De Britse overwinning in de "Slag om Engeland" wordt meestal toegeschreven aan de legendarische Supermarine Spitfire. Eerlijkheid gebiedt om aan te geven dat ten tijde van deze slag het merendeel van de RAF squadrons echter nog niet met de Spitfire was uitgerust maar met de Hawker Hurricane. De Hurricane's hebben in totaal tijdens deze slag meer toestellen neergeschoten dan alle andere typen tezamen. Terwijl de Spitfire's zich bezighielden met de Duitse jagers richtten de Hurricane's soms ware slachtingen aan onder de Duitse bommenwerpers. Dit succestoestel, waarvan er tussen 1937 en 1944 meer dan 15000 exemplaren zijn afgeleverd, zag actie op nagenoeg elk strijdtoneel van de Tweede Wereldoorlog. Het succes van de Hurricane is niet zozeer toe te schrijven aan zijn snelheid, hij was eigenlijk te langzaam, maar vooral aan het vermogen om veel schade te doorstaan en zijn zeer grote wendbaarheid.
Rond 1934 was men bij Hawker onder leiding van ontwerper Sydney Camm volop bezig met het ontwerp van een opvolger voor de standaardjager in die tijd, de Hawker Fury. Uitgangspunt daarbij was een laagdekkerversie. In het najaar van 1934 was de aandacht van het luchtvaartministerie voldoende gewekt om toestemming te krijgen voor de bouw van een prototype. De specificaties werden door het Britse ministerie opgesteld onder F.36/34.
Het ontwerp voor de Hawker Hurricane ontstond uit een project voor een nieuwe jager bij Hawker. Dit zou een enkelvleugel-vliegtuig worden, gebouwd rond de nieuwe 660 pk zware Rolls Royce Goshawk motor. De Hurricane werd opgebouwd rond een met linnen overtrokken frame. Aanvankelijk werden ook de vleugels met linnen overtrokken. Voor de bewapening werd gekozen voor in licentie gebouwde Amerikaanse Browning/Colt 7,62 mm mitrailleurs, die na een nieuw ontwerp werden opgewaardeerd tot 7,7 mm. Deze wapens waren veel betrouwbaarder dan de zwaardere, maar vaak weigerende standaard Vickers machinegeweren van de RAF. Het ontwerp kreeg maar liefst acht van deze wapens toebedeeld, vier per vleugel.
De K5083 koos op 6 november 1935 het luchtruim voor de eerste keer. Voor de aandrijving had men op dat moment gekozen voor een Rolls-Royce Merlin C motor met een vermogen van 990 pk en een tweebladige houten propeller. De testvluchten vingen aan in februari 1936 en al snel werden alle verwachtingen ruimschoots overtroffen. Men vatte het plan op om duizend productietoestellen op eigen risico bouwen. Het prototype werd op 7 februari 1936 overgedragen aan het luchtvaartministerie om uit te testen. In eerste instantie werd het toestel onbewapend getest, maar vanaf augustus 1936 werd het toestel met volle bewapening uitgetest. Het toestel presteerde boven ieders verwachtingen, ondanks de vele problemen met de motor.
Het duurde lang voordat het ministerie met een besluit kwam over het al dan niet opstarten van de productie. Hawker kon hier eigenlijk niet op wachten. In januari 1936 besloot de fabriek desnoods 1000 toestellen op eigen kosten te gaan bouwen. In april werden echter de testresultaten uitgegeven en plaatste het luchtvaartministerie direct een order van 600 toestellen, de tot dan toe grootste order uit de Britse militaire geschiedenis.
