Het team van ontwerpers in Zavod Nr. 38 in Kirov begon al begin 1942 aan het ontwerp van een licht gemechaniseerd kanon op een T-60 torso, beter bekend als de OSU-76 (Opytnaya Samokhodnaya Ustanovka: Experimenteel Gemechaniseerde Basis). Dit experimentele wapen was uitgerust met een standaard ZiS-3 Divisioneel kanon (76,2mm) op een aangepaste T-60 in een gedeeltelijk gepantserde koepel. Het OSU-76 project was geen lang leven beschoren en werd al snel stopgezet vanwege een ontoereikende basis en de grotere T-70 werd geschikter bevonden. De basis van de T-70 werd gebruikt voor het ontwerp van de SU-12, een gemechaniseerd 76,2mm kanon op een verlengde T-70 basis. Aan dit project werkte het team van Zavod Nr. 38 samen met de team van Zavod Nr. 92 (onder leiding van generaal Vasily Grabin) in Gorki. De technische aspecten van de SU-12 zijn te vergelijken met de OSU-76 alleen was de SU-12 beduidend groter. Tests werden in de zomer van 1942 uitgevoerd en de behaalde resultaten waren dusdanig bevredigend dat de Staatscomité van de Verdediging (GKO) in december 1942 haar goedkeuring gaf voor de productie van het SU-76 licht gemechaniseerd kanon (de naam ‘SU-12’ was enkel bedoeld als aanduiding van het prototype).
De bedoeling was dat de SU-76 vuurondersteuning zou gaan verlenen aan infanterie –en tankformaties en zou gaan functioneren als tankjager. In 1942 werden de eerste 26 exemplaren geproduceerd en in totaal zouden er 320 gemaakt worden. De SU-76 ondervond in het begin al zware kritiek vanwege het vreemde tweeling-motorsysteem dat allang was aangepast bij de nieuwere T-70’s. In de lente van 1943 gingen de ontwerpers weer om de tafel om dit probleem op te lossen. De SU-76M was geboren. Deze vernieuwde versie had de motoren in één lijn staan, in plaats van naast elkaar en ook werd het dak verwijderd. Door dit nieuwe systeem was een aanpassing aan de voorkant van de opbouw noodzakelijk. Ook werd er handig gebruikt gemaakt van het moment door kleine verbeteringen aan de achterkant van de opbouw aan te brengen. Nadat de aanpassingen waren goedgekeurd ging de productie van de SU-76M gelijk van start in de GAZ (Gorkovsky Avtomobilny Zavod) en Zavod Nr. 38. GAZ werd de voornaamste leverancier van de SU-76M. Zavod Nr. 40 nam enige tijd later ook de taak op zich als leverancier van dit gemechaniseerd kanon.
In deze periode werd ook via een andere weg naar een alternatief gezocht voor de SU-76 model 1942. Ongeveer 300 Duitse PzKpfw III’s en StuG’s die buitgemaakt waren bij Stalingrad werden aangepast en bewapend met een 76.2 mm S-1 kanon in de tankreparatiegarage van Krasnoarmaisk. Deze omgebouwde Duitse voertuigen werden aangeduid met: SU-76i (inostrannay: wat buitenlands betekent). Testen met de SU-76i werden uitgevoerd in Sverdlovsk en op 20 maart 1943 werd de SU S-1 (prototype naam van de SU-76i) goedgekeurd voor gebruik aan het front .
Vanaf het moment dat de SU-76M begin 1943 op het strijdtoneel verscheen werd het model 1942 van het slagveld gehaald. Productie van lichte tanks werd in datzelfde jaar volledig stopgezet omdat de SU-76M de taken die een lichte tank bij het ondersteunen van infanterie had, beter kon uitvoeren. De SU-76M was beter opgewassen tegen de taak van infanteriesteun omdat het 67,2mm kanon een groter kaliber hoog-explosief projectiel kon afvuren. Daarnaast maakte de eenmans-geschutskoepel van een lichte tank het moeilijker voor de pelotonscommandant om zijn peloton instructies te geven omdat deze constant bezig was met richten, laden en orders geven aan de bestuurder. Doordat de SU76M te maken had met een open dak ging dit een stuk efficiënter. Een poging ter compensatie van de uitsluiting van de lichte tank (de T-80) bleek een flop en er werden maar 120 exemplaren gemaakt. Na de reorganisatie van de tankeenheden van het Rode Leger in november 1943 werden de lichte tanks volledig vervangen door de T-34 en T-34/85.
