later, een voorloper van de vanaf april 1942 veelvuldig door de geallieerde luchtmacht gehanteerde tacktiek van 'area-bombing', het zonder onderscheid grootschalig bombarderen van een gehele stad of een aanzienlijk deel daarvan.

    Roep om vergelding

    Twee dagen na de aanval bezocht de Engelse koning George VI Coventry om de verwoestingen te bekijken en de inwoners van de stad een hart onder de riem te steken. Een man in het publiek riep hem toe: "Geef hen wat zij ons gaven! We kunnen het aan!" Een dag later vroeg een reporter van de BBC een inwoner van de stad om zijn mening over de Duitse bombardenten op Coventry en Southampton. Het antwoord was duidelijk: "We vechten tegen gangsters, dus we zullen zelf ook gangsters moeten zijn. We zijn lang genoeg heren geweest."

    De Britse bevolking wilde wraak voor de aanvallen van de Luftwaffe, maar deze bleef voorlopig nog uit. De Royal Air Force bleef in eerste instantie vasthouden aan de tactiek van strategische bombardementen op industriële en militaire doelen. Op 1 december 1940 gaf Prime-Minister Winston Churchill echter toch toestemming om hiervan af te wijken. Op 12 december werd het War Cabinet hiervan op de hoogte gesteld. Er werd door het kabinet ingestemd met het plan, maar wel op de voorwaarde dat het in de publiciteit niet zou worden afgeschilderd als een vergeldingsaanval voor Coventry. Ook zou de afwijkende tactiek slechts een experiment zijn.

    Target Mannheim

    Als doel voor de aanval van Bomber Command werd de Zuid-Duitse stad Mannheim gekozen, een plaats die tijdens de gehele oorlog veelvuldig werd gebombardeerd. Dit kwam door de aanwezigheid van de Mannheim Motoren-Werke en fabrieken die wapens voor de Kriegsmarine produceerden. Officieel zouden dit tijdens de nacht van 16 op 17 december de doelen zijn van de Britse bommenwerpers. Ook in de Operation Record Books, waarin de doelen van een operatie werden omschreven, lijkt het om een gewone aanval te gaan. De bommenladingen laten echter iets anders zien. De vliegtuigen werden namelijk voor een groot deel beladen met brandbommen en bommen die speciaal waren ontworpen voor het toebrengen van schade aan gebouwen (neerhalen van muren, instorten van daken).

    Om de aanval, die de codenaam Operatie Abigail Rachel kreeg, te laten slagen werd de grootste vloot van bommenwerpers tot dan toe geformeerd, tweehonderd in totaal. Er werd echter dichte bewolking boven Engeland voorspeld voor de nacht van 16 op 17 december, waarop werd besloten het aantal vliegtuigen terug te brengen naar 134. Dit was in december 1940 echter nog altijd het grootste aantal toestellen dat voor een enkele aanval werd aangewezen. De meerderheid bestond uit Wellingtons, waarvan er acht een speciale taak kregen. Deze vliegtuigen moesten voor de hoofdmacht uit vliegen en de eerste brandbommen afwerpen boven het centrum van Mannheim. Voor deze taak werden speciaal ervaren bemanningen geselecteerd. De andere bommenwerpers konden deze branden dan gebruiken als oriëntatiepunt. Zij moesten, om de woorden van Air Marshal Sir Richard Peirse (de toenmalige bevelhebber van Bomber Command) te gebruiken, “de maximale hoeveelheid aan schade toebrengen in het centrum van de stad”.

    De aanval

    De 134 bommenwerpers stegen rond de klok van negen uur ‘s avonds op vanaf hun basissen in Engeland. Voordat de formatie de Noordzee was overgestoken waren er al zes vliegtuigen verloren gegaan. Een Wellington IC van het Poolse 311 Squadron stortte enkele minuten na het opstijgen al neer, als gevolg van verkeerd ingestelde vleugelflappen. Drie van de vier Poolse vliegers kwamen hierbij om het leven. Een Blenheim IV van 114 Squadron, die was opgestegen vanaf R.A.F. Station Horsham, kampte al snel met problemen. Het toestel wierp zijn bommen af en maakte een noodlanding bij Norwich. Later bleek dat de bommen in de stad zelf waren gevallen. Er vielen echter geen slachtoffers. Blenheim P6953 van 101 Squadron crashte bij Hastings aan de Engelse kust. Twee Hampdens en een andere Blenheim van 101 Squadron gingen verloren boven zee.