Hawker Hurricane
Mk I |
eerste
productievariant Rolls-Royce Merlin II of III motor |
4.200 |
Hawker Hurricane
Mk I Canada |
in Canada gebouwde
versie met Rolls Royce Merlin III motor |
40 |
Hawker Hurricane
Mk II |
tweede
productievariant Rolls-Royce Merlin XX motor |
8.406 |
Hakwer Hurricane
Mk III |
geplande versie
Packard Merlin motor |
0 |
Hawker Hurricane
Mk IV |
derde
productievariant Rolls-Royce Merlin 24 of 27 motor |
794 |
Hawker Hurricane
Mk V |
test met Rolls
Royce Merlin 32 motor |
2 |
Hawker Hurricane
Mk X |
seriebouw Canada
Packard Merlin 28 motor |
489 |
Hawker Hurricane
Mk XI |
seriebouw Canada
met allleen Canadese onderdelen |
150 |
Hawker Hurricane
Mk XII |
seriebouw Canada
met Packard Merlin 29 motor |
398 |
Hawker Sea
Hurricane Mk I |
marine variant
Hawker Hurricane Mk I |
? |
Hawker Sea
Hurricane Mk II |
marine variant
Hawker Hurricane Mk II |
? |
Hawker Sea
Hurricane Mk XII |
marine variant
Hawker Hurricane Mk XII |
? |
Hawker Hurricane Holland Standard |
voor ML/KNIL en
China in Canada gebouwde variant geleverd als RCAF Mk XII (250) en RAF Mk II (150) |
400 |
Hillson FH.40 |
testvliegtuig met
tweede vleugel |
1 |
Hawker Hurricane
PR I |
tot fotoverkenners
verbouwde Mk I |
10 |
Hawker Hurricane
PR II |
tot fotoverkenners
verbouwde Mk II |
ca 18 |
Hawker Hurricane
Tac R |
onbewapende
toestellen Tactical Reconnaissance (Tac R) |
? |
Hawker Hurricane
Mk I |
Rolls-Royce Merlin
Mk II of III motoren |
4.200 |
Hawker Hurricane Mk I revised |
gereviseerde variant met andere
propeller |
? |
Hawker Hurricane
Mk I Canada |
in Canada gebouwde
versie met Rolls Royce Merlin III motor |
40 |
Op 12 oktober 1937 ging de eerste Hurricane Mk I van de grond en december 1937 kreeg No. 111 squadron de primeur om als eerste met de Hurricane operationeel te zijn. Het eerste productiemodel had nog de nodige aanpassingen gekregen ten opzichte van het prototype. De cockpitkap was versterkt, aangezien men wat afdichtingsproblemen had geconstateerd, voorts waren er nog wat kleinere aanpassingen doorgevoerd.
In de daaropvolgende maanden werden No. 3 en No. 56 squadron uitgerust en rond juli 1940 waren 26 Hurricane Squadrons en in augustus 32 operationeel. Toen Duitsland Polen binnenviel in september 1939 was de productie in volle gang, bij meerdere fabrikanten en zelfs over twee continenten verdeeld (in Canada was ook een productielijn opgestart). Op dat moment waren bijna 500 Hurricanes in dienst bij 18 squadrons. De Mk. I werd aangedreven met een Rolls-Royce Merlin II of III motor en een tweebladige houten Watts of een driebladige metalen Havilland of Rotol propeller. De tweebladige propeller bleek namelijk al snel niet te voldoen en werd uiteindelijk vervangen. De Mk I was bewapend met de voor die tijd indrukwekkende hoeveelheid van maar liefst acht 7,7 mm Browning machinegeweren.
Voor het uitbreken van de oorlog in mei 1940, bereikten eerst No. 1 en No. 37 Squadron Frankrijk voor de British Expeditonary Forces, gevolgd door No. 85 en 87. Direct na de Duitse inval in mei 1940 werd dit aantal nog aangevuld met acht extra squadrons, alle uitgerust met Hurricane Mk I toestellen. Tijdens Fall Gelb verloor de BEF in totaal 75 toestellen in de strijd en moesten na Duinkerken 120 beschadigde toestellen worden achtergelaten. Dit was een kwart van de totale kracht aan Britse jagers. De eenvoudige productie van dit toestel stond toe dat men al in de herfst van 1940 de Mk I naar de Middellandse Zee en Noord-Afrika kon sturen. No 261 Squadron op Malta en No. 73 en 274 Squadrons in Egypte waren de eersten. Hiertoe werden de toestellen uitgerust met een speciaal luchtfilter, dat als een "puist" onder de neus kwam te zitten.