Ondanks de verbeteringen was de SU-76M nog steeds niet populair bij de tankbemanning, die de veelzeggende bijnamen “Suka” (Teef), “Suchka” (Kleine Teef) en “Golozhopil Ferdinant” (Blote Kont Ferdinant) voor het gemechaniseerd kanon hadden bedacht. De dunne bepantsering en het feit dat het voertuig niet volledig afgeschermd was zorgden ervoor dat de tankbemanning bloot werd gesteld aan slechte weeromstandigheden en daarnaast kwetsbaar was voor klein kaliber vuur en (hand)granaten. In 1943 probeerde het team van ontwerpers met een oplossing te komen voor dit probleem door een volledige gepantserde versie te bouwen op een oude SU-76, maar dit tastte de prestaties dusdanig aan dat het nieuwe ontwerp niet werd geaccepteerd voor gebruik. Deze versie staat bekend als de: SU-76B. In de 2e helft van 1945 werd de productie van de SU-76M gestopt.
Productieaantallen in de periode 1942-1945 (per jaar) waren als volgt:
1942: | 26 |
1943: | 1.928 |
1944: | 7.155 |
1945: | 3.562 |
Totaal: | 12.671 |
OSU-76: Experimenteel model geplaatst op een T-60 basis. De OSU-76 diende als eerste prototype voor de SU-76 model 1942.
SU-12: Tweede en laatste prototype van de SU-76 model 1942 geplaatst op een T-70 basis.
SU-76 model 1942: De SU-76 model 1942 was gebouwd op een verlengde T-70 basis en was uitgerust met het inferieure zuster-motorsysteem dat ook gebruikt werd in de vroegere T-70 modellen. Slechts 320 exemplaren van dit model werden geproduceerd.
Model: | SU-76 model 1942 | |
Gewicht: | 10.600kg (10,6 ton) | |
Bemanning: | 4 | |
Motor: | 2× GAZ-203, 6 cilinders, 160pk | |
Brandstof: | 439 liter | |
Snelheid: |
44 km/u op de weg 30 km/u op het veld |
|
Bereik: |
450km op de weg 298km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 5m |
Breedte: | 2,74m | |
Hoogte: | 2,20m | |
Bodemvrijheid: | 3m | |
Bewapening: |
76.2mm M1942 (Zis-3) kanon 7.62 mm MG |
|
Munitie: | 76.2 × 385 mm. R – 62 | |
Bepantsering: | Voorkant opbouw, boven: | 35mm |
Voorkant opbouw, onder: | 26-35mm | |
Zijkant opbouw, boven: | 15mm | |
Zijkant opbouw, onder: | 10-16mm | |
Achterkant opbouw: | 10-16mm | |
Bovenkant opbouw: | 10mm | |
Onderkant opbuw: | 10mm | |
Voorkant romp: | 35mm | |
Zijkanten romp: | 15mm | |
Achterkant romp: | 15mm | |
Productie: | 320 |
SU-76M: De SU-76M was het primaire model in de SU-76 serie en was daarmee ook het meest gefabriceerde. Deze variant had een open dak en was uitgerust met een nieuwe motorsysteem en ook waren er verbeteringen in de bepantsering aangebracht. Maar liefst 12.671 exemplaren werden geproduceerd.
Model: | SU-76M | |
Gewicht: | 11.200kg (11,2 ton) | |
Bemanning: | 4 | |
Motor: | 2× GAZ-203, 6 cilinders, 170pk | |
Brandstof: | 420 liter | |
Snelheid: |
45 km/u op de weg 32 km/u op het veld |
|
Bereik: |
320km op de weg 190km op het veld |
|
Afmetingen: | Lengte: | 5m |
Breedte: | 2,70m | |
Hoogte: | 2,10m | |
Bodemvrijheid: | 3m | |
Bewapening: |
76.2mm M1942 (Zis-3) kanon 7.62 mm MG |
|
Munitie: | 76.2 × 385 mm. R - 60 | |
Bepantsering: | Voorkant opbouw, boven: | 35mm |
Voorkant opbouw, onder: | 26-35mm | |
Zijkant opbouw, boven: | 16mm | |
Zijkant opbouw, onder: | 10-16mm | |
Achterkant opbouw: | 16mm | |
Bovenkant opbouw: | 0-10mm | |
Onderkant opbuw: | 10mm | |
Voorkant romp: | 35mm | |
Zijkanten romp: | 15mm | |
Achterkant romp: | 15mm | |
Productie: | 12.351 |
SU-76B: De SU-76B was het product van een onsuccesvolle poging om een volledig bepantserde variant van de SU-76 te maken. Het gemechaniseerd kanon werd echter dusdanig verzwaard dat dit nadelige gevolgen had voor de prestaties. De SU-76B kwam nooit verder dan de prototypefase.