    Toen de bommenwerpers boven Duitsland kwamen, bleken de weersomstandigheden daar een stuk beter dan boven Engeland. Het was een heldere nacht, met veel maanlicht. Het zicht voor de vliegers was dus goed. De vooruitvliegende Wellingtons wierpen hun brandbommen af, maar veel van deze bommen kwamen niet in het stadscentrum terecht maar in buitenwijken van Mannheim. Dit had tot gevolg dat de vliegtuigen, die de branden als oriëntatiepunt moesten gebruiken, hun bommenlading ook verspreid afwierpen. Toen de bemanningen na hun terugkeer op de basissen werden ondervraagd, was hun verwachting dat de aanval een groot succes was geworden. Meer dan de helft van de vliegers claimde dat zij het doel hadden geraakt. De bemanningen die het laatst terugkeerden gaven aan dat “het centrum van de stad een grote vuurzee was”.

    In de twee dagen na de aanval stuurde de Royal Air Force verkenningsvliegtuigen naar Mannheim om foto’s van de gebombardeerde stad te maken. Deze rapporteerden dat er nog altijd branden woedden en de nodige rook te zien was. Toen de aanval uiteindelijk geëvalueerd was, bleek echter toch dat het succes van het bombardement minder groot was dan de teruggekeerde bemanningen aanvankelijk dachten. Veel bommen waren ver van het stadscentrum terechtgekomen en een aantal zelfs in Ludwigshafen, aan de andere oever van de Rijn. 240 gebouwen waren beschadigd of verwoest, waaronder een school en twee ziekenhuizen. Eén van deze ziekenhuizen was een militair hospitaal. 34 mensen kwamen in Mannheim om het leven bij de aanval. 81 inwoners van de stad raakten gewond. Het is niet bekend of de bommen die in Ludwigshafen terecht kwamen slachtoffers hebben gemaakt.

    Mannheim werd slechts licht verdedigd. Ondanks de heldere nacht gingen er dan ook geen vliegtuigen boven Duitsland en de stad verloren. Ook boven het bezette Nederland wisten de Duitsers geen Britse vliegtuigen neer te halen. Wel gingen er bij de terugkeer in Engeland nog drie toestellen verloren. Een Wellington IC van 99 Squadron crashte in Sussex, maar de bemanning bleef ongedeerd. Blenheim Z5801 van 101 Squadron had niet genoeg brandstof meer om R.A.F. Station Raynham te bereiken, dus moesten de inzittenden zich met hun parachute in veiligheid brengen. Wellington P9268 van 149 Squadron schoot bij de landing van de baan af, maar ook hier wist de bemanning het er veilig vanaf te brengen. In totaal kwamen er bij deze aanval 17 vliegers om het leven.

    Nasleep

    Na het bombardement op Mannheim zette de Royal Air Force haar taktiek van precisiebombardementen op industriële en militaire doelen weer voort. Men zou deze strategie nog een jaar gebruiken, alvorens er de nodige kritiek kwam op de effectiviteit van Bomber Command. Uit onderzoek bleek toen dat de resultaten van de precisiebombardementen niet bevredigend waren en dat er tegelijkertijd veel manschappen verloren gingen. Begin 1942 werd dan ook besloten een nieuwe bevelhebber aan te stellen. Peirse werd vervangen door Air Chief Marshal Sir Arthur Harris. Er werd sindsdien ook een nieuwe tactiek gehanteerd, die van ‘area-bombing’. Deze strategie zou ervoor zorgen dat een groot aantal Duitse steden op grote schaal werd gebombardeerd. Daarbij vielen veel burgerslachtoffers, een gevolg waarover tot op de dag van vandaag discussies gaande zijn. Operatie Abigail Rachel in de nacht van 16 op 17 december 1940 was een voorloper geweest van deze tactiek.

    Definitielijst

    Bomber Command
    Onderdeel van de RAF dat zich met strategische en soms tactische bombardementen (zoals in Normandië) bezighield.
    Kriegsmarine
    Duitse marine, naast de Heer en de Luftwaffe onderdeel van de Duitse Wehrmacht.
    Luftwaffe
    Duitse luchtmacht.
    Operatie Abigail
    Reeks Britse luchtaanvallen op de Duitse steden, Bremen, Düsseldorf en Mannheim. In de nacht van 16 op 17 december 1940.
    strategische bombardementen
    Bombardementen op de oorlogsmiddelen van de vijand. Fabrieken, olie-installaties, nutsfaciliteiten, vliegvelden, werven, wapenfabrieken, transportdoelen e.d.

    Afbeeldingen

    Explosies in Mannheim, gezien vanuit een vliegtuig van 115 Squadron. Bron: Imperial War Museum.
    Air Marshal Sir Richard Peirse Bron: Royal Air Force.
    Verwoesting in de binnenstad van Mannheim. Bron: Publiek Domein.
    Een verkenningsfoto laat de resultaten van de aanval zien. Bron: Royal Air Force.

    Informatie

    Artikel door:
    Pieter Schlebaum
    Geplaatst op:
    03-06-2012
    Laatst gewijzigd:
    14-04-2020
    Feedback?
    Stuur het in!

    Gerelateerde boeken

    The Bomber Command War Diaries
    Bomber Command
    Bomber Command Losses of the Second World War