In 1939 gingen 20 exemplaren naar Canada, in 1940 12 naar Finland, in 1939 zeven naar Zuid-Afrika, 20 naar België, die er ook nog twee in licentie bouwde van 80 totaal, twee naar Perzië, 1 naar Polen, 12 naar Roemenië, 15 naar Turkije en 24 naar Joegoslavië, welke er ook nog 20 in licentie bouwde. Finland kreeg haar Hurricanes in 1940. De toestellen zijn door eigen piloten opgehaald in Groot-Brittannië. Na eerst bij de LeLv24 te hebben gevlogen zijn ze in 1942 als eenheid overgegaan naar de LeLv32. De Belgische Hurricanes werden ingedeeld bij het tweede eskader van de eerste groep van het 2e luchtregiment (2/1/2Ae). Gestationeerd op vliegbasis Schaffen zijn de meeste op 10 mei 1940 op de grond vernield bij een Duitse luchtaanval op de basis. Slechts een enkele heeft het luchtruim kunnen kiezen en is later neergeschoten. De Joegoslavische toestellen vormden met de Joegoslavische Messerschmitt Me-109's de ruggengraat van de luchtmacht tijdens de Duitse invasie. Joegoslavië had in 1940 licentierechten verkregen en ging zelf ook de toestellen produceren. Ten tijde van de Duitse inval in 1941, waren 38 toestellen inzetbaar. De Zuid Afrikaanse toestellen kwamen terecht bij SAAF Squadron Nr. 1, maar werden nooit operationeel ingezet.
In 1938 werden door Canada 20 Hurricane Mk I toestellen besteld. De Britse overheid wilde echter de produktie spreiden en verzocht Canada zelf Hurricanes te gaan bouwen. Om de ontwerpen gelijk te houden werd een exemplaar van de Hurricane Mk I (L 1848) naar Canada gezonden op 2 maart 1939. Dit toestel vormde de basis voor een eerste seriebouw. Allereerst werden 40 Hurricane Mk I toestellen gebouwd, waarvan de eerste in januari 1940 vloog. Deze toestellen werden niet voor de Canadese luchtmacht (RCAF) gebouwd, maar voor de RAF. Deze Canadese toestellen kregen een Rolls Royce Merlin III motor met driebladige De Havilland propeller.
Type: | Hawker Hurricane Mk I |
Taak: |
jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
12,19 meter |
Vleugeloppervlakte: |
22,93 m2 |
Lengte: |
9,58 meter |
Hoogte: |
3,96 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.260 kg Max. gewicht: 2.963 kg |
Motor: |
1x
Rolls-Royce Merlin II of III motor 1.030 pk (? kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 521 km/u Kruissnelheid: 438 km/u |
Bereik: |
665 km |
Plafond: |
10.424 meter |
Bewapening: |
8x 7,7 mm Browning machinegeweren |
Productie: |
4.200 |
Hawker Hurricane
Mk IIA |
acht 7,7 mm
Browning mitrailleurs |
451 |
Hawker Hurricane Mk IIB |
twaalf 7,7 mm Browning
mitrailleurs |
3.050 |
Hawker Hurricane
Mk IIC |
vier 20 mm Hispano
kanonnen |
4.711 |
Hawker Hurricane Mk IID |
twee 7,7 mm Browning
machinegeweren en tww 40 mm kanonnen |
296 |
Hawker Hurricane Mk IIE |
uitgerust met rekken voor bommen
of raketten (door RAF aangeduid als C of D) |
270 |
In de zomer van 1939 fabriceerde Rolls Royce een krachtiger Merlin, de XX met een vermogen van 1185 pk. Dit werd de standaard voor de volgende Hurricane-versie, de Mk. II. Net als bij de Spitfire ontstonden er op dit moment ook verschillende varianten op basis van de bewapening.
A-variant: De tot dan toe gebruikelijke bewapening van acht mitrailleurs (Browning 7,7 mm) werd vanaf dat moment aangeduid als Hurricane Mk IIA.
B-variant: Uitgevoerd met het formidabele aantal van twaalf mitrailleurs, ontstond de Hurricane IIB.
C-variant: De Hurricane Mk IIC werd uitgerust met vier 20 mm Hispano kanonnen.
D-variant: De Hurricane Mk IID tenslotte kreeg een bewapening van twee mitrailleurs en twee 40 mm kanonnen. Later in de oorlog werd bij de Mk IIB en Mk IIC de mogelijkheid geschapen om acht 7, 62 cm/27 kg raketten mee te voeren Deze werden ook wel als Mk IIE aangeduid.