SU-76i: De SU-76i was een geconverteerde buitgemaakte Duitse StuG of een PzKpfw III, bewapend met een 76.2 mm S-1 kanon. Deze variant werd tussen juli 1943 en januari 1944 ingezet.
De SU-76 werd voor het eerst ingezet in 1942. De SU-76 was opgewassen tegen de meeste lichte en en middelzware Duitse tanks. Bij de Panzerkampfwagen V ‘Panther’ had de SU-76 nog een kans van slagen als het ging om een aanval in de flank. Tegen de Panzerkampfwagen VI “Tiger I” en andere zware tanks was het ZiS-3 gemechaniseerd geschut echter niet opgewassen. Indien een SU-76M toch zijn pad kruiste met een “Tiger” moest de bemanning (zoals dat in de instructieboekjes stond) een manier vinden om het gevaarte zijn mobiliteit of zijn vuurkracht af te nemen door te richten op de rupsbanden of de loop. Toch bewees de SU-76 zich te allen tijde als een goed aanvals artillerievoertuig. De SU-76’s werden in grote aantallen ingezet ter ondersteuning van de Jagerdivisies en in veel gevallen diende het zelf als vervanging van de infanterietank.
De SU-76 werd geprezen om zijn simpele uitvoering, betrouwbaarheid en geweldige prestaties in moeilijk begaanbaar terrein (zoals moerasgebieden). Een voordeel van een open dak was dat de schade die aangericht werd door een Panzerfaust aanzienlijk verminderd werd aangezien dit wapen vooral in een gesloten ruimte extreem vernietigend kon zijn. Tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog (1941-1945) bleek de SU-76 bijzonder effectief in hinderlagen (eerst als tankjager en daarna steeds meer als aanvalsgeschut) vanwege het lage profiel, de niet al te luide motoren en goede mobiliteit. Ook werd de SU76M ingezet als verkenningsvoertuig, artilleriewaarnemer en als transportmiddel van gewonden. Vooral in de laatste fase van de oorlog waren de laatste drie functies weggelegd voor de SU-76. Ook werd dit gemechaniseerd kanon gebruikt als lange afstandsgeschut.
Het maximale bereik van het ZiS-3 kanon was bijna 17km, maar de 76,2mm granaten waren niet van het soort kaliber om serieuze schade aan te richten en moest het vooral hebben van gelukstreffers. De SU76M kon veel verschillende type projectielen afvuren, waardoor het gezien werd als een efficiënt multifunctioneel licht gepantserd voertuig. Vanaf april 1943 was elk gemechaniseerd -en tankkorps van een tankleger voorzien van een regiment met SU-76M’s. Een SU-76 regiment bestond uit 4 à 5 batterijen, dat elk uit vijf SU-76M’s bestond. In 1944 werd ook een aantal Jagerdivisies en Garde Jagerdivisies uitgerust met hun eigen SU-76 eenheden.
De SU-76i werd voor het eerst ingezet aan het Centrale Front, tijdens de slag om Koersk in juli 1943 onder het bevel van het 13e Leger. Acht van de zestien exemplaren werden uitgeschakeld, waarvan drie niet meer te herstellen waren. Tegelijkertijd werd ook een aantal SU-76i’s aan het Voronezj Front ingezet. Tussen augustus 1943 en januari 1944 werd de SU-76i verder ingezet door de volgende legereenheden:
Minstens 5 vijandelijke tanks, 9 kanonnen, 12 machinegeweerposten en 250 soldaten werden door de SU-76i uitgeschakeld tussen oktober 1943 en januari 1944. Er zijn gevallen bekend waarin Duitse troepen buitgemaakte SU-76i’s hergebruikten. In januari 1944 werden de SU-76i’s voorgoed van het strijdtoneel gehaald en overgebracht naar trainingseenheden achter het front. Deze trainingseenheden bleven de SU-76i gebruiken tot het einde van 1945.