De B- en C- varianten werden in 1941 uitgerust als jachtbommenwerper en konden zodoende bommen of extra brandstoftanks onder de vleugels meedragen. Doordat de benodigde machinegeweren bij de eerste varianten niet op tijd konden worden geleverd, werden deze door de RAF vaak met minder mitrailleurs uitgevoerd en met bommenrekken onder de vleugels ingezet als jachtbommenwerper. Als zodanig werden de eerste Mk IIB's in oktober 1941 geleverd aan No.'s 601, 605 en 607 Squadron, die ze inzetten boven het Engelse Kanaal. In november 1941 werd ook het eerste squadron in Noord-Afrika, No. 80 uitgerust met de Mk. II. Rond dezelfde tijd werd ook No.'s 81 en 134 Squadron naar de Sovjet-Unie gezonden om daar aan Russische zijde tegen de Duitsers te vechten. Toen de piloten terugkeerden lieten ze hun toestellen achter voor gebruik door de Sovjets. Een succesrol was er ook weggelegd voor de Hurricane Mk. IID, die volop werd ingezet in Noord-Afrika als antitankwapen en daarin een belangrijke rol heeft gespeeld. De allerlaatste van de in totaal 12.780 gebouwde Hurricane's was uiteindelijk in 1944 een Mk. IIC.
De Mk II is aan een groot aantal landen geleverd. Bekend zijn: Australië, Canada, Egypte (20), Ierland (12), Finland (1 buitgemaakt), Frankrijk, India (200), Nederland (Militaire Luchtvaart KNIL:24), Nieuw-Zeeland, Perzië (17), Portugal (40), Zuid-Afrika, Turkije (14) en de Sovjet-Unie. Een Russische Hurricane Mk IIA viel in 1942 in Finse handen en werd ingezet na reparaties. Nederland had in 1941 voor de Militaire Luchtvaart KNIL 12 Hawker Hurricane Mk I's besteld. Door een gebrek aan motoren is deze levering niet doorgegaan. Eind 1941 zijn echter 24 Hurricane Mk IIB's die bedoeld waren voor de RAF in Singapore, afgeleverd op Java. In februari 1942 konden ze operationeel worden ingezet. In totaal werden twee eenheden geformeerd met de toestellen, die waarschijnlijk in de RAF-kleuren dienst hebben gedaan (foto's zijn niet bekend). De RAF kentekens zijn simpelweg overgeschilderd met camouflageverf en daarna zijn de toestellen voorzien van de oranje driehoek. Over registratienummers is niets bekend. Door ongevallen vielen al snel twee toestellen uit en op 21 februari 1942 werd een aantal bij de landing op Kalidjati overvallen. Maart 1942 vielen de zeven nog overgebleven toestellen de Japanse invasietroepen op Java aan. In totaal wisten de Nederlanders met hun Hurricane's 30 Japanse vliegtuigen neer te schieten tegen een verlies van 18 toestellen.
Te vermelden valt nog dat twee toestellen als Hawker Hurricane Mk T.IIC tweezits trainingsvariant werden geleverd aan de Iraanse Luchtmacht.
Type: | Hawker Hurricane Mk II |
Taak: |
jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
12,19 meter |
Vleugeloppervlakte: |
23,97 m2 |
Lengte: |
9,83 meter |
Hoogte: |
4,04 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.495 kg (Mk IIA),
2.480 kg (Mk IIB), 2.566 kg (Mk IIC) Max. gewicht: 3.221 kg (Mk IIA), 3.281 kg (Mk IIB), 3.649 (Mk IIC) |
Motor: |
1x Rolls-Royce Merlin XX motor 1.460 pk (? kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 528 km/u (Mk
IIB), 526 km/u (Mk IIC) Kruissnelheid: 285 km/u ( Mk IIB), 286 km/u (Mk IIC) |
Bereik: |
748 km zonder en 1.505 km met
externe tanks (Mk IIB) |
Plafond: |
10.973 m (Mk IIB), 10.850 m |
Bewapening: |
IIA: 8x 7,7 mm Browning
mitrailleurs IIB: 12x 7,7 mm Browning mitrailleurs IIC: 4x 20 mm Hispano kanonnen IID: 2x 40 mm kanonnen in gondels onder de vleugels en 2x 7,7 mm mitrailleurs in de vleugels IIB/C: twee 113 kg of 227 kg bommen of acht 7,62cm/27 kg raketten |
Productie: |
451 Mk IIA, 2948 Mk IIB, 4711 Mk
IIC, 296 Mk IID |
De Hawker Hurricane Mk III zou de aanduiding worden voor de Mk II, uitgerust met een Amerikaanse Packard Merlin motor. Deze serie werd echter nooit gebouwd.
In 1943 werd net als bij de Spitfire getracht om standaardisering door te voeren. De Hurricane Mk. IIE kreeg een zwaardere motor en een universele vleugel. De vleugel was dusdanig uitgevoerd, dat men het toestel naar behoeven kon uitrusten met twee 40 mm Vickers kanonnen en twee 7,7 mm mitrailleurs, acht raketten en twee 7,7 mm mitrailleurs, twee bommen en twee 7,7 mm mitrailleurs of twee externe brandstoftanks en twee 7,7 mm mitrailleurs. De eerste 270 toestellen werden aangeduid als IIE, maar werden al snel hernoemd tot Hurricane Mk. IV. Ze waren uitgerust met een Rolls-Royce Merlin 24 of 27 motor met een vermogen van 1620 pk. In totaal zijn er 270 Mk IIE's en 524 Mk. IV's geproduceerd.
Type: | Hawker Hurricane Mk IV |
Taak: |
jachtvliegtuig |
Bemanning: |
1 |
Spanwijdte: |
12,19 meter |
Vleugeloppervlakte: |
23,97 m2 |
Lengte: |
9,83 meter |
Hoogte: |
4,04 meter |
Gewicht: |
Leeggewicht: 2.790 kg Max. gewicht: 3.838 kg |
Motor: |
1x Rolls-Royce Merlin 24 of 27
motor 1.620 pk (? kW) |
Snelheid: |
Max. snelheid: 505 km/u Kruissnelheid: 283 km/u |
Bereik: |
797 km |
Plafond: |
9.784 meter |
Bewapening: |
2x 7,7 mm mitrailleurs 8x 7,62cm/27 kg raketten of bommen 2x 40 mm kanonnen |
Productie: |
794 |
De eerste grote Canadese productie werd aangeduid als Hurricane Mk X. Deze kregen een in licentie gebouwde Packard Merlin 28 motor, met een driebladige Amerikaanse Hamilton propeller. Hoewel de typenummering doet vermoeden dat het een opvolgend type is, hebben we hier in feite te maken met in Canada gebouwde Mk IIB's. De Canadian Car & Foundry produceerde in totaal 489 Mk. X toestellen.
De XII was in feite een Canadese Mk. II met een Packard Merlin 29 motor met een vermogen van 1300 pk. Hiervan zijn 248 exemplaren gebouwd. Voorts is er nog een XIIA versie in 150 exemplaren gebouwd.
De Canadese Hurricanes kwamen zowel bij de RAF als bij de RCAF terecht. Overigens kwamen de meeste Hurricanes voor de Canadese luchtmacht ook in Groot Brittannië, echter niet bij de RAF, maar bij de daar opererende RCAF squadrons.
Om het gebrek aan Britse marinejagers te kunnen opvangen werden diverse Hurricane's uitgevoerd als marine versie. Het was echt een noodoplossing. Door de slachting die de Duitse U-boten aanrichtten op de Atlantische Oceaan, had de Fleet Air Arm van de Royal Navy goede jagers hard nodig. Als tijdelijke oplossing werd gekozen voor de Hawker Hurricane.
De eerste versie was een rechtstreekse verbouwing van de Hurricane Mk I. Er werden vanaf 1941 drie verschillende versies geproduceerd. De Sea Hurricane Mk IA was de eerste. Het was een standaard Mk I, uitgerust met de mogelijkheid om afgeschoten te worden met een katapult vanaf de zogenaamde CAM schepen. Dit waren van een katapult voorziene vrachtschepen. Dit was de eerste poging om aan de Atlantische konvooien enige bescherming te bieden. Het nadeel was dat de piloot na zijn vlucht het toestel op zee moest landen en de Hurricane dus verloren ging. De Mk IB was de eerste Sea Hurricane die geheel geschikt was gemaakt voor operaties vanaf vliegdekschepen en kwam eveneens in de loop van 1941 in dienst. Het jaar daarop volgde de Sea Hurricane Mk IC. Dit was een verbouwde Hurricane IB, echter met de vleugels van een Hurricane IIC (vier kanonnen).
Aangedreven met een Rolls Royce Merlin XX motor, was de Sea Hurricane Mk II de marine versie van de Hurricane Mk II. In tegenstelling tot de Sea Hurricane Mk I kon de Mk II niet met een katapult worden afgeschoten. Een klein aantal Hurricane Mk II toestellen werd, zonder verder tot marinejager te worden verbouwd, uitgerust met een landingshaak. Deze toestellen werden gebruikt voor training van deklandingen vanaf 1943.
In Canada werd uit de Hurricane Mk XIIA een aantal Sea Hurricane XIIA's ontwikkeld. Sommige van deze toestellen zijn overgedragen aan de US Navy, die ze heeft gebruikt bij de invasie in Algerije in november 1942.
Een derde in Canada gebouwde variant was een type dat volgens specificaties van het Nederlands-Indische ML/KNIL werd ontwikkeld. Het constructietoestel AM270 werd geheel volgens deze standaard opgebouwd in maart 1942. Aangedreven door een in de Verenigde Staten gebouwde Merlin motor, instrumenten en richttoestel werd dit het prototype voor een voor de Nederlanders te bouwen bestelling. Het prototype ontving nog de Nederlandse aanduiding HC3-287.
Wat er met het toestel is gebeurd is onduidelijk. Bekend is dat het door de Canadian Car and Foundry werd gebruikt voor testvluchten. Op basis van dit prototype werd door de Canadese overheid een bestelling geplaatst van 400 toestellen waarvan er 100 voor Nederlands-Indië bestemd waren en 300 voor China. De Nederlandse bestelling werd later afgezwakt tot 72 en door de ontwikkelingen in Nederlands-Indië zelfs helemaal afbesteld. De Chinese overheid besloot in plaats van de Hurricane's Amerikaanse vliegtuigen aan te schaffen. De 328 toestellen bestemd voor de Chinezen werden aangeboden aan de Sovjet Unie die ze eveneens niet afnam. Uiteindelijk werden 250 toestellen als Mk XII aan de RCAF geleverd en 150 als Mk II aan de RAF.
Deze voor onder andere het KNIL bestemde toestellen moeten niet verward worden met de Mk II toestellen die nog wel voor het einde van de strijd in Nederlands-Indië aan het KNIL werden geleverd. Deze waren van een noodlevering.
Een Hawker Hurricane Mk I, RCAF no 321, RAF L1884, werd door de firma Hills & Son voorzien van een Hills & Son Bi-mono slip-wing Biplane/monoplane. Het doel was om een korte start en landing te verkrijgen. In mei 1943 werden op RAF Sealand taxi en vliegtesten uitgevoerd. Vanaf september 1943 werden testen uitgevoerd bij het Aeroplane and Armament Experimental Establishment te Boscombe Down. De testen hadden onvoldoende resultaat om dit experiment ook operationeel te testen.
Begin januari 1941 werden bij het Service Depot in Heliopolis, Egypte drie Hawker Hurricane Mk I toestellen ontdaan van hun bewapening en uitgerust met camera's voor fotoverkenning. In maart 1941 werden nog eens vijf toestellen omgebouwd. Op Malta weden in april 1941 twee Mk I toestellen op eenzelfde wijze verbouwd.
In oktober 1941 werden zes Hawker Hurricane Mk II toestellen tot fotoverkenner verbouwd. Later werden naar alle waarschijnlijkheid nog eens twaalf toestellen verbouwd. Deze toestellen konden een snelheid bereiken van iets meer dan 560 km/u en hadden een plafond van 12.000 meter.
Een laatste variant van de Hurricane was een Tactical Reconnaissance (Tac R) vliegtuig. Dit waren Hurricane's voorzien van extra radioapparatuur waarmee ze directer konden communiceren met grondtroepen en de vuurkracht van het toestel beter konden concentreren ter ondersteuning van operaties op de grond. Ze waren door de extra apparatuur en eventueel camera's wel minder zwaar bewapend.